riVff* Tj,r7A\TTfcT7\T OmTTT7T/rT^\T I
-A-en worden, onder voorwaarde dat zij de vereischte
geschiktheid eu bekwaamheid bezitten en minstens
lis jaar oud zijn.
Naar het N. v. d. D. mededeelt zou het voornemen
P bestaan om de rijdende artillerie op te heften en drie
regementen veld-artillerie te formeeren.
De uiooB'cl le 's Gravenlliage.
Ons gansche land is, niet zonder reden, in rep en
roer over een gruwelijken moord, onder zoo akelige
omstandigheden gepleegd, dat men zou meenen dat
alleen Turkije of Spanje en niet de onmiddelijke na
bijheid onzer residentie daartoe zouden worden ge
kozen.
De bijzonderheden laten we hier volgen
Donderdagmiddag omstreeks drie uur vervoegde zich
een als heer gekleed persoon aan de schooi van
den onderwijzer Bouscholte, op de Koninginnegracht
te 's Hage, die uit naam der ouders, naar hij zeide,
het zoonje van den heer Boogaardt (de eenige zoon
van een vermogend man) kwam afhalen. Niets kwaads
vermoedende, ging de knaap met hem mede en beiden
stapten in een gereed staand rijtuig, waarmee zij weg
reden. De ouders vernamen dit, toen zij, ongerust
geworden, doordien het kind niet op den gewonen tijd
na 't uitgaan der school thuis kwam, bij den onder
wijzer informeerden. De onrust klom tot angst, toen
de heer Boogaardt tegen halt zeven per post een uit-
voerigen brief ontving waarin vermeld stond, dat de
schrijver zijn zoon geroofd had en dat het kind alleen
tegen een losprijs aan de ouders zou worden terug- I
gegeven. De schrijver zou zorgen, dat Vrijdag, op
een bepaald plaats en uur, een kourier op post zou
staan om de f 75,000, welke hij eischte, van eene
vrouwelijke dienstbode in ontvangst te nemen. Of
zijn lasthebber zou worden aangehouden, deed niets
ter zake, daar deze toch geen inlichtingen kon ver
schaften. Verder behelsde cie brandbrief de bedrei
ging, dat aan het kind van nu af alle voedsel ont
houden en dat het in een kelder opgesloten zou
worden. Werd het geld verstrekt, dan zou het kind
Zaterdag in de ouderlijke woning terug zijn. Mocht
de schrijver bespeuren, dat de justitie in de zaak
gemengd was, dan zou de vader slechts het lijk van
zijn kind terugvinden. Het plan was rijpelijk door
dacht en de schrijver zou voor niets terugdeinzén.
De politie werd. met het gebeurde in kennis gesteld
en deed wijd en zijd uasporingen. De koetsier werd
uitgevischt, die den onbekende aan het llijnspoorweg-
station had opgenomenhij gaf op, den man met een
knaap tot het einde van de laan van Meerdervoort te
hebben gereden. Bij het uitstijgen maakte den moor
denaar den kleinen Marius opmerkzaam op het hijgen
van het paard met de woorden„Kijk het paard
eens jagen en zweeten of we ook gereden hebben."
Hij betaalde d- n koetsier met f 2 en sloeg daarna
met. deu knaap den weg in naar het duin, in de rich
ting van Zorgvliet. Verschillende personen hebben hen
beiden daar nog tegen het vallen van den avond ontmoet.
Den geheelen nacht was de politie iu de weer; een
ontdekkingstocht werd in de duinen ondernomen, doch
geen spoor werd ontdekt. Den volgenden morgen ging
men op nieuw op onderzoek uit en vele burgers slotan
zich daarbij vrijwillig aau. Tegen 12 uur eindelijk
vond men het kind, doch helaas slechts als een lijk.
Een rijksveldwachter ontdekte het in de duinen, in
de nabijheid van den weg, die om Zorgvliet loopt,
verborgen tussclien struikgewas, met vastgebonden
handen en het hoofd rustende op de schooltasch
de pet was over 't gelaat getrokken, geworgd en met
zeven dolksteken doorboord.
