Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
Zaterdag- 20 Augustus.
A0. 791.
BINNENLAND.
IU81.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
P^ijs per drie maanden franco1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. C. WIJ TI AS, te Middelburg
Wed. A. C.
JONGE, le Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
1—6
Weg, jongens, vin de baan
Daar komt de stoomtram aan 1
Zoo zong de Middelburgsche straatjeugd eenige
weken geleden, maar van armoe is ze er mee uitge
scheiden.
De verwachting van den tram is in zulk eene
lijdelijke lijdzaamheid overgegaan, dat men nog ver
baasd zal opschrikken als hij voor het eerst de
Langeviele inrijdt, en in zijn gevolg ook weder de
rijtuigen komen.
Als deze week ten einde is, zal het twee maanden
geleden zijn, dat de passage over de Langevielebiu-
nenbrug voor eenige dagen gestremd werd verklaard,
wegens daaraan aan te brengen versterkingen voor
den tram.
Men wjet van koningin Penelope, toen haar ge
maal Ulysses van zijn krijgstocht maar niet terug
kwam, en tal van minnaars om hare hand dongen, dat
de trouwe gade beloofde een hunner te zullen huwen,
als haar onderhanden borduurwerk zou zijn afgewerkt;
maar 's nachts tornde zij uit, wat zij bij dag gevor
derd was.
't Is te vreezen dat het ijzeren raamwerk der
LaEgëvielebrug op het stramien van Penelope zal
gaan gelijken. Er wordt aan die brug hard gewerkt,
bij dag tegen 35 ets., bij nacht tegen 47 ets. per
uur, en niemand ziet dat het werk vooruitkomt. Wij
hebben niet in de rekening der ondernemers gekeken,
maar men verhaalt dat de voor den aanleg van den
tramweg uitgetrokken som nog bij lange na niet be
steed is, en men vreest dat de aanwezigheid van nog
een aardig sommetje niet zonder invloed op den
voortgang der werkzaamheden is.
Onze plaatselijke overheid, die er anders wel weg
op weet om voor de passage of ook maar voor
het oog hinderlijke dingen haastig te doen op
ruimen, schijnt tegenover de buitenlandsche aanleg-
gers van den tramweg machteloos te staan, want kon
zij er iets aan doen, zij zou een der voornaamste
ingangen der stad niet zoo lang versperd laten.
't Zal zeker eenigen tijd duren eer de paarden der
niet dagelijks in stad komende boeren aan den tram
gewend zijn, maar alvast worden de boeren ontwend
^an een ingang der stad, in welks omtrek een aantal
burgers zich jaren lang op hunne klandisie hebben
ingericht, en nu het nadeel ondervinden van een on-
voorzienen toestand.
Misschien duurt de karrewei nog zoo lang, dat het
de moeite loont eene noodbrug te leggen.
Was eenige weken geleden in menige plaats van
Ons vaderland de strijd aan de stembus voor de ver
kiezing van gemeenteraadsleden onzerzijds warm, om
de liberalen van 't kussen te dringen, niet minder
hevig verwacht men, dat de kamp tusschen liberaal
en clericaal bij onze zuidelijke buren in October zijn
zal. a. wordt gezegd zoo leest men althans in
een brief uit Gent aan 't N. v. d. D. dat te Brus
sel, waar de katholiek nooit aan de verkiezing deel
nam, eene lijst van 8 candidaten dier gezindheid zal
worden voorgedragen. Hij zou gebruik maken van de
onbeschrijfelijke verdeeldheid, die er evenals hier
onder de liberalen heerscht, en van dq bijna alge-
meene ontevredenheid over het tegenwoordige gemeen
tebestuur, om thans te trachten op 't stadhuis te
geraken. De klachten der Brusselaars zijn dan ook
niet ongegrondaan den eenen kant hebben de in de
laatste jaren uitgevoerde verfraaiingswerken de lasten
er schromelijk verhoogd, wat niet belet, dat de toe
stand der stadskas, ten spijt van meerdere inkomsten,
wezenlijk onrustbarend isanderszijds willen velen 't
gemeentebestuur verantwoordelijk stellen voor eene
reeks van minder eerlijke handelingen vanwege be
ambten der stadj als b. v. in zake het toezicht over de
huizen van ontucht, waar schuldige oogluiking gedu
rende langen tijd bet bestaan van een wezenlijken handel
in minderjarige dochters mogelijk maakte. Met deze
laatste zaak, wier ontdekking rulke diepe ontroering
wekte, staat in verband het ontslag bij kon. besluit van
1 dezer, van den heer Lenaers, hoofdcommissaris
van politie te Brussel, en de demissie van den heer
Schroeder, opzichter van den dienst der openbare
zeden aldaar.
Dit laatste feit zal den heer Pierson goed doen, en ook
vele anderen, die 't genot hebben gehad den talentvollen
bestrijder der prostitutie in de zaal van't Schuttershof
te mogen hooren over de ontsluierde mysteriën der
ontucht in België'a hoofdstad, die ieder rechtgeaard
mensch de haren te berge deden rijzen, en ontzettende
verontwaardiging wekten tegen hen, aan wie de politie
macht aldaar is toevertrouwd.
