|urft, School in iendhUj.
GEMENGDE BERICHTEN.
Werd beschuldigd gestolen te hebben 50 vademen
touw, ter waarde van 50 pd. st., één anker, twee
kettingen en zeilen, ter waarde van 40 pd. st. Ik
vertrók naar Nieuwediep met den eigenaar der goe
deren, James William Howes. Bij verschillende
handelaren in scbeepsgereedschap vonden wij het
gestolene terug, en zagen voorts daar ook een menigte
scheepstuig van Engelschen oorsprong. Enkele zeilen
droegen het havenmerk van Yarmouth. De heer
Howes kocht sommige zijner eigen zaken van de
handelaars terug. Ik arresteerde Frost te Nieuwediep,
bracht hem over naar Yarmouth, waar hij voor de
assisen terecht stond en zeven jaren tuchthuisstraf
kreeg, die hij nu nog uitdient. Op weg naar hier
verleide Erost mij, dat hij een massa zaken aan
Hollandsche bomschuiten had verschacherd voor jene
ver. Wat overbleef bracht hij aan wal en verkocht
het aan Joden In April 1878 arresteerde ik
John Roberts, den stuurman eens treilers te Great
Yarmouth thuis behoorende, Hij werd beschuldigd
een treilnet ter waarde van 6 pd. st. te hebben ge
stolen Hij bekende mij netten en ander want,
alsook scheepsbehoeften, aan bomschuiten te hebben
verkocht voor drank en tabak. Hij zeilde dan naar
Tessel, maar bedronk zich. Zijn schuit strandde, en
Hollanders kwamen toen aan boord eD brachten haar
naar Nieuwediep. Roberts keerde naar South Shields
terug, waar ik hem arresteerde. Hij kreeg twaalf
maanden gevangenisstraf. Een ander geval kwam
Terleden jaar vpor. De gansche bemanning eens
treilers werd toen beschuldigd scheepstuig en behoeften
alsook visch, aan een Hollandsche bomsohuit te
Rebben verkocht voor jenever. Zij bedronken zich man
voor man, en een mairpos viel den schipper met een
pies aqn en wondde hem Vele gevallen zijn mij
fcjekend, waarin het onrechtmatig verschacheren van
andermans eigendom door schippers gevolgd werd
door gevechten, oproer en doodslag. Dit stelsel der
bomschuiten is een groate vloek.*
Beschamende geiuigeuissen
Het is te voorzien dat tusschen belanghebbende
landen eene overeenkomst tot het weren van deze
dingen zal worden aangegaan.
We voldoen aan een tot ons gericht verzoek, om
naar aanleiding van de stichting „de asyls voor
dronkaards te Lintorf," het volgende woord van den
heer Breijer, naar ons vermogen algemeen bekend te
helpen maken
Het stiphten van zulk een asyl in Nederland is eene
zaak, die groote geldelijke offers vraagt, en het is nie t
waarschijnlijk dat zelfs onder hen, die in ruime mate
gezegend zijn met tijdelijke goederen, iemand gevonden
wordt bjj machte om zulk een asvl, met al wat daarbij
behoort, daar te stellen. Er zijn zoovele aauvragen,
die de Chr. philanthropic doet aan hen, die de
goederen dezer wereld bezitten, zoo dat 't niet kan
verwacht worden, dat één persoon dat werk zal aan
vaarden.
Nu dacht ik dat zich hier eene schoone gelegenheid
aanbood voor zeer velen om een bewijs te geven van
zelfverloochenende liefde.
Immers onder hen, die den naam des Heeren aan
roepen, zijn er zoo zeer velen, die van oordeel zijn
dat het gebruik van bedwelmend vocht geoorloofd is
en niet in strijd is met den eisch onzer Ghr. roeping.
Welnu, als die allen, ter wille van hunnen zwakken
en verleiden medemensch, hun gebruik van bedwel
mend vocht zouden willen opgeven, en de alzoo be
spaarde gelden aan een vertrouwd persoon over
maakten, mij dunkt in den loop van een paar
jaren, zou er kapitaal genoeg zijn om zulk een asyl
te kunnen oprichten.
Met recht kan, m. i. verwacht worden, dat ook
afschaffers en geheel-onthouders hunne bijdragen
aullen schenken, en hoe schoon zou 't zijn als er in
ons land een gebouw verrees, tot behoud van dronk
aards, grootendeels als vrucht van de zelfverloochenende
Christelijke liefde.
