gemengde berichten:
gewezen. Het is de bepaalde wensch der hooge erven,
dat aan elke bepaling dezer beschikking overeenkomstig
de bedoeling van den overledene ^éVolg'worclë gegeven.
Graaf Van Liraburg Stirum, wien de Prins bij het
aanwijzen van de plaats, waar de beschikking geborgen
was, tevens de zelfstandige rëgeling van zijn nalaten
schap opdroeg, is 'door 'de erfgenamen als executeur-
testamentair erkeud.
Van een man zoo edeldenkend als Prins Frederik,
mocht het Verwacht worden, dat hij hen, die jaren
lang in vertrouwelijke betrekking tot hem stonden
sommigen genoten dit voorrecht meer dan een
halve eeuw of die hem dienden, hetzij in hooge
waardigheid of in lageren rang, niet onbeloond of
onverzorgd zou achterlaten.
De beschikking bevat dan ook bepalingen, welke een
nieuw getuigenis geven van de genegenheid van den
vorstelijken meester jegens allen, die bij hem in be
trekking waren. Niet enkel de hofdignitarissen, ook
zij, die behoorden tot het gewone dienst- of stalpersoneel,
hehouden hun bezoldiging als levenslang pensioen.
Diegenen onder het lager dienstpersoneel, wier dienst
jaren nog te gering waren om voor pensioen in
aanmerking te komen, ontvingen van de hooge
erfgenamen een ruime geldelijke uitkeering.
Verschillende liefdadige en andere instellingen,
welke de ondersteuning of begunstiging van den Vorst
geDoten, zijn mede mildelijk bedachtin de eerste
plaats de Louisa-stichtingeen instelling, door den
Prins in het leven geroepen, waaraan hij den naam
schonk zijner gemalin en voor welker ouderhoud
hij met onbekrompen hand zorgde.
Dat bij deze wilsbeschikking aan Z. M. den Koning
en Z. K. H. Alexander der Nederlanden, Prins van
Oranje, aanzienlijke legaten vermaakt zijn gelijk
een der bladen heeft gemeld is onjuist.
Al wat door enkelen is geschreven over de hoe
grootheid der nalatenschap berust op onderstellingen.
De waarde der aanzienlijke en zeer verspreide bezit
tingen van den overledene is nog onmogelijk te
bepalen. Voor bet verkrijgen eener globale taxatie
worden maanden gevorderd en met het opmaken van
den volledigen iuventaris zal minstens een jaar
gemoeid ziju.
Behalve het paleis in het Voorhout te 's-Hage,
het landgoed De Paauio met de daarna grenzende en
daartoe behoöremle buitenverblijven onder Wassenaar
en het paleis te Berlijn, bezat Prins Frederik nog goe
deren in Silezië, Polen en Neuland. Over de bezittin
gen in Neuland voerde de Prins van Wied reeds bij
het leven van zijn schoonvader het beheer.
Te Pernis is voor enkele weken een Christelijke
School geopend.
De openbare scholen werden tot nu toe door p. m.
330 kinderen bëZö'öht, waarvan 175 gerekend werden
tot de on- of minvermogenden te behooreu en dus
niets of weinig betaalden.
Toevallig niet omdat een christelijke school
geopend is, natuurlijk heeft de gemeenteraad nu
besloten het schoolgeld voor hen die wel betalen
kunnen van 20 ct. per week tot 15 ets. t'erug te
brengen.
Hoe treurig staat een zaak die met zulke middelen
moet gediend worden.
Bij besluit van den gemeenteraad van Wonseradeel
zijn de beruchte openbare scholen te Lollum, Schettens
en Schaard, die, gelijk inen zich herinnert, slecht»
gebouwd waren omdat overal „voldoend lager onderwijs"
behoort gegeven te worden, maar die niet bevolkt
Waren, opgeheven.
Men telt thans in de uitgestrekte Friesche gemeente
Wonseradeel 17 openbare en 11 bijzondere scholen.
De Protestantsche Noorbrabander is thans in aanmer
kelijk vergroot formaat verschenen bij den uitgever
H, Wuijster te Heusden.
Genoemd blad voert thans den titel van Antirevo
lutionair Weekblad voor de districten Gorinchem en
'Zèvènbergen.
De redactie heeft toezegging van hulp uit verschil-
létide plaatsen van deze districten waarde antirevolutio
nairen zooals herhaaldelijk bij de verkiezingen geble-
'keil is, zeer talrijk zijn.
ferlu School eit iittdnig.
Sleliskerke, Tot predikant bij de Chr. Ger«f.
Gemeente alhier is beroepen ds. H. Vissink te Hattem.
Ds. J. Knottenbelt te Sluis en ds. J. Nierstrasz
te Burum (vroeger te Krabbeudijke) zijn beiden beroepen
tot predikant bij de N. H. G. te Groningen.
iX'isse. Onze predikant de heer H. van Selras
heeft voor de beroeping naar Baarland bedankt en
eene toezegging van beroep ontvangen naar Almkerk
ën Emmikhoven.
