Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk'historisch blad voor Zeeland.
Maandag* 28 Maart.
IV. 781.
BINNENLAND.
11181
HET ZUIDEN,
Verschijpt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 nre, behalve op Christelijke feestdagen
fMjs per drie maanden francof 1,50
Enkele nommers
0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, te Middelburg
en
Wed.. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Eene belangrijke beslissing is Vrijdag door de Tweede
Kamer genomen. Art. 1 der wet tot heffing van eene
rentebelasting is met 52 tegen 80 steramen aangeno
men. Daardoor is voorloopig aangenomen dat ieder
ingezetene in de belasting zal bijdragen, naar mate
van zijne inkomsten uit kapitalen, belegd op andere
wijze dan in gebouwde en ongebouwde eigendommen,
waarvoor grondbelasting, en in nijverheidsondernemin
gen waarvoor patentrecht verschuldigd is.
Het thans aangenomen art. 1 luidt als volgt
„Er wordt van de ingezetenen des Rijles, onder d$o
naam van rentebelastingeene directe belasting geheVen
naar hun inkomen uit:
„lo. Effecten, waaronder bij deze wet worden verstaan;
inschrijvingen en certificaten ot' bewijzen van deelne-
ming en in obligatiën of schuldbrieven van leeningen,
schulden of geldopnemingen, aangegaan ot gedaan door
Staten, vorsten, provinciën, steden, gemeenten, water
schappen, dijk-en polderbesturen, veenschappen; inschrij
vingen en certificaten of bewijzen van deelneming in
en obligatiën of schuldbrieven van binnen- of buiten
lands gevestigde zedelijke lichamen, corporatien, ge
stichten, genootschappen, banken, reederijen, maatschap
pijen, ondernemingen, onverschillig onder welke bena
ming deze inschrijvingen, certificaten, bewijzen, obliga
tiën en schuldbrieven mochten zijn uitgegeven.
„Onner effecten zijn reederscedels niet begrepen.
2o. „.Geldschietingen en commandite.
,,80. Rentegevende schuldvorderingen niet reeds onder
lo. en 2o. begrepen, onverschillig of de rente afzon
derlijk bedongen dan wel in de aflossing verscholen is
en of de schuldvorderingen al dan niet zijn verzekerd
door pand, scheepsverband, bodemerij, hypotheek op
goederen binnen of buiten het Rijk, borgtocht of op
andere wijze.
„4o. Lijfrenten, jaarrenten, tontines, contracten van
overlevering.
Een laatste deel van dit art. luidende.
Inkomen uit effecten en schuldvorderingen, in dit
artikel bedoeld, welke de bestanddeelen uitmaken van
het bedrijfskapiiaal van kooplieden volgens de bepaling
van art. 2 van het Wetboek van koophandel, is niet aan
de belasting krachtens deze wet onderhevig."
PIETJXLLETON
De Petitie vror Regtent van welke wij in onze
nommers spraken, heeft hare actualiteit en haar
belang niet verloren door de nadere voorloopige
overeenkomst tusschen de Boeren en het Engelsch
Gouvernement. Wanneer de Petitie alleen ware een
Memorie van Grieven, enkel eene uiteenzetting van
feiten om aan te toonen, dat de Kaapsche Regeering
de Boeren zeer wederrechtelijk behandeld heeft, zou
men kunnen beweren, dat Engeland genoeg deed en
genoeg voldoening aan de Transvalers gaf, wanneer
hef de rechtmatigheid hunner grievend erkende en de
Kaapsche Regeering ongelijk gaf. Doch de Petitie
wil iets anders en meer; zij wil de openlijke en
formeele erkenning door Engeland, dat de Zuid—Afri-
kaansche Republiek aan de Afrikaners toebehoort en
niet aan de Engelschen dat de Republiek staat tegen
over Engeland als een zelfstandige, mondige, gelijk
gerechtigde staat, en niet als een ooderhoorige.
Daarom gaan we voort met de geschiedenis van het
verzet, zooals dat zich in de laatste maanden heeft
voorgedaan
„Het was één stem door het land: de zaak Bezui-
denhout is de zaak van het volk, hij heeft geweigerd
de belasting te betalen, en zijn vrienden hebben hem
beschermd en te recht wat wij zijn geld schuldig aan
het Engelsche gouvernement.