OjDtler het opschrift: „tyaar pns geld blijft, deelt
de Hollander lipt volgende mede
Door het departement van oorlog zijn een groot
aantal verouderde en onbruikbaar geworden kanonnen
aan eene bgitenlandsche firma verkpcht yqor omstreeks
b oenteu per kilogram. Wanneer men in aanmerking
neemt, dat die kanonnen, welke nog nooit gebruikt
zijn, eenige duizenden guldens gekost hebben, en na
tuurlijk weer door andere moeten vervangen worden,
dan behoeft men niet meer te vragen, waar onze be
lastingpenningen blijven. Nog minder zal men behoefte
gevoelen die vraag te doen, als men weet, dat telkens
ingrijpende veranderingen door onze regeering worden
noodig geacht, als het doen teekenen van de sokken
onzer soldaten met zwart in plaats van met wit katoen
het doen verzetten der hoorntjes op de petten van
rijksambtenaren/ enz. enz. enz.*
En te minder zal men daartoe behoefte gevoelen,
indien men weet, dat zoo menigeen met bezorgdheid
vraagt, waar ons geld vandaan komen moet.
De ontvolkte landstreek in Atjeh nog wie weet
hoe lang lijdende onder de gevolgen van den
oorlog, wordt op de volgende wijze in een brief uit
Atjeh beschreven
„Atjeh is nog warm van den oorlog: dc afkoeling
kan ,niet dan langzamerhand plaats hebben de bevol
king is gedund en verarmd. Er is onnoodig veel ver
brand en verwoest. In de geheele 26 Moekim staat
geen behoorlijk huis meer. Geen wouder dat de be
volking van die streek aarzelt om terug te keeren.
Tot nu verbleven er slechts eenige verarmde, verbit
terde lieden, die gemeene zaak maken met spitsboeven,
Atjehers, gedroste veroordeelden en gedeserteerde sol
daten, die zich in de woestenij ophouden. En juist die
streek grenst aan het gedeelte van onze hoofdvestiging
te Kotta-Radja, dat gelegen is aan den rechteroever
van de Atjehrivier, in hoofdzaak bestaande uit *'t mili
taire hospitaal te Pantek Perak en 't Chineesche kamp
te Penajong, het minst tegen aanvallen beschermde.
Over 't algemeen zijn de laatste tijdingen gunstig.
Het burgerlijk bestuur organiseert zich, het leger
wordt door de politie vervangen, die handen vol
werk vinden zal.
De collecte voor „de school met den Bijbel" heeft,
volgens het HandéUblad aanleiding gegeven tot een
rechtskwestie. De vereeniging „Unie" in een gemeente
wenscht namelijk eene collecte te doen houden en
schreef daarom een briefje aan den burgemeester,
waarin hem dit ter kennis werd gebracht. De burge
meester meende, dat dit niet voldoende was, dooh
dat daarvoor behoorlijk vergunning moest worden
gevraagd. De predikant, die zich met de collecte
wensohte te belasten, is van een tegenovergesteld ge
voelen, en meent dat hij algemeene landswetten ver
gunning is verleend, om voor de school met den
Bjjbel collecten te doen houden en den burgemeester
derhalve slechts daarvan kennis 19 te geven. Deze woorden
komen ook voor in eene circulaire in het hoofdbestuur
dier vereeniging aan do afdeelingen of correspondenten
gericht.
De redactie der Gemeentestem, wier gevoelen hierom
trent was gevraagd, aptwoo.rdt„De bewering dat bij
algemeene landswetten" tot de bedo,efile coljeote ver
gunning is verleend, kunnen wij vpktrejct njet onder
schrijven. Zij is ook in strijd met het antwoord dat,
blijkgp.s jfie Staiylaard yan 4 Augustus 1879, door
den minister van binnenlandsche zaken is gegeven
op de vraag, of vpor de collecte van 17 Augustus
1879, vaa gelijken aar<i als de tegenwoordige ver
gunning noodig was. In overeenstemming met 's mi
nisters antwoord gaven wij op genoemde vraag als ons
gevoelen te kennen, dat art. 13 armenwet alleen ziet op
instellingen van weldadigheid de beraadslaging
over het art. stelt dit buiten allen twijfel en dat
art. 2 van het Koninklijk besluit van 22 September
1823 (tftbl. no. 41) als eene beperking van bevoegd
heid inhoudende, njet verder mag worden uitgestrekt
dan tot de daarin bepaaldelijk genoemde „collecten
ter leniging van rampen en ongelukken." Elke inza
meling tot een ander doel valt buiten deze bepalingen
en is alleen onderworpen aan de plaatselijke verorde
ningen, die ter zake in de gemeente mochten bestaan.
Is nu de zaak in de gedoelde gemeente niet bij ver
ordening geregeld, dan behoeft er geen vergunning
te worden gevraagd.
Gedurende de maand Juli js in de rijkspostspaar
bank ingebracht f141.958.6$ en uitgehaald f 20.722.90.
