Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
Sionderdag- 2d /luguistus.
N°. 793.
BINNENLAND.
5381.
IN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
wond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
P'ijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, te Middcibuig
Wed. A. C.
JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16
agels liIedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Goes. De Unie-Collecte, Zondag 21 Augustus jl.
bij de Godsdienstoefeningen in 3 kerken alhier ge
houden, heeft opgebracht, in de
Ned. Herv. Gemeente f 78,81.
Christ. Geref. - 160,02.
Evang. i- 36,97.
Nagekomen giften - 27,00.
Samen f 302,80.
De kerkeraad der Gereformeerde Gemeente (voor
ganger de heer Wijting) weigerde, op verzoek van den
correspondent der Unie, te collecteeren. Na aftrek
eener kleine bijdrage aan „de Unie", ter tegemoet
koming in de administratie kosten dier Vereeniging,
zal het geheele bedrag gestort worden in de kas der
Christelijke school alhier.
Vlissingen* De uitslag der stemming voor een
lid van den Gemeenteraad te Vlissingen door het
bedanken van den heer P. J. )Siegers, is als volgt
uitgebracht 166 stemmen, waaronder 1 van onwaarde,
3 blanco, alzoo meerderheid 82 stemmen, zijnde het
juiste getal waarmede de heer F. Delvoye, candidaat
der liberale kiesvereeniging Plicht en rechtis gekozen.
De heer A. Loois verkreeg 51 stemmen.
Onder de opgaven van de ontvangsten voor de
Augustus-collecte komt Vlissingen voor met f 268,01i/s.
Groede met Breskens f 198,75. Serooskerke (W) met
f 65,75.
Onder de ingezetenen van Oostburg circuleert een
adres aan den Minister gericht, ten einde fe verzoe
ken dat het kantoor der registratie van Sluis naar
die gemeente worde overgebracht.
Dit verzoek wordt, om de ligging der gemeente,
tnidden in het kanton, door velen gesteund.
Onlangs werd gemeld dat beschreven maar niet
Verzonden briefkaarten bij de postadministratie tegen
nieuwe kunnen ingeruild worden.
Een onzer bekenden heeft bij eet der plattelands-
brievengaarders de proef genomen met een abusievelijk
beschreven briefkaart nadat de brievengaarder de
inruiling weigerde, schreef de betrokken persoon aan
den directeur van het postkantoor waaronder zijne
gemeente ressorteert. Hij kreeg tijding dat de
briefkaart voor een nieuwe kon verwisseld worden
de eenige voorwaarde is dat het zegel ongeschonden zij.
Professor Harting ontving den volgenden brief
Gouvernements Kantoor. Zuid Afrikaansche Repu
bliek.
Pretoria, 9 Juli 1881.
Hooggel. Heer Prof* Dr. P. Harting,
Te midden van onze moeielijke en ernstige onder
handelingen tot uitvoering der vredesovereenkomst is
het ons een aangename taak aan een der heiligste
plichten te voldoen, die op ons rusten, den plicht van
dankbaarheid
Wij wensehen zij het ook met korte woorden
en voorloopig U en in Uw persoon het geheele
Nederlandsche volk onzen oprechten dank te breDgen
voor de warme, de sïandvastige en geheel belangelooze
belangstelling aan ons en aan onze gerechte zaak be
wezen, gedurende den oorlog, dien wij gevoerd hebben
voor onze heilige rechten, en die gij voortgaat te be
wijzen door de oprichting der Nederlandsche Zuid-
Afrikaansche Vereeniging.
Wij hebben de oprichting dier Vereeniging met
groote vreugde gezien en verwachten daarvan voor de
ontwikkeling en den bloei van ons land en geheel
Zuia-Afrika veel.
Wij weten dat wij zonen van één vaderland zijn,
en een volk dat met ons denzelfden Bijbel leest in
dezelfde taal is en blijft voor ons als broeders van
één huis.
Laat men in Nederland, dat ons gesteund heeft, het
weten, dat wij met oprechten dapk vervuld zijn, dat
onze gewonden, dat onze weduwen en weezen het van
ons zullen hooren, dat wij uit Holland ondersteuning
hebben ontvangen.
En met het oog op de toekomst wagen wij het e«n
wensch uit te spreken, dat voor veel wat wij nog
noodig zullen hebben voor de opbeuring van ons diep
geschokt vaderland, Uwe voortdurende belangstelling
even krachtig ons nabij zal wezen als in het verleden.
De opbouw van onzen Staat zal de ondersteuning
eischen van ieder die recht en vrijheid lief heeft.
Ten slotte zeggen wij U beleefdelijk dank voor de
toezending aan ons van de door U gehouden rede bij
de opening der Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Ver
eeniging te Utrecht.
