NAAIMACHINES, VOORTZETTING der finale uitverkoop HANDELSBERICHTEN. bij HARTMAN Co. Beleening op Eöecten iöbo. HondPT< lac II IVftvnmhnr TV® <3 79 het wonder dat men zich wapent om den buit te halen, daar bij ongetwijfeld op Engelands hulp hopende? En toch Engeland heeft al zooveel. De politiek van non- interventie heeft uitgediend, ea nu ligt Engeland letterlijk niet iedereen overhoop. De Turken kijken zuur, Oostenrijk. Bulgarijè enz. vertrouwen het niet, Duitschland en Frankrijk verhcugeu zich blijkbaar in de lauge neus door de Engelsche diplomatie voor Dulcigno gehaald. De Afghaueti hebben hun portie beet en in Afrika staat uu weder een zwart volkje de Basuto's, tegen hen op. Met eenige variatie kan men ook op Engeland Salomo's 9preek toepassekWie gezag vermeerdert, vermeerdert smarten, Voor de Frausche geestelijke orden, die door de Maart-besluiten getroffen zijn is dan nu het wachten uit. Zij zijn uit een gedreven. Zaterdag te Parijs. Zal er tiu rust zijn-? Een dwaas die het gelooft. Over de gezondheidstoestand van den Russchen Czaar loopen allerlei ongunstige geruchten. Hij schijnt aan verval van krachten te lijden. Belgie verheugt zich in 't bezit van een nieuwen minister van oorlog. BOEItlAV BLÖ\DIGI \G. Het Evangelie van Johannesvoor de ge- meente verklaard in bijbellezingendoor J. H. L. Roozemeijerpred. te Arnhem. MiddelburgF. P. Bhuij, 1880. Een enkel woord geeft van de aanleiding tot de uitgave dezer bijbellezingen rekenschap. Deze werd gevonden in den wensch van vele vrienden des ge- achten schrijvers, die (wij mogen wel met onze eigene woorden wedergeven wat onze ooren hebben gehoord) zoo gaarne nog hoorders wenschten te blij ven van de bijbellezingen, zoo hoog en zco terecht gewaardeerd Wij wenschen dien vrienden te Mid delburg met een enkel woord zeer hartelijk te danken voor den aandraDg, waarmede zij deze uitgave hebben begeerd, want zij hebben daardoor velen ook buiten hunne woonplaats, in de gelegenheid gesteld nu o'k zeiven kennis te maken met bijbellezingen, waarvan het goede gerucht ook op Zuid-Beveland (en nog wel verder) doorgedrongen wa9. Het is een onmiskenbare waarheid dat bij een deel (en niet het slechtste deel) der gemeente een groote voorliefde bestaat voor bijbellezingen. Men heeft er genoeg van de gedachten van anderen over net evan gelie (met de schrift,dikwijls in lijnrechte tegenspraak!) te vernemen, het liefst wordt men in onmiddellijke aanraking met het evangelie zelf gebracht. De H. Schrift toch spreekt het best voor zich zelve, en 't best wat wij kunnen is haar dit ongestoord te laten doen. Welnu, niets anders bedoelen de bijbellezingen, waarvan wij de eerste aflevering met groot genoegen gelezen hebben. Het verheugt ons dat de heer Rooze meijer het evangelie van Johannes met de gemeente leest. Ons dunkt dat hij boven velen gezalfd is met de eigenaardige gaven die daar noodig zijn om aan dit „eenige, teedere hoofdevaDgelie" recht te laten weervaren. Zonder te treden in de kwestien die voor namelijk voor godgeleerden van belang zijn, mag hij er toch niet onbekend mede zijn, en van de andere zijde mag hij deze vraagstukken niet zoo gewichtig achten dat hij er de veel gewichtiger geestelijke be langen der gemeente om vergeet. En ook hierom verheugt het ons dat juist de heer R. dit evangelie met de gemeente lee9t, dewijl hij in zijn soberen stijl zijne lezers leert zeiven na te denken, en van vele waarheden, door hem slechts met den vinger aangewezen, zeiven de toepassing te maken. Het komt ons voor voor zooverre naar eene aflevering te oordeelen valt dat deze bijbellezingen der ge meente tot grooten zegen zullen kunnen zijn. Voor zeker die „van eene andere richting" zijn, lezen nu eenmaal niet wat van enze zijde geleverd wordt zij zijn immers van eene andere richting dan de bijbel lezers Maar niettemin