Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland.
1381
Dinsdag- So Februari.
ATo. 7S3.
BINNENLAND.
HET ZUIDEN,
Verschijnt elkeu Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
p>*i.js per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, tc Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, le Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16
ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
GEMEENTE-BESTUUR
Aanneming van Schoolleerlingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat op Woens
dag den 16 Februari a. s., des uamiddags te 12 uren,
in een der zalen van het raadhuis eene zitting zal ge
houden worden tot het inschrijven van leerlingen voor
al de scholen van het openbaar lager onderwijs en de
bewaarschool voor on- cn minvermogenden.
Goes, den 9 Februari 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT IIAMER.
De Sercetaris,
HARTMAN.
Tot Vrijdag ft. zullen bij «leu boekhan
delaar F. P. Dhuij te Middelburg, twee
adressen van adhaesie ter teekeuiug lig
gen, een aan Z. 11. den Koning, en eeu
aan de Tweede Kanier, ter ondersteuning
van de adressen door Patrimonium"
gezonden..
De adressen luiden als volgt
AAN ZIJNE MAJESTEIT DEN KONING.
Sire
De ondergeteekenden, Bestuurders en Leden van het
Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium, en
andere burgers van het door Gods genade onafhanke
lijke Nederland nemen met den diepsten eerbied de
vrijheid, zich tot hunnen koning te wenden met het
verzoek, dit hun smeekschrift onder Uwe hooge aan
dacht te ïiemeo.
Dit 6meekschiift heeft niet ten doel eene gunst te
vragen, iu deze zou dit voor Uwe ooren kwetsend
zijn', ons doel is alleenlijk, met de meeste bescheiden
heid eene klacht over den hachelijken toestand van
onze Hollandschc Broeders in Zuid-Afrika, de Trans-
vaalsche „Boeren" voor Uwen troon te brengen.
Het zal Uwer hooge aandacht niet zijn ontgaan,
Sire hoe het Engelsche Gouvernement onze Trans-
vaalsche Broeders bejegent, hun land annexeerde en
hen zei ven, tegen hunnen verklaarden wil, tot onder
danen van Engeland maakte.
In trouwe zich houdend aan het voorbeeld en de
feschiedenis der vaderen, zijn onze Hollandsche Broe-
ers niet de mannen, om zich ter wille van den lieven
vrede aan vreemde heerschappij te onderwerpen, zich
hunne taal en zeden en vrijheden te laten'óntrooven
en hunne personen tot Engelsche onderdanen te laten
maken. Daartoe Sirel bezitten zij nog te veel Hol-
landsch bloeden eer zal men hen tot den laatsten
man zien sneven, dan den hals onder vreemde over-
heersching krommen.
Het doet ons, Sirel innig leed, niet, naar der vade
ren voorbeeld, onze stamgenooten ginds ter hulp te
kunnen snellen. Konden wij het, wij lieten hen niet
alleen staan in den strijd om hunne vrijheid getuige
de aireede in ons land ontwaakte geestdrift, getuige
het aan 't Engelsche Gouvernement, toegezonden pro
test, mede onderteekend door ongeveer vierhonderd
van Uwer Majesteits officieren.
Thans verzoeken wij eerbiedig dat het Uwe Majesteit
behage, bij het Engelsche Gouvernement de noodige
stappen tot bemiddeling te doen, opdat de bemoeilij
king van onze Hollandsche Broeders ophoude en hnn
eerlijk verkregen, met noeste vlijt ontgonnen land en
de door hen gevormde republiek hun, overeenkomstig
eenmaal gesloten Conventie, worde gelaten.
Geschiedt zulks niet Sire 1 dan zal 't moeten worden
aangezien, dat tot den laatsten man toe een volkstam
wordt vernietigd, op wiens geschiedenis, als tot die
aan ons volk behoorende, wij roemen mogen.
