binnenundT kerkelijke goederen, terwijl de ander onder het kruis bleef, omdat hij meende zulks niet te mogen doen. En wijl men als kerk, wijl men col legiaal nooit afstand heeft gedaan, dus tendezeniet tot eenig bepaald vergelijk gekomen is, zoo bleef en is deze quaestie eene opene. Bedriegen we ons niet dan staan de zaken bij de Hervormden ten dezen opzichte evenzoo gesehapen. Er zijn ér die, wanneer de massa maar mee wilde, neeA, niet om er mede te beginnen, maar wel ten slottewel als het onverhoopt bleek, ook thans nog niet anders te kunnen, voet bij stuk zou den willen houden, en alzoo de lont in het kruid zouden willen steken; terwijl anderen echter, als voorwaarde zonder welke niethet behoud dier goederen en inkomsten stellen, Maar, in ernst, welke dier uiteenloopende Willen en meeningen moeten nu onze leden in de Tweede Kamer vertegenwoordigen. Gelukkig voor de anti-revolutionaire Kamer leden, dat we een gemèenschappelijk program hebben en dat in dit program de wijziging van genoemd artikel als noodig is uitgesproken en aanvaard, en dat wat betreft de afrekening bij het eventueel verkrijgen van bedoelde wijzi ging, door hen begonnen moet worden, waar nog altijd allen begonnen zijnnamelijk, met het eischen van datgene, wat de Staat eerlijk verschuldigd is. Hoeveel en aan wie hij eigen lijk schuldig is, blijft het netelige vraag stuk, waarvan de knoop door onderlinge overeenkomst doorgekapt, of, ter beslissing aan de rechters zal moeten overgegeven worden. Doch dat het desbetreffend artikel van het program meer aan de orde behoort te komen stemmen we gereedelijk toe. Het verheugt oiis, dat in de laatste weken duidelijk is uitgekomen, dat men te dien opzichte des zins en willens is. En in zoover Marnix" daartoe heeft bijgedragen en dat heeft hij öntvange hij onzen dankmaar aangenaam zou het ons zijn geweest, en naar het ons toeschijnt ook verstandig, indien hij, constateereude dit zijn resultaat, had kunnen besluiten zich terug te trekken, in plaats van door te gaan met het stellen van eigene candidaten. Toen schrijver dezes Vrijdag 1.1. het genoegen had met de Bestuurdersleden van den Marnix- bond te reizen, wilde hij met hen wel ter Bestuursvergadering gaan, teneinde zoodanig voorstel te doen en te bepleiten; maar ach, eigene candidaten stellen, zoo zei men, was het werk, waarmee men dien dag zou voortgaan. Mee op trekken om onze linie te versterken zullen ze dus niet. Het verdeel en heerseh" zullen zij, zij het dan huns ondanks, gaan omzetten inverdeel enlaat de vijanden heer seken. We verwachten en hopen echter dat de nieuwe Bond op den practischen zin van onze kiezers zich zal dood loopen. We verwachten en hopen dat onze kiezers gedachtig aan het eendracht maakt macht", als een eenig nlah zich zullen opmaken, teneinde zoo mogelijk het Kamerledental onzer tegenstanders te vermin deren en het onze over de geheele linie te ver sterken. De hëer Mitze beantwoordde den Leer Fabius, en zegt dat de heer Meijer voldoende gezegd heeft wat de Chr. school is. Voor wie is de Chr. school bestemd? Daarmede hebben wij niét noodig. Waar behoefte is aan Christelijk Onderwijs daar dient het gegeven. Hét zon, m. i. zeer te betfeuten zijn, als de Christelijke school slechts vóór kinderen der geloovigen openstoad. Dèheerrfe Savornin Lokman neemt ten slotte het woord en zegtde Christelijke gemeente richte scholen op, en moet tracht eh baalr in stónd te hoüden door een Wijs bestuur. Wat standen betreft, hiervan dit Op vele plaatsen bestaat slechts een Christelijke school daar kan dus de splitsing niet plaats hebben. Beter gelét óp de vorming, dan op den staud. Ik heb kin deren gehad op openbare en Christelijke scholen. Ik b«D meor bevreesd voor omgang myner kinderen met Met één flinken slag over de geheele linie zouden onze reeds zoo verdeelde en verlamde tegenstanders schaakmat zijn gezet. Daartoe het onze bij te dragen, zijn we verschuldigd aan den Heere, wiens wetten zij verkrachten; aan land en volk, welks ondergang zij voorbereiden aau onszelven, wier rechten en vrijheden zij vertreden en wiér gelden zij meer en meer zoek maken of ter voeding en verbreiding van het ongeloof