Hooggeleerde Heer,
Wij hebben de eer ons met
hoogachting te noemen,
Uw geh. Dr.
W. Eduard Bok, S. J. P. Kruger,
St. Secr. Vicepresident.
Niet zonder verbazing ziet men week aan week
voorbijgaan, zonder dat openbaar wordt wie als Minis
ter van Financiën met het beheer onzer geldmiddelen
zal belast worden.
Nog slechts enkele weken en de zitting der Staten-
Generaal staat geopend te worden, en onder de eerste
werkzaamheden behoort de aanbieding der Staats-
begrooting.
Welke verrassing zal de Minister van Lijnden de
natie bereiden
Slechts een gerucht, meestal om dezelfde personen
loopende, wordt nu en dan, schoorvoetend verteld.
Het is dat de minister van Lijnden de portefeuille
van financiën aanvaarden zal. Tot in de minste bijzon
derheden schijnt door den president-minister de be
grooting van financiën te zijn bestudeerd, en onder
zijne leiding vastgesteld. De portefeuille van binnen-
landsche zaken zou volgens dit eene telkens
terugkeerende gerucht aanvaard worden door Jhr.
Roëll, en de portefeuille van buitenlandsche zaken
door den commissaris des Konitigs in Zeeland, Jhr.
van Karnebeek; Jhr. Six zou in die betrekking naar
Middelburg terugkeeren.
Jarenlang zijn door de visschers op de Noordzee
klachten aangeheven over wederzijdsche baldadigheden
en vernieling.
De Eugelsche regeering heeft ten vorigen jare eene
commissie tot onderzoek benoemd, wier rapport thans
verschenen is. Zoowel de Fransche en Hollandsche als
de Belgische en Engelsche visschers op de Noordzee
worden in dat rapport van ongeoorloofde handelingen
beschuldigd.
Een der oorzaken van onlusten en sdÜBden wordt
echter uitsluitend aan Nederlandsche visschers ver
weten, nl. bet verkoop van sterken drank ter zee,
waartoe z.g. bomschuiten dienst doen.
Enkele der getuigen uit bovengenoemd rapport
laten we hier volgen
„Ik heb van mijn leven nogal Hollandsche bom
schuiten gezien," zeide de schipper William Discon
van Lowestoff„een fatsoenlijk schipper kan 's nacht»
niet in zijn kooi liggen uit vrees voor bakkeleipar-
tijen' tengevolge van het zich bedrinken der beman
ning Er vindt ook veel tijdvërlies plaats, door
dien de koppen zuipen, in plaats van hun werk te
doen."
„Ik ben aan boord der Hollandsche bomschuiten
geweest," getuigde de eigenaar van vijf dry fnetbooten,
George Balls, te Great Yarmouth. „Ik heb gevechten
bijgewoond, Ik heb mannen over boord zien springen.
Ik heb hen stomdronken in het hol van hun schuit
zien liggen. Er wordt gevloekt en smerige taal uit
gebraakt. Er vinden allerlei ongerechtigheden plaats,,
zaken die ik niet noemen wil. Deze bomschuiten
zijn de vloek der zee."
„Ik heb vele malen," zeide de visscher Henry
Annis van Huil, „iedereen aan boord stomdronken
gezien, uitgezonderd alleen de twee jongens. Ik heb
treilers tegen elkaar in zien zeilen als een gevolg
van dien staat van zaken. Ik heb mannen, razend
geworden door drank, dien zij van bomschuiten
bekomen hadden, overboord zien springen en verdrin
ken. Ik heb zulke zaken eiken zomer by gewoond....
ik heb scheepsbehoeften zien weggeven aan bom*
schuiten in ruil voor jeneverDit vocht is branr-
dend vergifkomen de mannen aan boord der bom
schuiten om tabak te koopen, dan wordt hun jenever
om niet aangeboden. Daardoor worden onze manneg,
verleid zij worden dronken eu verliezen hu*
zinnen. Treilers zijn vaak 8 a 12 weken op zee, eg.
beginnen met al hun geld in bomschuiten te verdrin»
ken, en later zijn ze tot allen arbeid ongeschikt."
Diefstallen en oneerlijkheden van allerlei aard zijn
het gevolg der verleidelijke jeneverbommen, die in
korten tijd belangrijke winsten opleveren.
Luister naar hetgeen de polit ie-agent Williai»
Brogden van Great Yarmouth heeft getuigd
„Op 15 Augustus 1875 ontving ik een bevel tot
inhechtenisneming tegen Frederik Frost, den schipper
van een treiler, tot Great Yarmouth behoorende. Hy