De opbrengst der collecte voor de school met den
Bijbel te Middelburg, is gestegen tot f 347.51, en
'i is te verwachten dat er nog giften zullen inkomen
van op 17 Aug. afwezigen.
Onder de leiding van den inspecteur van den
waterstaat Conrad is de ingenier van den waterstaat
in het 4e rivier-arrondissement M. B. G. Hoger waard,
te Gorinchem, belast met de werkzaamheid van het
kanaal van Amsterdam naar de Merwede en is aan
hem toegevoegd de ingenieur van d«n waterstaat in
het 2e rivier-arrondissement P. H. Kemper,, to Utrecht.
Daar de regeering de werkzaamheden aan dat kanaal
zoo spoedig mogelijk wenscht te zien aanvangen,
hebben bovengenoemde ingenieurs de aanschrijving
ontvangen om uiterlijk 15 September zich op hun
standplaats Utrecht te bevinden.
Maandag brachten HH. MM. de Koning en 4e
Koningin een bezoek aan den baron Yan Nagel,
op het kasteel Ampsen, onder Lochem gelegen. Te
123/i, uur arriveerden de vorstelijke personen per
extra-trein van Apeldoorn, en vertrokken tegen 4V< uur
op dezelfde wijse, na vooraf een rijtoer door Lochem
gemaakt te hebben. Overal werden zij met den meesten
geestdrift begroet, en bij hun vertrek werd hun cïoór
de verzamelde menigte aan het station het Volkslied
toegezongen, dat door HH. MM. staande op het
balcon van den salonwagen werd aangehoord.
De gastheer des Konings, de 79jarige baron Van
Nagel, was vroeger kamerheer van Z. M. Willem IX;
zijn zoon 'is lid van Ged. Staten van Gelderland en
zijn kleinzoon burgemeester der gemeente Laren.
Jammer dat het zeer ongunstige weder den vorste-
lijken personen heeft belet, een rijtoer door het
schoone bosch van Ampsen te maken.
Jhr. J. L. de Jonge, voorzitter van het bestuur van
het waterschap Schouwen, aanvaardde deze week in
eene openbare vergadering van het bestuur deze be
trekking met de volgende rede
,/In uwe onlangs gehouden vergadering werd ik tot
eerstencandidaat gesteld voor de betrekking van
voorzitter van het waterschap Schouwen, waarna het
Z. M. onzen geëerbiedigden koning behaagd heeft my
als zoodanig te benoemen.
Heden voor de eerste maal geroepen om uwe ver
gadering te leiden, zal ik niet trachten te beschrijven
wat ik gevoel, nu ik gereed sta in uw ooilege een
hoogere plaats in te nemen, dan die ik zes jaren
geleden ledig liet en die ook mijn vader een reek»
van jaren vervulde.
„Den 10 Augustus 1875 nam ik als ontvanger
griffier van u, gedrongen door plichtsgevoel, noode
afscheid, en thans neem ik met volkomen oprechtheid
weder plaats in uw midden. Dit. geeft een ongedachte
en onverwachte, wending in mijn levensloop en stof
tot ernst en dankbare blijdschap. Maar ik kan no.eh
mag bij deze gemoedsstemming mijn zetel innemen
zonder te denken aan mijn voorganger, den heer mr,
B. C. Cau, dien ik slechts van verre zal kunnen
volgen, omdat hij een man was van triens kennis zijn
geschriften, hij schreef bijzonderheden over Schou
wen'» geschiedenis van 12911600 en van wiei^f
ijver en bekwaamheid Schouwen getuigt. Diep gevoe
len en dankbaar erkennen we wat hij voor het water
schap gedaan heeft, wat hij vpor ons. geweest je.
Onze hartelijke wensch zij verbetering van zijne
wankele gezondheid en nog een lange spanne tijd»
om voor de zijnen te leven en de vrachten van zijn
werk te zien.
„*i Zou mijnerzijds, van weinig zelfkennis getuigen»
zoo ik niet met angst valligen schroom de taak op mij
nam hem te vervangen en het werk yoort te zetten»
waarmede hij bij u zijn gouden sporen verdiend heeft»
tfToch aanvaard, ik met, dankbaarheid en goeden
moed de vereerende en gewichtige betrekking, al doe
ik het niet zonder betamende vrees voor mijn tekort
komingen. Daarom vraag ik uwe medewerking i
schenk ze mij in dubbele mate. Met ijver en nauw
gezetheid zal ik trachten voor het waterschap werk
zaam te zijnvan mijne welwillendheid, van myn
vriendschap verzeker ik u. Ook bij verschil van
meening zij Schouwens belang ons belang.
//Bij u en bij alle ambtenaren van het waterschap
de geringste piet, uitgezonderd reken ik op
steun en medewerking, op een getrouwe en ijverig»
plichtsbetrachting. Deze zullen in mij de hoogste