Nieuwe Goesche Courant,
,0e personen niet; ie beginselen iel,"
Christelijk-historisch hlad voor Zeeland.
Dinsdag 1o Maart.
X". 725.
li?8i.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
P**ijs per drie maanden franco1,50.
UITGA VR VAN
P. G. WIJ T31 AU, tc Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, Ie Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
De beginselen, maar niet de personen moet
men bestrijden tegen de eerste en niet tegen
de laatste moet men te velde trekken, hebben
we reeds o zoo dikwerf hooren zeggen en
gelezen.
En schier zoo dikwerf als we dat hoorden
of lazen hebben we onszelf aangevraagd of die
meening wel opgaato± men met dat zeggen
geen gevaar loopt om eenzijdig te worden, of het
in de praktijk altijd wel uitvoerbaar, wel vol
te houden is.
Men loopt er, dunkt ons, ten slotte mêe vast.
Men zal ondanks zijne eigene schoonklin
kende phrase o zoo menigmaal anders handelen
en moéten handelen.
Naar onze bescheidene meening ligt ook hier
de waarheid in het middenen vervalt men
ook hier zoo licht in het eene of andere uiter
ste, naar stuurboords- of naar bakboordszijde.
»Het eene uiterste
Wel, er zijn menschen, die personen uit
oorzaak van het beginsel door hun voorgestaan
haten met een volkomen haatöf, is het al zoo
erg niet, dan toch trachten te benadeelen op
elk gebiedmenschen, die van personen, die
hün beginsel niet zijn toegedaan niets goeds
kunnen hooren of gelooven die letterlijk alles,
dus ook de dingen, de handelingen en ver
richtingen, die met het beginsel niets hebben
te maken, scheef aanzien en daarom verkeerd
uitleggen en exploiteeren.
Dit nu is verkeerd. Dat moet elk welden
kend mensch ten zeerste afkeuren. Dat is in
strijd met een ander, met een zeer waar ge
zegde, met het gezegde »dat men het goede
zelfs in zijn tegenstander moet erkennen
waar hij te waardeeren en te erkennen is, moet
men dat ook met vreugde en blijdschap doen.
En, in wat van onzen tegenstander komt
niet alleen nooit iets goeds te kunnen zien,
maar zelfs hem te haten, overal, hetzij publiek
of geniepig, tegen te werken, of op eene wijze
te bestrijden, waarbij de weêrzin telkens door
de kieren gluurt en hij noodwendig veeleer dui-
velsch dan gewonnen en overtuigd wordt, dat,
mijne lezers is in iedereen te laken, en 't is
ongetwijfeld in strijd met het christelijk-histo-
risch belijden.
Immers, dat heeft onze Heer en Heiland
nooit gedaan.
Dat kon Hij niet," wiens leven en leer elkaar
volkomen dekten dat kon Hij niet, Die ons
bevolen heeft onze naasten, ja zelfs onze vij
anden lief te hebben.
Het tegendeel nu te zien of te moeten on
dervinden van hetgeen Jezus zegt, dat ons
tegenover onze tegenstanders betaamt, kan
onzes inziens mede oorzaak zijn geweest, dat
men tot het boven afgeschreven gezegde en alzöo
tot het tegenovergestelde uiterste is gekomen.
M. a. w., de zoo even besproken onware en
onwaardige bestrijding van personen kan ande
ren tot den uitroep hebben gebrachtde perso
nen nietmaar de beginselen wel
Met dien uitroep, en aan de hand van die
lenze nu zijn, naar het ons voorkomt, velen in
het tegenovergestelde uiterste vervallen of, loo-
pen althans gevaar er in te vallen.
