Bij A. Meeuwse:
HANDELSBERICHTEN.
bewoonbaar. Ik ging een lange nauwe straat door,
waar het dichtst bevolkte gedeelte der stad was ge
weest. Telkens moest ik over hoopen puin van 10 tot
15 voet hoogte klimmen, terwijl aan weerszijden wan
kelende muren in de wonderlijkste vormen afgebrok
keld stonden. Sommige huizen waren geheel van hunne
fundeering afgelicht; andere waren in een vormloozen
hoop ineengestorthier en daar verhief zich nog een
muur of een minaret boven den chaos. Rechts en links
waren nauwe stegen, die thans zoo versperd zijn, dat
men ze niet meer kan onderscheiden. Geen levende
ziel stoorde de stilte, behalve dat op sommige plaaisen
werklieden bezig waren de lijken op te delven, welker
stank gevaarlijk begon te worden. Alle inwoners der
stad, die in leven zijn gebleven, kampeeren buiten.
Sommigen hebben een onderkomen in tenten of schu
ren gevonden, maar anderen moeten onder den bloo-
ten hernel liggen. De algemeene schrik wordt vergroot
door de telkens herhaalde schokken. De ellende is zeer
groot. De zieken en gekwetsten lijden veel. Meer dan
duizend ernstige gevallen zijn reeds behandeld. Vele
lijders zijn naar Smyrna vervoerd; 200 liggen in een
hospitaal. Bovendien liggen er nog vele zieken en ge
kwetsten in het open veld of in schuren, die men niet
heeft kunnen vervoeren of die niet behandeld willen
worden, uit vrees voor amputatie.Over het verlies
van menschenlevens zegt hij „In het district Kam-
pos, ten zuiden van Kastro, waren tien dorpen; In
Kalimasia, het grootste dorp, ziju 670 personen gedood
en 150 gekwetst. In vier andere dorpen werden 859
gedood en 111 gekwetst. Men schat hel aantal doo-
den op het geheele eiland op 4000 en dat der ge
wonden op 8000, van welke laatsten waarschijnlijk
2000 zullen sterven. Het beroemde klooster van
Neamonti, dat op den rand van een berg stond, is
in den afgrond geworpen allen, die er in waren, op
één na, kwamen om." Den Hen had men weder
acht schokken. Een, 's avonds een paar minuten over
zevenen, was bijzonder hevig en duurde vijf seconden.
„Ik verliet toen juist het strand," zegt de correspon
dent, „toen ik d# menschen uit de koffiehuizen op de
kaai zag vluchten. Ik hoorde muren instorten en
daarop volgde een angstig gillen. Deze schok was in
de boot nauwelijks te bespeuren. Dertig seconden later
hoorde ik een geluid als donder in de verte. Onze
geheele boot trilde. Er was een slag van iuvallende
huizen toen steeg een wolk als stof boven de stad
en de omliggende dorpen op. Deze schok werd door
vijf of zes kleinere gevolgd. Het getal der daarbij
verongelukten is nog niet bekend. De geheele bevol
king heeft de huizen verlaten de ongevallen kunnen
daarom niet talrijk zijD. De berichten uit het binren-
land zijn allertreurigst. In de dorpen is niets gered
geworden. Dekens, tenten en planken voor hutten zijn
hoog noodig."
Slechts deze droevige mededeelingen hebben we
heden uit het buitenland te melden, want de politieke
strijd rust voor 't oogenblik, slechts hier en daar
wordt die rust onderbroken door profetiëu en ver
wachtingen niet altijd van opwekkenden aard.
Zeeuwsclie Brieven.
Amice
Hebt gij pleizier om even uwe politieke tegenstan
ders te beluisteren P Hun gesprek luidt
„Wij, liberalen, zijn alles behalve gesticht door de
mededeelingen van den oud-schoolopziener de Roock.
Wij, die ten behoeve van onze speelpop, wij, die op
het gebied van het ouderwijs reeds onze rondheid, onze
waarachtige liberaliteit, ja ons oud-Hcllandsch karak
ter hebben ingeboet, hadden liever gezien dat hij zijne
onthullingen had achterwege gelaten.
De gedienstigheid der practijk, de geef-en-neem-
politiek kunnen op het gebied van het onderwijs toch
niet gemist worden.
Zijne mededeelingen zullen dus tot niets leiden, dan
tot officieele bevestiging van hetgeen de tegen
standers jaar en dag aangaande de dienstvaardigheid
der practijk en de leugen der neutraliteit hebben be
weerd.
Die bevestiging nu, waarvoor is ze noodig
't [s waar, de heer de Roock is gepasseerd. Hij is,
hoewel hij zijne opwachting bij den Minister Six is
wezen maken en voor district' schoolopziener zich aan
geboden heeft, voorbijgegaan.
