Russische en Duitsche keizers weten we alleen dat Dantzig en Neufahrwasser versierd waren, hoe in de stad de schoolkinderen en gilden gerangschikt stonden, waar de eerewachten waren opgesteld, welk schouwspel de haven en de wachtende volksmenigte opleverden, hoe het Russische jacht manoeuvreerde om de aanlegplaats te bereiken, enz. enz. Bovendien heerscht er in de berichten wel eenige verwarring. Gelijk het eerst heette, wareu er alle toebereid selen tot een diner in Artushof gemaakt later werd er gezegd dat het aan boord der Hokenzol- lern, vervolgens dat het toch maar in A.rtushof zou plaats hebben, en nu wordt het in som mige berichten voorgesteld alsof meu eigenlijk in Artushof van geen diner had geweten en er ten slotte maar een 111 allen haast is gereed geinaaki. Wat daarentegen duidelijk blijkt, is dat de duizenden toeschouwers herhaaldelijk dour regen werden over vallen. Voorts weet niemand van deze bijeenkomst iets mede te deeleu, en daarom ook is ieder even nieuws gierig. Een brief uit Indlë. Amice Heden middag ontving ik uwe vriendelijke letteren. De mail, welke mij uw schrijven bracht, voerde ook de dagbladen uit Holland aan, waarin de te verwach ten meer gedetailleerde beschouwingen omtrent den afloop eu uitslag der Juni-rerkiezingen voor kwamen. Den üitslag dier rerkizingeu, die vooral in de laatste jaren, betrekkelijke stad en land in beweging brengen, had Reuter den in gezetenen van Neêrlandsch-Indie reeds per draad bericht- Den voorstanders der anti-revolutionaire begin selen ik geloof echter dat zij hier te laude niet vele zijn, al is het er verre vandaan dat men algemeen dweept met de hedendaagsche liberale politiek, of liever gezegd de politiek, der zich noemende liberalen den voorstanders der anti-revolutionaire beginselen had het reeds stof tot dank gegeven dat zij in het nieuwe zittingjaar weer een drietal vertegenwoordigers meer in de vergaderingen der volkstegenwoordiging zullen mogen zien optreden. Natuurlijk vve"d verwacht dat de liberale dagbladen van dat verlies aan nume rieke macht luide jammerklachten zouden "aanheffen. Maar neen, de Nieuwe Rotterdamsche Courant zoo vernamen wij heden door middel van een leading- artikel in Be Locomotief neemt de zaak nog^al kalmpjes op, eo meent dat de liberalen nog reden hebben om over den afloop der verkiezingen tevreden te zqn. Slechts drie zetels verloren. Het had nog erger kun nen zijn Misschien hadden zij op grooter verlies gerekend. Dus valt het nog mede. Zij hebben immers te Arnhem, Sneek, Tiel en Deventer het veld behou den. Daar deden de anti-revolutionairen een verwoeden aanval en koesterden zij zelfs de hoop der overwin - niug. Toch wonnen zij niet. Als nu maar te Zeven bergen en te Almelo, waar een herkiezing moet plaats hebben, de aftredende conservatief Insinger en de li beraal van de Werk de zege behalen, dan zal de meer derheid toch nog altoos 49 tegen 37 staan. Alswilt gij eens hooren wat Be Locomotief bij deze vertroostende rede _van het Rotterdamsch journaal heeft aangeteek end „Het is altijd een geluk wanneer de menschen te vreden zijn, en er is iels onaardigs in, hen in die stemming te storen. (Ik dacht, en de redacteur van de genoemde Indische Courant heeft het wellicht ook wel gedacht, dat een tevredenheid, die zich onder zulke bewoordingen als die van de Nieuwe Rotterdammer uit, weinig blijk geeft van geloof aan innerlijke kracht.) „Maar wanneer die stemming meer ia dan dat, wanneer zij samtnhangt met een inzicht in de pu blieke zaak, en er is dan geen grond voor die tevredenheid, zoo mag ieder verwijt