Op het adres van den brie.'', waarin de ouders
met het wegvoeren van hun kind bekend werden
gemaakt, stond rael potlood het woord „spoed" ge
schreven, tweemaal herhaald. Het handschrift was
verdraaid. De weg, dien de dienstbode, welke de
f 75,000 moest brengen, moest volgen, om op de
aangewezen plaats te komen, was geheel aangewezen.
Van de Hoefkade af gaande, moest zij zich in een
bepaalde richting naar den kant van Loosduinen be
geven.
De dader schijnt van buiten af gewaarschuwd te
zijn, dat de justitie hem op de hielen zat. Het ge
voelen, dat hij medeplichtigen moet gehad hebben,
werd spoedig algemeen.
Donderdagavond is de persoon, die het kind ont
voerd heeft, van halfvijf tot halfzes uur met zijn
slachtoffer op de Laan van Meerdervoort gezien het
jongentje was toen nog opgeruimd en vroolijk, volgens
de verklaringen van twee aldaar woonachtige personen:
Mooiman, bij wien later is ingebroken, eu Borsboom.
Later werd hij met het kind spelende in de duinen
gezien, in de bmrt van „Houtrust". In den laten
avond is hij alleeu opgemerkt aan den kant van den
Loosduinschen weg, komende van de Beeklaan, waar
hij. naar men beweert, in een boerenwoning een glas
melk gevraagd heeft, waarvoor hij f 1 betaalde.
In verband hiermede verdient T feit vermelding, dat
de veldwachter van Loosduinen in den laten avond
nabij de Kerkhofiaan twee rijtuigen heeft zien staan,
OrkAnl\.u»a VpflcAAni no* 1
die 's nachts door 't dorp zijn gereden. De burge
meester van Loosduinen is dan ook reeds gehoord,
en heeft instructies ontvangen om te onderzoeken,
waarheen deze rijtuigen gereden zijn, en met welk
doel de gebruikers zich ter aangeduide plaatse bevonden.
De moord moet naar liet gevoelen van de ge
neeskundigen, met de lijkschouwing belast geweest,
dr. Coert en chirurgijn Becht ten één uur in deu
nacht ziju gepleegd.
De officier van justitie en de hoofdcommissaris van
politie zijn den ganschen Zaterdag en gedurende een
groot deel van den voorafguanden nacht werkzaam
geweest aau het hoofdcommissariaat, om de talrijke
personen te hooren, die aanwijzingen komen doen, en
de menigte telegrammen te ontvangen, die van alle
zijdon toestroomen.
Het dienstpersoneel van den heer Bogaardt en van
den heer Bouscholte was voortdurend aan het politie—
bureel, om zoo noodig de personen te herkeunen, die"
als vermoedelijke daders of medeplichtigen zijn of
worden aangebracht.
Het Vaderland zegt, dat de vermoedelijke dader
van den moord een dolk heeft gekocht in een winkel
in de Papenstraat in Den Haag en een degenstok in
een ander magaziju.
Aan het Handèlsblad werdt gemeld, dat Vrijdag
avond door een veldwachter een in het duin ge
vonden brief aan den heer Bogaardt werd gebracht,
die bleek van dezelfde hand tezijn als de eerste
brief, en waarin werd medegedeeld, dat het niet om
het geld was te doen, en de vader het kind nu wel
zou vindeu.
Het Dagblad meldt, dat de persoon, die het kind
van de school kwam afhalen, eerst vroeg om den knaap
te spreken, waarop deze door de meid geroepen werd
e:: eenige oogenblikken met den vreemdeling in den
gang sprak. De knaap ging daarop weder naar bin
nen om zijn schooltasch te pakken, en gaf op de
vraag van den hulponderwijzer.- „of hij dien man
kende", „ja" ten antwoord. Natuurlijk bestond er
toen bij den onderwijzer geen bezwaar om den jongen
te laten weggaan.
De heer Bogaardt, die door de justitie gehoord is,
moet naar zijn geweten hebben getuigd, dat hij nie
mand kan aanwijzen, dien hij van de afschuwelijke
daad ook maar in de verte verdacht houdt.
