Nieuwe Goesche Courant,
Ch r is tel ijk-his tor isch blad voor Zeeland.
Donderdag* 8 September.
N°. 799.
BINNENLAND.
1881.
het zuh>en,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 nre, behalve op Christelijke feestdagen
P*ijs per drie maanden franco1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. VU TH A lij le Middelhuig
id. A. C.
JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1 6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
De Staatscourant van gisteren deelde de benoeming
mede van den president-minister, thans minister van
buitenlandsche zaken mr. C. Th. baron van Lynden
van Sandenburg tot minister van Financiën, en tevens
de benoeming van Jhr. mr- W- F* Rochussen, Neder
lands vertegenwoordiger te Berlijn tot hoofd van
het departement van buitenlandsche zaken-
De benoeming van baron van Lynden tot minister van
Financiën kan geen verrassing heeten. Reeds weken
lang waren we er op voorbereid, en we gelooven niet
dat er ernstig gezocht is naar een plaatsvervanger voor
den heer Vissering. Geen enkele naam, behalve die van
den heer van Lynden is genoemd, en korten tijd na
het aftreden van mr. Vissering vernamen we reeds
dat de tijdelijke minister van Financiën zich aan 't
hoofd van het hem onbekende departement "had gesteld,
als ware hij definitief met de portefeuille van financiën
belast. De kort daarop gevolgde mededeelingen aan de
Eerste Kamer toonden genoegzaam dat de tijdelijke
Minister geen vreemde was in deD toestand der
schatkist.
De heer van Lynden heeft reeds in zoo menig op
zicht getoond dat hij voor de zwaarste taak berekend
is, dat ook met grond omtrent het in orde brengen van
's lands uitgaven en inkomsten de beste verwachtingen
van hem mogen gekoesterd werden. Als minister van
Justitie heeft de Heer van Lynden de omvangrijke,
jaren hangende, rechterlijke organisatie tot een goed
einde gebracht als minister van buitenlandsche
zaken heeft hij diensten aan ons vaderland bewezen,
die alleen een ondankbare zou kunnen ontkennen.
Het uitleverings-tractaat met Amerika, de afreke
ning met Luxemburg, de aanstaande bijeenkomst van
afgevaardigden van verschillende landen, ter beteuge
ling van het nihilisme op de baren der Noordzee,
zindaar zoovele bewijzen van de werkzaamheid vau den
weldra aftredenden minister van buitenlandsche zaken.
Voor weinige jaren vertelde de liberale pers won
deren van den heer Kappeyne het was in de eerste
levensdagen van het door hem gevormde kabinet na
tuurlijk met meer recht mag nu de liberale pers
■wijzen op de daden van den heer van Lijnden. Ook
wij zonden niet {gaarne aan zijn rechtmatigen roem
knagen, veeleer betreuren we dat deze bekwame leer
ling van mr. Groen van Prinsterer getoond heeft met
zijne beginselen te kunnen handelen als diplomaten
gewoon zijn.
Onder het kabinet van Lijnden werd de schoolwet
van Kappeyne, het eenige, en dan nog mislukte,
product van het wetgevend talent van deze „libe
rale" zon ingevoerd. Dat vervult ons met leedwezen
en het is ook met leedwezen dat we om dit ongeluk,
Nederland meê door den invloed van Minister van
Lijnden, overkomen, oppositie moeten blijven voeren
tegen een kabinet aan welks hoofd een man staat
van zoo groote bekwaamheden als de nu optredende
minister van Financien.
Het optreden van baron van Lynden als minister
van financiën moge voor het oogenblik zijn practisch
nut hebben, voor ons gevoel is het zeer onaangenaam
dat hij, die eenmaal een der onzen was, die daarop
de hatelijke schoolwet hielp in werking brengen, nu
ten slotte zoover komt om de portefeuille op te vatten
in welke de papieren zitten met het beleefde „De
ondergeteekende verwittigt U", met het vriendelijke
„Waarschuwing" enz., en alzoo zelf het geld komt
vragen voor hetgeen ons het meest tegen de borst
stuit.
Van den minister van buitenlandsche zaken jhr.
mr. W. F: Rochusseu wordt door de Standaard ge
zegd dat hij herhaaldelijk als anti-revolutionair can-
didaat is genoemd, dat hij gezien is in de diploma
tieke wereld en een consciëntieus man is. He t Handels
blad zegt mr. Rochussen is bekend als een onzer
bekwaamste diplomaten, wiens berichten uit Berlijn in
de Staats-Courant opgenomen, steeds blijk geven van
een zeer ernstige opvatting zijner taak.
zocht, maar er was geen levend schepsel te ontdekken.
HH. MM. de Koning en de Koningin zullen mor
gen een bezoek aan Zutfen en aan de kolonie Ned.