gebruiken. Waar wij eendrachtig en biddend ons op maken, daar zal God van den hemel het ons doen gelukken Wij vestigen de aandacht onzer lezers, leden der Zeeuwsche Antirevolutionaire kiesvereeniging „Luctor et Emergo" op dè Vrijdag a te Goe3 te houden ver- gedaring. We gelooven in den geest van het bestuur te handelen, indien we ernstig aandringeD op het bezoeken van die vergadering, opdat met eenheid en kracht bij de aanstaande verkiezing opgetreden worde. We ontvangen den feestwijzer ter gelegenheid van de landbouw-tentoonstelling te Goes op 8, 9 en 10 Juni a. Het is iu die 15 bladzijden druks te zien dat Goes het zijne heeft gedaan om het aangename met het nuttige te vereenigen. Muziekuitvoeringen, con certen, bals, diners en rijtoeren volgen elkander in onafgebroken orde op. Het een met het andere zal Goes in de Pinkster- week tot het aantrekkingspunt voor velen uit Zeèland, en wellicht ook voor niet weinigen buiten Zeeland maken. De Tijd wijst er op, dat de 14 Juni nadert waarmede de levendigheid toeneemt in de verschil lende kiesdistricten. Niettegenstaande de Standaard heeft herinnerd, dat het antipapisme zijne volgelingen in 't bloed zit en de roomschen er dus niet op moeten rekenen, dat zij van den kant van de anti revolutionairen geholpen zullen worden, raadt de Tijd aau overal de antirevolutionairen te steunen; in Uirecht alleen wordt de candidaat, door de antir. gesteld ^maar die nog niet bekend is), niet gladweg aanneme lijk genbèmd, en voor Almelo en 's Hage worden de conservatieve candidaten in bescherming genonien. De Tijd zegtj dat de conservatieve elementen in onze Kamer niet kunnen gemist worden en waar men het zonder schade doen kan, is het plicht van ge zonde politiek hen dus të steunen. De lijst dér aanbevolen antirevolutionaire candidaten is groot; maar 't belang j van den algemeenen toestand zoowel als 't bijzon der belang van Rome vordert; dat de liberale partij verslagen wordt. Mammelukken en Praetorianen voeren altijd een land ten verderve. Wel meent de Tijd, dat de antirevolutionaire partij nóg te wéinig staatsbeleid betoont, om veel van haar, als zij met ec door de Roomschen meerderheid is, te kuönen ver wachten; maar het liberalisme moet geslagen worden. De Tijd is tevreden als 1881 vervult Wat 1879 beloofde. Naar het zich laat aanzien, zal de voorgenomen tentoonstelling té Goes van schilderijen van levende meesters naar wensch gelukken. Reeds hebbén 65 Nederlandsche en Belgische schilders van gevestigden naam hunne medewerking toegezegd en bereids zijn 120 schilderijen ter expositie outvangen. Daarenboven zijn dog andere toezeggingen gédaan, zoodat de com missie zich in een aanvankelijk succes verblijden mag. De opening der tentoonstelling is op 4 Juni bepaald, terwijl de inzending tot 28 dezer maand kan geschie den. Vermoedelijk wordt de tentoonstelling op 1 Juli jgeslotén. kinderen uit den höogeren, dan uit den lageren stand (toejuiching). Thans is pnnt c. aan de orde. Dit punt luidt Ts het goeddat het 'z. g. voorbereidend onderwijs weder een gedeelte van de taak der ouders overneme Ds. van der Sluiste Leiden had kennis gegeven, dat hij door ongesteldheid verhinderd was de verga dering bij te wonen. Plint c. werd dus niet door Zijn Eerw. maar door de heer Eercksen van Rotterdam in geleid. Dé heer Bercksen meent, dót hiér sprake is van bewaarscholen. Hij achtte de bewaarscholen goed een deel uit te maken van de lagere school, vooral ten platten lande, naar minder werk kan gemaakt worden van de huiselijke opvoeding. Yoor Bteden wellicht minder noodzakelijk omdat men daar meer in de In de zitting van den gemeenteraad te Vlissingen werd Dinsdag besloten aan het Rijk deels te ver- koopen, deels in bruikleen af te staan de kostbare zilveren voorwerpen ten Raadhuize aanwezig, tegen een som van achttien duizend gulden. De voorwerpen, die verkocht worden, bestaan iaï drinkschaal, gebruikt bij de eerste viering van het avondmaal door de hervormden te Vlissingen in 1571 fraai gedreven flesch uit het begin der zeventiende eeuw en daarbij behoorend zilveren trechtertjehet zilveren deksel van de lederen flesch vroeger ten raadhuize berustende (de