|terh, ^riiool en ^enting GEMENGDE BËRIOH I'EN. BINNENLAND. na 1 April exemplaren van dit geschrift, in toerei kenden getale verkrijgbaar zijn, zoowel voor belang hebbenden, als voor hen diegenegen zijn het geschrift in hun kring te verspreiden. De heer Keuchenius heeft verlof bekomen om den minister van koloniën te interpelleeren over de on gedachte wijziging in het bestuur van Atjeh. Hij stelt de volgende vragen 1. Welke gunstige veranderingen hebben in den toestand van Atjeh en in onze betrekkingen tot de verschillende staten en hunne bevolkingen plaats ge grepen, dat de gouverneur-generaal, weinige weken voor zijn aftreden, thans geen bezwaar ziet, gebruik te maken van de machtiging, hem in October 1879 verleend 2. Welke zijn de gewestelijke organisatiën en de regeling van het rechtswezen, in Atjeh ingevoerd? 3. Welke is de invloed daarvan op eene verminde ring van de militaire strijdkrachten en van de daar mede verbonden uitgaven? en 4. Gaat de maatregel gepaard met het ontslag van den luitenant-generaal VaD der Heyden als gou verneur van Atjeh? Deze interpellatie werd op een naderen dag be paald, niet te spoedig, vroeg de minister van koloniën, want: „ik weet nu niets meer dan het telegram inhield en ik wachtschriftelijke toe lichting." Het U. D. meent, naar zekere bronnen, te kunnen mededeelen, dat de generaal v. d. Heyden in deze zaak nit-t gehoord is, althans dat hij voor het oogen- blik de verwisseling vaü militair in civiel bestuur nog niet wenschelijk achtte. afloop van den oorlog het uitgeputte land ter hulp te komen, het organiseeren van een meeting van afge-» vaardigden van verschillende plaatsen van Europa om de rechtsquaestie te bespreken. Ziedaar de hooldpunten die in overweging zijn genomen. Vlissiugeii. Den 12den Maart jl. werd alhier de gewone tweetnaandelijksche vergadering gehouden van de afdeeling „Zeeland" der vereeniging van chris«= telijke onderwijzers in Nederland. Bijna alle leden waren aanwezig. De vergadering werd bovendien bezocht door ds. De Gaay Fortman, van Vlissingen. De onderwerpen „Peirus bevrijding, naar aanleiding van Handelingen 12," en „Hygiëne", lokten eene aangename en leerrijke discussie uit. Aan het einde der vergadering legde de heer P. Voerman zijn ambt van president neder, door zijn aanstaand vertrek naar Arnhem. Namens de vergadering dankte de heer Postma hem voor zijne diensten aan de afdeeling bewezen en wenschte hem ook in zijn Dieuwen werkkring 's Hee- ren zegen toe. In zijne plaats werd tot voorzitter gekozen de heer Postma van Biggekeike, die deze betrekking wel willend aanvaardde. De volgende vergadering zal, D. V., gehouden worden te Biggekerke, in den loop van de maand Mei a. heid een vloek. Men berooft zich van den zegen van een eigen huis en haard, een eigen werk kring, eigen brood en kle*d» Men berooft zich Van het genot, de levensvreugde, de tevreden heid die dea rbeid schendt. Amerika en Zuid-Afrika kunnen ons leeren dat godsdienst en zedelijkheid door emigratie krachtig bevorderd worden. Behalve de mededee- lingen in dit opzicht van zoo veel, van zoo vertrouw de zijden uit Trans vaaal tot ons gekomen, blijkt dat ten duidelijkste uit het leven in de Ver- eenigde Staten van Amerika. Indien men de groote steden in Amerika uitzondert, kan men veilig aannemen dat het godsdienstig en zede lijk leven in Amerika hooger staat dan in de meeste Staten van Europa. Toch, men weet het, niet alle emigranten waren van godsdienstigen zin en van onverdachte zedelijkheid. Men heeft wel eens overdrijvende gezegd, dat het Schuim der natie daarheen gaat. Dit nommer brengt ons de gewichtige tijding dat naast de Vereenigde Staten in Amerika ook thans een onafhankelijk land in Zuid-Afrika voor onze ondernemende jongelieden openstaat, waai de rijke bodem slechts op arbeid wacht waar onze taal en onze zeden voortleven waarde godsdienst onzer vaderen in eere is en waar eene geschiedenis, in zoovele opzichten aan de onze gelijk, banden gelegd heeft, die, zoo we hopen, de toekomst steeds nauwer zal toehalen. Gewichtige tijding, die ons stemt tot blijd schap en dank. Middelbnrg. De op heden gehouden collecte voor de hulpbehoevende in den Tranvaalheeft be reids opgebracht de somma van f 1082,61. Als eerste bijdrage