Nieuwe Goesche Courant, Chri&telijk-hi&torisch blad voor Zeeland. Zaterdag- 1 October. N8. 809. SABBATHSHEILlGIAiG. BINNENLAND^- i li u i. HET ZUIDEN. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen *°rys per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN F. G. WIJTMAN, te Siddelbaig en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels 1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. IV. Ook de door de ongeloofstheoriën geprikkelden Vleeschelijken zin des menschen bracht de kwes tie der Zondagsrust aan de orde. In het tijdperk van en naar het leven van den welbekenden braven Hendrik, toen men koud nocb heet was, bleef de Zondagstrcmr# voor een deel, althans oogenschijnlijk, bestaan. Doch we behoeven het wel niet te zeggen dat bij een leven van niet te rechtvaardig en niet te goddeloos, het wezen, de bezielende kracht der viering" ten eenenmale werd ge mist. En dat dientengevolge, wijl men in den grond niet voor God, doch ook niet zoo boud en stout voor zichzelven, maar in de eerste plaats voor bet huisgezin leefde, het arbeiden op den dag des Heeren ook wel kon en mocht. Ja dat kon en mochtwijl men voor het gebol Gods geen liefde, aan de viering geen behoefte had en de zaak en het huisgezin er immers door bevorderd werden. Bij meer leven uit God kwam er, zoo als we in ons vorig artikel bespraken, meer liefde tot en dorst naar God en tengevolge daarvan kon en mocht het niet. Het ongeloof, dat stouter en driester dan ooit zijn woord begon mêe te spreken, zei ook: arbeiden op Zondagneen, dat kan, dat moet niet." De sociaal-democraten in Duitschland en de Aart Admiraals ten ontzent, de ongeloovigen bij uitnemendheid dus, plaatsten zich in de eerste gelederen voor den strijd om een vrijen Zondag. Velen der minder geavanceerden, een Dr. Lowe in Duitschland en vele fatsoenlijke en wetenschappelijke liberalen in Nederland vielen bij. Vielen bij foei neen niet bij de christelijk historischen, niet bij de lieden van hooger chris telijk leven, maar wel bij de zoo even genoemde strijders. »De mannen van gemoedsbezwaren" moest men leeren leeren door op dien dag schutters diensten te laten verrichten. Dat deed men in de eigen dagen dat men den anderen groep bijviel. Zou het ook zijn kannen, omdat men in die geavanceerden eigen geesteskinderen erkende Ten minste, dat in het tegenwerken van den eenen en in het spreken voor den anderen groep de natuur boven de leer is gegaan, staat bij ons vast. Een vrijen Zondag om God te dienen naar Zjjn woord, dat scheen er minder op aan te komen, ja niet te kunnen. Terwijl men ten opzichte der anderen sprak: »Maar die arme sociaal-democraten hebben ten deze toch wel gelijk metterdaad in betrekking tot een vrijen Zondag moet men ben ter wille zijn." (De beweegredenen waren aandoenlijk.) Immers een mensch kan niet altoos werken de arbeidskrachten zouden zonder een gedurig wederkeerende rust opraken daarbij komt, dat de werkman van het huiselijk leven mede moet kunnen genieten en daarop invloed uitoefenen. En zoo een enkele uitspanning natuurlijk de arbeidsman moet ook wat hebben een komedie, een concertje, een pleiziertreiu meer dat kan weldat moeten wij hem trachten te bezorgen. Vooral ook, omdat dit ontegenzeggelijk be schavend en veredelend op hem zal inwerken. En wat meer zegt bet zal hem voor uit spattingen, voor revolutionaire woelingen be waren, hij zal er tevreden en vergenoegd bij worden." Zoo, zoo spraken en schreven de heeren. En wel toen, om den strijd eb de smeekbede der christen-schutters, eens hartelijk werd gelachen. Die pure menschenliefde, dien veredelings- zin, met de vrees voor revolutionaire woelingen op den koop toe, had echter de sociaal-demo craten den vrijen Zondag, althans niet in de eerste plaats, doen