Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland,
I «81.
Donderdag 7 Juli.
I\To. 772.
BINNENLAND.
HET ZUIDEN
Verschijrit eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
P^ijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele noramers- 0,05.
UITGAVR VAN
P. G. WIJTMAN, te Middelbar?
Wed. A. C.
JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Het vertrek der Zeeuwsche treinen naar het Zuider-
Zendingsfeest op 20 Juli zal zijn als volgt:
Van Vlissingen 's morgens 450.
Middelburg 505.
Goes n 543.
Bergen-op-Zoom 658.
Rosen daal 730.
Breda 820,
aankomst Oisterwijk 925.
Terug van Oisterwijk 's namiddags 57.
Breda 603.
t, u Rosendaal 728.
Bergen-op-Zoom 8
tl Goes 917.
Middelburg 1011.
aankomst Vlissingen 10-^-25.
Deze opgave strekt alleen voor de voornaamste
plaatsen. Naar dit lijstje kan men ongeveer de tus-
Schenstations berekenen. Zoo is het ook met de hier
Volgende opgave van de prijzen der retoubiljetten.
le 2de 3de klas.
Vlissingen f 2,65 f 1,95 f 1,30.
Middelburg - 2,50 - 1,85 - 1,25.
Goes - 2,10 - 1,60 - 1,05.
Bergen-op-Zooin - 2,00 - 1,50 - 1,00.
We vermelden nog dat de trein van Rotterdam
'a morgens vertrekt te 6 uur, die van Utrecht 5,40,
eu dat in de richting van Rotterdam de avondtrein
terugkeert 7,5 eu naar Utrecht 6,30.
Tot voorzitter van het bestuur van het waterschap
Schouwen is door Z. M. benoemd Jhr. J. L. de Jonge
te Zierikzee.
Gisteren avond kwamen de leden der Provinciale Staten
Van Zeeland tot het houden der zomervergadering bijeen.
Na mededeeling van ingekomen stukken en het splitsen
der vergadering in afdeelingen, werd de eerstvolgende
vergadering bepaald op Vrijdag e. k.
Het kapitaal, dat de hoofd-commissie van het
„Huldeblijk" ter beschikking van den luit.-gen. van
der Heyden heeft gesteld, bedraagt f 27.000.
Het daarbij gevoegde album is bewerkt door de
heer F. W. Rinck, te 's-Hage. De band is van paarsch
zijdefluweel met zilveren hoeken en ornamenten, alle
zinnebeelden van het leven van den dapperen Atjeh-
held. Een inschrift op een zilveren plaat, vermeldt
den naam van den generaal. De bladen zijn zilver op
snede en van buitengewoon zwaar en fijn papier.
De woordelijke inhoud van de keurig gekalligra
feerde opdracht luidt als volgt
„Aan den
Luitenant-Generaal
Karei van der Heyden,
Gouverneur, tevens militair bevelhebber van Atjeh en
onderhoorigheden, adjudant i. b. d. van Z. M. den Ko
ning, Commandant der M. W. O., Ridder der orde van
den Nederlandsehen Leeuw, wordt door Landgenooten,
zoo in Nederland als in Oost- en West-Indie, ook bui
tenslands gevestigd, een blijk van hulde aangeboden.
„Zij waardeeren dankbaar de toewijding, de verach
ting van lijfsgevaar en het beleid, waarmede de luite
nant-Generaal Van der Heyden sedert meer dan drie
jaren voor Koning en Vaderland heelt geleefd en ge
streden in de moeielijke betrekking, die hij tot hunnè
blijdschap ook thans bekleedt.
„Zij huldigen den bevelhebber, die te Merdoe, te
Samalangan, te Garoet, de Blang-Pria, te Anagaloeng,
te Moutassik, in Indrapoera, te Glieng, te Passagan en
in andere oorden de dappere troepen van het Indische
leger aanvoerde.
„Zij huldigen hem, die schrik en ontzag aan den
vijand w^et in te boezemen. Maar het meest waar
deeren zij den krijgsman, die geen ander doel van den
oorlog kent, dan de zegeningen des vredes, en die on-
middelijk na een roemrijken strijd aan den vertegen
woordiger van zijnen Koning schreef
„„Het burgerlijk gezag zal van nu voortaan hande
land kunnen optreden en met andere middelen dan het
zwaard naar volledige onderwerping moeten streven en
trachten te herstellen wat door de rampen van den
oorlog is vernield."
„Zij wenschen dat het Gode behage zijn leven en
krachten lang voor het vaderland te behouden.
„De ondergeteekenden, als hoofdbestuur uit endoor
deelnemers aan het huldeblijk benoemd, achten zich
gelukkig aan den luit.-gen. van der Heyden het bijge
voegde blijk van hulde te kunnen bieden."
Zondag is te Neuenahr in Duitschland, waarheen
hij zich tot herstel van gezondheid had begeven,
overleden mr. T. W. baron van Zuylen van Nievelt,
president van de algemeeoie rekenkamer. De overledene
had den leeftijd van ongeveer zeventig jaar bereikt.
