fiHRISTlLIJHISTORISdH 6LAD. NT. 654. Donderdag- 30 September. 1880. i De nieuwe Schoolwet. Middelburg, 29 September 1880. Verschijnt elkan Maandag, WoenTsdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever P. GJ-. WIJTMAN, TE MIDDELBURG-. Prijs der Advertenttën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Wat al barensweeën zijn aan de geboorte van dat kindje voorafgegaan. Met hoeveel pijn lijken angst is daarvan de geboorte te gemoet gezien Men heeft gemeend dat het nog in de geboorte zou sterven. Maar die vrees is be schaamd. Het kindje is ter wereld gekomen en stijf gebakerd en goed ingespeld wordt het ons liu aangeboden. Daar is een kreet opgegaan, al was het dan niet over de voorspoedige, dan toch over de eindelijke geboorte van dat kind. Wie zal ze tellen van wie het een kreet van smart was? Maar die worden niet geteld, althans niet door hen, die de vaders van dat kind zijn. Deze rekenen alleen met eigen wenschen en inzichten. Die schreeuwers van de andere zijde moeten worden doodgedrukt. Hun voorrecht is kraam kamer en opvoeding te helpen bekostigen, en, al zal dat kind opgroeien als hun toekomstige despoot, die niet zal rusten voor dat hem de alleenheerschappij is verzekerd, zij zullen schat ten moeten helpen aandragen, om tot die hoogte hem te brengen. Maar dat kind is nog niet groot en staat voor het tijdperk der vele en gevaarlijke kin derziekten, waarin het wel eens kan bezwijken. Het is er nog niet, waar zijn vaders wenschen dat het eens zal komen. En bedriegt ons niet alles, dan ontbreekt aan den pasgeborene alle levensvatbaarheid. Het maakt op ons den in druk van een wezen met een verkeerden bloedsomloop, dat een tijd zijn bestaan zal kun- ken rekken, maar toch eindelijk zal moeten bezwijken. Och, de invoering der nieuwe schoolwet zal in de steden nog al gaan. Daar is men aan veel vreemds en veel nieuws reeds langzamer hand gewend geraakt. Daar gaat alles veel ge makkelijker en kunnen leermiddelen en leeraars veel lichter worden gevonden. Daar klimt het jaarlijksch budget steeds hooger en rekent men zoo niet na ot dit door de kosten van onder wijs of door andere oorzaken geschiedt. Maar dat is anders op de dorpen. Daar wordt elke post, al zijn de bewoners dan maar boe ren, nauwkeurig nagerekend en geeft die dadelijk een belangrijke verhooging voor de uitgaven en dus ook voor den omslag, die voor ieder wordt geheven. En daar zal men ondervinden, al dadelijk ondervinden, hoe ontzettend duur hun die nieuwe schoolwet te staan komt. En dat zal men niet het minst in Zeeland, waar de onvermoeide en nog altijd ontevreden schoolwetsdrijver Moens aan het hoofd der iu- en uitvoering geplaatst is. Arme Zeeuwen! Dat is een cadeau door uwen vorigen commis saris, den heer Six, u geschonkenHet is alsof wij opstandelingen onder zijn bestuur zijn ge weest dat hij zulk een Alva naar onze gewesten afvaardigt! Of moeten wij er voor boeten, nu Friesland mogelijk zijnen afgevaardigde niet meer wil, zeker niet meer gewenscht heeft bij de invoering der Schoolwet als de pleegvader van zijn kind, dat wij dezen ij veraar voor de neutrale school moeten slikken Zal hi] hier den tegenstand van het Christenvolk tegen de school zonder bijbel moeten breken en mogelijk den weg voor de godsdienstlooze openbare school plattreden? Wij zullen zien, maar voorspellen allen blinden ijveraars en allen, die aan onder wijs- en schoolwet- weerzin lijden dat het Zeeuwsche volk veel kan dragen, maar niet alles zal verdragen. Uit dat volk heeft, Gode zij dank noch een liberaal predikanten corps, noch een liberale dagbladpers hun liefde voor den God huns doops, den God hunner Vaderen noch voor den Bijbel kunnen uitdrijven. En nu zal hun de pr act ijk der uitvoering al dadelijk de oogen openen voor de strekking en de ongerijmdheid der schoolwet. Wij willen heden slechts op eene enkele zaak de oogen vestigen. Verbeeld u dat die wet voorschrijft dat op elke dorpsschool ook weke lijks eenige uren onderwijs zal moeten worden gegeven in de nuttige handwerken. Wij bestrijden het nut daarvan niet. Volstrekt niet. Maar daarin werd op de dorpen door bijzondere personen reeds onderwijs gegeven en wel eiken dag. Dat zal nu anders worden. Die bijzondere schooltjes op verschillende plaatsen