CIIKIS T K L I.IK !lISIIIliSi:I! BLAD. Mn. «II>3 fïinsdag- 28 September. 1880. Be! 1 mm mi Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 3 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever G. W IJ T M A IS t£ MIDDELBURO. Prtjs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. AS/JI FINANCIËN. Met verbazing zullen onze lezers ongetwijfeld, zoowel als wij, vernemen welke greep door ons tegenwoordig ministerie in de Staatskas zal worden gedaan, als de Staten-Generaal de som men toestaan voor den dienst 1881 aangevraagd. Het is, althans onder ons, altijd bekend ge weest dat het ministerie Kappeijne heel wat aandurfde wat den bedaarden Hollander beden kelijk voorkwam. Van het tegenwoordig minis terie hadden we zoo iets, ronduit gezegd niet verwacht. Aan weinig opwekkende overzich ten van den staat onzer geldmiddelen waren we, ook onder liberale ministeriën, reeds jaren gewoon. Maar hoe bescheiden komt ons nu het eindcijfer der staatsbegrooting in de laatste jaren voor, vergeleken met de cijfers voor het volgende dienstjaar door den Minister van finan ciën genoemd. Voor 1877 werd aangevraagd 117^ millioen, voor 1878 119 millioen, voor 1879 116 mil lioen, voor 1880 115 millioen en nu voor 1881 126^ millioen. Ruim 11 millioen meer op een maal dus. Sinds 1878 hebben we eene leening van 40 millioen guldens opgeteerd, het te kort in 1881 zal ruim 21 millioen guldens bedragen. Waardoor wordt onze begrooting nu zoo enorm verhoogd Nagenoeg 6 millioen wordt meer gevraagd voor den aanleg van spoorwegen, 2£ millioen voor de uitvoering der nieuwe onderwijswet, 2 millioen meer voor oorlog. Spoorwegen bevorderen de welvaart en bren gen eenmaal hun rente op, de uitgaven van oorlog zijn van tijdelijken aard zegt men, dus tot het bedrag daartoe vereischt, geld leenen. heeft geen bezwaar. Men vergeet echter dat na de spoorwegen, de waterstaatswerken denk aan den waterweg voor Rotterdam om het hunne zullen komen, ook dat zijn werken ter bevordering van de algemeene welvaart. En na de waterstaatswerken komen andere publieke werken; zal men altijd maar lee nen Of het hoogere bedrag voor het departe ment van oorlog van tijdelijken aard zal zijn, valt zeer te betwijfelen, en ook al ware dit zoo, dan zal op het daardoor vrijvallend bedrag onmiddellijk beslag worden gelegd voor de afdeeling onderwijs van het departement van binnenlandsche zaken. Aangenomen evenwel dat de aangevraagde 13 millioen voor spoorwegen, en 2 millioen verhoo ging voor oorlog eenmaal komen te vervallen, dan zal er, naar de raming des ministers voor onze ge wone staatshuishouding toch nog p. m. 6 mil lioen te kort zijn. Leent men dit bedrag dan zal het te kort al weder met de renten van die leening worden verhoogd. Ook de Indische begrootingen sluiten met aanzienlijke tekorten, ook voor Indië zal moeten geleend worden, onder waarborg van Nederland. In plaats van gelijk vroeger onze tekorten door Oostersche millioenen te dekken zal Nederland verplicht zijn, indien Indië niet betalen kan, ook nog de renten der Indische millioenen te betalen. Tot de eerste regeeringszorgen zal dus in 1881 behooren het uitschrijven van nieuwe be lastingen. Ons landsbestuur heeft de zorg voor tal van zaken op zich genomen. Het kon beter gedaan worden als het door de burgers werd gedaan, en het kon meergeld kosten ook.Een leger beambten is aangesteld om de zorgen in dien coöperatieven winkel, waar men onderwijs krijgt, waar de gezondheid wordt beschermd, waar men de spaarduitjes brengen kan, op zich te nemen. De uitgaven moeten tot net strikt noodige be perkt worden zeggen de Eerste en Tweede Kamer. Met het oog op de onvermijdelijke staatsuit gaven, zegt de troonrede, blijft versterking van 's rijks middelen noodig. Op vermeerdering der sommen aan den rijks ontvanger te brengen zullen de ingezetenen van Nederland zich in 1881 Lebben voor te be reiden. Dat is de korte zin van 's ministers lange rede. Middelburg, 27 September 1880. Het ontwerp-adre9 van antwoord der tweede kamer op de troonrede geeft in de meeste paragrafen een woordelijken weerklank op die rede. Eenige afwijking is te bespeuren in de 5de afdeeling luidende: „Zoo, niettegenstaande de verwachte ruimere op brengst der belastingen, wegens de onvermijdelijke toeneming der staatsuitgaven, versterking der rijks middelen noodig blijft, achten wij het een dringenden eisch van onzen financieelen toestand, dat die toeneming het onvermijdelijke niet overschrijde. Zoomede in de 9de alinea „De mededeeling, dat, hoewel in Atjeh het gewapend verzet