Deze leuze zou, ons bedunkens, eerst dan een
zeer goede zijn en volkomen opgaan, als n. 1
beginselen en personen volstrekt twee waren er
niet één; indien men beginselen kon zien wer
ken en heerschen zonder personen te aanschou-^,
wen, die ze hebben beleden en voorgestaan of,
die ze nog belijden, en ingang trachten te
doen krijgen^In het algemeen gaan de beginselen
dan ook niet vóór de personen maar wel de
personen vóór de beginselen.
De beginselen zweven niet in de lucht, zit
ten niet in hoornen en planten, zijn niet in de
wereld gebracht door de koeien, ja worden niet
gepopulariseerd zelfs door de apen, van wie, naar
wel de Du. puisten hebben gezegd, de menschen
afstammen
Denkende en willende wezens slechts hebben
beginselen en planten beginselen voort.
En als men, na^it te hebben toegestemd,
toch blijft zeggen wij moeten de beginselen
en niet de personen bestrijden", dan wil men
onzes inziens ook scheiden, wat wel in enkele
gevallen, maar niet in het algemeen te schei
den isdan jaagt men een utopie na, dan loopt
men gevaar voor ziekelijke philantropie, dan
handelt men anders dan de Heere der Heir-
scharen en Zijnen eenigen Zoon, Jezus Christus
en hunne gezanten, n&ar luid der H. Schriften,
hebben gedaan.
Deze immers bestreden de personen om hunne
verkeerde beginselen en voor zoover zij ver-
FEU ILLETON.
Met gatling-guns en Swasies hulp,
Daarmee weet hy te stry.
As hy met overmag van volk,
En al die oorlogstuig,
Met swakke nasies oorlog maak,
Danuitroei, sterf of buig 1
As hy in welversterkte forts,
En agter skanse leg,
Dan is die Brit verbasend sterk,
Wee dan wie met hom veg
Maar bring hom op die vlakke veld,
En geef hom net syn roer,
Dan stuif syn mag uiteen soos kaf,
Ver die veragte boer.
Dit het ons weer op nuw gezien,
Denk maar aan Bronkersspruit,
Daar het 'n handvol, „lafaard Boers"
Syn overmoed gestuit.
n.
Dingaansdag 1) was verbygegaan,
Die vryheidsvlag geplant,
1) Verjaardag van de overwinning der Boeren op
den Zoeloe-koning Dingaan 16 Dec. 1839.
Die Republiek in eer hersteld,
En vreugd vervuld die land.
Die Brit, van waan en hoogmoed dol,
Die geef die eerste vuur
En stort die eerste onskuldig bloed,
Helaas dit kos hom duur.
Genoeg getergd, te lank vertrap,
Tot barstens ingetoom,
Een enkele kreet deürgalm die lug,
Toen burgerbloed daar stroom
Drie honderd Britte uit Lydenburg,
Met wagens, kruid en kos,
Trok na Pretoria op tot hulp,
Om Lanyon te verlos.
Kaptein Joubert ontvang 'n brief,
Dat hy die mag moet keer;
En as hul dit nie goedskiks wil,
Dan moet hy hul dit leer.
Met honderd vyftig dapper mans,
Wag hy die vyand op
Op 20 van Decembermaand,
'T was één uur op die kop.
Ontmoet hy hul by Bronkerspruit,
Met vaandel en trompet
Onder den titel
Die slag bij Bronkers' Spruit,
20 December 1880
komt in de Afrikaansche Patriot van „Oom Paul
het volgende verhaal voor, dat om de naïve eenvou
digheid, en ongekunstelde waarheid, ruime bekendheid
verdient
Geen volk op aard in eigen oog
So dapper as die Brit
Dis daarom seg hy dat hy ook
So menig land besit.
Regtverdigkeid is steeds syn leus,
Geen brawer man op aard;
Hv is in syn geskiedenisboek
Ver heldendeugd vermaard.
Ver onreg het hy nooit gestry,
Daar is nie van te praat;
Ed kryg hy ooit die nederlaag,
Dan was dit met verraad.
Met dynamiet en grof geskut,
Bom, vuurpyl-battery,