Werkelijk is op verlangen van den onbekenden
schrijver eene dienstbod*, de huisvrouw van den
koetsier des heeren Boogaardt, met het geld naar de
plek van samenkomst gezonden. Voorwaar geene be
nijdenswaardige zending voor eene vrouw, die, gelijk
de brief luidde, een enkelen blik op den persoon die
het geld zou aannemen, met den dood zou moeten be-
koopen. Niettemin heeft de vrouw van 2l/«4l 2 ure
onder den grootsten angst met 75 bankbiljetten, elk
ven f 1000, op de afgesproken plaats heen en weer
gewandeld.
Hoewel vooraf vermoed werd, dat niemand zou
opdagen, oordeelde men het niettemin raadzaam er
iemand heen te zenden. De vrouwelijke boodschapper
werd echter in de nabijheid behoorlijk bewaakt. Zelfs
sloeg haar de schrik om het hart, toen zij eindelijk
een manspersoon zag naderen, die echter later bleek
een dienaar der politie te zijn.
Overigens verzekert men dat de brandbrief, met den
last om f 75,000 op een bepaalde plaats te brengen,
vergeleken is met een geschrift van vroegeren datum.
Uit de vergelijking van die beide geschriften zou door
een deskundige de conclusie zijn getrokken, dat het
'schrift van deu jongsten brief veel overeenkomst had
met dat van den ouderen brief.
Het staat intusschen vast dat de brief, waarin de
kinderdiefstal werd bericht, en die vier bladzijden
groot is, gesteld en geschreven moet zijn door een
verstandelijk goed ontwikkeld persoon. Geen enkele
taalfout heeft men daarin kunnen ontdekken.
Het lijk van den vermoorden knaap, hetwelk in
het stedelijk gasthuis aan eene lijkschouwing is on
derworpen, werdt Vrijdag avond naar de ouderlijke
woniug overgebr icht.
Met zeer verklaarbare nieuwsgierigheid ging
Zaterdag van mond tot mond de vraag op straat en
in huis, of de vermoedelijke moordenaar vans Het
zoontje van den heer Bogaardt reeds aan de handen
der justitie was overgeleverd. Het antwoordt moest ont
kennend luiden, daar de politie, trots hare onvermoei
de nasporingen, er nog niet in geslaagd was den dader
van het gruwelstuk te ontdekkeu. Wel deden verschil
lende geruchten onder eene lichtgeloovige menigte,
die zich voor het commissariaat had verzameld, de
rondte, doch allen bleken uit de lucht te zijn ge
grepen.
Tot die geruchten gaf o. a. aanleiding het feit, dat
op een telegram der Amsterdamsche politie, die, gelijk
alle politie-autoriteiten, natuurlijk van de zaak verwit
tigd is, zekere E. van beroep hotelbediende, bij de
politie daar was ontboden, zonder verlof om te ver
trekken.
Gisteren (Zondag) echter schijnt men de vermoede-
Ttn T> A O TT T TiT "NT
lijke daders op het spoor gekomen J. u
pen te hebben.
Er bestonden vermoeder.s, dat een voor**
malig huisknecht van den heer Boogaardt
niei vreemd was aan den gruwelijken moord op deu
ongelukkigen knaap. De naam van dien vroegeren
huisknecht is Heuri Poulviquet zijn tegenwoordig
verblijf was onbekend, doch door de justitie werd
onmiddellijk daarnaar onderzoek gedaan. Thans ver
neemt men, dat, blijkens een bericht van de politie
te Amsterdam, Henri Poulviquet aldaar is opgespoord
en iu hechtenis is genomen, om ter zake van den
moord door de justitie gehoord te worden.
Nog zegt men, dat twee personen te Antwer
pen zijn gearresteerd als verdacht van den moord of
medeplichtigheid daaraan. Een hunner is een bediende
in een logement te 's Hage, die Woensdag zijne be
trekking heeft verlaten, zonder verder iets van zich
te hebben laten hooren.
De moordenaar is iemand geweest, die schopisel.
droeg, waarvan de indruk, in het zand op de duinen
waargenomen, 26 centimeter bedraagt. Hierin heette
men dus reeds eenige aanwijzing.