van onaardig heid ongegrond heeteii." En de schrijver van het leading-artikel heeft ge gronde redenen om de liberalen aan te zeggen dat er voor hen tot zulk een kalme opvatting van het gebeurde al zeer weinig grond bestaat. „Vooreerst is het misschien een illusie te meenen dat in Zevenbergen de liberale candidaat overwinnen zal. Men moet ter beoordeeling daarvan op de hoogte van locale toestanden wezen, en indien zij. die den derden candidaat, den anti-revolutieman, steunden, zich bij de herstemming verklaren voor den katholiek, dan is de zege bij dezen." Is dit zoo gansch onmogelijk Heeft de Rotter- damsche Courant reden om ook maar te durven hopen dat dat laatste niet het geval zal zijn „Maar dat is een zaak van minder gewicht. Of de kamermeerderheid der liberalen staat als 40 tegen 37 of als 48 tegen 38 is betrekkelijk van weinig beteekenis. Die meerderheid blijft een zeer zwakke. Te zwakker bij de verdeeldheid in eigen boezem, die om de kleinste redenen en personaliteiten een fractie uit het liberale kamp aan de zijde der min derheid brengt en tegen eigen naamgenooten keert." Treurige, maar ware, teekening der liberalen Een dracht maakt macht, maakt ook 't kleinste leger sterk. Als de liberale partij blij is dat zij toch nog de meer derheid uitmaakt, maar daarbij tusschen de regels door laat lezen dat het haar niet eens zoo erg ver wonderd had als het anders ware geworden, en zij heeft dan nog over verdeeldheden in eigen boezem te klagen, verdeeldheden die om zeer geringe redeuen kunnen ontstaan, waarlijk dan behoort er heel wat zelfverblinding toe om nog aan hare toekomst te kunnen gelooven. Als de eigen persoon boven het beginsel wordt gesteld, dan is de weg voor verwijdering en verdeeling gebaand. En waar blijft dan invloed en machtWat doet eer de kracht verloreu gaan dan verdeeldheid Nog eeus de tevredenheidsbetuiging uit Rotterdam pleit niet bijzonderi? voor de levenskracht der liberalen. De tegenwoordige meerderheid is wel eeneer zwakke. „Eu onzeker bovendien. Onzeker omdat niet alleen het minste politieke voorval, maar zelfs de minste toevallige afwezigheid of verhindering op de stemmingen den allergrootsten invloed hebben kan. En dit geldt niet enkel wetsontwerpen in huu geheel. Dit geldt amendementen, soms plotseliug opdoemend in de zitting, en vau ingrijpende strekking. „Dit geldt coucluseis en moties waarop dikwijls niemand verdacht was, verrassingen door politieke leden of intriganten voor gunstige gelegenheden bewaard ter overrompeling." Fraai, als het met een partij zoover gekomen is dat men van hen die strijden onder dezelfde banier over rompelingen ook maar veronderstellen kan. „De toekomst der kamer-politiek is na het ge beurde niet moeielijk te voorzien. In den liberalen kring is het personeel weiüig gewijzigd. Men zal blijven dedatteeren en intrigeeren (ik onderschreep). En zoo de kerkelijken al geen kans zien een ministerie te vormen uit hun eigen mannen, dan zullen zij de heeren Heemskerk en vrienden weer aan het bewind helpen om van deze regeerlustigen wellicht concessies te erlangen, uu hier dan daar," Is het waar? Zouden inderdaad de anti-revolutio nairen daarheen streven Zou hier hei zoo juiste in zicht van Be Locomotief wat de liberalen betreft, niet falen wat de anti-revolutionairen aangaat „De bekende kleine fractie der liberalen, die gaarne het politieke hazardspel speelt" (dat pleit ook wel weinig voor een beginsel), „zal deze uit komst waarschijnlijk in de hand werken" (opzette lijk of haars ondanks?) „Dit alles staat zeker te wachten. Zoo niet heden dan