HBRISTILIJHISTOIliSllH BLAD.
«1411
Rinsdag 31 Augustus.
JJUi* -
HET ZUIDEN,
V erschijnt eiken Mlaavdiq, Wobvsdyg en Vrijdag-
voxr» ten 8 are, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drib uyyndev francof 1,50.
Enkele noramers- 0,05.
Uitgever
VV IJ T M /V
-VIDDELBÏÏR<^.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Wij hebben een wet en naar onze wet moet
Hij sterven. Joh. 19 7.
Daar gaat van alles voorbij het oog onzer ziel.
Allereerst eene vergadering van het Joodsche
Sanhedrin.
Daar staat onze Heiland te recht. Hij zal
worden geoordeeld. Neen beter, Hij zal worden
veroordeeld. Daartoe is besloten door den sluwen
Kajafas en door hen, die met hem eenes geestes
zijn. De anderen zullen daaraan medewerken,
zoowel de onverschilligen, die eigenlijk van de
diepe beteekenis der zaak niets begrijpen,
als de gemoedelijken, die uit vreeze voor alle
uitersten tot alles te krijgen zijn. Kajafas, het
bezielend beginsel van alles en allen, heeft de
anderen, al is het na aarzeling en protest, onder
zijn macht en invloed gekregen. De Christus
Moet worden verworpen en gedood. Daartoe
is besloten, reeds lang vóór de vergadering.
Die vergadering zal slechts voor den vorm wordei:
gehouden, en moeten wettigen, wat reeds vast
stond. Kajafas moest, en wilde de vormen in
acht nemen. Zonder deze zou Jezus' dood een
moord zijn geweest en die schijn moest voor
het oog van het volk worden vermeden. Daarop
moest worden gepast. Het volk mocht met zijn
gevoel voor recht eens uit zijn sluimering wak
ker worden Dus Jezus moest worden gedood
maar binnen wettige vormen.
Vormen zijn dikwijls lastig en nu eens wor
den zij verworpen als men de handen wat vrijer
wil hebben, dan weder zijn zij nuttig en welkom
om aan een slechte daad een goeden schijn te
geven.
Zoo was het bij Kajafas en het Sanhedrin.
Zij hadden een wet en naar die wet moest de
Christus sterven. Hij is gestorven, maar om op
te staan uit den doode en over Kajafas en de
zijnen te triomfeeren. Diens tijdelijke triomf was
zijn ontzettende nederlaaghet begin van het einde.
Het is eenige eeuwen later. Wij zijn in Brus
sel, in den voorhof van een paleis. Daar binnen
zit de Spaansche bloedraad. De Hertog van Alva
presideert dat eerwaardig college. Ook hier wor
den de vormen in acht genomen. Wel zeker
moorden wil men niet, alhans niet voor het
oog der menigte. Beurtelings worden daar
buiten de namen opgeroepen dergenen, die
voor de rechters verschijnen moeten. De genoem
den worden binnengebracht. De acte van be
schuldiging wordt hun voorgelezen en tegelijk de
artikelen, waartegen gezondigd was. In deze
aanklacht was reeds het vonnis uitgesproken.
Tot den dood was besloten. En al verdedigde
de aangeklaagde zich met Gods Woord; al beriep
hij zich op zijn geweten; al sprak bij het uit: Gode
meer te moeten gehoorzamen, dan menschen; dat
alles baatte niets. Wel luidde het eerste vonnis:
Voorloopige gevangenschap tot het eerstvolgend
verhoor".Maar het einde was om tekomen,waartoe
men aanvankelijk had willen komen: Wij hebhen
een wet en naar onze wet zal hij sterven." Maar
ook deze triomf is in een ontzettende nederlaag
verkeerd en is het begin van het einde geworden.
Het is weer eenige eeuwen later, en wel in
de verlichte negentiende eeuw, onder het vader
lijk en vredelievend bestuur der Synode van de
Ned. Herv. Kerk. Die Kerk was door Koning
Willem I op nieuw georganiseerd, maar met de
koninklijke verzekering, dat in de leer geene
verandering was bedoeld of zou worden toege
laten. Weldra bleek hoeveel cp die geruststelling
te bouwen was. fteeds de eerste Synode wij
zigde het onderteekenings-formulier voor aanko
mende leeraars aldus, dat deze niet meer verplicht
waren de formulieren te onderteekenen, omdat
maar voor zoover zij met Gods Woord overeen
kwamen. Daar moest ruimte gemaakt worden
in de Kerk voor hen, die eigenlijk met de leer
dier Kerk hadden gebroken. Dat hinderde velen.