En nu begrijpen we wel, dat hij daarover een wei
nig gevoelig is alsmede, dat hij onwillekeurig denkt
dat het niet benoemd worden wel in verband kan
staan met zijne vragen om inlichting in zake de
juiste uitlegging van art. 33 der schoolwetja ook,
dat hij dientengevolge kan meenen behoefte te heb
ben om het publiek eens te laten oordeelen, of hij dan
waarlijk door zijn vragen zulks verdiend heeft; we
zouden het zelfs hebben kannen begrijpen, indien hij,
een weinigje verontwaardigd, niet alleen geschreven
had om het publiek te laten oordeelen, maar meteen
om den Minister, die hem voorbij ging, op zijn beurt,
eene kleine poets te bakken. Doch begrijpen en goed
keuren zijn twee.
Als man van liberale beginselen had hij „den doof
pot" dicht moeten laten. Grootmoedig had hij, niet
tegenstaande zijn echec, het leugentje om bestwil dat
in de onderwijswet en hare toepassing of ten uitvoer
legging steekt, mee bedekt moeten houden in plaats
van het aan de groote klok te gaan hangen.
Op het altaar der liefde tot ons afgodje moest hij
zijne eerlijkheid, gevoeligheid en verontwaardiging
hebben neer gelegd.
Want m'n hemel ziet nu eens welk een drukte
's mans onthullingen nog tengevolge hebben: Eene
interpellatie van anti-revolutionaire zijde in de Tweede
Kamer
't Is Jhr. de Jonge, afgevaardigde voor het district
Middelburg, die den Minister eens zal gaan vragen
of hij evenmin als Minister Kappeijue weet, welke, met
het oog op gevallen als de heer Roock aangaf, de bedoeling
is van art. 33 der schoolwet; en indien hij het wel weet,
of het aangaat de mannen, die belast zijn met het toezicht
op de trouwe ualeving van 's Lauds wetten, af te
schepeu gelijk ZEx den Schoolopziener uit Bergen
op Zoom heeft gedaandaar op die wijze Staats
gevaarlijke anticedenten komen; aan het gezag van
den Staat zware slagen worden toegebracht; en men,
zijns erachtens, zoo officieel mogelijk uitspreekt, dat
onder de oogen der autoriteiten allerlei wetsontdui
king op schoolgebied moet worden topgelaten.
Dat de Roomschen eens „te knijpen" tevens hel
doel van den interpellant zou wezen, dat „haat tegen
de katholieken" mede in het spel is, heeft wel één
der onzen, ik bedoel, de redacteur der Middelburgsche
Courant^ gezegd maar dat zou wel eene insinuatie
kunnen blijken. Mogelijk is onze confrère wel met
vuur in den boesem koraeu aandragen toen hij van
„rook" melding maakte hij kan insir.ueerende, ook
al op zijn beurt, wel een vuurtje tegeu de anti-revo
lutionairen bij de roomsche kiezers hebben willen aan
blazen.
Althans mijne gedachte is, dat Middelburgsch af
gevaardigde, wanneer de Minister hem durft zeggen,
wat hij den Schoolopziener antwoordde, namelijk dat
op de Veluwen de statenbijbel ook wel op de staats
scholen is, met niet minder klem zal vragen „mijn
heer de Minister! is dat naar of-tegen de wet?
Indien tegeu dan behoort zulks evenzeer ver
boden te worden. De Staat moet geen onderscheid
maken.
Met het oog op 's Lands prestige moeten, waar dan
ook, hetzij te Heerlo, hetzij te Biggenkerke op Wal
cheren, of op de Veluwen de eenmaal aangenomene
en ingevoerde wetten worden nageleefd.
En trekken 's Konings Ministers zich die naleving
niet meer aan, dan wordt het tijd dat 's Landsver-
tegenwoordiging zulks doet.
Immers, is, wat te Heerlo, op de Veluwen en elders
plaats heeft, tegen de wet (en dat is het immers
dan is het een veeg teeken dat 's Lands hoogste au
toriteiten hunnen onderhoorigen rapporteeren, dat zij
de oogen maar moeten dicht doen."
Overigens gelooven wij met de redactie der Mid
delburgsche Courant dat de tegenstanders van het
staatsonderwijs, zooals wij dat drijven, van deze ge
legenheid gebruik maken gebruik maken, teneinde
vriend en vijand te doen zien hoe de Ministers bij
tijden met de onderwijswet in de maag zitten dat
zij, wanneer het op de uitvoering aankomt, soms zei
ven niet weten wal ze zeggen en doen zullen te doen
uitkomen, dat ons christendom boven geloofsverdeeld
heid, dat het opleiden tot christelijke deugdenen zich
tegelijk onthouden iets te leeren,te doen of te laten
wat strijdig is met den eerbied, verschuldigd aan de
godsdienstige begrippen van andersdenkenden, in de
practijk even onmogelijk is als met de handen aan
den hemel te reiken.
Maar, hebben we het recht hun daarvan eene grieve
te maken Zouden wij in hun geval niet hetzelfde
doen Vischt niet ieder op zijn getij
De MiddeiburgscJie was wel wat al te boos; zij gaf
in hare boosheid zich wel wat al te bloot. Zoo gaaf
sprak zij het ditkeer uit, zoo publiek hing zij het
aan de bel, dat bij ons de uitvoering der wetten
slechts zal plaats hebben voor zoover dat nmet de
politiek bestaanbaar is,"
Ze vergat blijkbaar dat, wanneer de oogen van het
volk eens open gingen voor onze handelingen, als
het eens inzag wat het zegtde politiek boven de
wetten des Lands te stellen, het met ons eigenmachtig
handelen wel eens kon uitraken. Dat wij liberalen
met twee maten meten komt daarenboven door haar
openhartig schrijven wel wat veel aan 't licht.
