Nieuwe Goesche Courant, Ckristelijh'historisch blad voor Zeeland. Donderdag 20 October. !M0. 817. SABIUTHSIIElLIGim het zuiden. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Pvijs per drie maanden franco f 1,50. Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJTMAN, te Middelbnig en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. VIII Dat de sabbathsquaestie diep ingrijpt in. het leven en welzijn des volks zal elk toestemmen, die zelfs maar in hoofdzaak onze beschouwing ten deze deelt. En wijl zij zoo diep ingrijpt mag ze ons inderdaad wel interesseeren. Niet om een vrijen Zondag slechts, maar om een aan den dienst van God ge wij den dag moet het ons te doen zijn. Alleen de strijd voor de sbbbathsheiliging loont de moeite. Want dat is een strijd voor de heilige rech ten en inzettingen Gods, voor het al of niet zijn en blijven der christelijke gemeente, voor het welbegrepen belang van land en volk, voor het wezenlijk heil, de rechten en vrijheden van den individu. Het smart ons daarom, dat in ons dierbaar vaderland ook al dien strijd moet aangebonden worden tegen de Bestuurders van de bulk van staat. En toch, hoe smartelijk ook het moet. Immers van Regeeringswege werkt men in stad en land de ontheiliging van 's Heeren dag niet zelden in de hand. Men is zoo weinig neutraal ten deze dat zelfs publieke plaatsen, plaatsen die niet voor een zeker deel des volks be stemd zyn, maar die, om zoo te zeggen, elk toebebooren, toch aan een zeker deel ter ont heiliging worden gegeven. En hoe dikwerf de Zondag als uitgekozen wordt voor het opkomen en verleggen der militairen is, helaas over bekend. Hoeveel duizenden de staat in dienst heeft, die op den sabbath allerlei niet-noodzakelijken arbeid moeten verrichten en dientengevolge dien dag in plaats van den Heere wijden, hem ont wijden, weten we evenzeer. We weten dat zoo goed, dat we aan staats betrekkingen voor onze kinderen nauwelijks denken kunnen. In vele gevallen moeten wy ze om die reden, dus ons ondanks, aan de ongeloovigen over laten. Ook is ons uit officiëele bronnen bekend dat van hooger hand aan minderen gezegd is, dat zy om overtreding der zondagswet hoezeer zij nog als wet des lands bestaat niet meer moesten verbaliseeren. En wanneer deze of gene der minderen het nog al eens deed, werd er doodeenvoudig aan zulk eene rechterlijke opschrijving geen gevolg gegeven. Al spoedig kon men liooren »er komt niets van." Zie, dat doet en durft men, als de wetten niet langer passen in het kader onzer tegen standers. Dat doet en durft men, terwijl men anderen beboet en in muffe gevangenissen stopt, omdat ze in vredèstijd aan wapenoefeningen op den dag des Heeren, uit gehoorzaamheid aan het Woord huns Gods, geen deel kunnen nemen. Ja, waar zelfs uit den boezem van het Mi nisterie van Lijnden van Sandenburg een ont werp van wet op de militie en schutterij komt, blijft de mogelijkheid van dat snoode bedrijf bestaan de vrijheid van den christen om God naar Zijn woord te dienen is er niet in gehand haafd. Men kan, wanneer dat ontwerp wet wordt, voortgaan met hen, die naar den woord e Gods wenschen te leven, tusscken het gebod Gods en het gebod des menschen te plaatsen voort gaan alzoo met hen in de verzoeking, te brengen om tegen hunne overtuiging en hun geweten in te handelen, of hen anders, bij trouw aan den Heere en hun geweten, in de gevangenis terecht te doen komen. Waarlijk er is, als men dat alles zoo ziet en gadeslaat, wat noodig om kalm te blijven. Ja, ja dat zouden wij de liberalen te doen geven. Naar het ons wil voorkomen zouden zij, indien derwijze tegenover hen gehandeld werd, moord en brand schreeuwen, zoo niet tot revolutionaire maatregelen komen. Tot revolutionaire maatregelen nimmer maar tot trouw aan God, het koste wat het wil, wekken we, met al wat in ons is, onszelven en anderen op. God bovenaldat moet als een paal boven water staan. Aan Hém moeten we getrouw zijn, neen, niet slechts tot. aan den bedelzak, maar zelfs tot in den dood. Het Ministerie bedenke wel dat er in nog al uitgebreide kringen, sinds het vorige ontwerp, hetwelk in de thans vigeerende wet op de schut terij ten deze het richtsnoer werd, verhoogd christelijk leven en dientengevolge meerdere gebondenheid aan- en overgegevenheid voor de hoogere wetten Gods is gekomen. Alzoo wat toen, helaas kon, kan om die gelukkige reden nu niet meer. De tijd van dien jansaliegeest is voorbij, er is meer scherpte van beginsel, zoowel aan de eene als aan de andere zijde gekomen. Gaan dus de commandauten met de wet in de hand voort om zonder noodzaak op 's Heeren .dag te laten schutteren er zullen er zijn, en naar wij hopen steeds meer komen, die, om Gods wil, het non possumus zullen uit spreken en handhaven. Waar we van verhoogd christelijk leven spre ken, neen, daar vergeten we niet wat in geheel andere kringen daar tegenover staatach ja, we weten, dat de afval van God en Zijn woord ontzettend is. We hebben nog pas gehoord hoe tal van liberale heeren en couranten, zonder dat wee dom des harten uit hunne woorden te bemerken is, voor de atheïsten (de Godloochenaars) in het krijt treden, hunne rechten en vryheden bepleiten. Dat doen ze, terwijl ze met schampere woorden, met woorden, waaruit weerzin en vijandschap zich openbaren, even gelijken rechten en vrij heden aan de Christenen ontzeggen. We weten ook dat het Ministerie, na zijn stande punt flink te hebben aangegeven, de beloft- heeft gedaan van al bet mogelijke te zullen doen om aan de gewetensbezwaren der atheïsten, het zweren namelijk bij een persoonlijk en levend God, zooveel mogelijk te gemoet te komen." Terwyl men nu die belofte tegenover de atheïsten ten slotte passeert, komt men met een spiksplinternieuw ontwerp op de militie en schuttery, waarin aan de gewetensbezwaren der christenen, waarin aan de bezwaren, die steunen op het woord van Hem, in wiens bestaan het Ministerie toonde te gelooven, niet wordt tege moet gekomen. Wat daarvan te zeggen Vrijheid aan de Israëlieten, aan de Menno nieten, en voor zoover mogelijk, aan de Atheïsten doch aan de Gereformeerden niet1 Laten zij hun geweten verkrachten en zoo doende zichzelf ontzenuwen, of bij trouw aan. den eeuwig Levende in de gevangenis terecht komen, ook het Ministerie van Lijnden van Sandenburg trekt zich, blijkens het bedoelde wetsontwerp, geen dier dingen aan. En hoe gemakkelijk kon men hier, neen, niet zoover mogelijk, maar geheel ter wille zyn. Men .verlieze toch niet uit het oog, dat, wanneer voor de christelijke rechten der chris tenen in betrekking tot des Heeren dag, vóór het ontwerp wet wordt, niet wordt gezorgd, de diepst ingrijpende rechtsverkrachting plaats heeft. Immers er blijft, wanneer het ontwerp wet wordt, en de commandanten van de, dan bij de wet verleende, vrijheid om ook op Gods dag te laten schutteren gebruik maken, geen uitweg overde christen-schutter wordt dan recht streeks geplaatst tusschen het gebod Gods en

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 1