BINNENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN.
„Behalve de hoven besproken uitgaven voor den
Indische dienst die op de nederlandsche begrooting
van Marine voorkomen, zijn er nog een groot aantal
DIQH andere die teu behoeve van Iudie geschieden of wegens
ons koloniaal bezit hooger zijn. Op de begrootinge
van elk nederlandsch departement van algemeen be-
fc I stuur waren uitgaven aan te wijzen in het indisch
:t b belang. Maar die uitgaven kunnen evenmin als de
c meer algemeene waartoe de rang van koloniale rao-
gendheid ons vader laud verplicht, onder cijlers gebracht
worden. Het is echter billijk dat in de lasten van die
uitbreiding der nederlandsche huishouding door
Nederlandsch-Indie gedeeld worden, maar het ware
onbillijk wanneer dit aandeel op eene vaste som
bepaald werd en niet binnen zekere grenzen rekeuiug
gehouden werd met de wisselvallige opbrengst van
het voornaamste middel van inkomst dier gewesten.
„Dit aandeel is derhalve alleen dan verschuldigd
wanneer de ontvangsten van eenen indischeu dienst de
uitgaven van dien dienst, met inbegrip van de bijdrage
van de twee millioen, overschrijden. Het voordeelig
verschil wordt dan tusschen Nederland en Indie ge
deeld, met dien verstande dat deze wisselvallige bij
drage nooit hooger zal kunneu stijgen dan zes millioen
gulden in één jaar. Het hoogste bedrag dat in één
jaar aan bijdragen zal kannen verschuldigd zijn, be
loopt dus, de beide bijdragen te zamen genomen,
acht millioen gulden, terwijl aan het Rijk waarborgen
worden gegeven, dat eene bijdrage van minstens twee
millioen gulden jaarlijks zal worden vastgesteld en
afgedragen.7'
Ziedaar een dubbel stelsel, èn vaste bijdrage
van 2 millioen èn aandeel in bet overschot of
j batig slot, hoe ge 't noemen wilt. Indien Indië
een wingewest ware, dan was het betalen van
cijns, of schatting, of vaste bijdrage immers
e onnoodig, dat dan Nederland als bezitter dier
gewesten eenvoudig het overschot opstrijke.
il Indien Indië een kolonie is, die slechts te be-
e talen heeft wat voor hare behoeften wordt uit
gegeven, waarom dan van het innen van batige
sloten gesproken
Hoe hebben we Indië te beschouwen?
Die vraag doen we in een volgend nommer af.
i De Tweede Kamer vdfrdert uitstekend met het om
vangrijke werk, het vaststellen van het strafwetboek,
door haar ondernomen.
Ouder de belangrijkste beslissingen mogen genoemd
worden, die bij artikel 15. Dat artikel bepaalt
dat de gevangene na drie vierden van zijn straf,
doch minstens 3 jaar, in de gevangenis te heb
ben doorgebracht, voorwaardelijk kan worden ir vrij
heid gesteld. Gedraagt hij zich tijdens zijn overigen
straftijd niet goed, dan kan hij dadelijk weder in de
gevangenis worden gezet.
Tegen dit stelsel, nieuw in onze strafwetgeving,
ontwikkelden de heeren Dijckmeester en Lenting hunne
bezwaren. De eerste vooral. Hij betoogde dat de
maatregel geen nut zou stichten, daar men hier te
lande ontslagen gevangenen zeer moeilijk plaatsing
kan verschaffen. Maar bovendien zou de toepassing
groote moeielijkheden medebrengen. Van het oordeel
der cipiers over het gedrag der gevangenen zou huu
voorwaardelijk ontslag vooral afhangen, en van dat
van veldwachters hun terugbrenging in de gevan
genis, Het minste vergrijp zou eeu hun ongezind
politiebeambte kunnen bewegen tot hun gevangen
neming. De positie yan de voorwaardelijk in vrijheid
gestelden zou dus lang niet aangenaam zijn.