morgen." (Maar dan toch in de naaste toekomst. De toekomst is voor de liberale partij, zij die zich eens zoo sterk waande, lang niet rooskleurig.) „Een ingezonkene toestand evenwel, waarboven het ministerie eener zuiver clericale regeering verre te verkiezen ware." Gij bemerkt onze auteur is geen anti-revolutionair Zoo heel wenschelijk acht hij het toch niet dat het ministerie gevormd worde uit mannen, die hij cleri- calen noemt. Waarom toch altijd nog die hatelijke kwalificatie „Daarom, indien de kleine fractie der liberalen, die in de eigen gelederen dreigt als de slang in het gras, er op gesteld blijft te spelen, en zij aan de tegenwoordige ministers hun plaats uiet gunt, dan zouden wij haar willen vragen in die richting te spelen dat de clericalen zelf aan het bewind komen moeten." Hoe ironisch, hoe piquant voor de liberalen het volgende „Zulk een doel voor het spel is ook nog veel piquanter. Het balanceeren van een ministerie Heemskerk is nu reeds zoo dikwijls vertoond daar is aan zulk een schouwspel niets prikkelends meer. Iets nieuws, iets dat sensatie geeft moet een regeering zijn in naam van Bijbel en Paus. Zoo gij, mijne heeren, uwe geestverwanten niet wilt helpeni welnu dan hebt ge in zoo iets itof voor bezigheid en genoegen. En ge bederft er de atmosfeer niet mede." „Het spél! ik cursiveer het woord, 't Is merk waardig. Speelt de liberale partij, of een fractie in haar midden, dan een spel liet is dan wel een voor haar bestaan zeer noodlottig spel. Alle zeilen mogen wel worden bijgezet. De zee waarop haar scheepske dobbert heeft een dreigend aanzien. En de manschap pen in het lek geloopen bootje spélen „Doch de toekomst der kamerpolitiek is bijzaak in zekeren zin. [Althans er is een andere zaak, die veel sterker en ernstiger de aandacht trekt. De macht der anti-revolutionairen blijkt ieder jaar uit groote cijfers. Op drie plaatsen was hun de over winning. Maar hun nederlagen te Sneek, te Arnhem, te Detenter, te Tiel, te Dordrecht, te Rotterdam zelfs, stonden met halve overwinningen gelijk." Geen kwaad getuigenis. Moed gehouden, gij eens voor zoo klein gehouden, geminacht, miskendkuddeke Hoort wat men in Indie eerlijk genoeg is van u te erkennen. Gij hebt „macht," ieder jaar meer macht. Gij overwont op drie plaatsenEn waar gij het niet tot de overwinning bracht, daar kan tocb niet gezegd worden dat gij de nederlaag leedt, half zijt gij toch reeds meester van het terrein, zelfs te Rotterdam. De lendenen omgord gehouden Voorwaarts in de kracht van uwen God Wat er moet geschieden Waarop uwe mannen moeten aandringen Laat het u uit Indie mogen her innerd worden Verlaag den census, en dan van andere dïstri^p nog niet gesprokeu brengt gij ongetwijfeld "uit Aruhem, Sneek, Tiel, en Dordrecht zes misschien ook wel uit Deventer en Rotterdam nog drie ker kelijken voor iiberalen in de plaats. Reeds bij de eerste onderstelling zal de meerderheid verplaatst zijn eu zal de stemverdeeliog 43 tegen 43. of, Ze venbergen als elericaal berekend, 42 liberalen tegen 43 clericalen c. a. zijn. Indien de verkiezingen ieis hebben geleerd dan stellig dit." Mij dunkt deze leering is lang niet gering te schattcu. Is het zoo gesteld, dan is het niet eens de vraag meer wie de meerderheid in de kamer behooren uit te ma ken. Men geve dan bij verlaging van den census nog een indeeling der kies-districten op rechtvaardigen grondslag, en de val der liberalen is groot. Want „De groote volksmenigte in Nederland is kerke lijk gezind". (En reeds daarom is een volks ver!egen- wnordiging, waarin de liberalen de meerderheid