Nieuwe Goesche Courant, Christelijk'historisch bind voor Zeeland. I «81. Dinsdag 5 Juli. N°. 771. Fransch of Engels ch? HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen prijs per driemaanden franco f 1,50. Enkele nommers - 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJTMAN, te Middelburg EN Wed. A. C. DE JONGE, le Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Zoodra onze kinderen iets meer gaan leeren dan tot het lager onderwijs in volstrekten zin gerekend wordt, dan is het »een mondjevol fransch." Als iemand fransch kan", ook al kan hij geen Hollandschen brief schrijven, dan staat hij, of wordt hij geacht te staan boven het peil der arbeidende klasse", dan is hij zoowat Am-, of denkt het te worden. Daarom volgen zoo- Velen de gewoonte, om gedurende eenigen tijd fransch te leeren. Set laat zich gemakkelijk verklaren hoe dat komt. Reeds van oudsher had ten onzent de fran- sche taal een burgerrecht, dat misschien van den tijd der graven uit het Bourgondische Stamhuis dagteekent. Oude oorkonden en plak katen, regeeringsbescheiden van allerlei aard, loopen over van fransche woorden. De over Genève tot ons gekomen protestantsche leerbe grippen hebben velen de woorden gereformeerde religie dierbaar gemaakt boven hervormden gods dienst, een paar eeuwen voor dat er aan de dui ver hollandsche uitdrukking een synodaal reukje "was. De uit Frankrijk herwaarts gevluchte pro testanten brachten hunne taal mede, en hand haafden die in hunne langen tijd invloedrijke gemeenten tot op den huidigen dag. Inlateren tijd bracht de groote fransche omwenteling én de heerschappij van Napoleon er niet wei nig toe bij, om den invloed der fransche taal te verbreiden en te bestendigen. Zelfs Bismarck »kan er niks aan doen" dat nog steeds de fransche taal de taal der staatkunde is. Nog meer redenen zijn er op te noemen, die ten grond liggen aan de meening, dat een beschaafd nederlander met de fransche taal bekend be hoort te zijn, en daaronder is niet de minste, dat het fransch de taal der mode is, de taal yan hetgeen de zinnen streelt. 't Zijn nu geen streng protestantsche leerbe grippen, voor welke de fransche taal het voer tuig is, 't zijn nu revolutionaire denkbeelden, tooneelstukken van zeer twijfelachtige waarde, met huwelijkstrouw spottende romans, luchtige liedjes en gloeiende dwaasheden van een Victor Hugo, welke zich een weg banen onder ons fransch verstaand publiek, al zijn er natuurlijk gunstige uitzonderingen. Wij zouden bijv. niet gaarne den staf breken over de zonderlinge populair wetenschappelijke werkjes van een Jules Verne, niet gaarne missen wat een Camille Flammarion ons op zulk eene recht verstaan bare wijze van den sterrenhemel verhaalt, en nog minder de oorspronkelijke liederen van een Cesar Malan, die zoo bijzonder het oog des geestes hemelwaarts richten. Vele dingen kunnen in geen taal ter wereld zoo net, zoo puntig gezegd worden als in 't fransch, maar 't geestige der fransche taal wordt toch meestal ingegeven door den geest der wereld. Wij vragen daarom, of het nu nog de tijd is om aan de fransche taal de voorbeur te blijven schenken, die zij tot heden geniet. Er is waarheid in het gezegde zoo v „el talen iemand spreekt, zooveel malen leeft hij. Het is onzë bedoeling niet het fransch onder ons af te schaffen, maar om het terug te dringen tot de plaats, die er aan toekomt, en dat is voor ons hoogstens de tweede. Er is uit het oogpunt van taalstudie veel voor het fransch te zeggen. Het heeft op vele talen een invloed uitgeoefend, die vooral in het engelsch zeer duidelijk zichtbaar" is. De engelschen, die meer leeren dan hunne moedertaal, leeren daarna eerst het latijn, die grondtaal, welke den sleutel van vele andere talen in zich bevaten ten onzent doet de fransche, eene dochter van de latijnsche taal, nagenoeg denzelfden