De Minister merkte daartegen op, dat bij den voor
gestelde maatregel niet 't belang van den mis
dadiger, maar dat van de maatschappij had voorge
zeten.
Dat belang wordt bevorderd als den ontslagene een
prikkel wordt gegeven, om zich goed te gedragen en
hem alzoo de overgang van de gevangenis naar de
volkomen vrijheid zoo gemakkelijk mogelijk wordt
gemaakt. In Engeland, Duitschland en Hongarije werkt
het stelsel uitnemend en de practische moeilijkheden
tegen de toepassing wegen zoo zwaar niet, om niet
de proef te durven wagen. Om den maatregel ook
uit te breiden tot leveuslange gevangenis gelijk de
heer Van de Werk wenschte dit achtte de minister
voorzichtiger voorloopig na te laten.
Ofschoon de bezwaren niet licht achtende, meende
ook de heer Mackay dat de proef kon genomen wor
den en met 47 tegen 12 steramen besloot de Kamer
dan ook de proef te wagen. Met dat stemmental
werd het artikel 15 aangenomen. Vooraf echter had
Ae Minister de alluMelMUill WlWlWBMPfSF
Rapporteurs overgeuomen, om weg te laten uit het
artikel dat de maatregel zou worden toegepast op ge
vangenen „die zich gedurende hun straftijd door goed
gedrag onderscheiden" en „met hnn toestemming."
De voorwaarden, waarop het voorwaardelijk oat-
slag zal worden verleend, zullen nu geheel en al bij
maatregel van inwendig bestuur worden geregeld.
Voorts de duur der gevaugeuissiraf die van 1 dag
tot levenslang loopeu kan. Dit laatste echter slechts
voor sommige gevallen, in den regel is 15 jaren de
uiterste tijd. Het woord „bewusteloosheid" als ont
oerekeningsvatbaarheid in het Strafwetboek opgenomen
is vervallen; drukkers en uitgevers worden van alle
rechtsvervolging ontslagen indien het blijkt dat op
het door hem uitgegevene de uaam des schrijvers
voorkomt, ot indien zij dien noemen.
De antirevolutionaire kiezers in Sneek hebben in
hunne vergadering van Dinsdag, de heer W. M.
Oppedijk te Ylst cjndidaat gesteld.
Deze heer had reeds vroeger voor de candidatuur
bedankt. We hopen dat het in Sneek niet gaan zal
als in Gorinchem, ul. dat men een vergeefsche reis naar
de stembus make.
De meest mogelijke kans bestaat met deze candi
datuur, dat de autirevolutionairen, in het Noorden zoo
talrijk vertegenwoordigd, een vertegenwoordiger naar
het Binnenhof zenden.
Van liberale zijde staan thans de heeren Smidt en
Kappeyne van de Coppello naast elkander. De overige
heeren, welke van die zijde genoemd waren, ook prof.
Buijs, hebben verzocht niet in aanmerking te komen.
De heer J. Voorhoeve te Rotterdam heeft niet na
gelaten gebruik te maken van den wenk hern voor
eenigen tijd door leden vau den gemeenteraad zijner
woonplaats gegeven.
Genoemde heer had een adres tot den gemeenteraad
gericht, ten einde dat college te verzoeken een onder
zoek te willen instellen naar de grieven tegen de
regeling van het openbaar onderwijs. Onder de rede
nen die men tegen inwilliging van dit verzoek aan
voerde, behoorde ook dit thans is het ontijdig zoo
danig onderzoek in te stellen, straks komt de nieuwe
wet op het lager onderwijs en de begreoting, laat dan
een onderzoek der bestaande grieven plaats hebben.
Nu dien tijd gekomeu is herhaalt de heer Voorhoeve
zijn verzoek, vooral tegen de buitensporige opdrijving
der kosten eu het lage schoolgeld gericht.
Of men opnieuw geen uitvluchten zal weten te
vinden
Onze rivieren, Maas, Waal en IJsel zijn in de
laatste dagen zoozeer gewasseD, dat allerwege de
uiterwaarden blauk staan.
