Icrft, School en lending,
GEMENGDE BERICHTEN.
- b
eente aan sommigen het recht te geven hun tap-
ij te blijven uitoefenen, en alle overige tapperijen
I ^*te heffen.
Een dier herbergiers, Davidse, wiens tapperij door die
■^•jjrwordening was opgeheven, stond terecht omdat hij was
REN Hiven tappen. Het Openbaar Ministerie betoogde op
artik*rond van art- 2 der patentwet van 21 Mei 1819
zaair^- no* 34, de onbevoegdheid van het gemeentebe-
belo8tuur om eene dergelijke verordening te maken en tevens
de competentie van den kantonrechter om de wettig-
30 1 ^er verordening te beoordeelen en requireerde
mitsdien het ontslag van rechtsvervolging van den be-
klaagde. De verdediger van den beklaagde, mr. M. J.
J De Witt Hamer, trad in een breedvoerige wederlegging
Van de gronden, door mr. Goeman Borgesius in diens
opstel in de Vragen des Tijds van 1879, getiteld
Een voorbeeld ter navolgingontwikkeld, waarbij deze
laatste de bevoegdheid der gemeentebesturen om der
gelijke verordingen te maken had verdedigd. De ver
dediger grondde zich in de eerste plaats op de bepaling
van art- 3 en 4 der Grondwet in verband met art. 2
van het Burgerlijk Wetboek waarbij allen die zich op
ej het gebied van den Staat bevinden bevoegd worden
Verklaard tot het genot van burgerlijke rechten, waar-
Onder in de eerste plaats het recht om te koopen en
verkoopen behoorde, waarmede eene verordening als
die te Koudekerke in strijd was.
Niet eene gemeentelijke verordening kon die bevoegd-
C heid tot het genot der burgerlijke rechten ontnemen,
S. alleen de wet.
In de tweede plaats wees hij er op, dat de eenige
1 wet, die iets nader omtrent dat recht om te koopen
en te verkoopen behelsde, namelijk de patentwet, juist
de bepaling inhield, dat het bezit van een patent de
bevoegdheid verleende om allerwege te koopen en te
verkoopen, met bepaling dat die bevoegdheid alleen
door of krachtens de wet of door den Koning
i goedgekeurde verordeningen kan worden ontnomen.
En nu wordt eene gemeenteverordening niet door den
Koning goedgekeurd.
Hij wees verder op de allervreemdste wetsuitlegging
die het woord allerwegein art. 2 der patentwet voor
komende, doet lezen alsof er stond niet allerioege
omdat bij de ordonnantie op het recht van 1816 de
uitdrukking gebezigd was „binnen den geheelen om
trek der Nederlanden". Men vond in die uitdrukking
//binnen den geheelen omtrek der Nederlanden" de
beteekenis, dat het patent recht zou geven om zijn
bedrijf uit te oefenen, niet alleen in zijne eigene ge
meente of provincie van het Rijk.
Toen nu de wetgever in 1819, in plaats van die
woorden, in de patentwet de uitdrukking allerwege op
nam, meende men dat zij aan dat woord dezelfde be
teekenis bleef hechten als aan de vroegere woorden
„binnen den omtrek der Nederlanden", alsof niet juist
het wijzigen dier woorden moest worden uitgelegd,
als een wijziging harer beteekenis.
De uitdrukking allerwege was volgens pleiter juist
van meer nitgebreide beteekenis dan de vroegere woor
den, en liet geen twijfel over of het patent gaf het
recht om zijn bedrijf ook in ieder deel der gemeente
uit te oefenen, Juist omdat de pleiter niet gekant was
tegen eene bestrijding van het drankmisbruik, meende
hij het wenschelijk dat de wetgever die taak ter hand
nam. Meent men aan de gemeentebesturen op grond
eener gewrongen wetsexplicatie die bevoegdheid te
mogen geven, zoo werkte men de grootste willekeur
in de hand.
Wanneer een gemeentebestuur de bevoegheid heeft
aan sommige zijner burgers geheel willekeurig eene be
klante nering te ontnemen, aan anderen monopolie er
van te geven, dan bestaat er kans dat de onzedelijk
heid van het drankmisbruik vervangen wordt door
nog grooter onzedelijkheid, het uitdeelen van voor
rechten door gemeentebesturen aan enkele bevoorrechten.
Op grond van een en ander concludeerde hij tot
ontslag van rechtsvervolging, waarmee zich blijkens
uitspraak van Woensdag ook de kantonrechter ver-
eenigde.