Het scheen één oogenblik, dat de regeering in
Pretoria tot het besef ontwaakte van den diepen ernst
is door den Minister bij een later te behandelen arti
kel gevoegd.
Vooraf was met 44 tegen 37 stemmen verworpen
een voorstel van den heer van Houten, om van de
rente gerekend tegen 4°/o-van het op zekeren aan te
wijzen dag de9 jaars aanwezige kapitaal belasting te
betalen.
Het regeeringsontwerp belast werkelijk genoten
inkomst. Het voorstel van den heer van Houten
bedoelde renteberekening naar bezeten kapitaal.
Voor hebben gestemd de heeren van Gennep, Rut
gers van Rozenburg, Bastert, Lenting, Idzerda, Kool,
Blussé, Humalda van Eysenga, Nijst, de Vos van
Steenwijk, van Delden, Schagen van Leeuwen, Brou
wers, Bergsma, van Blom, Arnoldts, de Meijier, Lief-
tinck, van der Linden, Viruly Verbrugge, van der
Kaay, Wybenga, Lambrecb.ts, van Rees, Tak van
Poortvliet, Sickesz, Schepel, Goeman Borgesius, Pa-
tijn, Gleichman, Ruys van Beerenbroek, de Ruiter
Zylker, van der Eeltz, Dirks, van Eek, Rombach, van
Ösenbruggen, Oldenhuis Gratama, Hingst, Rögl, Bre-
dius jr., de Beaufort, Sandberg, Gremers, Haffmans,
Holtzmau, Proger, W. van Dedem, de Bruyn Kops,
Mees, van de Werk en de Voorzitter.
Tegen hebben gestemd de heeren Seret, de Bruyn,
van der Schrieek, Mackay, des Amorie van der Hoe
ven, Wiutgens, Reekers, Borret, Schimmelpenninck,
Vermeulen, van Baar, van Wassenaer van Catwijck,
de Casembroot, Donner, de Jonge, van Nispe.n tot
Sevenaer, de Savornin Lohman, Heydenrijck, Schim-
melpeninck van der Oye, Insinger, van der Hoop van
Slochteren, Corver Hooft, Keuchenius, Bichon van
IJsselmondc, van Houten, Schaepman, van Kerkwijk
van Asch van Wijck, Bahlmann en A. van Dedem.
Met 1 April vangt, op de lijn VlissingenQueeus-
boroLonden een nieuwe en belangrijk verbeterde
dienst aan. Ingevolge overeenkomst met de Duitscbe
postadministratie zullen voortaan Duitsche brieven ook
van het volk. Zoo althans kan men de zending van
den heer Hudson naar het leger bij Schoonspruit
verklaren. Wat daar voorviel is kort maar duidelijk
opgegeven in art. 27 onzer eerste proclamatie. Maar
dat oogenblik was kort, en twee dagen voor den dag
der Volksbijeenkorast vaardigde Sir Owen Lanyon
eene proclamatie uit, waarin hij te kennen gaf, dat
hij gehoord had, dat eenige ontevredene onderdanen
van Hare Majesteit, in eene publieke meeting zouden
bijeenkomen, met het doel om overtreders van de wet
en rebellen te gaan verdedigen tegen de wettige over
heid, maar dat ieder, die daaraan met raad of daad
medewerkte, zou vervolgd worden volgens de ge
strengheid der wet.
Er was nu geen uitweg meer, Sir Owen Lanyon
had dien afgesneden. Toegeven in de zaak van
Bezuidenhout en Gronjé stond gelijk niet de erkenning
onzerzijds van het recht der tijdelijke regeering in
Pretoria, om belasting te heffen.
Het was noodzakelijk zoo spoedig mogelijk te
voorkomen, dat onze ernstige politieke strijd afdaalde
tot het lage peil van eene gewone criraineele ver
volging, waarbij de vervolger alle macht, en nog
bovendien den schijn der wet aan zijne zijde zou
hebben.