hebben, geen zuivere vertegenwoordiging). Zij is in Brabaud, ia Limburg katholiek, verder anti-revo lutionair." ^Dat had men, eeuige jaren geleden, nog maar niet zoo dadelijk toegegeven. Maar de feiten spreken, en deze zijn op den duur niet te loochenen)- „Want ook bij census-verlaging zal altijd nog achter de kiezers een groote hoop staan, wiens rechtzinnigheid niet te betwijfelen valt, en, telt men dien hoop bij de kerkelijke kiezers op, dan is de som een meerderheid in getal. „Doch blijkt een klove te bestaan tusschen de meeste ontwikkelden en de menigte." Jammer voor de liberalen dat zij niet zeggen kunnen alle ontwikkelden. Dan konden zij raet één woord de kerkelijken den dommen volkshoop noemen. „De voortgang der godsdienstige begrippen heeft die klove onoverkomelijk gemaakt in korten tijd. En terwijl velen, zeer velen, duizenden, hun leven en levensideaal hebben Igsgemaakt vau het geloof der traditie, hebben honderdduizenden daaraan vast gehouden als aan hun steun in leven eo dood. „Die klove gaapt hoe langer zoo meer. Het geboomte, waarachter ze verscholen ligt, wordt telkens verder weggekapt. En de klove blijkt onme telijk. Uitbreiding van het kiesrecht wordt meer en meer geeischt, het is maar de vraag in welke richting die zal geschieden. In stoffelijken dan wel intellectueelen zin. Wie van liberale zijde van eerstbe doelde politieke kansen verwacht, zal teleurstelling vinden. „Het schijnt, ja zoo is het gebleken uit deze verkiezingen, dat een strijd aanstaande is. Een strijd tusschen het rechtzinnig geloof eu de levens opvatting die dat geloof door denken heeft verloren." En die dat geloof behielden denken dus niet En toch zijn er ook van de „ontwikkelden" die voor dat geloof strijden. Moeten zij dan ook ten slotte gerekend worden te behooren tot het riet-denkend deel der natie. Of worden deze door onedele beginselen gedreven tot handhaving en verdediging van dat geloof 't Valt licht te beweren dat denken en gelooven niet zamen gaan. Gelukkig dat tegenover zulk een bewering de ervaring uog altijd opkomt. De redactie van Be Locomotief heeft een troost woord voor de liberalen. Zij die aan de zaak van het denken getrouw willen blijven mogen, indien zij door de reactie worden overwonnen, zich altijd herinneren dat het veel zegt het Bestuur van den Staat in banden te hebben, maar meer nog de maatschappij te mo^en bezielen. En zelfs wanneer hun het staats bestuur tijdelijk ontvallen mocht, blijft hun een veel aan trekkelijker arbeidsveld over. Hooger dan het Staatkundig bedrijf, staan arbeid, kunst en weten schap. En deze drie verliest ni mand die ze niet zelf verliezen wil." Als men het eene veld ruimen moet, verplaatse men dus alle krachten naar een ander. Nu, dat toont liefde voor den arbeid aan. Dan zich op de maatschappij geworpen om haar te „bezielen," Te bezielen zonder geloofTe bezielen door haar denken alleen Het best ia zich te onthouden van nadere commentaren op dit punt. Wij weten genoeg wat van die bezieling te denken, en wat van haar te verwachten is* God beware dit arme land voor een bezieling door zulk een geest I Gelukkig dat wij de zekerheid hebben dat ook de geloovigen (Be Locomotief „zou zeggen" de kerkelijken") den arbeid lief hebben, ook al is daaraan weinig aantrekkelijks verbonden, en de bewijzen zijn erj dat de arbeid in den Heer niet ijdel is. Dat prikkelt tot volharding, 't Is verblijdend te zien hoe 't liberalisme begint te dalen. God geve dat er een betere toekomst aanbreke voor Nederland en voor Indie

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 3