Nieuwe Goesche Courant, m Christelijk-historisch blad voor Zeeland i 702. 1P3S BINNENLAND. I 1 IET ZUIDEN, Verschijnt eiken \1aa.nda.g, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen P^ijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever I». Gr. WIJTMAN, te MIDDELBURG-, Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Capelle veelvuldig aantreft, maar wel degelijk et#— wel, die den dijk ondermijnde. De sameusielling van dien dijk was volstrekt niet onbekend. Men kon dus weten dat op de helderheid van het water niet onvoorwaardelijk mocht worden vertrouwd, en met het oog opJMe groote gevolgen die een doorbraak daar ter plaatse hebben moest gevolgen die bij den dijkstoel wel bekeud moesten zijn had men de bewoners van Nieuwkuijk het werken op den 29n niet bebooren te beletten, althans bij verschil van gevoelen, veiligheidshalve, het werken niet moeten staken vóór eD alleer de wel bedwongen was. Dat schijnt in Noord-Brabant de algemeene opinie te zijn.' Het zal na onderzoek wel blijken in hoever die gegrond is. Het adres van het Nederlandsche Vredebond aan den Engelschen minister Gladstone ter zake van de Transvaal, is door het Engelsche Parlementslid Henry Eichard aan den eersten Minister van Groot-Brit- tanië met begeleidend schrijven aangeboden. De heer Gladstone heeft den 14en Januari door tusschenkomst van dienzelfden heer, schriftelijk geant woord en verzekerd „dat de zaak, die wel eenigzins zorgbarend is, nauwgezet door de Engelsche Eegeering zal worden overwogen en dat hij de hoop koestert, dat zoowel het Nederlandsche Vredebond als de heer Eichard geen reden zullen hebben onvoldaan te zijn over den geest, waarin de Eegeering trachten zal zich in de behandeling daarvan te laten leiden. De ontzettende ma3sa sneeuw, die gisteren en heden nacht gevallen is, heeft het verkeer plotseling afge broken, Onze publieke wegen zijn per as niet te pas- seeren, voerlieden die zich gisteren en heden morgen op de wegen bevonden hebben wanhopige, maar ver- geefsche pogingèn gedaan, zoowe. om terug- als om i vooruittekomen. Te voet is het evenmin mogelijk een beduidende reis te ondernemen. De dienst op de spoorwegen ondervindt eveneens vertraging. Heden in den vroegen morgen kwam eerst de mailtrein die Js avonds 9 ure te Vlissingen moet zijn. Tot nu toe wachten we te vergeefs op de aan- aankomst van de post uit Holland. Gisteren wees de heer Van Eijckevorstel in de Eerste Kamer op den treurigen toestand in Noord- Brabant en vraagde der regeering of nu eindelijk de tijd van onderzoek kon gesloten worden, en dien van handelen aanvangen. De Minister van Waterstaat antwoordde dat zoo spoedig mogelijk een wetsvoorstel zou ingediend wor den tot algemeene rivierverbetering, en tevens voor stellen tot het verleenen van rijkshulp aan Noord- Brabant. Ook de minister verklaarde, dat een onderzoek naar de oorz'.ak van de dijkbreuk aanhangig is. De ongunstige opinie betreffende de waakzaamheid en werkzaamheid van het dijkbestuur van het land van Ileusden en Altena, hebben er toe geleid, dat door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant een streng onderzoek zal worden ingesteld naar de oorzaak van de doorbraak in den Heidijk onder Vlijmen. Met het oog op de velerlei omtrent die doorbraak in omloop zijnde geruchten, is het hoogst wenschelijk, dat wat ten deze zal blijken waar te zijn, in het licht worde gesteld. Aan het betrokken dijksbestuur moeten verschillende vragen zijn voorgelegd. Hetgeen tot heden toe bekend is komt op het vol» gende neder Den 28sten 's morgens was door eenige kinderen, in het binnentalud van den dijk, op eenige decimeters afstand van de teen, een straal water ontdekt. Zij gaven hunne in de nabijheid wonende ouders daarvan kennis, die op hunne beurt de buren waarschuwden, waardoor aanstonds eene massa menschen met den burgemeester naar de plek liepen. De ontsteltenis was weldra zoo groot, dat het grafwaarts dragen van het lijk van den eigenaar van het „Land van Belofte" daardoor vertraagd werd. De polderwerkers, in de zoogenaamde Peperstraat wonende, vonden „dat het er niet deugde", en de burgemeester achtte dezen waterstraal van zoo veel gewicht, dat hij ijlings den dijkstoel en den inge nieur van den waterstaat te Heusden deed waarschu wen en een renbode te paard naar den burgemeester van Vlijmen zond, zijnde de wel achter Nieuwkuijk