Door 375 locale Comité's der Unie is voor de
Augustus-collecte bijeengebracht f 61.458.02.
Op Donderdag 14 October e. k., 's voormiddags
te 11 uren, zal te Utrecht in het Gebouw voor kun
sten en wetenschappen de algemeene vergadering van
den. Op de Agenda is o. a. geplaatst
Vaststelling van het jaarverslag over 1879 Mededee-
lingen van den secretarisMededeelingen van den
penningmeesterVerkiezing van 2 leden voor het
Bestuur (aan de beurt van aftreding zijn de heeren
W. Hovy en Dr. J. A. Gerth van Wijk, niet her
kiesbaar) Gedachtenwisseling over mededeelingen
Beantwoording van vragen Sluiting ten 4 ure.
Ten halfvijf wordt de gemeenschappelijke maaltijd
gehouden bij den heer Humann, Hotel de la station
(Rijnspoor).
Voor deze algemeene vergadering ziju de volgende
voorstellen ingekomen
1. Van het locaal Comité te Rotterdam Het Be
stuur der Unie geve onverwijld uitvoering aan het
verspreiden van vliegende blaadjes.
2. Van het locaal-Comité te Zetten c. a Het Be
stuur van de Unie neme het initiatief tot de oprich
ting en instandhouding eener Kweekschool voor Chris
telijke onderwijzers.
3. Van het Locaal-Comité te 's Hage 1°. Uit
hoofde der ons alhier gebleken onzekerheid bij het
publiek, wat toch eigenlijk die nieuwe Vereeniging
„de Unie" is, stellen wij voor om dien titel eer.igs-
zins duidelijker te maken door, in verband met en
ter blijvende herinnering tevens aan het Volkspeti-
tionnement van 1878, dien voortaan te doen luiden a.
volkspetitionnement 1878. de unie (Een school met
den Bijbel)of welb. de unie. Geuzenbond voor
het Christelijk Onderwijs. 2°. Als tweede voorstel
geven wij in overweging om eene nieuwe bepaling in
het Reglement op te nemen, luidende
„Het oprichten van Vrouwelijke Ilulp-Comité's wordt
zeer aanbevolen."
4. Van het Locaal-Comité te Gouda Het Bestuur
der Unie wende zich tot de Regeering om opheffing
van Art. 17 (verplichte inenting) der Wet, houdende
voorziening tegen de besmettelijke ziekten, luidende
„Onderwijzers, onderwijzeressen of leerlingen, die
niet, blijkens verklaring van een geneeskundige, met
goed gevolg of meer dan eens de inenting der koepok
ken hebben ondergaan of aan de natuurlijke kinder
pokken hebben geleden, worden in de scholen niet
toegelaten."
De Sprokkelaar schetst in vragen en antwoorden
het leven in Europa, in deze stille en warme dagen
op de volgende wijze
„Niets nieuws?"
„Neen."
„Dan zullen we ons met 't oude moeten behelpen."
Men kan wel bijna week aan week in den tegen-
woordigen tijd deze vraag doen, 't zelfde antwoord
ontvangen en dezelfde conclusie trekken. Er gebeurt
niet veel belangrijks en in stee van met berichten,
worden de couranten met beschouwingen gevuld.
Een kort begrip van de laatste week zou zoo onge
veer aldus luiden
Wat is 't voornaamste politieke nieuws uit Enge
land
Gladstone doet een zeereis en 't Parlement houdt
zitting.
Wat is 't gezondste
De zeereis, want 't Parlement hield zelfs eene zit
ting die om twee uren begon en onafgebroken duurde
tot den volgenden dag een uur, 't geen zeer ongezond
moet zijn.
Wat werd er in die lange zitting besloten
Dat men den volgenden dag over 't zelfde on
derwerp van voren af aan beginnen zou.
Wat leert u de Afghaan sche krijg
Dat 't gemakkelijker is besluiten te nemen dan ze
uit te voeren.
Hoe zoo
Toen de Engelschen besloten Afghanistan te bezet
ten, konden ze er moeielijk in komen en nu zij be
sluiten 't te verlaten, kunnen zij er niet gemakkelijk
en goed uit.
Wat leerde u Frankrijk
Dat 't er rustiger is als de Kamer uiteen is, dan
wanneer zij vergaderd is.