zoogenaamde Willebrords- flesch); zilveren schotel met lampet, fraai geciseleerd uit het begin der 17e eeuw; zes zilveren kroezen, in elkander passend, voorzien van wapens en van een middelstuk de zilveren toren van 's Hertogenbosch, 'geschenk van Frederik Hendrik in 1629 in aan zekeren Jansen, inwoner van Vlissingen een verguld zilveren keten met gaai en roer, waardigheidsteeken van het schuttersgilde. In bruikleen gaan overeen verguld zilveren beker zpnder voet, van het gilde der scheepstimmerlieden, voorzien van vier wapens én van een opschrift, waar schijnlijk van 1644; twee verguld zilveren bekers van het metselaarsgilde, voorzien van de wapens der over» dekens; een zilveren blad van het metselaarsgilde met de wapens der dekens in 1733 een zilveren krui- wagentje met metselaarsgereedschap, aan het gilde geschonken door P.J. Clijver, regeerenden burgemeester- en overdeken een oud kastje waarin onderscheidene dezer voorwerpen geborgen zijn. Slechts zeven leden van de Tweede Kamer ver klaarden zich gisteren tegeu de Drankwet. Het waren de heerenVan der Feltz, Bredius, van Houten, Cotver Hooft, Rombach, Bahlmann en Mirandolle. Met zeldzame eenstemmigheid werd door alle partijen dit wetsontwerp aangenomen. Alvorens het' tot eene stemming kwam, gaf de heer Modderman nog eene recapitulatie van de voordeelen, die, in weerwil der nieuwe overgangsbepalingen cloor deze wet reeds met 1 November worden verkregen de strafbepalingen treden met 1 November onmiddelijk in 't leven, de toeneming van het getal wordt dade lijk gestuit, de gemeenteraden kunnen onmid dellijk bij verordening verbieden dat in sommige straten en buurten tapperijen worden opgericht. Met 1 Mei 1882 zal geen sterke drank meer mogen wor den verkocht door hen, die de wet onbekwaam of onwaardig verklaart, ook niet in inrichtingen van ontucht, ook niet iu gebouwen voor openbaren dienst bestemd (behoudens dispensatie), eveumin door tol gaarders, brug-en sluiswachters of andere ambtenaren (behoudens dispensatie), terwijl na 1 Mei 1884 com binatie met andere winkelneringen niet meer zal zijn toegelaten. Welke zijn, nu de rentewet is ingetrokken, de voorne mens der regeering betreffende de herziening van het kies recht, vraagde de heer van Houten. Eerst het programma der regeering afwerken antwoordde de minister van bui- tenlandsche zaken. Het strafwetboek invoeren, werken van algemeen belang aanleggen, de finanqien op betere grond slagen vestigen en de defensie regelen. Daarna kies wethervorming. De heer van Houten echter stelde eene motie voor, waarover heden zal beraadslaagd worden van dezen inhoud„De Kamer van oordeel zijnde, dat het belang des lands verbiedt de herziening van het kies recht nog langer té verschuiven, gaat over tot dé orde van den dag." Er is met gróote belangstelling gewacht op het antwoord der regeering in zake het kamerrerslag over het onderzoek in de afdeelingen van 't ontwerp van wét op de verbeteriug van de Keulsche vaart. Dié be langstelling was vermeerderd, door de oppositie, welke Amsterdammers blijven voeren tegen het regeerings- voorstel, en door het bericht, dezer dagen door de N. R. Ót. m. de wereld gezonden, dat er een amen dement op 't ontwerp zou worden ingediend, oni het kanaal AmsterdamUtrechtTiel in de plaats te stellen van de beoogde verbeterde Keulsche vaart. Dinsdag avond is door den minister van waterstaat elegenheid is om huiselijke opvoeding te geven, preker keurt het goed, dat Eet kind op zijn 6e jaar de bewaarschool verwissele voor de lagere school. Ds. Buitendijk spréékt uit ervaring en vindt bewaar scholen uitstekend nuttig. In zijne vroegere gemeente, die door vele fabrieksarbeiders werd betvóond, brachten de ouders, die dagelijks van huis moesten hunne kinderen naai- de bewaarschool. De heer Fabius merkte op, dat het zenden van kinderen naar de bewaarscholen het schoolgaan eigen lijk 2 jaren vervroegde hij keurde dus de bewaarschool groótendeels af. Na nog enkele opmerkingen besloot men te eindigen. Ds. Kuilman van Delft sluit op verzoek de vergadering met dankzegging. Mén ging thans uiteen tot *s avóflds half 8. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 2