Wij hebben het terrein der wet behouden elke
andere stap zou ons tot rebellen gemaakt hebben. Wij
zijn aan H. M. de koningin respect schuldig, maar
geen onderdanenplicht. Wij konden haar dus geen
grooteren dienst bewijzen dan door onzen eerbied te
toonen voor wet en vrede.
via Vlissingen verzonden kuunen worden. Men hoopt
de reis van Berlijn naar Londen en omgekeerd in
od ge veer 24 uren te kunnen bewerkstelligen. Veel
oponthoud en ongemak zullen vermeden worden, door
dien rechtsteeks ingeschreven bagage niet meer, gelijk
thans, te Queenboro gevisiteerd zal worden. Zulke
bagage gaat rechtstreeks naar Londen en wordt daar
aan het Victoria-station gevisiteerd. (JV. R. C.)
In het Vaderlarid kwam dezer dagen een opmer
kelijk ingezonden artikel voor betreffende het ontslag
van generaal Van der Heyden.
Daarin wordt in herinnering gebracht hoe in Octo
ber 1879, op voorstel van den minister van Koloniën
machtiging werd verleend, om het burgerlijk bestuur
in Atjeh in te voeren, en toen reeds verbreidde zicb
het gerucht, dat de heer Pruys van der Hoeven, des
tijds in Nederland, hiermede zou worden belast. In
December '79 ontving generaal Van der Heyden van
den Gouverneur-Generaal aanzoek om in den aanvang
van '81 zijn ontslag te vragen, daar de Gouverneur-
Generaal den tijd gekomen achtte dank zij de
energie en voortvarendheid van generaal van der
Heyden om, met het oog op den ingetreden gun-
stigen toestand van Atjeh, een civiel persoon als
gouverneur en regeeringscomraissaris derwaarts te zen
den. Tevens werd den generaal verwittigd, dat er
voorstellen waren gedaan om zijne diensten te beloonen.
Generaal v. d. Heyden antwoordde, dat hij nog geen
behoefte aan rust hadwerd hem last gegeven om
heen te gaan, dan zou hij gehoorzamen.
Den 14den Januari 1880 schreef hem de Gouverneur-
Generaal dat hij tot luitenant-generaal was benoemd,
dat hij Gouverneur-Generaal met den minister van
Koloniën reden meende te hebben om te gelooven,
dat het des generaals verlangen was om na de krijgs-
operatien van zijn vermoeiende en inspannende taak
uit te rusten. Een civiel gouverneur zou worden
benoemd. Een maand daarna volgde de benoeming
tot gouvernements-commissarissen van de heeren van
Onze Volksraad, het hoogste gezag in het land,
was in Maart 1877 verdaagd. Het eerste wat ons te
doen stond, was dien samen te roepen. De wet wees
aan, docr wien dit moest geschieden. De president,
het land verlaten hebbende, was de vice-president, de
heer S. J. P. Kruger, de aangewezen persoon. Hij
deed zulks en de Volksraad vergaderde op 13 Decem
ber 1880.
In onze tweede proclamatie staat alles uitvoerig
beschreven, wat sinds gebeurde. Wij staan als man
nen van eer er v0or in, dat elk woord daarvan de
zuivere en onvervalschte waarheid is. Onze geheele
zaak is een zaak van waarheid en rechtzij kan
alleen door de waarl eid zegevieren leugenachtige
voorstellingen de wereld rond te zenden en langs de
telegraafdaad naar Engeland te seinen, laten wij aan
onze vijanden over.
Hat er bloed gestort is, is niet onze schuld. Sir
Owen Lanyon heeft de order gegeven voor het los
branden van het eer9fe schot. Men leze van onz®
tweede proclamatie, de art'- 6, 8 en 18, 19, 20, 21,
Wij schrijven aan den administrateur van de Transvaal
geen hedoelingen toe, die hij niet gehad heeft. D$
feiten spreken voor zich zei ven.
Indien majoor Clarke in Potchefstroom niet had laten
vuren, indien kapt.. Churchill niet de militair^ order,
had uitgevaardigd (zie art. 20) zoade^ 0nze maunei
van Potchefstroom met, de gedekte eerste proclama
tie naar PaardenkraH, 0f wej ngar Heidelberg zijn
teruggekeerd (le^ Le.v'(Ten|Hir£SCjie t,roepen zonden wij
naar Pretoria hehloeil iHten doortrekken, en wij zonder.