De prov. staten van Noord-Holland hebben de ver
kiezing in het hoofdkiesdistrict Den Helder op den
24en Mei en de daarop gevolgde herstemming, waarbij
de heer J. C. Jansen tot lid der staten gekozen is, onwet
tig verklaard op grond dat aan 18 Vlielandsche kiezers
geen stembiljetten zijn gezonden, zij daardoor niet ge
stemd hebben en hnn stemmen van invloed hadden
kunnen zijn op den uitslag der verkiezing,
Nog voordat de gelegenheid tot inschrijving publiek
was opengesteld, is de som van 3 millioen gulden
bijeengebracht, welke Amsterdam als blijk van belang
stelling in een Rijnvaartkanaal in Oostelijke richting
wil aanbieden.
Toch blijft tot heden de inschrijving nog open, op
dat het blijke hoe ernstig de hoofdstad de daad bij
het woord voegen wil.
De Arnh. Courbehandelt heden op haar eigen
aardige, piquante wijze een stukje Zeeuwsche geschie
denis. We zijn het zoo volkomen met de A. C. eens
dat we gaarne dit stukje onder de oogen onzer lezers
brengen. Ons werd gezegd dat de beker te Yeere,
waarvan hier sprake is, op dit oogenblik voor f 70.000
zou te verkoopen zijn. We kunnen niet anders zien
of dit kapitaal ligt in onze weinig bezochte naburige
gemeente thans renteloos.
De Ac C. schrijft
Als een arme schoenlapper, die voorheen leerlooier
was en toen eene welbeklante zaak had, in het bezit
was van een Rubens of Teniers, zou men den man.
dan niet voor dwaas houden, wanneer hij zijn schil
derij behield en de noodzakelijke herstellingen van.
ziju huis achterwege liet? Maar wanneer die schilderij
eens aan zijn bet-over-overgrootvader drie eeuwen ge
leden geschonken ware, onder voorwaarde, dat hij
haar nooit mocht verkoopen of vervreemden, in welk
geval zij aan een anderen tak van de familie zou
vallen, zou hij ze dan ook moeten behouden
Na driehonderd jaar, na tien menschengeslachten
alzoo, zou de genealogie moeten bestudeerd worden,,
om te zien wie op dit oogenblik de wettige erfgenaam,
zou zijn van hem, die het doek heeft geschonken.
Hoogstwaarschijnlijk zou de schoenlapper het er op
aan laten komen, wie zich als zoodanig mocht voor
doen en zijne rechten mocht doen gelden, en in af
wachting daarvan de opbrengst van de schilderij tot
herstel van zijn woning gebruiken.
Als het echter geen schoenlapper, maar eene ge
meente is en de schenker een vorst, dan schijnt aö
zaak te veranderen. Veere althans, dat een zilveren
beker bezit, is verplicht dien te behouden, omdat
Maximiliaan van Bourgondie bepaalde, dat, zoo het
dit geschenk mocht willen vervreemden, zijne erfge
namen in het bezit er van komen moesten.
Gedeputeerde Staten van Zeelan d hebben, op grond .f
van dien giftbrief, hunne goedkeuring geweigerd aan.'
het besluit van den gemeenteraad om dit prachtstuk
te verkoopen, en de gemeente gedwongen hei te blijven
bewaren op haar raadhuis, waar geen tien menschen
in het jaar het komen bezichtigen.
Zulk een eerbied voor historische merkwaardigheden,
is overdreven. Eene gemeente die met reuzenschreden;
achteruit is gegaan, waar geen duizend menschen wonen,.,
waar het eene huis na het andere instort en
men prachtig ingerichte woningen schier voor'
niets verkrijgen kan, onder voorwaarde dat men
ze niet voor afbraak verkoopt, zulk eene gemeentel'
moet eec kostbaar kleinood, een kunststuk bewareqt
omdat driehoaderd jaar geleden de bepaling gemaakt»:
werd, dat het niet mocht worden verkocht.
Als alles, wat drie honderd jaar geleden verordi-;'
neerd en gecontracteerd werd, als alle tractaten teaf
eeuwigen dage gesloten, alle fondsen voor bepaalds,
doeleinden bestemd, zoo consciëntieus wgren gehand—
haafd, men zou mogen vorderen dat Yeere zich even-'j
eens aan dien regel hield. Maar schier van alles, w»fc;
er voor drie eeuwen tot stand kwam, is er schijn,
noch schaduw meer te vinden. Ook de rechten en
voorrechten die Yeere als markiezaat mocht bezeten
hebben, zijn verdwenen, maar toch wordt geëischtr
dat het zich aan zulk een ouden giftbrief betreftende
den beker houden zal.
Dit is kleingeestig; nu het geene zaak van alge
meen belang, van philantropie of kapitaal geldt, maar
alleen de vraag of Yeere dan ten eeuwigen dage een
kostbaren beker zal verbergen, terwijl het't geld brood-
noodig heeft, zou het gezond verstand beslissen, dat
het voor de hand. ligt zich daarvan te Q&t$Qeri. De
oorzaak der gift behoort tot een. fapg Y^tvlogen tijd
perk tusschen gever m begiftigde zijn tillc bandej*