BINNENLAND.
lerli, ititooi en £emlnnj.
Landbouw.
volken voor onvatbaar voor 't Christendom, en
de prediking onder hen voor nutteloos hadden
verklaard
Ten tweede vragen wij nogmaals, waar ergens
en lioe voldoende ontwikkeling en kennis van
de zeden en instellingen voor een zendeling op
te doen zijn buiten de té bearbeiden landen en
volken. Zijn 't niet inden regel de zendelingen,
die, met ijver én geloof gewapend, de gesloten
deuren des heidendoms openen Laat de heer
van Eek, dien de Middelb. Courant schynt te
vertrouwen, eens getuigen wat hij op Bali
leerde, en elders niet leeren kon. Móet maar in
eens vergeten worden wat óver de heele wereld
door zendelingen ten behoeve van taalkunde,
van land- en volkenkunde is verricht Konden
zij dit verrichten zonder in nauwe aanraking
met de heidensche volken te komen en te
blijven
Hebben de zendelingen, als onderdanen van
onzen koning, recht op bescherming der regee
ring, zij weten dat zy van dit recht te midden
van die regeering niet zeer genegen volken
slechts een zeer schaarsch gebruik kunnen
maken. Zij komen op hun post in naam van
den hemelschen Koning, en niet in naam van
den aardschen. Wij weten niet dat ooit door
het Nederlandsch bestuur bepaald eéfte expeditie
ten behoeve van zendelingen ondernomen is.
Eer de Balinezen vermoeden dat steunen der
zending, of bestrijding van den godsdienst en
de zeden der inwoners, het streven der Neder
landsch-Indische regeering zou zijn, kunnen zij
uit den wyd befaamden Atjeh-oorlog heel iets
anders opmaken. Zij zullen 't wel weten dat
Zonder volkspetitionnement de Atjehers en
andere Indiërs in hun Mohammetaansch geloof
alle medewerking van de regeering ontvangen;
en als zij kennisnemen van de bereidwilligheid
der Middelburgsche, om zich voor hunne gemoeds
bezwaren in de bres te stellen, zullen zij wel
volkomen gerust zyn.
De aansporing, welke de Middelburgsclie geeft,
en wenscht dat verder, ook in de Kamer, ge
geven worde aan de regeering, om ten opzichte
der zending op Bali, zoowel als elders in Indië,
te dóén wat haar plichtgebiedt, deze aansporing
is niets anders dan een uitvloeisel van den
afkeer, die de liberalen" in ons land steeds
bezielt, als er van uitbreiding of handhaving des
Christendoms maar even sprake is. Ofschoon
officieele mededeeling ontbreken, ofschoon voor
alsnog de berichten der Indische bladen niet
met elkander overeenkomen, ofschoon dus de
ware oorzaak van den moord op den zendeling
De Vroom nog niet met jüisheid kan worden
aangegeven en gewaardeerd, is de Middelburgsche
er al dadelijk op uit, om eene expeditie voor te
bereiden tegen het handjevol zendelingen in
Indië, en al by voorbaat partij te trekken voor
de gelukkig en tevreden'* levende heidenen.
Bij Provinciaal blad no. 91 verzoekt de commissaris
des konings in Zeeland de gemeente-bestoren eene
opgave te doen van het personeel der ambtenaren van
den burgerlijken stand en voor het vervolg mede
deeling van in dat personeel voorkomende verande
ringen.
Met het oog op het hooge belang, dat de wettig
heid der benoeming van den ambtenaar van den bur
gerlijken stand boven bedenking zij, brengt de com
missaris des konings teven3 in herinnering dat de
burgemeester of het raadslid, die met de functien van
ambtenaar van den burgerlijken stand belast is, na
elke herbenoeming of herkiezing, zich ook aan eene
herkiezing als ambtenaar van den burgerlijken stand
te onderwerpen heeft.
We hebben heden de volgende giften voor de Au
gustus-collecte uit Zeeland te melden
Middelburg met St. Laurens f 351.55 Bigge- en
Melibkerke f 34.35 Schoondijke f 21.56 ;Bath f 8.40;
BiezelingeKappelle f 58.00 Veere f 27.66.
