HET ZUIDEN, Nieuwe Goesche Courant, Christelijk-historisch blad voor Zeeland 1881. Zaterdag- 4 Juni. N°. 759. Eene Rede voor liet Volk. FJSUILLIÜTQIsr. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen P^ijs per drie maandetf francof 1,50. Enkele nomraers - 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJ TH A N, te Middelburg en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. In deze dagen is er voor ieder, die den naam van Christen draagt, bijzondere aanleiding om eene voor eene groote schare uitgesproken rede nog eens na te lezen en te overdenken. Eene rede, welker uitgangspunt was het nadrukkelijk •afwijzen van een onverdiend verwijt, en welker slotwoord tegelijk eene vriendelijke noodiging en eene krasse beschuldiging was. Zeven weken was het geleden dat de mach tigen besloten, dat het nu onherroepelijk uit moest zijn met de volksbeweging, die juist acht weken geleden zich langs wegen en straten, ja tot in den tempel uitte in luid hosanna; en onder het volk was het bericht verbreid, dat het lijk van den opzien barenden profeet gesto en verduisterd was. In al die zeven weken had het groote publiek ook niets meer van de zaak vernomen. Wat er omging in een kring van een groote vijfhon derd menschen uit het geheele land, onder welke slechts weinig aanzienlijken warenwat eene reden was tot diep nadenken en onverge telijke verwondering voor vele stillen in de heilige stad, die met verschijningen van ont slapen vromen waren begunstigd dat alles bleef Zonder invloed op den loop der dagelijksche dingen, en de machthebbers, wier listig overleg huns ondanks tot een stormachtigen volks oploop voor het rechthuis aanleiding had gegeven, konden zich meer en meer tevreden gevoelen over de kalme stemming des volks. Een luister rijk Pinksterfeest, in den zijne voltooiing nade renden tempel gevierd, zou een nieuwe zegepraal zijn voor wet en overgeleverde inzettingen. Hethoor, Israëlde Heere onze God is een éénig Heere! zou met nadruk worden herhaald voor hen, die hadden geloofd dat die God iemand naast zich op den troon zou dulden, en de glans Van Aaron's opvolger zou de scheur in het Voorhangsel doen vergeten. Verslag der Prov. Unievergadéring, gehouden te Delft op 21 April jl. Slot. Vijfde stelling, Heilig den strijd Ja, M. H. laat ons den strijd heiligen Laat ons bij de tegenstanders het goede aan hunne zijde, erkennen. Velen weten onze bedoeling niet, velen begrijpen ons niet. Ik wil u eene geschiedenis ïnededeelen, die in Engeland voorviel. Zeker rijke Lord stond bekend als een vijand van Jezus on zijne leer. Zijne onderhoorige boeren waren meest ahen door de leer besmet. Zoo nu en dan kwam een lee- raar, Palme geheeten, prediken en hitste, zoo meende de Lord, het volk tegen hun heer op. Op een morgen zou Palme weer komen, maar hij zou het beletten, hij Welk eene stille voldoening voor de tempel- wacht, nu statig geposteerd aan poort en voor hof, daar in vrome houding ook hen te zien binnentreden, die den lastigen rabbi vergezelden, toen hij de tafelen der wisselaars en de zitstoelen der kooplieden omkeerdeZou geen enkel tem pelwachter toen zijn ambtgenoot hebben toege fluisterd: 't is uit met hen? Maar daar werden de discipelen in de stad Jeruzalem, in den tempel zeiven, aangedaan met kracht uit de hoogte. Daar was niet de herinnering aan de vestiging der Israëlitische gemeente het hoofdmoment van den dag. Daar werd niet enkel herdacht hoe een bevrijd slavenvolk in de afzondering der woestijn tot erfgenaam van der vaderen belofte werd verklaard, en tevens afgezonderd van alle andere volkeren der aarde. Daar bleek het hoe de ure was gekomen, dat noch te Jeru zalem, noch elders de vaste plaats der aanbid ding zou zijn, maar dat de belofte allen ge roepenen toekomt, ook onder degenen die daar verre zijn. Waar bij de onmiskenbare betooning van bovenaardsche tusschenkomstvan goddelijke kracht, godvruchtige mannen uit alle landen der bekende wereld van groote werken Gods spra ken, daar schreven spotters, bepaald tegen beter weten in, het hun mishagende aan eene ver achtelijke oorzaak toe, in hunne domheid het onmogelijke waarschijnlijker achtende dan het geen zy hoorden