Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland.
1881.
Dinsdag- 2 Aug-ustus.
i\°. 783.
Drie beginselen -- drie partijen.
BINNENLAND.
Verschyiit eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
per drie maanden francof 1,50,
Enkele nornniers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, Ic Middelburg
EN
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1 6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Naar aanleiding van de herstemming in Zevenber
gen die onlangs plaats had, waarbij de houding der
anti-revolutionairen tegenover de Roomsohen in 't
bijzonder ter sprake kwam, heeft Jhr. mr. A. F. de
Savorniu Lohman in een paar stukkeu in de Standaard
zijne meening tegenover de bekende, ongelukkige
houding van genoemd blad geplaatst.
Met bijzonder genoegen hebben we dit betoog ge
lezen. Vrij vau de zucht om 's volks zwakheden te
vleien, vrij van vrees om populariteit te verliezen, en
alzoo ook vrij van die avocasserie die „zwart tot wit"
ompraten kau, openbaart mr. Lohman zijn welgeves
tigde meening op duidelijke, voor geen tweeërlei uitleg
vatbare wijze.
Ziehier het betoog
„Er zijn, en er zullen in de eerste tijden wel blijven,
drie beginselenen dus ook drie partijen, die elkander
den voorrang betwisten. De partij, die de revolutio
naire begiaselen is toegedaan, kent geen hooier gezag
dan de menschelijke rede die, welke de beginselen
belijdt van de Roomsche Kerk, ziet het hoogste gezag
in de Kerk, vertegenwoordigd door haar geestelijkheid;
de anti-revolutionaire partij erkent als hoogste gezag
Blechts de Souvereiniteit van God, zooals Hij zich aan
ieder onzer, en dus allereerst in de Schriften, open
baart.
Naar mijne innige overtuiging zijn slechts die volken,
die bij het licht van Gbds Woord zijn opgevoed, op den
duur in staat de individueele vrijheid, en derhalve ook
de ware orde, te handhaven. Alleen door Gods Woord toch
bekomt het volk besef van plicht en hoogere verantwoor
delijkheid, zonder tegelijk het besef van vrijheid tegenover
zijue medemeuschen, wie zij ook zijn, te verliezen. De
Schrift is, als ik het zoo uitdrukken mag, zoo vrijzin
nig en (natuurlijk in den verheven zin van dit woord)
zoo anticlericaal mogelijk.
Indien wij biervan overtuigd zijn, dan spreekt het
ook van zelf, dat wij de heharligiug onzer belangen
op politiek gebied liefst aan mannen opdragen, die
wel is waar even feilbaar zijn als anderen, maar wier
geloof waarborg is voor waarachtige orde en vrijheid.
Maar na volgt hier volstrekt niet uit, dat ook in
de Kamer of bij dë stembus het samengaan met ande
ren altijd zooveel mogelijk moet wordeu afgesneden.
Zien wij op Engeland, waar, ocadat het revolutie-
beginsel er weinig invloed had, het politieke leven
zich vrij wel in anti-revolutionairen zin heeft ontwik
keld, dan bemerken wij terstond, dat in het Parlement
zich de partijen niet vormen naar abstracte beginselen
(zooals dit in revolutionaire landen geschiedt), zoodat
men daar geen clericalen, anti-clericaleD, liberalen,
iiationaal-liberalen, etc., etc., etc., heeftmaar dat
de vorming eener partij veel meer van de aan de orde
zijnde maatschappelijke vraagstukken afhangt. Als de
strijd loopt b. v. over vrijhandel, vrije kerken, kies-
hervorming, enz., wordt aan de Ministers niet een
geloofsbelijdenis afgenomen, maar eenvoudig naar
hnnne meening over die vraagstukken gevraagd, al
ziet men daar het verschijnsel, dat de leden der Vrije
Kerk, vooral die der Presbyieriaansche Kerken, altijd
het best de vrijheid op elk gebied aandurven.
De mannen der revolutie, die, na de Kerk te heb
ben losgelaten, zich op de school werpen, om de
menschheid in hun geest op te voeden, kunnen de
ware vrijheid niet veroveren, al begeeren zij haar rok.
Evenmin de belijders van het Roomsche Staatsrecht
die het recht om openlijk de Roomsche kerk te be
trijden, niet erkennen- Zoodra deze partijen het eigen
aardige harer beginselen op practisch gebied willen
doen gelden, is zelfs een tijdelijk samengaan met haar
onmogelijk. Maar indien zij dit niet doen, indien zij
om welke reden dan ook, hetzelfde voorstaan als wij
en hun eigen beginselen tijdelijk niet in toepassing
brengen, wat "behoeft ons dan te weerhouden van
samenwerking Het moet juist het streven zijn der
antirevolutionairen, om al wat behoort tot het gebied
van de volksopvoeding zooveel mogelijk van het terrein
van den Staat over te brengen op dat der particulieren.
Eerst dan wordt de strijd gestreden op maatschappelijk
gebied, en verdwijnt, evenals in Engeland en de Ver-
eenigde Staten, op politiek gebied de tegenstelling van
Roomsch en onroomscb, geloovig en ongeloovig.
