Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland.
Donderdag' 10 Maart.
Rf°. 723.
DE VRIJHEID VAN DEN REVOLUTIEMAN.
I «81.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- UITGAVE VAN Prijs der Advertentiën:
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen P. fi. WIJT BAN, te Middelburg Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1
P-ijs per driemaanden francof 1,50. en regels ƒ1,— Iedere regel meer 15 cents.
Enkele nommers- 0,05. Wed. L C. BE JONGE, te Goes. Liefdegaven 6 cents per regel.
Wat is dan die vrijheidwaartegen de volgers
der Heilige Schrift en zij die zich door de ge
schiedenis laten leeren zoo hevig gekant zijn
Is er wel grond voor die afkeuring, waarmede
zij haar afkeuren Heeft zij in de practijk zich
dan zoo onzinnig betoond Het antwoord op
die vragen kunt gij zelf geven, lezers, wanneer
ge maar hoort wat die vrijheid volgens de
woorden harer apostelen moet zijn, en wanneer
ge verneemt welke heilrijke gevolgen de toe
passing dier vrijheidsbeginselen overal beeft
gehad.
De mensch moet waarlijk vrij zijn, zich naar
den drang zijns harten vrijelijk kunnen bewe
gen, eerst wanneer dit geschieden kan, zegt de
revolutieman, is er vrijheid. Maar revolutieman
zeggen wij hoe kunt ge dat willen? De schrift
zegt ons: Arglistig is het hart, meer dan eenig
ding ja doodelijk is het, wie zal het kennen,
(Jer. 17 9), en onze Heere Jezus, die bij u
dau toch nog wel eens wordt genoemd zeide,
juist: ïvan binnen uit het hart des menschen
komen voort kwade gedachten, overspelen" en
allerlei slechte dingen hoe kunt ge dan ver
langen dat onbeperkt ieder mensch zich moge
bewegen en moge handelen naar den drang
zijns, immers zoo verdorven, harten Doch wij
mogen dit al verwonderd vragen, men zal ons
antwoorden komt gij nog met de nachtschuit
Wij weten het beter en de mensch is goed en
groot, zijn hart edel, en wat gij ons moogt
tegenvoeren vrijheid blijven wij eischen,
ongebonden vrijheid voor ieder om te doen wat
zijn hart hem ingeeft. Dus het is duidelijk,
de vrijheid van den Revolutieman is. deze: aan
niemand of niets onderworpen te zijn, dan al
leen aan eigen wil. Nu, goed dat wij het weten.
Maar, voorstander dier vrijheid, hoe en waar
wilt ge die zoogenaamde vrijheid dan wel in
toepassing brengen? zijn wij toch gedrongen
te vragen. Want bedenk, de mensch staat niet
alleen op de wereld, en ge weet toch zooveel
hoofden zooveel zinnen. Welk land zal in orde
en rust kunnen zijn, wanneer er uwe leer al
gemeen ingang zal vinden Maar ziet, met een
glansvan geestdrift op het gelaat, zal de alzoo
aangesprokene ons antwoordenziet nu, nu
is het goed. Nu ge niet meer zoo streng af
keurt, maar inlichtingen vraagt, zal ik u die
geven. Hoort dan welk schoon middel onze
apostelen er op uitgedacht hebben, opdat de
vrijheid van een ieder tot zijn recht kome, en
er toch orde in de huishouding der volken zij.
»De zaak is eenvoudig. Een iegelijk is vrij,
is zijn eigen heer en meestermaar allen te
zamen kiezen een eenhoofdig of veelhoofdig
Ditvoeiend Bewind, eene Regeering door den
Volkswil gekozen en bestuurd, eene Regeering
die geregeerd wordt, eene overheid verheven, als
de hoogverheven windwijzer, die zich naar de
wisselende vlagen van den Volkswil iijdelijk
heen en weer wendt. De regeering is aan het
volk, aan de vertegenwoordigers van het volk
ondergeschikt en, omdat ik ook tot het volk
behoor, omdat ik voor de keus van de ver
tegenwoordiging mede een stem heb omdat ik,
evenzeer als een ander, medelid beu van dat
souvereine volk, hetwelk recht heeft de regee
ring te verjagen als ze niet bevalt, daarom heet
ik vrij, daarom gehoorzaam ik, zegt men, aan
een bestuur dat ik zelf gevormd, aan wetten
die ik zelf gemaakt heb. Daarom kon (onze
profeet) Lamartine (eens) aan het gepeupel van
Parijs zeggen; gij zijt allen souverein! (Groen
Versp. Gesch. I pag. 263.)