voor de Transvaal werd heden morgen bij ds. Nonhebei bezorgd, eene collecte, ge houden door de leerlingen van de christelijke burger school vau den heer van Linschoten, ten bedrage van f 17,08. Biffffekerke, 21 Maart. Heden vereenigden zich een achttal inwoners alhier, om in aansluiting aan het Comité te Middelburg, op Maandag en Dinsdag eene collecte aan de huizen te houden, ten voordeele der hulpbehoevenden in de Transvaal. Dat in alle plattelandsgemeenten van Walcheren daartoe besloten werd De directeur vau de Rijks-postspaarbank, de heer A. Kerdijk, heeft een klein geschrift uitgegeven, waarin op eene voor ieder bevattelijke wijze de werking en het nut van deze instelling als ware het verteld wordt. Aan des heeren Kerdijk's verzoek, om het geschriftje in zijn geheel over te nemen, kunnen wij, door gebrek aan ruimte niet voldoen. Doeh aaD alle post kantoren, alsmede aan die hulpkantoren, die voor den dienst der rijks postspaarbank geopend worden, zullen grenzen tusschen de Zoeloes en de republiek ten nadeele der republiek, hij heeft niet gehoorzaamd aan de uitdrukkelijke voorwaarde voor eene eventueele annexatie, hem gesteld door lord Carnarvon, hij heeft de regeeriug eu bet volk der republiek bedreigd met een inval van H. M's troepen en met een inval der Zoeloes, verklaarde dat indien de republiek niet toegaf, hij zijn hand die nu de Zoeloes in bedwang hield, zou terugtrekken en op den 1». April 1877, heeft hij niettegenstaande het ernstig protest der regeering de vlag van H. M. geheschen. ^laar hij wist, dat hij een onrecht beging, en daarom is hij niet zoover gegaan van te beletten, dat twee ambtenaren der regeering, als ambtenaren dat protest naar Engeland overbrachten. Bij dat protest behield zich de regeering het recht zijner soevereini teit voor. Uit den aard der zaak spreekt dit van zelf, maar het staat bovendien duidelijk in dat protest te lezen. Wij verwijzen bier naar art. ^.1 voor onze eerste proclamatie. Een der rechten van een souverein volk is de ver dediging zijner onafhankelijkheid met de wapenen in de hand tegen allen, die daaraan lagen leggen. Om de redenen, opgegeven in het besluit vau den Uit voerenden Raad (zie hetzelfde art. 11), hebben wij in April 1877 geen gebruik van ons recht gemaakt, Hebben wij het 'daarmede opgegeven of verbeurd. Dit kan alleen een leek in de beginselen van het volkenrecht beweren. Een recht moge slapen maar De Ticeede Kamer houdt zich nog steeds bezig met de beraadslagiagen over de wet tot heffing van eene rentebelasting. Over deze langdurige diseussie spreken we Vrijdag een enkel woord.- Door de heeren Haffmans, Arnoldts, Ruijs, Lam- brechts en Nijst is een amendement op de wet tot heffiLg van rentelasting voorgesteld, met de bedoeling om het aanbod van den eed tj vervangen door de verklaring op eer en geweten. De vrede met Transvaal is op eervolle wijze her steld, maar den indruk door deze gebeurtenis gemaakt blijft. In de laatste maanden is ons de Zuid-Afri- kaansche republiek geworden, als een der provinciën van Nederland. Het verheugt ons, dat het Am- sterdamsch Transvaal-comité het ook aldus begre pen heeft, en er op dit oogenblik onderhandelingen met het Utrechtsch comité reeds geopend zijn, of althans eerstdaags geopend zullen worden, om een meer blijvende Vereeniging, waarbij de bestaande comités zich zulleu kunnen aansluiten, tot stand te brengen. Men heeft het oog gevestigd op een Ver eeniging, waarvan men tegen betaling eener contributie lid zal kunnen worden, waarvan het Hoofdbestuur, onder eerevoorzitterschap van prof. Harting, gedeeltelijk te Amsterdam woonachtig, verkozen wordt door de leden. Komt het tot uitvoering van dit plan, dan zai na een niet te lang tijdsverloop een algemeene vergadering gehou den worden. Men zal zooveel mogelijk plaatselijke comités trachten te winnen, het houden van plaatselijke collecten, het bepleiten der zaak bij de Regeering, het bezielen der publieke opinie, het inlichten van het buitenland, het vormen van een fonds ten einde na sterft niet dan door de wet. En welke wetten of be sluiten, of proklamaties de Engelsehen in Pretoria ook mogen uitgevaardigd hebben, het volk der Zuid-Afri- kaansche republiek heeft daartoe nooit medegewerkt, en deze