De Heraut meldt dat de tweede cursus der
Vrije Universiteit heden, 3 October, des namiddags
te 3 uren in het gewone College-lokaal zal geopend
worden met een toespraak van Dr. Hoedemaker. Zij
die tot het wetenschappelijk publiek behooren kunnen
daarbij komen.
Den daarop volgenden Ziterdag, den 7en October,
zal D. V. insgelijks te 3 uren, in het groot audito
rium der Zendingskerk, Dr. J. Woltjer, zijn professo
raat in de letteren aanvaarden met het houden van
een redevoering in de Latijnsche taal.
Terwijl op den stichtingsdag der school, zijnde den
20 October e. k., de aftredende rector, Dr. A. Kuyper,
insgelijks met een redevoering, in de Nederlandsche
taal, het rectoraat aan Dr. Rutgers hoopt over te
dragen.
De Universiteit telt in het tweede studiejaar 16
studenten. Voor het Hospitium werd op nieuw f2000
gegeven door een vriend, die hoopt dat deze gift
navolging vinden zal.
Vrijdag omstreeks middernacht brak er een
felle brand uit in het woonhuis van een bakker en
winkelier op de Varkenmarkt te Zierikzee. On
danks de pogingen der brandweer brandde het
geheele huis uit, doch de aangrenzende perceelen
bleven behouden. Naar men verneemt, was het ver
brande tegen brandschade verzekerd.
De sigarenfabrikant van wien door den post
beambte te Vlissingen beweerd werd, dat hij een
adreskaart, een zoogenaamden //bon" voor een bank
biljet van f 25 in betaling had gegeven, is weder
uit zijne preventive gevangeuschap te Middelburg
ontslagen. De fabrikant staat zoo gunstig bekend en
zijne buren waren zoo overtuigd van zijne onschnld,
dat bij zijue terugkomst in zijne woonplaats, den
Bosch, in de straten nabij zijn winkel, vele vlaggen
waren uitgehangen en een talrijke menigte hem
juichend begroette.
Toch had de justitie in Zeeland hem drie dagen
gevangen gehouden. Had zij verzuimd onderzoek te
doen In dat geval toch had zij den verdachte kunnen
vrijlaten, ook zonder daarom de beschuldiging nog in
te trekken.
Niet zonder reden wekt het aanvatten dezer zaak,
op die wijze, door de justitie verwondering. De zaak
heeft zich aldus toegedragen
«Voor zaken in Zeeland op reis, kwam de heer A.
Zaterdag 24 September te Bosch terug en vond thuis
een boodschap om op't politie bureau te komen. Daar
werd hem door den inspecteur van politie meegedeeld,
dat op 't postkantoor te Vlissingen onder het bankpapier
een biljet voor 25 kostumes was gevonden in plaats van
een echt bankbiljet van f 25, en wijl de heer A. te
Vlissingen een postwissel van f 112.50 naar huis had
had verzonden, werden hem inlichtingen daaromtrent
gevraagd. Bij overzicht zijner reis deelde hij mede,
dat hij ten posikantore te Vlissingen gestort had 1
bankbiljet van f60, 2 muntbiljetten van f10, 2
tienguldenstukken en 5 rijksdaalders. Kort nadat hij
het politie-bureau had verlaten, keerde hij er uit eigen
beweging terug om zijn mededeelingen omtrent den
loop zijber reis nog eenigzins aan te vullen, wijl hij
prijs er op stelde dat zijn inlichtingen zoo juist mogelijk
zouden zijn. In dien tusschentijd was op bet bureau een
telegram ontvangen, waarin door de justitie zijn op
zending werd bevolen naar Middelburg. De politie
moest daaraan natuurlijk voldoen en hield den on
schuldig verdachte in arrest, die Zondag-nacht in de
gevangenis doorbracht en 's morgens per rijtuig onder
begeleiding van marécheussées naar het spoorweg
station werd gebracht, om naar Middelburg te wordeu
vervoerd. Door den rechter-commissaris verhoord en
geconfronteerd met den ambtenaar der po9lerijen, die
het geld voor den postwissel in ontvangst had ge
nomen, en volhield dat betaald was o. a. met drie
bankbiljetten van f 25, waaronder de bon voor kos
tumes, wist de heer A. de beweringen van dien amb
tenaar op verschillende punten zoo te wederleggen,
dat weldra zijn invrijheidstelling volgde.
De opruiming van het op de reede van Vlissingen
gezonken barkschip Lasher is voltooid. Dit is geschied
door den waterstaat, krachtig bijgestaan door het
korps lorpedistén bit Brielle, en met behulp van den
duiker Bakelaar uit Ouddorp, aan wien het plaatsen
der geladen mijnen en de verdere werkzaamheden
onder water waren opgedragen.
I - De moeder van Z. D. H. den Prins van Wied, die
sinds eenigen lijd lijdende is, wordt in het Arnstel-
Hotel verwacht, om onder behandeling van Docter
Mezger genezing te zoeken.