Mettray brengeD;
Volgens de Fransche bladen zullen aan de op den
IBeD dezer te 's Gravenhage te openen beraadslaging
over de internationale wetgeving betreffende de zee-
visscherij deel nemen afgevaardigden uit Nederland,
Frankrijk, Engeland, Duitschland, Belgie, Zweden,
Noorwegen en Denemarken.
Tot afgevaardigden voor Frankrijk zijn benoemd de
kapitein ter zee Bigrel en de Commissaire de la marine
Mancel.
Sommige bladen meenen grond te hebben om aan te
nemen, dat in de troonrede eene toezegging zal voor
komen omtrent de indiening van een wetsontwerp
betreffende eene hervorming van het kiesrecht. De
aanneming der motie-van Delden zou het ministerie
tot handelen aangespoord hebben.
De laatste berichten nit Atjeh spreken weder van
opstand.
In den nacht van den 16en op den 17en werd
onze versterking te Pagar Ajer, in Atjeh, door een
tamelijke groote bende Atjehneezen .aangevallen, doch
zij werden zoo krachtig ontvangen, dat zij met een ver
lies van 40 dooden en gewonden moesten afdeinzen. Van
de onzen werd niemand gewond, behalve enkele Chinee-
zen; terwijl de broodbakkerij, door de „kwaadwilligen"
in brand gestoken, den dood in de vlammen ten ge
volge had van eene inlandsche vrouw.
Den 23en werden in de nabijheid onzer versterking
te Anagaloëng drie prauwen met levensmiddelen door
drie „kwaadwilligen* aangevallen, doch de opvarenden
weerden zich geducht. Zij zouden nochtans voor de
overmacht bezweken zijn, had het geweervuur den
kommandant der versterking niet opmerkzaam gemaakt.
Hij rukte met 50 man uit en kwam juist bijtijds om
den vijand op de vlucht te drijven. Drie der opva
renden en even zoovele vijanden werden gewond. De
kampong werd door de patrouille nauwkeurig door
Tot wethouder te Middelburg iu plaats van mr-
Lambrechtsen van Ritthem is benoemd de heer D. A#
Dronkers. Te Goes is herbenoemd Jhr. M. J. de
Maree8 van Swinderen, en te Vlissingen de heer M,
Pot.
Vergadering van den Raad der gemeente Goes op
6 September 1881.
De nieuwbenoemde en herbenoemde leden van den
Gemeenteraad, de heeren Quist, van Renterghem, van
der Hoek en Ramondt werden beeëdigd en door den
Voorzitter hartelijk welkom geheeten. Bij de verkiezing
van een wethouder werden uitgebracht 12 stemmen.
Op Jhr. de Marees van Swinderen, aftredend wet
houders 8, die aldus herbenoemd is, voorts verkregen
de heeren den Boer, Steketee en Ramondt ieder een
stem, en een briefje was in blanco. Na mededeeling
dat de heer van der Slikke zijne benoeming tot onder
wijzer had aangenomen, en na eene korte discussie
over de rekening van kazerneering tusschen de heeren
Callenfels en den Voorzitter werd deze vergadering
gesloten.
Ritthem, 6 September. Heden is in de vergade
ring van den Gemeenteraad een schriftelijk bericht
ingezonden waarbij de heer A. de Buck, wethouder,
voor zijne verschillende betrekkingen bedankt.
Mitsdien vonden de verschillende benoemingen plaats:
tot wethouder en lid van het armbestuur werd ge
kozen de heer J. van den Broecke en tot wethouder,
ambtenaar van den Burgerlijken stand en lid van het
Armbestuur de heer A. Goedbloed. De benoemden
hebben deze bedieningen welwillend aangenomen. Nog
werden voor 't eerst beëed igd als leden van den Raad
de heeren C. Huibregtse en M, Breel.
Met 1 Januari 1882 zal in onze provincie een
nieuw reglement op wegen en voetpaden in Zeeland
in werking tredea.
De volgende artikelen verdienen de attentie onzer
lezers
Art. 88.
Op kunstwegen mag niet met den korten dissel
gereden worden.
Gedeputeerde staten kunnen, na de onderhoud»-
plichtigen te hebben gehoord, van dit verbod ont
heffing verleenen voor aan te wijzen kunstwegen.
Art. 87. Het is verboden de wegen te berijden met
2 of meer aan elkander gekoppelde beladen voer
tuigen, tenzij tot vervoer van ondeelbare vrachten en
mitsdan als de onderstellen stevig aan elkaader
zijn verbonden.
Art 88.
Op de voetpadeD mag alleen met kruiwagen»
worden gereden
Art. 89
Het is verboden over kunstwegen
a.) boomen, eggen, ploegen, of dergelijke voor dc
baan schadelijke voorwerpen te sleepen