Nu, ge belooft veel, revolutieman, maar wij
zijn nog niet gewonnen. Want ziet, ieder, zegt
ge is vrij, is een deel van den souverein, van
hem die regeert. Maar hoewel ge dat zegt
merken wij daar toch niet veel van, in tegen
deel wij worden geregeerd. Of spraakt ge ook
niet van eene regeering Maar, hooren wij ons
door den revolutionair weder toevoegen, zeker
er moet eene regeering zijn, maar gekozen door
u, door het volk, en daarom zijt gij eigenlijk de
regeerder en vrij.Dus die niet mogen kiezen, zooals
zoovelen in ons goede land zijn niet vrij Maar
die dan mogen kiezen, wat gelukkige menschen
zijn zij toch! Hoort ge wel buurman kiezer, wij
zijn toch maar de heeren van het land, wij stel
len in de regeering aan wien wij willen. Zoo
buurman? Maar hebt ge dan niet gemerkt dat
onze candidaat den vorigen keer niet gekozen was,
niet in de regeering kwam De meerderheid der
kiezers was tegen hem, en daarom was onze
vrijheid om regeerders te benoemen voor dien
keer geheel en al zoek. Ja het is eigenlijk de
meerderheid die de regeering aanstelt, maar de
groote minderheden wat ge hun ook beloof-
det, voorstander der revolutiebeginselen, ze tas
ten en zien dat uwe beloften nooit verwezen
lijkt kunnen worden. De meerderheid zoeken te
verkrijgen, dat is heden de kunst, en hierin zijn
werkelijk >de kinderen dezer wereld" voorzich
tiger, behendiger dan »de kinderen des lichts."
Als dus dit de beloofde revolutionaire vrijheid
moet zijn, vrijheid om eigen wil en zin te vol
gen, dan vinden wij veeleer dat het in 't geheel
niet op onze vrijheid volgens de Schriften gelijkt.
Maar wij willen uwe beginselen nog verder in
hun werk zien, voorstander der nieuwere vrij-
heid. Als nu de regeering, door u gekozen en
aangesteld, eenmaal op het kussen gekomen
geheel anders doet dan ge wilt, u erg tegen/
valt wat dan Wel antwoordt men ons, da,
mag het souvereine volk de regeering verjagen, die,
vrijheid heeft het. Zoo, beter gez6gd dau gedaan.
Of meent ge dan werkelijk dat de mannen die
u niet meer bevallen, zich zoo maar zullen laten
wegzenden Denkt ge, dat ze het u zullen toe
geven, wanneer ge zegt, dat zij, die de vrijheid
moesten handhaven, dit niet dfi.cn. Wel, wij
weten het beter. Diegenen uwer mannen, welke
ooit de macht in handen kregen, hadden altijd
gelijk. Zij wisten het altijd zoo te wenden en
te keeren, dat ze geheel onschuldig warenZeker
het kan niet anders. Waar het gezag altijd be
vreesd moet zijn voor de ruwe menigte gaat
het zich met list eu geweld handhaven, en komt
ge zoover dat ge in plaats van uwe vrijheid te
vinden onder zwaren druk gaat geraken, onder
tiranny. Zoo is het met uwe beginselen altijd
gegaan dan is er voortdurend strijd tusschen
de menigte der revolutionairen en tusschen hun
bewind en wie de slimste is, niet wie de
eerlijkste is, wie alleen middelen gebruikt die
God veroorlooft, neen wie de slimste is en
voor niets terugdeinst, die komt aan het roer.
en dwingt den grooten hoop, die schiet zooals
wijlen Napoleon III te Parijs deed, ze met ka
nonskogels en militair peletonvuur als men niet
volgen wil, neer. Och, het kan immers niet
anders, bij u komt God niet aan 't woord
alleen de mensch, alleen eigen wil. En nu, ieder
wil de eerste zijn. Zoo is dan de zelfzuchtige
strijd om gebied tusschen uwe menigte en uw
bewind, volkomen juist volgens uw beginsel
maar de vrijheid brengt ze niet, en hierin wor
den dus al weder uwe groote beloften door de
geschiedenis tot leugen gemaakt.
Wij zagen dus lezers, dat die vrijheid welke
de revolutieman wil, geheel iets anders is dan die
in de Schrift zoo wordt genoemd. Dat de revo
lutieman de verdorven natuur der menschen
goed noemt, en daarom eischt aan die natuur
vrije beweging te verschaffen. Maar wij hebben ook
uit de geschiedenis gezien dat die vrijheid welke
onze tegenstanders zoeken, in werkelijkheid niet
te verkrijgen is en dat waar men die volgens
revolutionairen maatstaf zoekt zelfs alle vrij
heid verloren raakt, onder dwingelandij en ge
weld. Zult gij na dit vernomen te hebben nu
nog veel op hebben, met die revolutionaire vrij
heid, lezers? Wij betwijfelen het, en meenen dat
ge veel meer met ons zult medegaan, die met
al wat in ons is, ook nu weder tegen de voor-