Ejnde Juni was ten name der verschillende inleggers
f 3,0,6.029,89!/;; ingpsphrpyen, zoodat op den 31 Juli
de som der inlagen .68V3 bejoeg.
Het thans in omloop zijnde aantal boekjes is
13,428.
Biezelinge. In den namiddagdienst bij de Ned
Herv. Gemeente alhier werd gecollecteerd de som
van f 31,50 voor de Unie, (school met den Bijbel.)
De christel. Geref. gemeente aldaar bracht in eene
collecte aan de huizen harer leden voor hetzelfde doel
te zamen de som van f 26,40. Terwijl in de nabij
gelegen gemeente Schore in de kerk der Ned. Herv,
werd verzameld voor de zelfde zaak f 12.De Heer
zij geprezen, die de harten neigt als waterbeken.
Als een zeldzaamheid kan worden gemeld, dat
op de weekmarkt te Haarlem was aangevoerd een
komkommer, wegende 10 kilo, gewassen te Zaandam.
In den nacht van Zaterdag op Zondag, den laatsten
kermisnacht, ontstond braud in een huis aan de Boom
pjes te Rotterdam, bewoond door een bakker. In de bak=
kerij beneden begonnen, nam de brand soel toe, zoo
dat de bewoner en twee zqner kinderen, een meisje
van 18 en eau jongen van 16 jaren, zich niet konden
redden. Alle drie kwamen "om hunne lijken zijn
Zondag ochtend gevonden. De bakker, door eene
in zijn huis logeerende nicht gewaarschuwd wordende
dat er brandlucht was, ontdekte spoedig den brand
en haastte zich zijne kinderen te waarschuwen en zijn
effectentrommel te redden. Alle drie schijnen echter
door de vlammen ingesloten en gestikt te zijn, daar
slechts aan een der lijken kleine brandwonden ge
vonden werden. Den effectentrommel vond men naast
het lijk van den vader. Zijne vrouw en twee jongere-
kinderen waren te Neerbosch gelogeerd.
Het huis is geheel uitgebranddank zij de wind
stilte- heeft de brand geen grooteren omvang bekomen.
De brandweer was zooals in den Zaterdag-kermisnacht
te begrijpen is, eerst laat en zeer onvoltallig ter plaatse.
Zondag middag werd een meisje tusschen Maarsseu
en Utrecht door den spoortrein van Amsterdam over
reden. Willende wijken voor den van Utrecht komenden
trein, had zij dien van Amsterdam niet opgemerkt en
werd door dezen getroffen. Het hoofd werd haar
letterlijk van den romp gesneden en hare beide beenen
verbrijzeld. Het ongeval greep plaats nabij een land-
overweg, van weïker afsluiting de eigenaars zeiven
verantwoordelijk zijn, zopdat het geheel aan eigen
schuld is te wijten. De machinist van den trein die
haar overreed, stopte en keerde terug in de hoop dat
zij nog niet doodelijk \yas getroffen. Zij was eehter
reeds eeji lijk en men nam dat in den bagagewagen
mede daar Utrecht. De stationchef zond natuurlijk
onmiddellijk naar de politie, doch deze meende zich
de zaak niet te moeten aantrekken, omdat het ongeval
onder de gemeente Zuijlen had plaats gevonden. Eerst
nadat de famjlie van het meisje zich aanmeldde, werd
door. den officier van justitie vergunning gegeven tot
afgifte van het lijk, dat inmiddels van 4 tot 11 uur-
's avonds in een bagagewagen op het station van deu
Rijnspoorweg had gestaan.
Te Apeldoorn i9 in eene bijeenkomst van belangstel
lenden in de viewing Tan den eersten jaardag van het
kleine prinsesje, besjoten gelden in te zamelen, om een
optocht van kinderen te organiseeren en fioor een
deputatie uit hun midden der Prinses en den Konink
lijke ouders een reusachtige ruiker te doen aanbie
den. Indien het ingezamelde bedrag dit toelaat, wil
men deLoo-laan vpór het Paleis versieren en illuminee-
ren en des avonds eea concert geven in het hotel
Apeldoorn
In eene proclamatie van wege de uiterste partij
der Iersche revolutionairen wordt gezegd Het Dyna
miet-comité verklaart, dat de Ieren in een enkelen
uachj alje schepen op der Engelsche vlag, te New-York,
Halifax, Quebec, Melbourne, Sydney, Kaapstad en
San Francisco zullen kunnen vernietigen, mitdien
iedereen wordt gewaarschuwd, zich na 31 Augustus
niet $eer van die schapen te bedienen. Tegen 29
dezer is te N.ew-York eene meeting om deze procla
matie te bekrachtigen
Yolgens h,et Journal de Geneve yan laatst-
l(eden Zaterdag was onze landgenoot de heer
Beekman, vergezeld van twee dames, des Wïï^