J. I. SITS M 110(1. BUITENLAND. HANDELSBERICHTEN. „au VOORDRACHT, Ds. H. Pierson, HOOG LOOK Heden geen nieuws, nocli uit Ierland, noch uit de Transvaal. Het adres van antw>ord op de troonrede geeft gelegenheid om in het Lagerhuis beide zaken, voor het Engelsche kabiuet zoo bastig, te bespreken. Ook in het Lagerhuis ontbreekt het gelukkig nog niet aan manneu die er voor uitkomen dat de Boereu tegenover het .machtige Engeland in hun recht zijn. Een der leden sprak o. a. Engeland zendt een leger naar de Transvaal. Om wat te doen? Om eene onafhankelijke republiek te overwel digen, waarop het niet meer recht heeft dan op het ten ouder brengen van de Eransche republiek. Het éénige verschil is, dat de Transvaalsche republiek zwak is, en de Eransche sterk." Een ander lid her innerde den Premier zijn welbekende woorden ten opzichte van de Transvaal, en toonde aan dat de Boeren niet als rebellen te beschouwen zijn, maar als onafhankelijke republikeiuen. die nooit hadden berust in het schandaal der annexatie. Een ander lid daarentegen „kon zich voor de zaak der menschelijkheid (let wel!)geen grooter ongeluk den ken, dat het herstellen van de Transvaalsche republiek. De geschiedenis van die republiek was eene geschiedenis van roof, wreedheid en moord. Eene republiek, die zulke barbaarschheden beging jegens de inboorlingen, verdiende niemands sympathieen hare inlijving was het werk eener politiek van hunlaniteit." Diezelfde „politiek van humaniteit", waarop deze parlementaire spreker de brutaliteit had zich te beroepen, schrijft thans zeker ook het beoorlogen en uitroeien voor, van „de meest loyale, beschaafde en verchristelijkte van al de Zuid- Afrikaausche stammen" de Basutos Bij de regeering vaa Griekenland wordt eenige nei ging opgemerkt, zich te schikken naar den wil der mogendhedeu en zich aan haar uitspraak, wat betreft de vaststelling zijner noordelijke grenzen, te onder werpen. Bismarck is naar Berlijn teruggekeerd om in den Pruissichen Landdag aan de behandeling der financieel e en economische voorstellen deel te nemen Is er dan geen kans? De heer Theod. M. Tromp leverde dezer dagen in het Handelsblad de volgende belangrijke mededeelin- gen, omtrent den toestand in Zuid-Afrika. Misschien dat de onderstaande opmerkingen niet onwelkom zullen zijn voor de velen, die belangstellen in den krijg, onlangs door de Transvaalsche Boeren tegen hunne geweldigers aangevangen. Wat men ook gednrende de laatste jaren van die Boeren heeft gezegd of gedacht, de flinke houding, nu door hen aangenomen, -geeft hun aanspraak op onze volle sym- „Mijn eerste opmerking, zegt de heer Tromp, betreft den aard van den krijg. Kan hier, zooals uit vele onzer bladen schijnt te moeten blijken, sprake zijn van een op stand? Neen! Deze oorlog is een strijd van't eene vrije volk tegen het andere; hoewel sedert driejaren de Un ion- Jack in Pretoria van het gouvernementshuis wappert, zijn de Transvalers Transvalers gebleven en nooit Engelschen geweest. Onder protest gaven zij het be stuur van hun land aan wat toen een overmacht was over; onder protest dulden zij, Yan 12 April 1877 af, den vreemden indringer en na, het protesteeren moede, grijpen zij naar de wapenen en ontplooien de oude vierkleur der roemrijke Voorltrekkers Mijn tweede opmerking betreft de verhouding van de strijdkrachten der oorlogvoerende partijen. Algemeen hoort men "beweren Och, de Engelschen winnen 't natuurlijk Krijgen zij klop, dan sturen ze maar weer nieuwe troepen en ze hebben immers geschut Deze beschouwing echter is in hooge mate onvol ledig. Engeland heeft geen militie, en daarom in tijd van actie gebrek aan