Op 7 October a. zal té IJerseke eéfl oesterbeufs
worden gehouden. Het initiatief tot déZe stichting is
genomen döór de Nederïandscke Maatschappij tot be
vordering van oester&uUunr
Op Zondag 11 September zal te Oostburg een alge-
meene vergadering der Vereeniging tot bevordering
van 't Volksonderwijs in 't Kanton Oostburg plaats
hebbenom een candidaat te stellen voor de vacature
in de Tweede Kamer, veroorzaakt door het aanstaand
bedanken van Jhr. J- L. de Jonge.
Volgens de laatste geruchten over de aanvulliug
van het ministerie in omloop, en die door de Tijd
worden gereleveerd, zou de heer van Lynden zich zelf
met de portefeuille van financien belasten en in het
ministerie van buitenlaudsche zaken worden opgevolgd
door mr, W. A. A. J. baron Schimmelpenninck van
der Oije, lid van de Eerste Kamer.
Volgens een correspondent van het N. v. d. T).
zal Grunsfoort niet herdoopt worden in Wilhelmina's-
oord, maar in Oranje-Nassau.
Naar het Vaderland verneemt, zal de internationale
conferentie tot het beramen van maatregelen ter be
scherming der visscher8 op de Noordzee, op initiatief
van onzen Minister van buitenlandsche zaken te
's Hage te houden, den 15. dezer maand geopend
worden.
In het dorp Hillegom had de dorpsraad besloten
Er zal geen kermis meer zijn
Dit was het levenslustig volkje niet naar den zin en
toen hebben een vijfig belhamels kermis op hun manier
gehouden.
Kermis door straatkabaai te maken, door de auto
riteiten te belêedigen, door hun de ruiten in te wer
pen, door een journe'e a Vinstar de Belleville.
Dat lieve leventje heeft zoo een paar avonden ge
duurd.
En toen.... is.... de gewapende macht tusschen beiden
gekomen om aan het schandaal paal en perk te stellen
Pardon...., toen is de gemeenteraad saamgekotnen,
om, wijkende voor de overmacht van hei gepeupel,
ziju besluit ia te trekken en te zeggen //Nu, houd
dan maar kermis
Is dit wel zooals het behoort
Van kermisafschaffing, hoe gewenseht ook, zijn we
geen onbepaalde voorstanders. Er zijn sociale toestan
den, waarin het breken met deze eeuwenoude usantie
nog boozer hartstochten op doet vlammen, dan de
kermis in werking brengt.
We kunnen dus niet beoordeeleu, of de Hillegom-
mer vaderen vroed en wijs deden door deze acte van
sociaal purisme.
Maar dit doet hier ook ter zake niets af.
Het besluit was een maal genomen en nu van achteren
voor straatkabaai uit den weg te gaan, is o- i. afbreuk
doen aande majesteit van het gezag, het booze revolutie-
beginsel voet geven, en den eens gebonden demon van
de kermis weër loslaten onder veel belangrijker conditie.
Gedeputeerde Staten zullen wel hebben toe te zien,
of zulk een prijsgeven van de magistrale autoriteit te
dulden is.
Had de dorpsraad nu het kabaal den kop ingedrukt
en een half jaar later, in kalmer dagen, zijn besluit
ingetrokken, er ware misschien veel voor te zeggen
geweest.
Maar onder de pressie van vloekende en tierende
belhamels een wettig genomen besluit van zedelijke
strekking in te trekken, is uiterst bedenkelijk.
Standaard.
Zaterdag was het vijftig jaar geleden, dat de gene-
raal-majoor J. C. J. Smitskommandant van het
koloniaal militair invalidenhuis Bronbeek, tot officier
bij het Nederlandsche leger werd benoemd. Generaal
Smits behoort tot de mannen van 1830 en 1831,
gelijk het Metalen Kruis, dat hij draagt, getuigt. Van
1848 tot 1862 diende hij het land in Oost-Indie eïi
heeft zich daar tal van onderscheidingen verworven
door zijn dapperheid en beleid bij de expedities op
Timor, Bali, Borno en Celebes (Boni.) De eerste
ouderscheiding, het ridderkruis van de Eikekroont
verwierf hij in 1844 van koning Willem II, wegens
zyn manmoedig gedrag bij een brand vau het minis
terie van marine. Sedert Juli 1862 bekleedt hij zyn
tegenwoordige betrekking, welke hij, gelijk men alge
meen weef, op Uitnemende wijze vervult.