Wij behoeven Uwer Majesteit niet te herinneren wie
Willem de Zwijger voor ons volk was en wat hij heeft
gedaan om ons van Jt Spaansche dwangjuk te bevrij
den. Ons gansche hart klopt voor het huis van Oranje;
ons goed en bloed, wij verklaren (^plechtig, hebbe'1
wij, als onze vaderen, voor Uw Stamhuis veil. Geeli
uitlandsch vorst zou het moeten wagen, de hand naa1'
U uit te steken, of de wereld zou het aanschouwen
dat in Nederland nog een volk woont, dat bij tien
duizendtallen zich als één man zou scharen onder Uw
vaan, en het G ij zult het z ij n, Nassau! niet
heeft vergeten.
In de overtuiging van Uwe liefde voor recht en ge
rechtigheid, in de overtuiging van Uwe liefde voor
Nederlands Volk en voor hen, die in de Transvaal
onze namen dragen, onze taal spreken, onze historie
bewaren, zich ook nu nog „mannen van Oranje* noe
men, vragen wij vertrouwend Uwer Majesteits^ bemid
deling in deze moeilijke zaak.
Wij voor ons, Sire! mogen niet zwijgen. Immers,
i9 „een volk dat zijn verleden niet eert, zijne toekomst
niet waard/ zou dan een volk, welks nationaal rechts
gevoel zoo volkomen kon verstompen, dat liet zich
het lot zijner stamverwanten niet aantrok, zelf niet
rijp zijn voor annexatie?
Onze bede, Sire is dat de Heere God U de noodige
wijsheid verleene tot het vinden der juiste middelen,
maar tevens dat Hij U niet doe wijken alvorens alles
is gedaan wat' ten gunste van onze Transvaalsche
Broederen gedaan worden kan.
Het adres aan de Tweede Kamer luidt als volgt
AAN DE
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Mijne Heeren!
De ondergeteekenden, Bestuurders en Leden van het
Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimo nium,
en andere burgers van liet door Gods genade onafhan
kelijke Nederland, allen innig belang stellende in den
tegenwoordige treurigen toestand der Transvaalsche
Republiek, komen met de vereischte bescheidenheid
tot U, met de dringende bede, de belangen onzer ver
drukte stam- en taalgenooten, de zoogenaamde Trans
vaalsche „Boeren*, in Uwe eerste vergaderingen ter
sprake te brengen en bij het Gouvernement aan te
dringen zich hun lot ernstig aan te trekken en
krachtig bemiddelend op te treden.
Niet alleen onze Transvaalsche Broeders, maar ge
heel de beschaafde wereld verwacht dat Nederland zich
in deze treurige geschiedenis op waardige wijze zal
doen gelden. Dat toch onze Regeering zich niet schuldig
make aan „non-interventie*, met andere woorden, aan
het „Ben ik mijns broeders hoeder?*
De pogingen tot bemiddeling door ons Gouvernement
in het werk te stellen zullen overal krachtigen steun
vinden, getuige de geest van verontwaardiging die zich
van zoo vele zijden doet vernemen.
Wil men Nederland nog in eere houden en er voor
waken dat het niet als Natie uit de rij der volkeren
worde weggevaagd, dan sla men nu de hand aan den
ploeg en versage niet, gedachtig aan onze heilige ver
plichtingen aan den roem onzer vad%ren bedenkende
wat de wereld van ons wachtbovenal beseffende
wat God van ons gedaan wil hebben
Adressen van adhaesie, zijn in behoorlijken vorm
op zegel geschreven. Tot de onderteekening van die
adressen wekken wij een ieder op. Er gaat slechts
éene stem in Nederland op, het is die van symphatie
voor de verdrukten. In deze kwestie is van geen par
tijen of richtingen sprake. Het geldt het recht van
den verdrukte.
Weldra zal onze vertegenwoordiging weder bijeen
komen aan de Datie wordt dikwijls verkondigd, dat de
Kamer haar niet meer vertegenwoordigt, dat hare denk
beelden en inzichten geen uitdrukking vinden in de
afgevaardigden. Laat nu de vertegenwoordiging eens
toonen, dat dit niet waar is Zoo ver ais voor eene
eeuw kan Nederland niet gaan. Krupp regeert he
laas nog te veel de wereld. #Maar (zoo zegt naar
waarheid het Handelsblad) naast de macht van het
kanon staat de mach; van het woord. De natie ge
looft er aan de natie vertrouwt er op. Zal de ver
tegenwoordiging bewijzen, ware representanten des
volks te zijn Zal zij eerbied toonen voor heigeen er
omgaat in het hart der natie, door het uit te spreken^
in haar samenkomsten Zal zij de waardigheid va.