en zagen. De afwijzing der spottende misduiding van het onloochenbaar feit was slechts het uitgangs punt der redevoering, die, vervulde geloofsver- wachting der godsmannen van den ouden dag als met den vinger aanwijzende, de uitspraken der Schrift in rechtstreekscb verband bracht met het feit van den dag, met de zaak, die op dat oogenblik aller gemoederen bezighield. Men moge ook toen gezegd hebbendeze rede is eene wonderlijke vermenging van hetgeen zou de vergadering uit elkaar jagen, en den leeraar laten gevangen nemenIn overdenking zijnde, hoe het 't best aan te leggen, zit de Lord aan zijn venster en tuurt naar buiten. De regen viel strooms- gewijze neder, de wind woei hevig, 't was een woeste dag. Daar ziet hij een man loopen, zonder regenscherm, die doornat zijn weg vervolgt. „Roep die man even binnen", zegt de Lord tot zijn bediende, dan kan hij wat schuilen, laat hem maar in mijne kamer komen." De vreemdeling komt binnen en na eenige woorden met den Lord gewisseld te hebben, vroeg de Lord hem //Wat is uw beroep „Ik ben zielenvanger" zeide de vreemdeling, 't Woord zielenvanger schijnt in het Engelsch eenigszins synoniem te zijn met dievenvanger, ten minste de Lord vatte het in de laatste beteekenis op. O" zeide de Lord, dan komt ge juist van pas, dan kunt gij mij morgen helpen, want dan moet ik een booswicht vangen l De dag was, is en verwacht wordt, van schriftverklaring en gebeurtenissen van den dag, van godsdienst en beoordeeling van de daden der overheid, het kwam toen voor omtrent drie duizend zielen vast te staan dat Jezus de Nazarener, door de joden gevangen genomen, en door de handen der on- rechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood, door God gemaakt is tot Heer en Christus. Blijmoedig getuigen van Jezus' opstanding tegenover de ofhciëele leugen van overheid en omgekochte wachters, zou nu de gewillig aan vaarde taak worden, niet van elf, niet van vijfhon derd, maar van drieduizend, welhaast van vijf duizend besliste geloovigen daarenboven. Het doel der rede, welker korte inhoud vol gens de ons bewaarde en veel meer andere niet opgeteekende woorden deze waswordt behouden van dit verkeerd geslacht, het doel der rede was niet méér te verwijten dan hoog noodig, niet krasser te beschuldigen dan on vermijdelijk was, om het besef eener nationale schuld levendig te doen ontwaken. Verkeerd moest het geslacht genoemd worden, dat deels tot profetenmoord kon medewerken, deels dien moord kon toelaten. Verkeerd moest het ge slacht heeten, dat doof gebleven was voor de woorden en blind voor de werken van den Christus. Het wordt behouden was en bleef de hoofdzaak; is en blijft die nog. En hoe werd dat wordt behouden opgevat Als een zich onderscheiden vanniet als een zich onttrekken aan dit verkeerd geslacht. Zij, die behouden werden, bewogen zich ver der in de wereld, dan wel ooit hun voornemen was. De spreker zelf zette zijn arbeid ter behou denis voort aan de »sehoone poort" des tem* pels, en te Cesarea-aan-de-Zee, in het huis van een Romeinschen hoofdman. Een vermoedelijk hoorder was het middel om de boodschap des- heils mede te geven met een hoveling uitv Moorenland.Anderen hunner vervulden methunn^ loopt ten einde. De volgende dag breekt aan. 't Weder is opgehelderd. De Lord begeeft zich met den dieven vanger naar de bestemde plaats. Velen zijn: daar reeds tegenwoordig een wagen zou den dienst van preek stoel doen, maar een leeraar of voorganger bemerkt men niet. Het volk wacht, de Lord wacht, de dieven vanger wacht, doch niemand verschijnt. Eindelijk zegt de vreemdeling tot den Lord Kom, mijnheer, er is hier zooveel volk, spreekt gij maar een woordje Ik zegt de Lord, wel man, daar heb ik geen verstand van, maar als gij wilt, doe gij het dan Gaarne zeide de vreemdeling. Hij beklimt den wagen, en eer hij begint, verzoekt hij het volk met hem God om een zegen te vragen. Hij bidt en houdt daarna eeu krachtige toespraak, het volk aanmanende tot gebed om vergeving der zonden en bekeering des harten,. De Lord hangt aan de lippen des sprekersnu en. dan blonk er zelfs een traan in zijn oog. De spreker

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 1