Weinig het bekend, dat hij een der baanbrekers
is geweest voor het onderwijs in de gymnastiek hier
te lande. Als luitenant bij het regiment grenadiers
en jagers, was hij voor 40 jaar de oprichter en de
leider van de gymnastiek en zwemschool in den
Haag en hij heeft een werkje: „De gymnastiek als
volksonderwijs'' mogen opdragen aan den Russischen
Czaar, die de genoemde school met een bezoek ver-*
eerde.
Het 18e Nederlandsch taal- en letterkundig congrep
behoort reeds tot de geschiedenis. De laatste zitting
is Zaterdag gehouden. Veel besluiten werden in deze
vergadering niet geDomen men vergenoegde zich met
veel tot voorbereiding en afdoening aan de permanente
commissie over te laten. Deze zal onder meer, te
overwegen hebben het denkbeeld van dr. Jan ten
Brink tot stichting vin een Nederlaüdsche maatschappij
van letterkundigen en van een kas tot ondersteuning
van hulpbehoevende schrijvers en dichters. Zij zal ook
te zijner tijd de plaats hebben aan te wijzen, waar
het volgende coügres zal bijeen komen. De beurt is
ditmaal aau Zuid-Nederland. Reeds werd uit Hasselt
een telegram ontvangen met uitnoodiging om daar le
vergaderen. Zij zal mede bij het feest, dat Conscience
eerstdaags viert, den gevierden schrijver de gelukwen-
scher. van het congres aanbieden. Voorts is haar opge
dragen, toe te zien, dat de handelingen van hét
Brusselsche congres van 1876 eindelijk het licht zien.
De afdeeling „Zeeland" van de vereeniging van
Christelijke Onderwijzers in Nederland zal Zaterdag
10 September eene vergadering houden in de Chr.
School te Domburg.
Het JVageningsck Weekblad geeft het volgend
overzicht van de predikantsvacatnren in de Herv. kerk
Vacaturen op 1 Januari 1881255
Bijgekomen door overlijden12
verkregen emeritaat. 11
278
Vervuld door oandidaten21
Er bleven dus op 1 Juli 1881 257
vacaturen.
Met onverdroten ijver worden bijna overal de
vledermuizen verjaagd en vervolgd. Schoon ze nooh
door een fraai uiterlijk, noch doör een sierlijke vlucht
uitmunten, behooren ze toch tot de nuttigste dieren.
De vledermuis is een vleeachetend dier en leeft enkel
van insecten, die des nachts in de weer zijn. Nacht
vlinders, welke zooveel schadelijke rupsen voort
brengen, vliegen en kevers, vooral Meikevers
waarvan een enkele vledermuis in één nacht ver
scheidene honderden vaDgt, zijn voor den vledermuis
een geliefkoosde spijs. Neemt men in aanmerking, dat
over het geheel het aantal vijanden van land en
tuinbouw, van de ooftteelt, enz. zoo groot is, dat vele
gewassen door hen vernield wordeD, waaruit onze
voedingsmiddelen en andere levensbehoeften gewonnen
moeten worden en dat hun getal oneindig grooter is,
dan dat hunner natuurlijke verdelgers, dat de menseh
volkomen machteloos is, om de verwoestingen te keer
te gaan, als zij in menigte verschijnen (b. v. rupsen,
meikevers enz.) dan springt het nut van onze vrienden
onder het dierenrijk in het oog, zegt de Asser 61.
Landbouwers, tuiniers en liefhebbers van het planten,
rijk zij daarom de bescherming en de vermeerdering
der nuttige vogels aanbevolen, en voor ditmaal in
het bijzonder die der vledermuizen, welke met de
nachtuilen ter wacht gaan, als de andere schildwach
ten zijn gaan slapen.
Men schrijft o. a. uit Frankrijk
Hoe meer er in andere werelddeelen nieuwe land
streken ontgonnen en bebouwd worden, hoe sterker de