den Nederlandschen staat handhaven, door hem han
delend te doen optreden, waar het de belangen van
onze volksgenooten, van onzen volksstam geldt Eeu
votum der vertegenwoordiging, waarbij de kroon wordt
uitgenoodigd hare bemiddeling aan Engeland aan te
bieden, zal het antwoord geven op die vragen. Het
is niet te verwachten, dat die raadsleden der Kroon
er zich tegen zullen verklaren, of hun invloed er tegen
aanwenden. Het ministerie wordt, terecht of ten on
rechte, aansprakelijk gesteld voor de onthouding van
het Roode Kruis. Het bedenke, dat men niet alleen
met wetten of miuisterieele besluiten regeert, maar
dat de steun, de liefde, het vertrouwen des volks
hechter voetstuk is, vooral voor zwakke regeeringen,
dau een onzekere en wisselende meerderheid van Ka
merleden. Het hoofd van den Staat zal de weoschen
des volks, tot hem gebracht door de vertegenwoor
diging, aanbevolen door de staatslieden, aan wie hij
zijn vertrouwen schonk, gaarne vervullen. De naam,
dien hij draagt, is er ons een waarborg van. Aan geen
vorstenhuis, heeft Macaulay gezegd, heeft de zaak der
Europeesche vrijheid meer te danken, dan aan het huis
van Oranje Noblesse Oblige zulk een heilige tra-
ditie wijst aan Willem III den weg. Het is een vorst
uit het huis van Oranje waardig, voor de vrijheid van
volksgenooten, ook in een ander werelddeel, op te
treden.
Nog een ander, gelijkluidend woord uit de Christe
lijke pers voegen we aan dit woord toe.
//Heel ons volk vraagt, waarom onze
regeering toch haar bemiddeling tusschen de Engel-
schen en de Tranvalers niet aanbiedt. Waarom geeft
ze geen opening van zaken en bewaart ze zulk een
hatelijk stilzwijgen In bijna alle bladen worden
harde woorden haar naar 't hoofd geslingerd. We
doen het mee. We zijn verontwaardigd. We hebben
dit Ministerie nooit een goed hart toegedragen. Maar
déze fatale handelwijs zet de kroon op onze autipathie,
Is de Regeering dan geen integreerend deel der natie,
haar hoofd en hand en mond? We begrijpen er niets
van. Ook niet van 't stilzwijgen vau onzen anders
zoo ridderlijken Koning, 't Is om te gloeien van
toorn. Niet alleen in Europa, zelfs in Amerika wor
den de Parlementen in dezen oorlog betrokken. We
zijn niet waard te leven, als het zoo nog langer voort
gaat, tenzij we de Regeering het mes op de keel
zetten en haar noodzaken heen te gaan, opdat een
waardiger dan zij de teugels in handen neme/
In deze krachtige woorden giet het Wageningsch
Weekblad de fiolen van haar toorn over onze regee
ring uit
Wij brengen deze woorden onder de oogen onzer
lezers, ten einde hun te vragen ^door gezamenlijke
onderteekening van deze adresseD, zoo mogelijk de
regeering tot eeu daad te dringen.
Het Nederlandsche Comité voor het adres aan H.
M. de Koningin van Engeland vertrok dezer dagen
via Vlissingen naar Londen, ten einde het verzoek
schrift aan H. M. persoonlijk aan te bieden. Het
adres telt 10,000 handteekeningen uit Nederland en
1000 uit Belgie. De gelden, aan het Comité toege
zonden tot goedmaking der kosten, zijn aan de schen
kers teruggezonden, met verzoek die liever aan het
Oranje of het Roode Kruis te willen doen toekomen,
daar he; Comité alle onkosten uit eigen middelen
wenscht te bestrijdeu. Het Comité bestaat uit de
heeren Joh^C. Stuyt, Ch. Zijlstra en D. H. Schmüll,