Nieuwe Goesche Courant, Ch r is tel ij k-h is tor is c h blad voor eel and. i«ai. Donderdag 18 Augustus. 790. Ééne Kudde onder één Herder. JV, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en. Vrijd ag- 4 vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen P^ijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJTMAN, tc Middelburg en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—.6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Een Christendom boven geloofsverdeeldheid, dit was de schoonklinkende leus, onder welke de staatsman Thorbecke alle gedoopt-en en ook ungedoopten a la Godefroi zocht te vereenïgen, nadat zij de voornaamste kenmer ken van het christendom zouden hebben afge legd, nadat zij zich zoo ver mogelijk zouden hebben verwijderd van het bijbelsch ideaalééne kudde onder één Herder. Een Christendom boven geloofsverdeeldheid, dat in Nederland allen mede omvatten moet, die waarom toch steeds op den naam van Christenen aanspraak maken, allen omvatten moet die in Indië moskeeën helpen bouwen en inwijden, dit Christendom wekt zulk een weerzin, dat er van de beste organiseerende krachten en talenten in onzen tijd worden besteed aan 't herstellen en op bouwen van scheidsmuren, het vormen van de ééne kudde, het zich scharen rond denéénigen Herder zeer in den weg staande. Een Christendom boven geloofsverdeeldheid, uitgedacht door een staatsman, is een onding, maar een Christendom boven genootschapsijver kan weder zoo nabij het bijbelsch ideaal komen, dat het ons eene groote blijdschap geeft er nu en dan stemmen vppr te hooren opgaan; en 't is eene aangename taak daarover te schrijven op den dag, dien men aan de eene zijde noemt: den jaardag der zegepraal van 't christendom boven geloofsverdeeldheid, en die aan den an deren kant zoovelen, anders gescheiden, in alle plaatsen onzes vaderlands aanleiding geeft tot een gezamenlijken ommegang langs straten, wegen en heggen, in dienst van den éénigen Herder. Een Christendom boven genootschapsijver, daartoe worden we geroepen en gedrongen. Daartoe roept en wenkt de Evangelische Alliantie in de Christenlanden, daartoe dringen de zoo bezwaarlijk te overwinnen machten van duisternis en Aanwen maneschijn in 't heiden- sche en mohammetaansche Oosten. Kwamen in den apostolischen tijd de ge tuigen van Christus in aanraking met volken, die overtuigd begonnen te worden van de on macht hunner menigte bespottelijke goden, en in de duisternis rondtastten of zij den onbe kenden God mochten vinden, in onzen tijd stooten zij op den tegenstand der volgelingen van Mohammet, waaromtrent Mr. F. L. Anthing in zijn onlangs verschenen en zeer lezenswaar dig werkje schrijft Mo,hammet heeft- veel, misvormd, uit het Jodendom en het Christendom overgenomen, offerande, priester en verschillende regelingen. Hij erkent de profeten van het Oude Testa ment, ook Jezus Christus, als zoodanig en noemt zich slechts den grootsten en laatsten van deze. Wat omtrent de zending des Heiligen Geestes en de tweede komst des Heereu in de Schrift voorkomt, maakt hij aan zijne beweerde zending dienstbaar. »Het Christendom der Christenen is volgens hem een mengsel van waarheid en leugen dat Jezus Christus zou zijn Gods Zoon is volgens hem een verzinsel der laatsten. »Aan de door God door middel der Oud- Testamentische profeten en Jezus Christus ge geven openbaringen kent hij gezag toe voor den tijd, en de volken, voor welke zij bestemd werden. »Maar de door middel van hemzelven gege- vene zijn voor alle tijden verbindend, en alle volken zullen er zich aan onderwerpen, en erkennen, dat er slechts één God en Mohammet zijn profeet is. Zij, die de leer der Korans kennende, haar hebben aangenomen, zijn gewoonlijk zoo vervuld met de eenheid