Immers hebben wij er indertijd de anti-revolutio
nairen eene grieve van gemaakt dat zij zelfs maar bij
den Koning aandrongen om toch de wet niet te
onderteekenen, wijl, zoo redeneerden wij, een wet door
's Konings Ministers verdedigd en door de Kamers
aangenomen ook in werking komen en ten uitvoer
gelegd moet worden.
En toen zij durfden beweren, dat eene aangenomene
en met 's Konings naam onderschreven wet nog wel
onuitgevoerd kon blijven liggen, hebben we moord en
brand geschreeuwd, hun revolutionairen en wat niet
al geheetenen nu gaan wij zeiven heen en passen
eene wet, die daarenboven ingevoerd is om politieke
redenen niet ten volle, niet eerlijk uit. Zie, onder
ons onsjes gezegd, zou Kuyper zeggen, is dat op zijn
allerminst meten met twee maten."
Dit geheele gesprek, Amice! zal om zijne liberali
teit, ook door de Middelburgsche in hare kolommen
afgedrukt worden
Met handdruk,
L.
Graanmarkten enz.
Middelburg, 14 April. De aanbieding bestond heden
voornamelijk uit TARWE die ruim prijshoudend, en
uit PAARDEBOONEN die 25 ets. duurder zijn betaald,
voor beiden bestond goede kooplust.
Overige artikelen zijn eender in prijs gebleven met
weinig vraag en aanbod.
Men besteedde voor
Puike TARWE i 9,75 a 1" 9,80; goede en mindere
f 9,50 a f 9,- -.
ROGGE f 8,50.
WiNTERGERST f 5,50 a f 5,60.
ZOMERGERST f5,10 a f 5,25.
HAVER f 4 a f 4,50.
WITTE BOON EN f 14,— a f 15,-.
BBUINE BOON EN f 12,— a f 13,—.
PAARDEBOONEN f 7,75 a f 8,—.
GROENE KOOKERWTEN f 9,50.
KOOLZAAD en CANARIEZAAD niet getoond,
Versche Boter f 1,30 a f 1,40; Eieren per 100 stuks
f 3,50.
Prijzen van Effecten.
Amsterdam, 14 April 1881.
Nerierl. Oertific. WerkelijKe schuld. 272 pet. 65&/s
dito dito dito 3 783/g
dito dito dito 4 y 1037/s
Loten stad Amsterdam 3 1083/4
dito dito Rotterdam 3 IOD/2
Rusland Obligation 1798/1815 5 9S3/8
Certilic Insehr. 5e serie 1854 5
Dito dito 6e serie 1855 5 82
Obligatiën dito f 1000 1S64 5
dito L. 100 1872 5 9D/4
dito L. 100 1873 5 9P/2
dito 1877 dito5 943/8
dito leening 1867—69 5 H
Loten 18645
Loten 1866 5
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 12774
Oblig dito47s 92V2
Oblig. spoorweg Poti-Tiflis. 4 92r/4
dito dito Charkow Azow .5
dito dito Jelez Ox-el 5 927s
dito dtto Jelez-Griasi. 5 883/4
Aand. Baltisehe spoorweg 3 557a
Polen. Aand. Warsehau-Bromberg 4 527*
Weenen. dito dito 5 86n/ie
Oo.stem. Oblig.metal.in zilv Jan./Juli 5 653/4
dito dito Febr./Aug. 5 643/4
dito dito April/Oct. 5 y 66
dito in papier Mei/Nov. 5 y 64n/i«
VERK00PINGEN EN VERPACHTINGEN
IN ZEELAND.
Datum. Plaats. Voorwerpen. Informatiën.
16 April. Koudekerke, Huis en Erf, P. Loeff.
19 y Oostkapelle, Inspan, Verheij.
22 y Middelburg, Inspan, D. Verhulst.
22 y Westkappelle, Meubelen, Wouterse.
29 y Middelburg, Boereninspan,
y Kapelle, Hofstede, Pelle en Van de
Bussche.
Mei. IJzendijke, Hofstede, Brevet.
V EliTEIST TIEN
Door Gods goedheid voorspoedig bevallen
van eene welgeschapene Dochter, A. JOR-
DAAN, geliefde Echtgenoote van
Ylissingen, J. H. GESELSCHAP,
14 April 1881. Predikant.
Heden overleed CORNELIS BASTIAANSE
in leven Tolgaarder, in den ouderdom van 66
jaren.
Middelburg, J. M. YAN DITMARS.
15 April 1881. Exec. Testementair.
Gerst, Maïs, Rijstmeel en Platteboonen,
van af f 6,25 per mud.
TE MT13DEEEXJEGP,
a. s. Donderdag 21 April,
n 's morgens
8 tot 's namiddags 4 uur.