Zoolang, om een voorbeeld te bezigen, de school
kwestie aan de orde is, is er m. i. volstrekt geen
bezwaar, om zelfs aan niet-antirevolutionairen, mits
deze haar in onzen geest (gelijkheid voor allen) willen
oplossen, onzen steun te gevenal verkiezen wij
natuurlijk, waar dit,, zooals bij eene eerste stemming
vrijstaat, een geestverwant. Bestond er evenwel op
dit oogenblik eenig gevaar dat, door dien steun te
verleenen, op ander gebied onze vrijheden gevaar
liepen, dan zou de vraag eene geheel andere worden.
Dat gevaar bestaat evenwel niet, wanneer wij op dit
oogenblik aan een Roomsche boven een liberaal onze
stem geven, integende il
Dal schermen met dat groote woord „monsterver
bond" laat mij dan ook ten eenenmale koud. Wij
strijden voor een beginsel. Dat beginsel hebben wij
niet ter wille van onze tegenstanders verwaterd. Niemand
hebben wij iets tegen onze eigen beginselen id aange
boden, om hem tot ons te lokken. Wij hebben onze
eigen candidaten gesteld, al liepen andere districten
daardoor gevaar. En toch gaan velen, die op ander
gebied onze tegenstanders zijn met ons mee Welnu,
wat steekt daarin Wat anders dan de erkenning van
de voortreffelijkheid van ons beginsel, of die ande
ren nu anders gelooven dan wij, is zoolang het
vraagstuk der schoolvrijheid aanhangig is, onverschil
lig. En dit moet, hoe gezonder de toestand wordt,
steeds onverschilliger worden.
Velen voorspellen, dat, als antirevolutionairen en
Roomscheu aan het bewind komen, het „monsterver
bond" zal uiteenspatten. Zij, die dit waarlijk meenen
moesten die lieden zoo spoedig mogelijk aan het be
wind helpen, ten einde hunne kracht des te eerder te
vernietigen Ik voor mij beangstig mij evenwel over
die „uiteenspatting" minder. Ik voor mij vraag mij
eenvoudig af, of de oplossing der nog altijd brandende
schoolkwestie niet zeer wel door antirevolutionairen
en Roomschen te zamen geschieden kan. Of beide
partijen niet tegen uitbreiding van Staatsalraacht en
opdrijving van Staatsuitgaven gekant zijn. Zoo ja, dan
is bij die vraagstukken samengaan mogelijk. Maar stel
nu, dat de Roomschen herstel van de legaiïe ie Rome,
of bevoordeeling der kerk van Staatswege eisehen.
Onmiddellijk zal het samengaan met hen ophouden,
en zal men daarentegen, door wederom zich te iso-
leeren, die ware vrijzinnigen tot zich trekken, die van
deze dingen evenmin iets willen weten als de ware
cn consequente antirevolutionairen. Slechts op die wijze
kan de politiek zich op regelmatige, natuurlijke, an-
tirevolutiouaiae wijze ontwikkelen."
In ons vorig nummer deelden wij den inhoud mede
van een adres, dat aan burgemeester en wethouders
van Middelburg zou worden aangeboden, opdat vau
de kermis svierde verwijderd eene tent, in welke be
weegbare wassenbeelden koogstbelangrijke gebeurte
nissen uit het aardsche leven onzes Heilands voor
stelden. Daar werden vertoondJezus geboorte te
Bethlehem, de bruiloft te Kana, het laatste avondmaal,
het lijden des Heeren in Gethsemane en Zijn sterven
aan het kruis.
Tijd en gelegeneid ontbraken om aan het adres
voldoende bekendheid te geven, toch was het in één
dag voorzien van 489 handteekeningen. Zoodra het
Zaterdag morgen door ons blad algemeen bekend was,,
gevoelden velen, daar het reeds was bezorgd, behoefte
om het door een adres van instemming te doen ach
tervolgen, en sloegen daartoe handen aan het werk.
Gelukkig was er weldra aanleiding om dit te staken.
Er kwam bericht dat de burgemeester, als hoofd der
policie, na onderzoek besloten had de tent te doen
sluiten en te verwijderen.
Ons past een woord van dank aan den burgemeester,
die niet gedoogd heeft dat zulk eene groote ergernis
bleef bestaan. Wij kunnen niet nagaan in hoever het
adres van invloed is geweest op de beslissing van den
burgemeester, die tijdens de oprichting der tent afwezig
was, maar achten het noodig te vermelden, dat hij pas
op den dag der onderteekening van het adres van het
vervullen zijner plichten als lid der eerste kamer in
zijne gemeente terugkwam.
Het blijkt, nu velen in kerk en staat er al hun
werk van maken om Christus te verdringen, om Ilem.
dc kroon te ontnemen en gelijk te stellen met een
g'ewoon mensch, dat lieden met een zonderling ruim
geweten er al dadelijk op uit zijn om het gemeen
gemaakte heilige door het slijk te sleuren. Gelukkig
dat ook te Middelburg althans deze proefneming, hoever
de lankmoedigheid Gods en het geduld der geloovigen
zouden gaan, niet mocht worden voortgezet. Er werden
trouwens al uitdrukkingen vernomen, die van uitgeput
geduld getuigden, en het vermoeden wettigden dat
sommige Middelburgers beeldstormers onder hunne
voorvaderen tellen.
De Middelburgsche Courantde zaak vermeldende,
deelt mede dat de burgemeester na een persoonlijk
bezoek de overtuiging heeft verkregen, dat de ver
toonde voorstellingen noch uit een aesthetisch (aan