Nog vernemen wij, dat een barbier in den Haag
zich bij de politie heeft aangemeld met de verklaring
dat hij Woensdagavond een manspersoon, wiens klee
ding gelijkenis aanbiedt met de gesigualeerdeu ver*
moedelijken dader, den baard heeft afgeschoren. Hij
verklaart verder, dat deze persoon in zeer opgewonden
toestand verkeerde, en, zonder zich het aangezicht te
wasschen, haastig vertrok, zich niet bekommerende
over de hevige stortbui, die op dat oogenblik neerviel
Er heerscht tegenwoordig een eigenaardige manie
onder de fransche vrouwen, die terecht of te onrecht
door minnenijd verteerd worden. Ze voorzien zich
\an wat vitriool en werpen dit het door haar gehaat
voorwerp in 't aangezicht. Sommige gebruiken ook
wel eens een revolver.
De jury, voor wie de bedrijvers van deze euveldaden
gebracht werden, heeft ze, onder toejuiching van 't
publiek vrijgesproken.
Dat noemen we een ongelukkig verschijnsöTTan
zeer bedenkelijkeu aard- Onze moderne rechtspleging
is er op gebaseerd, dat niemand zijn eigen rechter
zijn mag, niemand zichzelf wreken. De heele wereld
zal dit toejuichen. Wie ziet niet in tot wat dwaas
heden en ongerechtigheden de maatschappij vervalt,
die het groot e beginsel prijsgeeft, dat alleen de daar
toe geroepenen en bevoegden recht spreken en straffen
opleggen. En al is het dan, dat we 't ons 0 zoo
goed kunnen denken, dat de misleide, bedrogene en
verlatene,tot wanhoop gevoerd, zichzelf,waar de wet
daartoe geen gelegenheid biedt, recht verschaft,
toch, wanneer aan deze wraaknemingen geen paal en
perk gesteld wordt, zullen de treurige gevolgen ervan
niet te berekenen zijn.
We meenen, dat er voor ons deze les in steekt;
onze rechtspleging niet aan jury's toe te vertrouwen.
Het gevoel van den rechter moge door de gewoonte
om ie straffen wat verstompt en verhard zijn geworden,
hij ziet ook beter dan de jury de consequentie in van
vrijspraak en straf. En bovendien heeft de Koning
't recht van gratie, om daar waar de toepassing der
onverbiddelijke wet in speciale gevallen tot onrecht
zou leiden, althans tot te groote gestrengheid,
misdaad of overtreding en straf tot elkander in de
gewenschte evenredigheid te brengen. {W. TV.)
ïierit, School fit Centime
Liberaliteit der modernen.
Gelijk wel te verwachten was, is de Nederd. Herv,
gemeente te 's Bosch, verlaten door haren predikant
die nog geen twee jaren onder haar had gearbeid, in
een jammerlijken toestand geraakt. Het adres door
100 mans-lidmaten, ruim eenderde deel der gemeente,
en juist dat deel 't welk het getrouwst ter kerke
komt, aan het Kiescollege ingediend, waarbij de be
roeping van een rechtzinnig predikant werd verzocht,
heeft niet gebaat. Uitsluitend moderne predikanten
staan op het twaalftal, ofschoon er reeds twee moderne
in de gemeente zijn, eu de dienst, als een modern
predikant optrad, meermalen bij gebrek aan toehoor
ders geen voortgang kon hebben. Geen enkele stem
der „liberalen" heeft zich tegen dat onrecht verheven.
Ook heelt geen liberaal onze uitdaging om in ons
blaadje evenbedoeld adres le bestrijden, durven beant
woorden. Men beoogt blijkbaar de lastige orthodoxen
met behulp zelfs van de meest beslist ongeloovigen
eenvoudig uit de gemeente te drijven. Anders toch
zou men hen hebben ontzien want dat de gemeente
als geheel beschouwd door deze handelwijze lijdt, is
blijkbaar. Reeds hebben, velen hunne zitplaatsen in de
Kerk opgezegd en de daardoor vrijgevallen gelden
beschikbaar gesteld voor vergoeding van kosten, noo
dig om langs anderen weg iu de prediking des Woords
te voorzien. Wij hebben van de modernen die in
bijna geheel N.-Brabant de overmacht hebben nooit
iets anders verwacht. Gevoelende hoe onmachtig hun
woord is, tegenover: Het Woordmoeten zij hun toe
vlucht nemen tot de stembus, waar zij op de hulp