zoogenaamde wetten blijven dus rechtens een zijdige verklaringen van een der twee in geschil zijnde partijen, die van zijn tijdelijke macht gebruik maakte, om de andere te dwingen. Maar daar is meer. Wij, het vrije volk der Zuid-Afrikaansche republiek, hebben dit souvereine recht van ons nooit slapende, maar altoos levend gehouden, door verschillende daden. Viermaal in deze vier jaren is het volk in openbare bijeen komsten tezamen gekomen. In 1878 heeft het volk een tweede deputatie benoemd, om ziju weigering van Britsche onderdanen te wezen, aan de Engelsche regeering over te brengen. Toen deze deputatie onver richter zake terugkeerde, kwam het volk in massa in Maart en April. 1879, bijeen, en had daar het be roemd onderhoud plaats met Sir Bartle Frere, en bracht eenen Hoogen Commissaris er toe om de Memorie aan H. M. de Koningin van Engeland, met zijne begeleidende depeche te zendén. Wij verwijzen kort heidshalve naar beide stukken. In December 1879 kwam het volk ten derde male bijeen. Toen was het dat de teerling werd geworpen en indien onze vij anden het nn laten voorkomen, alsof wij in 1880 onverwacht eu onbezonnen een" stap gedaan hebben, door niemand te voorzien, dan is het voor ons bijua onbegrijpelijk, hoe men met het oog op de besluiten, Binnen 14 dagen wordt met de werkzaamheden voorden stoomtramweg tusschen Middelburg en Vlis singen begonnen. Den 15 Juli hoopt men den dienst te beginnen. Gisteren is op de bank voor Zoutelande totaal verongelukt de Engelsche brik Sint Clair, van New castle met steenkulen, bestemd naar Middelburg. De opvarenden zijn door een sleepboot gered en te Vlis singen aangekomen. Een gruwelijke moord is in den nacht tusschen Zondag en Maandag in het gehucht Smeermaas nabij Maastricht gepleegd. Men vond Maandag oohtend het lijk van de weduwe B. met schier geheel afgesneden hoofd onder het beddegoed voor de bedstede liggen. De opengebroken kasten bewezen onmiddellijk dat diefstal de drijfveer van dien moord was. De grensscheiding tusschen Nederland en Belgie loopt dwars door de Smeermaas, en de moord bad op het Belgisch gedeelte plaats. Niettemin was de ver moorde en zijn de vermoedelijke moordenaars Neder- landsche Limburgers. De wed. B. dreef een ijzerhandel en tegelijkertijd een herberg. Zondag avond ontving zij nog laat het bezoek van drie landslieden, evenals zij van het stadje Sittard herkomstig. Deze drie individuen van de slechtste reputatie hadden zich reeds in den namiddag op de Smeermaas vertoond. Een huneer bad er een roggebrood gekocht, en een gedeelte van dergelijk brood werd Maandag ochtend in den tuin van de wed. B. gevonden. Twee vagebonden waarvan een gevat is, hebben de weduwe daarna vermoord. De acte van beschuldiging tegen de deelnemers aan den moordaanslag te Peiersburgis gisteren bij den Senaat ingediend die ze aan de beschuldigden Russakoff, Gelia- daar genomen, nog den moed heeft dit te durven vol houden. Opeabaat werd in de bijeenkomst van 1017 December 1879, de vlag der Zuid-Afrikaansche Republiek geheschen en onder hare bescherming werden de besluiten genomen, die in Artikel 18 van onze eerste Proclamatie zijn opgenomen. De uitvoering daarvan werd verschoven tot April 1880. Waarom Om aan de Engelsche Regeering tijd en gelegenheid te geven, zooals in Art. 4 duidelijk te lezen staat, langs vriendschappelijken weg tot eene schikking te komen. Zoo officieel mogelijk werden deze besluiten aan den hoogsten vertegenwoordiger van Engeland, die destijds in onze sireken was, aan Sir Garnet Wolseley toegezonden, met verzoek daarvan kennis te geven aan het Hof van St. James. Wij deden ons best om er zoo veel mogelijk publiciteit aan te geven, zij werden rechtstreeks toegezonden o. a. aan den Right Honorable W. E. Gladstone. Het staat aan de En gelsche Regeering niet vrij, nu onkunde voor te wenden. Wat er nu door ons is gedaan, wat wij nu beweren, of wat wij nu aanbieden, is door ons een jaar geleden gezegd, dat wij doen zouden, openbaar kenbaar gemaakt e.) beloofd. Het mag misschien ge vraagd worden, waarom de destijds aangekondigde veigadering in 1880 niet is doorgegaan? Het ant woord op die vraag is vervat in Art. 20 der eerste Proklamatie. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 2