dienst. Maar toch, als onze kinderen eene vreemde taal gaan leeren, en het bij die eene blijft, moeten wij ons ernstig afvragen, of wij niet aan de engelsche de voorkeur zullen geven. Wij leiden onze kinderen op met het oog op hnnne hemëlsche en op hunne aardsche toe komst. Onze godsdienstige begrippen vinden veel meer aanknoopingspunten in de kerkge nootschappen aan de overzijde der Noordzee en van den Atlantischen Oceaan, dan in de vrije kerk van Frankryk, die bij de revolutie heul zoekt. De boeken, die wij zonder schroom in handen onzer kinderen, onzer dochters zien, die we ver trouwen, omdat de namen van Höveker of Kirberger er op staan; hebben op het titelblad ook doorgaans »uit het engelsch". Onder de uitgaven van het Londensch Godsd. Tractaatge- nootschap komen een aantal degelijke hoek wer ken voor, van in wetenschappelijke en christe lijke kringen hooggeachte schrijvers. Om mede te genieten van hetgeen engelsche christenen daardoor boven ons voor hebben, moeten we ons de moeite getroosten hunne taal te leeren, de taal in welke geloovig-wetenschappelijke lec tuur misschien alleen op een voldoenden aftrek kan rekenen, om eene ruime keus aan te bieden. 't Zal niet lang meer duren of ieder onzer heeft dierbare betrekkingen in Amerika, en 't kan niet anders of daar worden zij verengelscht. Weldra zullen wij hunne eigenaardige uitdrukkin gen niet meer kunnen verstaan,zonder wat engelsch te kennel. Menigeen, wien neerlandsch bloed door de d'aderen vloeit, is bestemd om een yankee te worden, en 't zal velen daar ginds spijten hier niets van 't engelsch geleerd te hebben; velen zelfs gevoelen geen vrijmoedigheid een beter vaderland op te zoeken, omdat zij met de engelsche taal geheel onbekend zijn. *De brug over den oceaan" wordt steviger door de uitbreiding der stoomvaart, maar onbekend heid met het engelsch maakt velen schuchter er den voet op te zetten. Er ligt voor ons ook een toekomst in de Transvaal, en hoewel men daar »diesuiver af- rikaanse taal", bewaren wil, nogtans zal de daar zich- vestigende »boer" steeds met engelschen te doen hebben, zoodra hij de voortbrengselen van vee of akker wil verkoop en. Wij d weepen niet metal wat engelsch is, ook niet op het gebied des geestes, maa#niemand zal ons tegenspreken 'als wij zeggen, dat het engelsch de taal van het praktisch christendom is, de taal der zending in haar geheelen om vang, de taal der binnen- en buitenlandsche zending. Toen wij om zoo te zeggen afgezonderd van de wereld leefden, hadden wij nog 't meest buitenlandsch verkeer met fransch sprekende belgen en met franschen, maar nu overal heen wegen open staan, nu moeten we onze oogen niet sluiten voor de verandering, die er plaats greep. Zeer te recht schreef De Standaard dezer dagen De engelsche taal is de moedertaal van minstens 100 millioen menschen, wordt door nog pl. m. 25 millioen gelezen of verstaan, en breidt steeds haar rijk uit. Op het gebied van het Protestantsch Christendom staan Engeland en Amerika vooraan De spreuk met fransch komt men de wereld door" begint van hare waarde te verliezen. Al giers, Tunis, Senegambië en Nieuw-Caledonië liggen wel niet buiten de wereld, maar toch ver buiten den koers, dien ons christenvolk ooit nemen zal. Aan de vervulling van onzen wensch, dat onze kinderen eerst engelsch zullen leeren, staan, zeker bezwaren in den weg. Het onderwijs is er niet op ingericht. Tien. ouderwijzers met acte voor 't fransch, teo-en één met acte voor 't eugelsch Op de rijks kweekscholen en normaalscholen heerscht een geest, die eerder in fransche dan in engelsche begrippen aansluiting vindt, en zich met°ameri- kaansche vrijheidsbegrippen zeker niet. verdragen kau. Maar we hebben al zoolang en zooveel tegen stroom op geroeid, dat er 'nog wel een

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 1