is het, ook met het oog op hen, voor de gemeente van belang dat zij meer en meer vertrouwd rake met den „éenigeD, waren schat der kerk: het Evangelie der heerlijkheid en der genade Gods." Waar zij in deze kennis toeneemt wint zij in kracht, en komt op de hoogte harer heerlijke roeping. En in kennis neemt zij zeer zeker toe door aandach tig, aan de hand van een uitlegger als Ds. Rooze meijer, het vierde evangelie te lezen. Iloevele beden kingen tegen haren inhoud wij dachten het op nieuw bij het lezen der aflevering vinden toch hare beantwoording door het lezen van de schrift zelve Het komt ons voor dat de heer R. niet ver zuimt de kracht van dit „inwendig begrip" te laten gevoelen en zoo worden, zonder dat zij zich als zoo danig aankondigen, deze bijbellezingen van zelve een uitmuntend apologetisch geschrift. Wel overbodig te zeggen dat wij ze dus in veler handen wenschen. Jn het bijzonder wenschen wij op deze uitgave de aandacht te vestigen van vele geliefde broeders-evangelistenzij zullen bij hunne voorbe reiding in het studeervertrek er veel in vinden dat waard is overdacht en herhaald te worden want ge- lijk men ijzer met ijzer scherpt, alzoo scherpt het weldoordacht woord ne9 heereu R. het nadenken zijner naasten. En mogen wij nu nog bescheidenlijk met een vrien delijk verzoek komen tol de vrienden in Middelburg, die deze uitgave met zooveel aandrang begeerden Het is dithelpt zooveel in U is, zulke zeer goede geschriften, als nu weder deze bijbellezingen, te ver spreidenopdat het blijke dat goede lectuur althans in ons vaderland geen mindere ontvangst vinde dan de slechte, die haren weg zoo vaak voorspoedig ziet gemaakt 1 Wij wenschen den schrijver opgewektheid toe bij dezen opwekkenden arbeid, en waar wij zeiven hopen door ziju werk te werden opgebouwd, zij het voor de gemeente tot grooten zegen Du. F. VAN GEEL GILDEMEESTER. Wilhelmiuadorp, 6 Nov. 1880. Zee u w sc lie Brieven. Geachte Redacteur! In een mijner laatste brieven had ik de liberale richting sprekend, of liever vragend ingevoerd. Natuur lijk sprak zij toen in verstaanbaar Hollandsch wat er bij haar omgaat. Voor de Christelijke scholen uiet veel bemoedigends, dat begrijpt ieder die in de politiek meeleeft. De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 3 November jl. vond dat zoo onedel dat zij er protest tegen aanteekent. „Want, zegt zij, door deze nieuwe methode wordt als bewezen aangenomen wat men tot heden den liberalen slechts toeschreef; dat het hun nl. om den ondergang der Christelijke scholen te doen is, hetwelk echter met geen enkel woord of geschrift van eenig liberaal te bewijzen valt". De Nieuwe Rotterdamsche Courant leeft, schijnt wel, in de overtuiging dat ze met menschen te doen heeft die niet deuken, of zelfs geen geheugen hebben. Er zou, Nota Bene, geen woord van die zijde gesproken zijn dat grond geeft om een liberaal te laten vragen wat ik hem vragen lietWeet ze dan niet maar ze weet het zóó goed dat ze het gesprokece heeft toege juicht hoe de heer Kappeyne, die immers wel zeker tot de liberalen behoort, in de zitting der 2e Kamer Staten-Generaal op den 9en December 1874, met zooveel woorden gezegd heeft „Dan moeten de min derheden maar onderdrukt worden ea zelfs tegen ons het verachtelijk beeld gebruikte van de welbekende „vlieg". Vinden we niet in de kolommen van groote en kleine liberale bladen gedurig deu leelijken naam van „broei nesten, enz." voor onze Christelijke scholen gebezigd? En dien verfoeielijken naam geven U, zonder er oyer te blozen, liberalen welke uwe scholen niet kennen om de alles afdoende reden dat ze nooit ter kennisneming er eeu voet hebben ingezet, terwijl de een den ander deze booze woorden eenvoudig napraat. Het lust mij niet, verder eene nalezing te houden op alle rijp en groen dat af en toe van liberale zijde wordt