Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland,
1881.
Donderdag- 19 Mei.
IV. 752.
BINNENLAND.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
DITGAVB VAN
i>. 6. WIJTMAN, 1c 'Middelburg
id. A. C.
JONGE, le Goes.
Prijs der Ajjvertentien:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
1—6
Op voorstel van den heer J. M. Kakebeeke, in de
najaarszitting der Staten van Zeeland aangenomen,
hebben Ged- Staten de wenschelijkheid eener conversie
van Provinciale schulden onderzocht. Na dat onder
zoek hebben Gedep. Staten nu voorgesteld een 4 pet.
leening aan te gaan van f 567.000 tot aflossing der
47-5 pet. en 5 pet. schuld der provincie. Een con
sortium vaa Amsterdamsche bankiers wil die leening
nemen tot een nog niet bekend gemaakten koers. Of
schoon het uitschrijven eener leening op eigen risico
voordeeliger zou kunnen zijn, wenschen Gedep. Staten,
met een oog op de onzekerheid van het welslagen
eeuer eigen leening, het aanbod der baukiers aan te
In de gisteren gehouden algemeene vergadering der
Centrale Liberale Kiesvereeniging in het hoofdkiesdis
trict Goes, is opgemaakt de voorloopige candidatenlijst
voor de aanstaande verkiezing voor een lid der Tweede
Kamer.
Daarop komen voorde heer J. P. Bredius, aftre
dend lid, met 70, de heer B. H. Heldt, met 6 stem
men en de heer mr. W. A. van Hoek, met 1 stem.
De volgende algemeene vergadering tot het stellen
van een definitief candidaat ia bepaald op Dinsdag
31 Mei a. s., des namiddags te half twee ure.
Goesche Courant.)
De afwezigen hadden gelijk.
Zekere heer Th. de Rot, lid van het
Nefcrlandsche Werkliedenverbond, zou in Goes voor
de vejeeniging van de afd. Goes van Eigen Hulp voor
bovengenoemd verbond komen pleiten, maar zijöe be
trekking als letterzetter liet hem niet toe anders dan
Zondags te komen.
Daartegen bestond bezwaar bij sommige leden.
De meerderheid, misschien sterker door den steun
der Goesche Courantheeft den heer Rot gelegenheid
gegeven zijne denkbeelden jl. Zondag hier te ont
vouwen.
We kunnen natuurlijk niet beoordeelen of het voor
de heeren van Eigen Hulp of Werkliedenverbond aan
genaam is op den Rustdag ouder gewoonte gemeen
plaatsen aan te hooren als daar zijn dat de werkman
Verslag der Prov. TJnievergaderinggehouden te
Delft op 21 April jl.
II.
Daar spreken de ouders, de droogkomieke blind
geborene (droogkomieke zeg ik blijkt het niet uit
de vraag: „.Wilt gij ook zijne discipelen worden" en
uit: „Een ding weet ik, dat ik vroeger blind was en
nu zie") vervolgens spreken de inwoners van Jeruza
lem, dan de Earizeën, dan weer de leden van den
raad, en heerlijk eindigt het hoofdstuk met de samen
spraak van Jezus en den blinde, 't Was, zooals de
ontslapene ter Haar zoo schoon zeide
De eerste lichtstraal die er viel,
In 't nachtlijk duister van zijn ziel.
Ja9 de zon ging op in zijn hart en hij verheerlijkte
wel de verplichtingen vandeNederlandsche s taatsregeling
moet dragen, maar niet geniet van de rechten, welke
zij zegt te geven, dat de kapitalist den militieplicht kan
afkoopen en het stemrecht bezit dat de Koning het
recht van oorlogsverklaring heeft dat de werkman
in de huur, de belasting van zijne woning aan 's rijks
schatkist betaalt, zonder daarvan eenig voordeel te
genietendat de Staat voer het lager onderwijs zorgt
en toch geen kosteloos onderwijs geeft, en vooral,
dat de werkman met het door hem verdiende loon
niet rond kan komen.
Ons zou het niet smaken.
De indrukwekkende massa, die recht vraagt, zoo
als de geijkte terin luidt, schijnt toch ook in Goes
al zeer klein te zijn, want ons werd gezegd dat .er
nauwelijks 30 bezoekers waren, behoorende tot de
maatschappelijke positie die de „verdrukte" geheeten
werd.
Middelburg. Onze gemeente leed heden een ge
voelig verlies door het overlijden van een der meest
geachte ingezetenen, en tevens een der grootste in-
dustrieëlen, den heer B. A, Eokker.
Zoowel door zijne uitgebreide zaken als door zijne
omvangrijke kennis heeft de oyerledene jaren lang met
ijver en moed medegewerkt tot bevordering van den
bloei onzer gemeente.
De Tweede Kamer heeft de artt. 2 en 3 der Drank
wet aangenomen. Art. 2 bepaalt, gelijk we reeds
hebben gemeld, het maximum der tapperijen. Art. 3
luidt ,als volgt
De in art. 1 bedoelde vergunning wordt geweigerd
lo- wanneer door het verleenen der vergunning in
strijd zou worden gehandeld met de eerste of tweede
zinsnede van art. 2 of met eene in dat artikel bedoelde
plaatselijke verordening.