op Vlijmens gebied gelegen. Inmiddels werd op last van den burgemeester van Nieuwkuijk met de werkzaamheden voor het stoppen van de wel aangevangen. De burgemeester van Vlijmen en die van Herpt, als vertegenwoordiger van den dijk stoel, achtten de wel van geen beteekenis. Op menige plaats in den dijk sijpelt water door, en hier was het niets erger. Zoo luidde het bescheid van deze autori teiten en van eenige andere boeren e i quasi deskun digen. Had de burgemeester van Nieuwkuijk niet zoo krachtig op voorziening aangedrongen, dan zou vermoedelijk in het geheel niet aan den dijk zijn gewerkt. Onder toezicht van den ingenieur van den waterstaat, die uit Heusden spoedig ter plaatse verscheen, werd nu buitendijks tot na het vallen van den avond ge werkt. Daarop werd de arbeid gestaakt en aan de arbeiders meegedeeld dat zij den volgenden ochtend, voor het werk dat zij dien dag gedaan hadden, 50 eent loon kouden komen ontvangeu, slechts 50 ct,, omdat de leden van den dijkstoel alleen betaling toe stonden voor zoover op huu last gearbeid was, en niet voor het werk, dat voor hunne komst, op last van den burgemeester van Nieuwkuijk had plaats ge vonden. Deze laatste liet niet na zoo krachtig moge lijk zijne bedenkingen te laten hooren tegen het be sluit van het staken der werkzaamheden maar men gaf hem ten antwoord dat het verder niet noodig was, en dat de dijkstoel er geen geld meer voor uit gaf, niettegenstaande de wel door bleef loopen, en de tot hiertoe gedane werkzaamheden klaarblijkelijk in het minst geen doel hadden getroffen. Van verzakking van den dijk was niets te bespeuren, en het dansen van een tiental poldergasten op verschillende plaatsen werkte niets uit. De burgemeester bleef, met het oog op het groote gevaar dat zijns inziens de gemeente bedreigde, op voorzetting van den arbeid op den volgenden dag aandringen maar zijne vertoogen en die van eenige andere ingezetenen werkten niets uit. De ingeuieur van den waterstaat schijnt zich door de reeds vermelde deskundigen te hebben doen bepraten, zoodat des avonds den 28sten alles tot rast weder keerde, met uitzondering van de bewoners der nabij gelegen huisjes, die niet nalieten ook den volgenden dag aanhoudend naar de wel te loopen. De Staats courant heeft medegedeeld dat onverwachts een dijk breuk heeft plaats gevonden dit nu moge de offici- eele waarheid zijo, maar de waarheid was het niet. De dijk bleef dan ook bewaakter werd een lantaarn bij de wel geplaatst met een wacht van vijf man. Het is natuurlijk de vraag of na. het ontdekken van den waterstraal gedaan is wat gedaan had kunnen worden, om de ramp te voorkomen. De dijk be stond, zegt men, grootendeels uit zand, en mocht de helderheid van het water dezer wel alzoo geen bewijsgrond voor het meerdere of mindere gevaar opleveren. Het zand filtreert het water. Op hetzelfde oogenblik echter waarop 80 uren later de wacht het water vuil en slijk zag medevoe ren, verdubbelde de breedte van den straal en nam de persing oogenblikkelijk zoodanig toe, dat aan geen stoppen meer te denken viel, en de dijk enkele mi nuten later uiteenbarste. Toen maar ook te laat bleek maar al te zeer dat het geene gewone door sijpeling van water was geweest, zooals men die bijv. aan den voet van den dijk tusschen Besoijen en Het Utrechtsch Dagblad van heden bevat de laatste lijst van namen op het adres aan de Britsche natie, van Prof. P. Harting. 6082 personen hebben geteekend, naar hunne maatschappelijke betrekking aldus verdeeld: Leden van de Staten-Generaal Leden en Gedeputeerden der Provinciale Staten. Leden van Gemeenteraden Burgemeesters Eijks-Ambtenaars Gemeente-Ambtenaars Leden der Eechterlijke Macht Meesters, Doctoren in beide rechten Professoren aan de Universiteiten en aan de Po lytechnische School Doctoren in de Letteren, Geneeskunde, Wis- en Natuurkunde eu Godgeleerdheid Leeraren H. B. S. en Gynmasiën Onderwijzers Leeraressen en Onderwijzeressen Studenten Predikanten E. Katholieke geestelijken Oud-Katholieke geestelijken Advocaten, Procureurs Notarissen Artsen, Genees-, Heel- en Verloskundigen Land- en Zeeofficiers, Officiers der Schutterij en Onderofficiers Ingenieurs, Technologen, Architekten Handelaars, Kooplieden, Makelaars, Bankiers, Kas- 12 23 52 49 327 147 51 81 365 162 391 23 363 374 2 1 63 80 70 335 106

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 1