Dat werd onuitstaanbaar voor andereu. Daar komt
protest van alle syjden tegen eene prediking,
waaruit men den levenden Christus had weggeno
men. Er verheffen zich stemmen van waarschu
wing en beschuldiging en de geschiedenis der Af
scheiding begint. Protesteerenden worden ge
dreigd, geschorst in hunne bediening, ten laatste
de Kerk uitgedreven. En waar zij zich in schuren
en huizen en elders vereenigden, om naar hunne
overtuiging het Woord des levens te prediken
en te hooren prediken, daar ontziet zich eene
Synode niet, om even als de Inquisitie, de
staatsmacht in te roepen, ten einde de samen
komsten te verstoren en de voorgangers te
kerkeren. En dat niet zonder wettelijke vormen.
OneenEene vroegere wet, met het oog op staat
kundige woelingen gemaakt, wordt gebruikt. Met
justitie en militair geweld worden de stille verga
deringen overrompeld en met geldboete en gevan
genis wordt gestraft. De uitroeiing van die woe
lige en gehate secte moet worden verkregen.
Voor dat volk geen genade. Daar was gelukkig*
ook hier een wet, eu naar die wet moest de
beweging worden gedood. Men beeft getriomfeerd,
maar voor een wijle. Ook die triomf is in neder
laag verkeerd en, wat men wilde dooden, staat
daar als een krachtig getuigenis dat waarachtig
leven onverdelgbaar is.
Weer gaan enkele jaren voorbij. Het verle-
dene beeft niet geleerd. Van het gebied der Kerk
wordt de strijd op het terrein der school verplaatst.
Wij kennen de geschiedenis der laatste jaren. Het
ongeloof wil zich meester maken van de kinderen
onzes volks. Dat zal men doen met het geld uit
de eigen zakken der geloovigen. De staatsmacht
vangt den strijd aan met de kleine kracht van
niet vele rijken en edelen, maar die de school
met den Christus niet willen en kunnen loslaten.
De strijd wordt steeds banger, de geldelijke
offers steeds grooter, de woede tegen de Chris
telijke school immer feller. Ofschoon haar wet
telijk een schijnbare vrijheid gegeven is, schijnt
het, alsof het op haar ondergang is toegelegd.
Die vlieg moet worden gedood, de christelijke
scholen onder den Jaggernautswagen van
de Staatskas worden verpletterd. Eindelijk
komt een wet en naar die wet zal de christe
lijke school moeten sterven. Wettelijk zal zij
worden gedood. Wel luidt het eerste vonnis
als bij den bloedraad voorloopige gevangen
schap tot de toekomstige executie." Maar ook
hier kan en zal de schijnbare triomf in een
ontzettende nederlaag verkeeren. Ook hier staan
wij, maar anders dan de schoolwet-inquisiteurs
droomen, aan het begin van het einde. De ge
loofskracht is onverdelgbaar. Het geloof heeft
een nieuw leven in de toekomst, een opstanding.
Nog een laatste gebeurtenis gaat voorbij het
oog onzer ziel. In de Ned. Herv. Kerk i« plaats
gemaakt voor elke richting, voor elke zienswijs,
voor elke belijdenis, voor elke ontkenning. De
gemeente moet het lijdelijk aanzien, dat in haar
midden met smaad wordt overladen, al wat
haar heilig en dierbaar is; dat met haar kerk
geloof, met hare hope, met haar steun, met
haar troost,met haar barmhartigen Hoogepriester,
met het anker hare hope zooals Groen v. Prin-
sterer dat eens zeide in haar eigen Kerk de spot
wordt gedreven.Daartegen wordt niets gedaan.Inte-
geudeel. Voor wie dat doen wordt steeds meer ruim
te gemaakt. Alles geschiedt en schijnt te mogen ge-
schiedeu met medeweten der Synode althans door
de partij linksch.Zij doet wat zij wil. Zij laat wat zjj
wil. Zij neemt aan zelfs zonder ouderlingen en
bedient dan aan zulke aangenomenen het Avoud-
maal. Nog eens dat geschiedt en mag geschie-
deu zonder schorsing of straf althans tot
dusverre. Dat heet een gewetenszaak.Dezulken zijn
vrij. En ook de andereu? Ook zij, die op grond -
van Gods Woord, om des gewetens wille protes-JP
teeren Wel zeker, ook dezen zijn vrij, may
vogelvrij. Ds. Eigeman te Dordt-meent aan he.'os/l5
die naar zijne overtuiging onwettig aangenomen ,i
zijn, het Avondmaal te moeten weigeren. Welnu,"
Voor anderen rusten de wetten, ot zullen in bun
voordeel worden uitgelegd. Maar voor hem en
en Ds. Van Hoogenhnyze? Voor dezen geen
genade H-t is nut dat dit tweetal ten exempel
voor anderen gesteld worde. oor uit tweetal
is een wet en volgens deze wet. zullen zij wor
den geschorst, mogelijk afgezet
aar wordt een triomf gevierd, maar leert
de geschiedenis dan nog niet genoeg? Zal ook
deze triomf niet worden veranderd in een ont
zettende nederlaag? Ziet men niet, dat men
staat dat men zich plaatst aan h t /.■e iq ven het
l einde