troepen. In de bekende Indian mutiny kon het groote Engeland slechts 22,000 blanke soldaten in het veld brengen en .toen na de paniek, veroorzaakt door het bloedbad van Isandawla, uit het moederland, de Kaapkolonie, Indie en Malta, alle beschikbare troepen ontboden waren, telde het tegen de Zoeloe's ageerende leger nog slechts weinige duizen den blanken, en vermocht men niets zonder de hulp der zwarte bondgenooten, de dappere Amazwasies. Het leger nu, dat tegen de Transvalers kan worden afgezonden, zal, wat het cijfer der manschappen aan gaat, uit den aard der zaak nog voor dat van 1879 moeten onderdoen. Ten eerste toch, kunnen de En gelsehen op geen Kaffer-bondgenooten - rekenen, ten tweede eischen ook Afghanistan en Ierland een con tingent, en ten derde zal het noodig zijn de Kaapkolonie in stede van haar als in 1879 gedeeltelijk van troepen te ontblooten, zooveel mogelijk bezet houden. Wanneer het, dezer dagen in de N. Rott. Cour. voorgekomen telegram waarheid bevat, heeft het kleine Engelsche leger op het oogenblik alleen in Zuid-Af rika reeds de volgende vijanden te bevechtenDe Transvalers (pl. m. 7000 man), den Oranje-VrijsLaat (pl. m. 5000 man) en de Bazuto's (pl. m. 12,000 man) en daarbij nog twee derden van de Britsche onderdanen in de Kaapkolonie (eveneens Iïollandsehe boeren) in bedwang te houden. Neemt men bij dit alles nog in aanmerking, dat er waarschijnlijk wel door enkele oorlogzuchtige stam men van de schooue gelegenheid om weder eens los te breken zal worden gebruik gemaakt, en dat de oorlog tegen de Boereu zoowel in Engeland zelf als op het vasteland in het geheel geen sympathie vindt, dan komt men allicht tol de conclusie „blijven de Boeren trouw aan hun leus, eendrachtig," dan is het nog' volstrekt zoo zeker niet, dat Engeland als over winnaar uit den kamp zal te voorschijn treden Trouwens, er is nog meer, dat de zaak der En gelschen tegenwerkt lo. Zij hebben te vechten in een vijandelijk land, dat, zelfs nog niet geheel in kaart gebracht en groo- tendeels bestaande uit woeste bergstreken en groote grasvlakten, dun bevolkt en zonder wegen, uitermate geschikt is voor het voeren van boeren-oorlog en zeer gemakkelijk Le verdedigen valt. 2o. Terwijl de Boeren zonder uitzondering uit muntende ruiters overal levensmiddelen gereed vinden en zich met groote snelheid kunnen verplaat sen, moeten de Engelschen op hun moeitevolle voet tochten, steeds belangrijke transporten met zich voeren. Aldu3 gedwongen tot langzame marschen en menigvuldige halUs in een vaak onveilige streek, valt het den tiraileerenden Boer gemakkelijk den vijand af te raatten en onophoudelijk kleine verliezen toe te brengen. Ook zie men niet voorbij, dat de Boeren individueel krachtiger en taaier en oneindig beter schutters zijn dan de Engelsche soldaten, welke laat- sten voor een niet gering deel of nog zeer jong en ongeoefend, of reeds versleten zijn. De verwachtingen eindelijk, die men van het Britseh geschut koestert, komen mij vrij ongemotiveerd voor; en het zou mij ook zeer verwonderen, indien de En gelschen meer dan een tiental lichte veldstukjes heb- bebben medegenomen. En dan nog wat vermogen deze tegenover een rusteloozen, tirailleerenden vijand. Deze opmerkingen van een bevoegd getuige wiens n Herinneringen uit de Transvaal" velen kennen, meen den we niet onopgemerkt te mogen laten passeeren. Ne.ierl. Rusland Polen. Oostëni Italië. Spanje. Poitugal Turkije. tógypte. Amerik. Brazilië. Prijzen yan Effecten. Amsterdam, 8 Jan. 1881. Certific. Werkelijke seiiuld. 2l/a pet. dito dito dito 3 H dito dito dito 4 y Loten stad Amsterdam 3 dito dito Rotterdam 3 Obligatiën 1798/1815 5 Certific. Inscr. 