Groote schade en oponthoud wordt door dezen
vroegtijdigen hoogen waterstand aan de werken tot
bevrijding van 's Bosch ondernomen, toegebracht.
In het Handelsblad werd dezer dagen nog eens de
bijzondere aandacht van reizigers en kooplieden geves
tigd op de onlangs aangebrachte verbetering iö het
Duitsch-Eugelsche postverkeer. „Het komt mij voor,
zegt de schrijver, dat te weinig aandacht geschonken
wordt aau het besluit der Duitsche Regeeriug om het
postverkeer tusschen Berlijn en Londen over Vlissin-
gen te leiden en den invloed, dien dit op de stoom
vaart „Zeeland" en op den Boxtel Weselspoorweg zal
uitoefenen.
In de conferentie, 5 dezer te Middelburg gehouden,
waar afgevaardigden van de Duitsche en de Neder
landsche postadministratie, van het Rijksspoorwegbe-
stuur, van de Pruisische regeering en van de verschil
lende betrokken Spoorwegmaatschappijen tegenwoordig
waren, werd besloten, van 15 Mei e. k. af een gere-
gelden postdienst te beginnen tusschen Berlijn en
Londen via BoxtelWeselVlissiügen.
Het is niet zoozeer de postdienst zelf, maar door
den postdienst, het reizigersverkeer, dat voordeel zal
aanbrengen. Reizigers toch kiezen de snelste, d. i. de
postroute. En het zijn niet alleen de reizigers tus
schen Berlijn en Londen, die verkregen worden, maar
ook de reizigers van Hamburg en Bremen, van Ha
nover en Maagdenburg, van Leipzig eu Dresden, van
Dortmur.d, Essen en Oberhausen, en door Berlijn, de
reizigers van Petersburg, door Hamburg van Kopen
hagen.
Dat dit alles bij de steeds toenemende voorkeur, die
aan de Ylissingsche route gegeven wordt, voor Zeeland
en ook voor BoxtelWesel van belang is, spreekt van
zelf, maar dat is niet het eeuige. Het gewichtige van
de zaak is, dat VlissingenQueensboro' de geijkte
route wordt en weder eene Nederlandsche spoorweg-
lijn deel gaat uitmaken van een internationale hoofd
route."
Heer A rends kerke. In een algemeene ver
gadering van aandeelhouders der vereeniging „Ge
meenschappelijke Slachterij" alhier werd door het
bestuur rekening en verantwoording gedaan, waaruit
UILLL Jil»ltl!P.liJilü,i,^W»pWiigW.__L a
vereeniging zich moeilijk staande kan houden, zoodat
besloten werd de vereeniging te ontbindeD, en de
aandeelen terug te betalen.
Üerii, School eit lending
Middelburg. Woensdagavond werd alhier de
uitgestelde vergadering gehouden van het kies-college
der Ned. Herv. gemeente, ter benoeming van ouder
lingen en diakenen. Er waren opgekomen 69 leden
afwezig waren de heeren
ds. Nonhebei, ds. Sibm. Zijneu, H. B. Wijtman,
L. J. de Kok, W. J. J- Koole, (uitlandig), K. J. H.
Wasch (ongesteld), J. C. Hartman, P. W. de Kan, J.
van Nederveeu, M. J. Scheele, J- F. Koeleman, J.
M, v. d. Woesteijne, J. den Hollander, A. P. de
Wijs, P. D. Halffman, C. Jonk, G. J. de Lignie, A-
T. Termijn, A. B. Crucq, van Doorn van Koudekerke,
J. D. A. van Eijndhoven, J. C. van der Harst, W.
Timmermans, L. W. van Puffelen, W, F. Auer, A.
v. d. Harst, E. P. Schorer, C. Verwijs, F. W. Hering,
J. van Holtkuijzen en U. F. Auer, te zamen 31 leden.
Herkozen werden tot ouderlingen de aftredende
broeders, D. J. Dronkers, J. van de Thoorn, P. J.
van PuffeleD, L. J. de Kok, H. B. Wijtman, A,
Gitleonse en W. J. J. Koole,
Tot diakenen de aftredende broeders, W. P. van
Page, G- P. Wattez, J. Rijkse, P. W. de Kan, J.