Waarom laat men dan de leden maar niet voor goed
thuis
Omdat zij daar maar redevoeringen houden en schoone
beloften doen. In de Kamer houden ze ook rede
voeringen, maar toonen ook dat de beloften maar be
loften zijn.
Op zijn buitengoed overleggen welke groote daden
hij nog als President der Republiek kan verrichten,
voor dat Gambetta 't noodig oordeelt zich in zijne
plaats te zetten.
Wat doet men in Spanje
Lang wachten op de geboorte van een prins of
prinses.
Wat in Italië
Eigenlijk niets en oneigenlijk een lagen dunk van
de politieke ontwikkeling daar te lande geven.
Wat doet de Por te
De mogendheden bij den neus nemen.
Laten dezen zich dat welgevallen
Ja.
Waarom
Omdat de een den ander van harte gunt een langen
neus te halen in de Oostersche kwestie.
Wat doet men in Duitschland
Veel belasting betalen en pruttelen.
Wat beoogt men daarmede
De voortreffelijkheid van Duitschland en zijn meer®
derheid in Europa te bewijzen.
Wat belangrijks leverdea de overige landen op
Al naar gelang, 't Een een beetje meer, 't ander
een weinig minder dan niets.
Wat leert u al deze dingen
't Gouden-eeuw-achtige van de negentiende eeuw,
De organisatie der posterijen is tot een trap van
volmaaktheid gebracht, als waarvan men vroeger nooit
had gedroomd. Vooral Duitschland, om te organiseeren
de eerste, spant ook hier de kroon. Daar belast de
post zich niet alleen met de bezorging van brieven en
briefkaarten, maar ook van kleine pakjes.
Ook in ons land is men voornemens dit na te doen,
Bij den Raad van State is thans een daartoe strek
kend wetsontwerp in behandeling. Het plan bestaat
den prijs voor pakjes van hoogstens 5 kilo zwaarder
zullen er niet aangenomen worden vast te stellen
op 25 ct., voor pakjes van hoogstens 3 kilo op 15
en voor pakjes van hoogstens l/a kilo op 10 ct.
Zooals men weet, is er zelfs sprak© van, dat het
vervoer van postpakketten ook door internationale
regeling bevorderd zal worden.
Ter vervulling der vacature, ontstaan door het
vertrek van Ds. J. H. L. Roozemeijer naar Arnhem,
is door het kiescollege der Ned. Hen. Gemeente te
Middelburg het volgende viertal gemaakt.
J. Riemens te Driebergen.
Dr. D. C. Thijm te Makkum.
B. Swaan te Gouda.
C. B. Oorlhuijs te Woudrichem.
Er waren 85 leden van het kiescollege opgekomen,
Wegens uitlandigheid of ongesteldheid waren af
wezig, en dus wettig verhinderd, de heeren F. J. P,
Sibmacher Zijnen, L. J. de Kok, C. H. de Wage-
maker, G. P. Wattez, P. G. de Wolff en L. W. van
Puffelen.
Afwezig om onbekende redenen de heeren H. B,
Wijtman, C. J. Soute, J. Rijkse Cz., M. J. Scheele, J,
F. Koeleman, A. P. de Wijs, A. J. Bos, P. Adri-
aanse en U. F. Auer Sr.
Onder de bewijzen van belangstelling, die Dins-
dagavond, na het bekend worden van de bevalling
der koningin, door ingezetenen van Den Haag werden
gegeven, vinden wij het aardigste dat van den heer
Guilliams, eigenaar van het Café du Commercedie
zijne gasten bij deze gelegenheid trakteerde op broodjes
met muisjes. (M. C.)
Boven den ingang der groote zaal van 't Instituut
voor de Marine zal binnen weinige dagen het gedenk-
teeken voor prins Hendrik wordeu onthuld. Het mar
meren borstbeeld van den Prins, in halfverheven
arbeid, prijkt in ovale lijst en wordt omgeven door
de zinnebeelden van krijg en zeevaart, omvlochten
met laurieren en eikebladeren. Het geheel vult een
halfcirkelboog, met omschrift „Hulde aan onzen
admiraal Prins Hendrik der Nederlanden."
De ballon La Comète, die Donderdag avond te
10 uren opstijgen zal uit den tuin van het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam, is een gevaarte van
verbazend grooten omvang. Hij moet 1500 vierkante
meters oppervlakte beslaan en 1,500,000 liters gas
kunnen bevatten, Reeds een drietal reizigers stellen
zich voor, partij te trekken van de gelegenheid om