eischen. Naar onze bescheidene meening heeft het door het ongeloof ten eenemaal vleeschelijkgezind gemaakte hart hen op het vrijmaken van den Zondag doen bedacht zijn. Het ongeloof heeft hen eerst tot atheïsten en daarna tot de meest drieste, zelfzuchtige en vleeschelijk gezinde menschen gemaakt. Waar het geloof in God en in Zijn woord wordt ondermijnd en weggenonen, waar de laatste overblijfselen van de beginselen des Christendoms zijn uitgeroeid, daar is het beslag dat die beginselen op de harten leggen ook te loor, daar wordt de mensch geheel, wat hij sinds den zondenval in den grond zijns harten is, een dienaar namelijk van zichzelven. Het geloof doet tot God inkeeren en voor Hem leven het ongeloof daarentegen inkeeren tot en leven voor zichzelven. En daar zoo iemand door het leven en ver- keeren in eene Christelijke maatschappij meer kennis, meer besef van rechten en hoogere ei schen heeft gekregen, dan bijv. de Heidenen hebben, zoo treedt hij, waar hij zichzelven die nen wil, stout en krachtig op. Het aan het christendom ontleende komt dan in den dienst der zonde. En 'tis daarom, dat het huidige ongeloof, hetwelk den afval van het christendom veroor zaakt, zoo ontzettend gevaarlijk is zulke bange tijden, zulke vreeselijke toestanden, worstelingen als waarvan zelfs de Minister Modderman beeft geprofeteerd, in het leven roept. Dat men niet altoos doorwerken kan en werken moet is waar maar dat men een we- kelijkschen werkdag begeert voor vleeschelijk genot, voor het beramen en opmaken van aller lei revolutionaire plannen is allertreurigst en spelt niet veel goeds. En dat de mannen der andere groep, de mannen die onder hen vooraan stonden en staan in den strijd om een vrijen Zondag hem zóó doorbrengen, weten we uit de ervaring. Dat het op die wijze een vrije Zondag is die niet verhoogd maar verlaagt, is buiten kijf. In den tegenwoordigen strijd om den Zondag is dus zoowel iets bedroevends als verblijdens een teeken niet alleen ten goede, maar ook ten kwade. Laten onze wapenen goed gekozen en door ons den strijd heilig gehouden worden. Bij koninklijk besluit van 28 September is koning commissaris in Zeeland gemachtigd tot het bijeenroepen eener buitengewone statenvergadering in de eerste helft van October, ter benoeming van een hoofdingenieur van den provincialen waterstaat. Ter terechtzitting van het kantongerecht te Middel- bvrg van 27 September zijn o. a. veroordeeld A. H. Cz., J. H. Cd. en 8. H. Cz., allen te Biggekerke, wegens het zonder noodzakelijkheid ver richten van openbaren arbeid op een godsdienstigen feestdag, welke door de kerkgenootschappen van den Christeüjken godsdienst dezer landen algemeen wordt erkend en gevierd, ieder in eene boete van 10 cent of een dag gevangenisstraf; Als men weet dat deze godsdienstige feestda* ife- meivaartsdag was, en dat deze menschen werklieden waren, en men let dan bovendien op de nuttelooze vermakelijkheden op de meeste plaatsen des Zondags toegelaten dan kan meer eerst de juiste waarde van deze dubbeltjes-straf bepalen. Dinsdag had te Goes de uitreiking plaats der medailles en getuigschriften, behaald op de dezen zomer gehouden tentoonstelling van landbouw en veeteelt, van wege de afdeeling Heinkeuszand der Zeeuwsche landbouwmaatschappij. De voorzitter jhr. mr. C. van Citters wenschte de bekroonden geluk met de verworven onderscheidingen en sprak den wensch uit, dat deze hun een prikkel zouden zijn, om op den ingeslagen weg voort te gaan. Voorts bracht hij een warm woord van dank aan dé commissiën, die het afdeelingsbestuur zoo krachtig hebben bijgestaan en daardoor veel bijgedragen hebben om deze tentoonstelling, de meest uitgebreide die nog te Goes werd gehouden, te doen slagen.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 1