geschreven om onze Christelijke partij in een leugenachtig daglicht te stellen. Het bovengenoemde volstaat om het recht te be wijzen dat een ieder die zijn Hollandsch verstaat heeft, om de liberale partij de bedoelde vragen in den mond te leggen. Aan de liberale partij als zoodanig. Want de heer Kappeyne was, toen hij bovenstaande woorden sprak, haar erkend hoofd. Hierom haal ik voor bewijs zijne woorden aan, en behoef nu, na het als getuige optreden van zoo groot een liberaal, geen bewijsgronden bij kleine liberalen op te delven. Bovendien kennen wij liberalen die onze achting genieten die het door woord en daad toonen te weten dat het niet liberaal is, eene uit fatsoenlijke menschen bestaande partij, wijl ze uit beginsel met eerlijke mid delen voor de zaak van Christus' koningrijk ijvert, te onderdrukken en bij eene schadelijke vlieg te verge lijken. Schadelijke vliegen nu zijn dieren die door eeu iegelijk dood gemaakt worden maar toch meest het leven verliezen in de netten of spinnewebben die voor haar worden gespannen, en die zij, naar ons de natuurkundigen verzekeren, niet. kunnen zien. Daarom stel ik U voor, Mijnheer de Redacteur, het „ernstig protest" van de Nieuwe Rotterdamsche Courant voor notificatie aan te nemen, en intusschen ijverig voort te gaan ons volk te waarschuwen, en voor te bereiden op de drukkende tijden die on3 van libe rale zijde te wachten staanopdat we nog, éér het zoo ver gekomen zal zijn, met schulderkentenis vluch ten tot den Heere die den verdrukte recht doetWiens wageneu zijn tweemaal tienduizend, de duizenden verdubbeld, en die dan ook alleen de Machtige is om al hunne liberale of illeberale raadslagen ter verdruk king tot zotheid te maken. Met hoogachting t. t. K. Graanmarkten enz. Rotterdam, 8 November Tarwe was weder prijs houdend, Rogge en erwten tien a twintig cents hooger in prijs. Prijzen van Effecten. Amsterdam, 6 Nov. 1880. Nederl. Certific. Werkelijke schuld. dito dito dito dito dito dito Loten stad Amsterdam dito dito Rotterdam Rusland Obligation 1798/1815 Certific. Inscr. 5e serie 1854 Dito dito 6e serie. 1855 Obligatiën dito 1000 1864. ditoL. 100 1872. dito L. 100 1873 dito leening 186769 Loten 1864 Loten 1866 Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. Oblig. spoorweg Poti-Tiflis. dito dito Charkow Azow dito dito Jelez Orel dito dtto Jelez-Griasi. Aand. Baltische spoorweg Polen. Aand. Warschau-Bromberg Weenen. dito dito OostëniOblig.wetal. in zilv Jan./Juli dito dito Febr./Aug. dito dito April/Oct. dito in papier Mei/Nov. Italië. Oblig. Z. Ital. spoorweg Spanje. Obligatiën Buitenl dilo Binnenlandsche Poitugal. Obligatiën Turkije. Inschrijving Alg. 9<*kuld 1865 Obligatiën t - 1869 Egypte, dito 1876 dito 1876 Amerik. Obl. Vereenigde Staten 1871 dito ditc dito 1876. Brazilië. Oblig 1865 dito 1875 27* P t. 647b 3 763/4 4 101®/.4 3 108 3 5 977s 5 563/4 5 8174 5 .3 ƒ8 SS 5 88", 5 93 5 75'/, 5 5 L 2 9 5 125'/, 47* 92 4 89'/, 5 5 c O 3 55»/,, 4 51 5 81'/. 5 61»/, 5 5 61'/. 5 61'/, 3 503/, 1 20»/, 1 19'/, 3 52 5 8»/i, 6 9'/, 6 653/, 5 5 47* 10974 5 5 a n v Hi utxcn TxiBisr. Met Gods hulp zeer voorspoedig bevallen van een Dochter, Catharina Fraxcina de Rijcke, geliefde Echtgenoote van M. DE JONGE Jz. Goes, 6 November 1880. RUIME KEUZE Wintermantels, Regenmantels. P. A. DE LIGNY. tegen op nieuw verminderde prijzen, tot ©n met 20 dezer. Onder de nog voorhanden zijnde GOEDEREN bevinden zich vele STOFFEN, bijzonder ge schikt voor Avond Japonnen NB. "Publieke verkooping wordt niet gehouden. De Winkelopstand met Toonbank is ook TE KOOP. uit de Fabriek van SE1DEL NA UM ANN, TE DRESDEN. Te bekomen bij Wed. B. FABERY DE JONGE, Goes. ran f 500,tot f 60000,met gedeeltelijke aflossing. Tegenwoordige rente 6 pet. Van der Bilt La Mottke Kisseeuw. Goes.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 3