5e serie 1854 5 v Dito dito 6e 9erie. 1855 a Obligatiën dito 1000 1864. 5 dito L. 100 18725 dito L. 100 18735 dito 1877 dito5 dito leening 1867—69 5 Loten 1864- 5 n Loten 1866 5 Aand. Spoorw. Gr Maatsch. 5 Oblig dito472 h Oblig. spoorweg Poti-Tiflis. 4 dito dito Charkow Azow 5 H dito dito Jelez Orel 5 dito dtto Jelez-Griasi. 5 g Aand. Baltische spoorweg 3 Aand. Warschau-Bromberg 4 Weenen. dito dito 5 Oblig.metal.in zilv Jan./Juli 5 dito dito Febr./Aug. 5 dito? dito April/Oct. 5 dito in papier Mei/Nov. 5 y Oblig. Z. Italspoorweg 3 Obligatiën Buitenl 1 K dito Binnenlandsche 1 H Obligatiën3 y Inschrijving Alg. schuld 1865 5 Obligatiën 1869. 6 dito 1876 6 u dito 1876 5 Obl. Vereenigde Staten 187i 5 dito dito dito 1876. 47a Oblig 1865 5 dito 1875 5 653/« 1023/4 1033/4 593/, 88»/i. 98 907/, 91 953/8 777s 1393/8 126 94'/s 907/s 9274 91 88 567. 52Vt6 827/, 63 617s 623/, 617/s 505/4 207x6 207s 517, 103/X6 12 7174 997/8 983/8 97 Prijzen van coupon». Amsterdam, 8 Jan. Metali. 1 21,30; dito zilver f 21,30; Div. Eng. per vs f 11,75; Eng. Russen per pd. t 12,— Eng. Portugal per f 11,9772 Frans f 47,40 Belg. f 47,40Pruis I 58,85; Hamb. Russen f Russen in Z. R. f 1.237a; Poolsche Der Z. R. f Spaansche piasters i 47,40 Spaansche Binnenlandsche f 2,35, Amerikaansche dollars f 2,47; papier ADV Iffl XTlflISr Tllffisr. De Heer en Mevrouw MEIJLINKTen Zel- dam Ganswuk, betuigen hunnen liartelijken dank voor de bewijzen van deelneming, ondervonden bij het overlijden van hun' broeder mr. P. G. TEN ZELDAM GANSWIJK, Middelburg8 Januari 1881. Voor de vele blijken van belangstelling ont vangen bij de kerdeukiug van mijn vijftig jarige ambtsvervulling bij den Polder Walcheren den le Januari 1881, betuig ik mijnen hartelijken dank, P. LAMPERT. De ondergeteekende beveelt zich bij zijne Stad- en Landgenooten minzaam aan als ZADEL- en KOFFERMAKSR en tot het opnemen, schoonmaken en repareren van Tapijtea-, Matras- en Kussen werk, en verder alles wat tot het vak behoort. P. VERBURG Az. Goes's Heer-Hendrikskinderenstraat D 37. De ondergeteekende van af heden door verkoop zijner Timmermansaffaire overgedaan hebbende - aan L. VAN VERRE, betuigt door deze zijnen welmeenenden dank aan zijne kalanten, voor het gestelde vertrouwen, sinds 25 jaar zoo ruim schootsgenoten, en beveelt zijnen opvolger be leefdelijk aan. Kruiningen1 Januari 1881. A. LE CLERCQ. Volgens bovenstaande annonce beveelt de ondergeteekende zich beleefdelijk aan, en hoopt hetzelfde vertrouwen zich waardig te maken, door zijne voorganger zoo ruimschoots genoten. Kruiningen1 Januari 1881. L. VAN VERRE. Papier- en Sigarenhandel. Heeft de eer UEd. in kennis te stellen in den loop dezer of volgende week mijne geachte begunstigers in Aoord-Beveland en Walcheren zal komen bezoeken, met mijne prachtige sor- teering BEHANGSELPAPIEREN, RANDEN enz. tegen concurreerende prijzen. Een School met den Bijbel over het Christelijk Onderwijs, door Directcnr der llcldiungs-Gesliclilen le Zeilen. OP WOENSDAG 12 JANUAE1 1881, 's avonds lialf zeven unr, iu de Hervormde Kerk te Goes. Er zal gelegenheid gegeven worden tot debat. De Secretaris der Afdeeling, M. DE JONGE Jz. Toegang Vrij. Bij een predikant met een klein gezin op een welvarend dorp van Zeeland wordt, wegens ziekte der vorige dienstbode, terstond of anders tegen Februari gevraagd eene FATSOEN LIJKE DIENSTBODE, (liefst boven de dertig jaren of ook Weduwe) kunnende kooken en verder huiswerk verrichten. Zonder goede getuigenissen zich niet aan te melden. Brieven franco letter A Z, boekh. F. P. DHUIJ te Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 3