In 1878 waren er hier te lande gemiddeld on
geveer 5 geneeskundigen op ieder 1000-tal inwoners
afwisselend van 2 in Limburg tot 6.5 in Zuid-Holland
en in Utrecht.
Hel volstrekte getal wisselde af van 31 in Drente
tot 495 in Zuid-Holland, maar het totaal was in tien
jaren tijds afgenomen met ruim 350 beoefenaren der
geneeskunde, hoofdzakelijk omdat het aantal platte
lands- en stedelijke heelmeesters sterk vermindert,
terwijl er alleen eenige toeneming is van doctoren
met algemeene bevoegdheid.
In het begin van dit jaar werd van regeeringswege
onderzocht of het prachtig marmeren grafmonument,
dat in 1681 op last van de Slaten-Generaal, ter eere
van den admiraal Micbiel Adriaanszoon de Ruijter in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam werd opgericht, zich
nog in behoorlijken toestand bevond. Tevens werd,
in overleg met de familie van den admiraal, een
onderzoek ingesteld naar den staat van den grafkelder.
Deze bestaat uit drie gewelfvakken van nagenoeg
gelijke afmetingen, met in baksteen gemetselde gewelven
overdekthij verkeert in voldoenden toestand. Geheel
anders bleek het gesteld te zijn met de kist, waarin
het stoffelijk overschot van de Ruyter bewaard is.
Deze kist schijnt uit mahoniehout te zijn vervaardigd
de planken zijn 5 cM. dik. De kist is ruim 2 meter
lang; aan het hoofdeinde 80 centimeter en aan het
voeteinde 60 centimeter breed. Op ongeveer de helft
der diepte is de kist verdeeld door middel van een
plaat raamwerk met lijst, waarin vroeger kleine ruitjes
in lood gevat waren. Het is duidelijk, dat dit raam
in vroegeren tijd over het lijk is geplaatst, om bij het
wegnemen van het deksel het gebeente van den held
aan belangstellenden en vereerders te kunnen toonèD,
De lijst is nog rondom tegen de wanden der kist
bevestigd, maar de beglaziug is geheel verbrijzeld en
met het glaslood tusschen de beenderen vermengd
geraakt. Breede looden randen, die met een menigte
spijkers aaD het deksel waren verbonden geweest, hangen
thans los in de kist. De beenderen schijnen grootendeels
in staat van ontbinding te verkeereü, terwijl maar
enkele (bv, een armbeeu) duidelijk te herkennen zijn.
De plank aan het voeteneinde is gedeeltelijk ver-
j dwenen, terwijl het deksel los op de kist geplaatst is.
Terwijl sinds lange jaren de kelder niet meer
geopend is, schijnt het dat die vroeger, toen hij nog
als begraafplaats door de familie werd gebruikt, regel
matig daags vóór eene begrafenis ontsloten werd en
dat alsdan aan den koster de vrijheid werd gelaten
om tegen eene fooi de grafplaats te laten bezichtigen.
Vermoedelijk is daaraan de droevige toestand te
wijten, waarin de lijkkist van de Ruyter thans ver
keert.
Voorziening was nu noodig, te meer omdat ze»
groote en twee kleine kisten, welke naast die vhn
den admiraal op elkaar gestapeld zijn, in slechten
staat verkeeren en vroeg of laat op laatstgenoemden
dreigen neder te tuimelen. Na overleg met de familie
heeft de minister van binneulandsche zaken besloten,
op passende en afdoende wijze de asch van den groo-
ten zeeman te verzorgen. Om de bestaande bouwval
lige kist zal een looden omkleeding gesloten en
daaromheen een sierlijke, eikenhouten kist getimmerd
worden, voorzien van een koperen plaat, dragende
het navolgende opschrift
MICHIEL
ADRIA ENSZOON
DE RUYTER.
Luitenant Admiraal Generaal
van Holland en West Friesland.
Geboren te Vlissingen 24 Maart 1607.
Overleden 29 April 1676 aan de wonden
ontvangen voor Messina.
Begraven 26 Maart 1677.
en
door de zorg der Nederlandsche
Regeering
in deze kist gelegd
1881.
Een en ander geschiedt op kosten van den Staat en
onder leiding van den architect der rijks-museumge
bouwen P. J. H. Cuypers.
Een Amerikaan heeft voorgesteld, dat er in
de Westminster Abdij te Londen een eenvoudige
steen van Amerikaansch graniet geplaatst worde, met
het volgende inschift
ffUit erkentelijkheid voor de algemeene deelneming
van het Engelsche volk met het treurende Amerika,
bij den dood van James Abram Garfield, president
van de Vereenigde Staten, in 1881, wordt deze steen
hier gesteld door Amerikanen die in het moederland
wonen, in deze meest geheiligde plek van hun ras
het gemeenschappelijk tehuis van beide natiën,*
TeveDs zoV er een steen van de abdij met een
•oortgelijk opschrift in het Kapitool te Washington
geplaatst moeten worden.