van God, dat er in hun geest voor de eenkejd met God, dat is voor de bij belsche leer dat in Jezus Christus de volheid der Godheid woont, en de Vader door Hem vrede gemaakt heb bende door het bloed des kruises, door Hem alle dingen verzoend heeft tot zichzelven, geen plaats overblijft »Er is één God, beweren zij, maar er zijn ver schillende vormen van godsdienst. Het Chris tendom heeft een betrekkelijk recht van bestaan. Maar zij, die den hoogeren vorm reeds hebben aangenomen, kunnen niet teruggaan, evenmin als zij zich zouden kunnen onderwerpen aan de verordening eens vroegeren Gouverneur- generaals, hoewel op zich zelve goed, welke door die eens lateren gewijzigd is." De heer van Anthing bepleit allereerst de noodzakelijkheid om in de door hem aangegeven en door Ds. Schuurman gevolgde richting lndië zooveel mogelyk te evangeliseren door inland- sche predikers, die veel minder door de bevol kingen gewantrouwd wordeu dan zendelinge^ afkomstig uit het veroverende Nederland, uit Nederland, dat het vaderland en het moeder land van den blanken prediker mag zijn, maar geen vaderlijke of moederlijke hand over Indië uitstrekt. Qe zendelingen, door verschillende genoot schappen naar Indië gezonden, gevoelen dat tegenover den tegenstand van het Moham- metisme aaneensluiting van blanke en inland- sche predikers hoogst noodzakelijk is. Zij staan daar als eenlingen tegenover aaneengesloten machten. Men bedenke toch, dat, naar eene ruwe bere kening, in de Oost het getal der zendelingen in verhouding tot dat der bevolking staat als één predikant zou staan tegenover de bevolking van geheel Walcheren, en dat, wat betreft de uit gestrektheid van het arbeidsveld, er slechts één zendeling is op eene oppervlakte, zoo groot als drie Nederlaudscbe provinciën. Gevoelen onze predikanten, die elkander dik wijls ontmoeten kunnen, behoefte aan samen komsten tot allerlei doeleinden in verband met hunnen werkkringgevoelen zij behoefte aan onderling overleg bij elke kwestie, die aan de orde komtmoet voor eiken te ondernemen: arbeid onder een door en door bekend volk eene vereeniging met jaarvergaderingen of con gressen worden opgericht, zal er iets tot stand komen, hoeveel te meer moeten dan de zen delingen verlangen naar onderlinge samenkom sten tot wederkeerige versterking, tot het inede- deelen van ervaringen, opgedaan bij het lang zamerhand doordringen in de eigendommeljjk- heden van het zoo vreemde en versperde arbeidsveld In Augustus des vorigen jaars kwamen eenige zendelingen te Batavia en het niet ver daarvan verwijderde Depok, waar 't Seminarie staat, bijeen. Vijf zendelingen van de Nederlandsche (Nieuwe Rotterdamscke) Zendingvereeniging en de doopsgezinde zendeling Jansz waren door den zendeling Haag ter samenkomst genoodigd, nadat sedert 1867 in De Opwekker", een blad door zendelingen bestuurd, het wenschelijke van zulke samenkomsten opnieuw was betoogd. Wat er verhandeld is zal uit een weldra ver spreid verslag blijken. Intusschen hebben de zendelingen P. Jansz te Djapara, J. L. Zegers, onze oude stadgenoot, te Indramaijoe en C. Albers te Tjiandjoer de noodige bepalingen ontworpen voor een Zen- dingsbond in Nederlandsch Oost-lndiedie zich ten doel stelt bevordering van den zen dings- arbeid met alle door Gods woordt aanbevolene of naar dat Woord geoorloofde middelen en voorsbands het houden van jaarlijksche conferentiën van zendelingen en zendingsvrienden, en wel voorloopig hoofdzakelijk voor leden, die op Java en Madoera gevestigd zijn bestaan er ver hinderingen, waardoor die niet jaarlijks kunnen plaats hebben, dan minstens om de drie jaren het doen drukken en uitgeven van boek werken in de Javaansche, de Soendaneesche

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 1