Snoep, A. A. Nonhebei en H. Munters in plaats
van den heer Hartman, die verzocht had niet meer
in aanmerking te komen, werd gekozen de heer G. J.
de Lignie.
Oostburg. De derde jaarlijksche vergadering van
zondagschool-onderwijzeressen en onderwijzers werd
jl. Zondag avond in het lokaal der Christelijke be
waarschool alhier gehouden,, en behalve door vele
belangstellenden, bijgewoond door de WelEerw. Heeren
K. W. Hulstijn alhier en J. Knottenbelt te Sluis,
benevens de HH. P. Voerman eu J. van Bruggen,
hoofdonderwijzers aan de Christelijke scholen te Sluis
en Groede. Tegenwoordig waren de onderwijzeressen
en onderwijzers der zondagscholen van Sluis, Groede
en Oostburg. Geopend met het zingen van Psalm
89 7 en gebed door den voorzitter, den WelEerw.
Heer C. W. Pohlmann te Groede, werd daarop door
dezen den 66ste Psalm gelezen, waaraan hij, na den
aanwezigen welkom te hebben geheeten, de stof ont
leende voor eene toespraak, waarin de toenemende
bloei en vooruitgang der zondagschool geschetst, en
op den strijd, dien ook zij te voeren heeft, gewezen
werd.
Nadat gezongen was Psalm 98 2 werden achter
eenvolgens de verslagen uitgebracht van, of mede-
deelingen gedaan omtreDt de zondagscholen te Oost
burg, Sluis, Groede en Relrauch°ment, die zeer bevre
digend waren. Alsnu werd het woord verleend aan
den heer P. Voerman, die, daartoe in de veigadering
van het vorige jaar uitgenoodigd, in eene zeer breed
voerige beschouwing, behartigenswaardige wenken gaf
over de wijze van onderwijs geven op de zondag
scholen. Met het oog op de jongere leerlingen stelde
spreker in het licht, de noodzakelijkheid om bij de
behandeling der bijbelsche geschiedenis toch vooral
kinderlijk en eenvoudig te zijn, en waarschuwde voor
het maken van bedenkingen bij het onderwijs, dat zoo
ras tot ongeloof leiden kan.
Hij wees er op hoezeer het daarom noodig is, het
onderwerp machtig te zijn, dat men boeiend en niet
dau met een spaarzaam gebruik van bijvoegingen tot
de geschiedenis voordrage, opdat mede hierdoor den
leerlingen duidelijk worde, dat het niet is wat de
zondagschoolonderwijzer vertelt, maar wat de Bijbel
ons leert. Helder doc men daarbij steeds uitkomen
de zondaarsliefde van Jezus, tegenover de boosheid
van het uienschelijk hart.
Voor de oudere leerlingen achtte spreker de behan
deling van hel onderwerp nuttiger, door met hen
eerst de bijbelstof te lezen, en daarna vers voor vers
te bespreken.
Voorts ga men voorzichtig te werk in de keuze
van bem of haar, wie men onderwijs geven laat, opdat
niet door eene verkeerde leiding eene verderfelijken
invloed op het kiuderhart worde uitgeoefend.
Men houde steeds het ideaal, dat men te bereiken,
tracht, helder voor oogen, en wanhope nimmer aan
datgene wat iu zwakke kracht is verricht.
De voorzitter, den heer P. Voerman dankzeggende
voor dit degelijk woord, stelt alsnu de gelegenheid
tot discussie open, waaraan door eenigen werd deel
genomen. Het ver gevorderd uur, het scheiden nood
zakelijk makende eiudigde ds. K. W. Hulstijn deze
vergadering met dankgebed, waarna gezongen werd
Gezang 96.
De gehoudene collecte strekte ten behoeve van den
dagschoolarbeid tc Retranehement.
In het laatst der rolgeude maand zal het