nog niet geheel bedwongen werd, de regeering het Nederlandsch gezag aldaar genoegzaam gevestigd acht om de inrichting van een geregeld bestuur voor te bereide.i, getuigt van verwachtingen, die, zoo wij ho pen, niet te leur zullen gesteld worden. Twee belangrijke amendementen op het adres van antwoord van de Tweede Kamer zijn ingediend: I. Door den heer van Houten, om de volgende paragraaf in te lasschen „Met leedwezen missen wij alle mededeeling ten aanzien van de voornemens der regeering met betrek king tot het kiesrecht. Dit onderwerp, hetwelk drin gend nieuwe regeling eischt, aan Uwer Majesteits ernstige overweging aanbevelende, meenen wij tevens eerbiedig als ons oordeel te mogen te keunen geven, dat, om een bevredigende regeling tot stand te kun nen brengen, den wetgever grootere vrijheid moet worden gelaten dan de bepalingen der grondwet hem toekennen." II. Door de heeren van der Hoop van Slochteren en Keuchenius, om de volgende zinsnede in het adres op te nemen „Wij missen ongaarne onder de belangrijke door Uwe Majesteit aangekondigde voorstellen een herzie ning d» c wet, regelende het kiesrecht. Een regeling van de stembevoegdheid en wijze van verkiezing, die, meer dan de tegenwoordige, leidt tot een gelijkmatige vertegenwoordiging der verschillende richtingen en be langen ih den lande, komt ons noodzakelijk voor*" Tot onze blijdschap wordt de plaats in de Kamerdoor het overlijden van mr. Teding van Berkhout, zitting hebbende voor Gorinchem open gevallen, ingenomen door den antirevolutionairen candidaat, luitenant H. Seret, Door het bedanken van mr. Lohman van Assen, na zijne verkiezing, en door de candidatuur van den ingenieur Waldorp door conservatieven en liberalen gesteld, bestond er niet zonder reden vrees voor een minder stemmencijfer op den candidaat der antirevo lutionairen uittebrengen, ongerekend nog den stand en de onbekendheid in het district van den candidaat. Onverwacht bleek echter het aantal stemmen cp den heer Seret uitgebracht hooger dan dat op mr. Lohman of Keuchenius. De heer Seret verkreeg 1248, de heer Waldorp 920 stemmen. In eene Zaterdag te Middelburg gehouden algemeene vergadering van bet polderbestuur van Walcheren werd de rekening over 1879 goedgekeurd in ontvang op f 301,756,8572 en in uitgaaf op f 301,106,91, alzoo met een goed slot van f 649,947s. De gewone wer ken hebben eene uitgaaf van f 128,415,17, de buiten gewone van f 59,922.477e gevorderd. Het gewoon dijkgeschot voor 1881 werd vastgesteld op f 13,50 per hectare schotbaar en t 5,30 per hectare vrijland. Evenals vorige jaren werd Westkapclle aangewezen als de gemeente, waarbuiten Middelburg in 1881 de verkiezing zal plaats hebben. Hel stembureau gedurende 1S81 werd samengesteld als volgt Voorzitter, de voorzitter van het polderbestuur, plaatsvervangers de heeren Sprenger en De Nood; ieden de heeren mr. Lambrechtsen van Ritthem, Pou- wer en Cijsouw plaatsvervangers de heeren Snijders, Minderhoud en mr. Van Berlekom. Nog werd, in afwachting van de nadere vaststelling der polderbegrooting, besloten 1» dat zullen worden uitgevoerd de navolgende op de voorloopige raming der noordwatering voorkomende werken, t. w.or.der no 1, de bazaltglooiing op het Zuider9trand te Zoutelande ad f 17375 no. 10, ver nieuwing der steenglooiing en het maken van twee paalrijen en een steenrij, aan den zeedijk te West- kappelle ad f 13925 no. 11, het maken van een paalhoofd met bestorting aau dien zeedijk, f 9700. 20 die werken nog in 1880 openbaar aan te be steden en 30 het dagelijksch bestuur te machtigen de daarvoor noodige plaus en teekeningen te doen opmaken. De Vereeniging v. burgemeesters en secretarissen in N. en Z. Bevéland heeft in hare vergadering van den 23sten dezer besloten baren naam te veranderen in dien van Vereeniging tot beoefening van het admini stratief recht in N. en Z. Bevéland. De vereeniging besloot zich tot den minister van binnenlandsche zaken te wenden, en de zust er vereen i- gingen, alsmede de gemeentebesturen uit te noodigen dit ook te doen, met verzoek, om in de toegezegde wetten op de militie en de schutterij de bepaling op te nemen, dat den gemeentebesturen vergoeding zal worden verstrekt voor de werkzaamheden, ten gevolge van die wetten voor het rijk te verrichten. {M. C.) Bij ministerieele beschikking is bepaald, dat op ontvangkantoren der vier laagste klassen, voorlopig bij wijze van proef, vrouwelijke leden van het gezin des ontvangers als geagreëerde klerken toegelaten kun*

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1