eener gemeente, tot groot gemak der kinderen opgericht, zullen er onder. Al is dat nog niet het eerste jaar, dan het tweede of het derde. De regeering zal alles doen, ook wat tot hiertoe liefdevolle harten en handen gedaan hebben, zij zal ook onderwijs in vrouwelijke handwerken doen geven. Maar nu hoe Wjj willen over het bezwaar heen stappen dat dit slechts enkele uren in de week zal zijn. Wij willen niet vragen of dit onder de gewone lesuren zijn zal en daarom eene moeielijke schei ding der leerlingen tengevolge zal moeten heb ben, of wel zal geschieden na den gewonen schooltijd en een onoverkomelijk bezwaar zal opleveren voor het alleen naar huis gaan der meisjes. Mogelijk kan hierop wel wat worden gevonden, ofschoon wij dit met een gewoon menschenverstand niet goed kunnen inzien. Wij moeten dan ook met een onzer briefschrijvers belijden dat wij op geen Hoogere Burgerschool hebben gegaan. Maar het zou ook wel eens kun nen blijken dat het gemakkelijker is in den Haag de wetten op het papier te maken, dan ze in de verschillende gemeenten, vooral op dor pen uit te voeren. Hoe dit zij, daar moet les worden gegeven in vrouwelijke handwerken door eene geëxamineerde. Maar die heeft men op de dorpen niet. Welnu, die dan uit de steden gehaald. Doch dat gaat mogelijk goed voor plaatsjes dicht bij eene groote stad. Daarin wordt mogelijk eene geëxamineerde gevonden, die voor f 150 of f 200 enkele uren in de week les wil geven, maar dat gaat niet voor dorpen, ver van steden gelegen. En daar enboven het getal van deze juvrouwen komt tot staan. Het examen in vrouwelijke handwer ken kan voortaan alleen meer gedaan worden, nadat men een examen als hulponderwijzeres heeft afgelegd. Men zal dus eene hulponderwij zeres, die acte heeft voor nuttige handwerken, moeten aanstellen. En deze zullen duur zijn en steeds duurder worden. Voor zulk eene zal min stens f 500 op de jaarlijksche begrooting moe ten worden uitgetrokken. Wij spreken nu van niets anders dan van dit en dit reeds raakt op zoo gevoelige wijze de beurs onzer dorpsbewoners. De oogen zullen opengaan en gaan reeds open. Wij hoorden van een onzer Walchersche dorpen, waar dit gevolg der nieuwe schoolwet de gemoederen reeds in vuur en vlam heeft gezet. Men overschatte toch den toestand niet. Niet alleen zullen er millioenen moeten worden op gebracht, opdat de regeering de 30 pet, zal kunnen uitbetalen, niet alleen staan wij voor een tekort van twintig millioen in 1881, maar nog elke gemeente zal zulk een zwaardere som moeten opbrengen En dat, waar de waarde der landerijen terug gaat, waar de handel kwijnt, waar de kapitalis ten in de laatste jaren zoovele millioenen armer geworden zijn. Wij herinneren aan het spreekwoord; dat eene kruik zoolang te water gaat, totdat zij barst. De Tweede Kamer behandelt sinds Maandag het adres van antwoord op de troonrede. De heer Schim- melpenninck van der Oye leidde het debat in, door te wijzen op de gedragslijn van dit kabinet, dat z. i. vol komen overeenkomt met die van het kabinet Kappeyne. Uit de daden van dit ministerie blijkt dat de anti revolutionairen voortdurend tot oppositie verplicht zijn tegenover dit kabinet. Aan den heer Moens is een blijk van sympathie, door zijne benoeming geschonken de minister Six toont zich tot inwilliging der eischen van de liberalen op onderwijsgebied -zeer geneigd. Tusschen de belasting-ontwerpen der ministers Gleich- man en Vissering bestaat geen wezenlijk verschil. De heeren Casembroot en Heydenrijck wezen op de onwaarheid der troonrede. Alle schaduwzijden wor den zorgvuldig verborgen, alles wordt van de lichtzijde beschouwd. De laatstgenoemde wees als kenmerkend voor den geest van dit ministerie het feit aan, dat de minister van binnenlandsche zaken de onthulling vau het gedenkteeken voor Spinoza bijwoonde, en dat de minister van buitenlandsche zaken zich bij de feesten te Brussel door den Nederlandschen gezant deed ver tegenwoordigen. De minister van buitenlandsche zaken, de heer van Lijnden, wees nogmaals op den toestand van regee- ringloosheid waarin ons land ten vorigen jaren ver keerde, en herhaalde nog eenmaal, dat dit ministerie niet was opgetreden als de uitdrukking van eene be-

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1