2o. wanneer het verzoek strekt tot drankverkoop op
den openbaren weg
3. wanneer de vergunning wordt gevraagd voor eene
lokaliteit, in een gebouw dat geheel of ten deele voor
den openbaren dienst wordt gebruikt.
4o. wanneer van het verleenen der vergunning
misbruik van sterken drank te duchten ware, wegens
de nabijheid van kazernen waar geloot of gekeurd
wórdt voor de nationale militie of de schutterij,
werkplaatsen, fabrieken, scholen of instellingen van
weldadigheid.
5o. wanneer de verzoeker binnen delaatste vijf jaren
God! Zóó gebruikt dan is dit het rechte en ware
gebruik des bijbels op de school. Ook op het
schoonheidsgevoel moet men werken. Men verhale niet
slordig, niet onbestendig, neen, de waarheid moet in
een voegzaam kleed gehuld zijn, want slordigheid is
voor kinderen geen aanbeveling Vinet zegt daarvan
c'est abaisser la dignité de la Parole Evangélique
(aan de waardigheid van het evangelisch woord te kort
doen). Hoe welsprekend is niet, in de geschiedenis
van het eenig ooilam, het woord van Nathan, toen
Davidc in woede ontstoken, geiegd had die man is
een kind des doods toen Nathan, zeg ik, tot
hem zeide Gij zijt die man 1 Neem Ps. 104 en ge
hebt eeu schilderstuk van de heerlijkheid der schep
ping Hoe statig rolt in Ps. 29 de donder, die op
komt uit de Middelandsche zee, tegen den Libanon
aandrijft en daar de cederen verbreekt en ontwortelt.
tot eene gevangenisstraf van een jaar pf tot eene
zwaardere straf onherroepelijk is veroordeeld
6o. wanneer de verzoeker wegéns overtreding van
art. 20 of binnen de laatste twee jaren tweemalen
wegens overtreding van eene andere strafbepaling
dezer wet onherroepelijk is veroordeeld
7o. wanneer de verzoeker niet is ,in het volle genot
van zijne burgerlijke en burgerschapsrechten
8o. wanneer binnen de vijf laatste jaren een vroe
gere vergunnnig den verzoeker verleend, werd inge
trokken krachtens art. 9. No. 3
9o. wanneer de verzoeker of een zijner huisgenoo-
ten eene winkelnering uitoefent of loten verkoopt in
de Nederlandsche Staatsloterij
lo, wanneer de verzoeker eenig openbaar ambt be
kleedt
llo. wanneer de verzoeker is de tusschenpersoon
voor iemand, die in een der onder Nos. 5—10 vermel
de gevallen verkeert.
Op dit artikel zijn aangenomen de volgende amen
dementen
Van den heer Kops op no. 2 van het artikel,
strekkende tot het doen vervallen van de bepaling
dat de vergunning geweigerd kan worden wanneer
het verzoek strekt tot drankverkoop op den openbaren,
weg, werd aangenomen met 42 tegen 35 stemmen.
Van den heer Beaufort, om no. 4 van 't artikel
te doen vervallen, houdende weigering der vergunning
wanneer daarvan misbruik van sterke dranken te
duchten ware wegens nabijheid van kazernen, lokalen
waar geloot of gekeurd wordt voor de nationale militie
of schutterij, werkplaatsen, fabrieken, scholen en in
stellingen van weldadigheid, werd aangenomen met
47 tegen 30 stemmen.
Van den heer Idzerda, om achter art. 7 een
vierde alinea te plaatsen tot weigering van vergunning
wanneer het geldt sterken drankverkoop in bordeelen,
werd aangenomen met 41 tegen 36 stemmen.
Daarna werd art. 3, gewijzigd èn door den Min*
èn door de aangenomen amendementen, bij stemming
aangenomen met 69 tegen 10 stemmen.
In de Eerste Kamer is een vacature ontstaan,
doordien de heer mr. H. J. Smit, lid der Kamer
voor Noord-Holland, op grond van art. 95 der
kieswet, zijn ontslag als zoodanig heeft genomeu.
De heer Smit komt n. 1. niet meer voor op de lijst
der hoogstaangeslagenen.
Op deze schoonheden kan de onderwijzer wijzen. Het
kind zal indrukken ontvangen, die blijven. Hiervan
wil ik u iets mededeelen. Te Neder-Hemert zijnde,
was het mijne gewoonte eenmaal per week op een
naaischool den Bijbel te lezen, daarna het gelezene
te bespreken en er over te vragen. Een der meisjes
had iets gestolen, doch men kon niet te weten komen
wie. Ik las Jozua 7, het treffende verhaal van Acha.qg
diefstal, sprak daarover en deed met opgewektheid
een gebed. Na het gebed bleef een der meisjes zitten
en bekende onder een tranenvloed „ik heb gestolen I"
Ziedaar M. H.de kracht van Gods woord voor het
geweten De onderwijzer moet op de school eenvou
dig, kinderlijk bidden. Ziet Abraham eens Hij bidt
voor Sodom als een moeder voor haar kind 1 Ook de
psalmen zijn rijk aan gebeden. Een goed onderwijzer
vraagt God om opening des harten en bewaring voor