GRIST1L IJ l-fl 18 T 9 R 8CII BLAD. V. 631 Zaterdag 7 Augustus. HET ZEVENDE ZUIDEIHEMSFEEST. HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten S ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per orte maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever F». G. WIJTMAN, TE MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: 11 Per regel 15 ets.; Familie-berichten vanl—an|' regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. i Liefdegaven 10 cents per regel. Liefelijk rees de morgenzon toen reeds een aantal feestgangers op reis waren, of zich voor bereidden tot de reis naar den Hondsberg bij Oisterwyk. De optrekkende morgennevels moch ten daarna voor eenigen tijd het zonlicht ver bergen, lang voor het feest begon waren zij weggetrokken, en Noord-Brabant, dat met zijne heidevelden en zijne dennenbosschen op den Zeeuw een min-gunstigen indruk maken kan, vertoonde zich in zijn schoonsten tooi. Het dennenplantsoen wedijverde in frischheid van tint met de haver, de grauw-gele roggeschoven maakten in lange rijen parade, overal waar de feesttrein voorbijtrok, en da zon gaf aan de volle buigende airen de heldere kleur, die wij zoo gaarne zien bij de tarwenooit heeft de boek weit schooner gebloeid dan op 4 Augustus., toen de natuur en de bewoners van Noord-Brabant met elkander schenen afgesproken te hebben, dat het den bezoekers uit andere provinciën niet mocht tegenvallen. In letterlijken en figuurlijken zin had den dan ook overheden en burgers al het moge lijke gedaan om ons den weg te effenende diepe sporen van den zandweg hadden het voorkomen van pas gevuld te zijn, en 'twas aan de zijwegen te zien welk een dienst daarmeê aan de feestgangers was bewezen. De marechaussees droegen den kol bak, en is het nog de vraag of zij de hier en daar buiten de omheining gegroepeerde landbewoners in den wegwaren, in de oogen der feestgenooten daarbinnen vormden zij eene schoone eerewacht. Een aantal bereidvaardige dameshanden waren der vorigen avond bezig geweest om groote kor ven vol brood uit te pakken en toe te bereiden deze hulp, en zeer vele andere geriefelijkheden had de hoofdcommissie, en alzoo ook het publiek, te danken aan de vriendelijke zorg van den heer Ver ster, administrateur van het landgoed, 't Is niet te veel gezegd, dat heel Oisterwijk, voor zoover het iets kon toebrengen tot het gelukken van het feest, de dankbetuiging heeft verdiend, door Ds. Nonhebei als president bij de opening uitgespro ken. De eenige teleurgestelde zal waarschijnlijk de vrouw zpn geweest, die even voorbij het dorp eenig speelgoed langs den weg te koop aanbood. De eerste bezoekers van het feest waren drie lieden uit Vrijhoeve-Capelle, een vader met twee dochters; zij hadden 's morgens om half acht reeds een marsch van vier uren achter den rug, en met het vooruitzicht op de terugreis toch goeden moed voor een dag, die menigeen al vermoeiend genoeg voorkomt. Van het heuveltje tegenover den ingang was het een schoon gezicht de lange rij feestgangers van onder de donkere boomen te zien komen en het slingerpad te zien volgen door het kreupelhout. Achtereenvolgens zag men de zondagsche klee derdracht van vijf provinciën in hare verschei denheid (die van Zeeuwsch-Vlaanderen moest, helaas, gemist worden) en tusschenbeide op zijn daagsch een konvooi boerinnen uit den omtrek met blinkende koperen melkkannen onder het vrijgeleide van den goedhartigen boschwachter. Natuurlijk ging ieder, nadat voorzichtigen zich aan de bewaarplaats van oK ^ed en regen scherm voor een heelen dag hadden ontlast, naar spreekplaats no. 1. Daar zou eerst de reeds ge noemde president een woord van inleiding spreken en den onmisbaren en ook ontvangen zegen vragen. Was het gepast dat hij ons voorging in het dankgebed tot God, die van den aanvang het feest zoo heerlijk deed gelukken,— het was ook uit aller naam dat hij een woord van dank uitsprak voor de bereidwilligheid, waarmeê de eigenaar van de Hondsberg, Jkr.Mr.J. van der Feltz te Twello, een deel van het uitgestrekte landgoed voor het feest beschikbaar had gesteld; voor de vele diensten door den beheerder, Mr. A. H. Verster, bewezen, 't waren voorwaar niet alleen boomtronken, die door hem werden uit den weg ^geruimden in de derde plaats voor de bij herhaling ondervon den medewerking van den burgemeester, den heer A. M. Canters. De aangename stilte rond de spreekplaats werd een oogenblik afgebroken door een zeer eigen aardig bladgeruiscli, zeker ongekend in het den nenbosch. Eensklaps ruischten de bladen van een paar duizend programma's toen een drietal teleur stellingen werd aangekondigd. Drie sprekers, de predikanten van Gheel Gildemeester van Wilhel- ininadorp en E. E. Gewin van Renkum waren verhinderd als sprekers op te treden, en evenzoo Baron van Doorn,wien onlangs te Middelburg, even vooreenesamenkomst der Jongelings-Vereeniging, plotseling eene ongesteldheid trof. Niet genoeg zaam hersteld kon deze gewenschte spreker ook nu niet aan zijn voornemen voldoen, en moest men zich op het zendingsfeest met zijn telegrafischen groet vergenoegen. Als plaatsvervangers zouden optreden de predikanten L. J. van Rhijn en S. H. Buijtendijk, beiden leden der hoofdcommissie, de laatste tevens afgevaardigde van het Centraal Zendingsfeest. De derde was de tot herstel van gezondheid in Nederland vertoevende zendeling van Asselt. ?t Is onmogelijk de grootte dezer teleurstellingen te bepalen, nu de vacaturen in het program door zulke veteranen werden ver vuld; in elk geval was de verschijning van een zendeling met vele dienstjaren eerder eene ver rassing te noemen. De openingsredenaar was Ds. G. J. Vos Flz. van Rotterdam. Alvorens echter iets mede te deelen van hetgeen door hem en anderen werd ge sproken, moet de verslaggever voor sprekers en lezers eene verontschuldiging maken. Werkzaam heden, hem op het feest opgedragen, hebben hem ^en.i belet sommige sprekers te hooren, van.gar niet, toespraak hoorde hij slechts een ged^o Leeft men» betreurende niet overal tegelijk te lrz.ien+ moet hij tot de lezers, die veel van hem z\ n. kt, ^Yll ten, hetzij op eenigzins verwijtenden, eenigzins beklagenden toon zeggenwaarG v' gij er ook niet zelf geweest Spreker dan vestigde naar aanleiding van l1.;' III 2124 aller aandacht op de bedoeling vai i het zendingsfeest. Hier is God de vriendelijke, milde gastheer; Hij heeft ons genood en ontvangen, Wat beoogt, belooft en behoeft nu het zendings feest Het is geen feest zoo als er vele gevierd worden. Het is niet te vergelijken met een huwe lijksfeest ter viering en wijding eener pas gesloten vereeniging, niet met een veijaarfeest ter herden king van het vroeger gebeurde en sedert genotene, niet met een nationaal feest, zooals thans in België v wordt gevierd. Over het algemeen heeft de Chris ten meer reden tot verootmoediging dan tot juichen; de zending heeft nu geen zegepralen te vierenhet feest van heden moet de zendingsvrien den eerder voorwaarts dan achterwaarts doen zien en ze op nieuw aan 't werk stellen. God wil de zendingsfeesten gebruiken en zegent ze als pogin gen om het zuurdeeg des Evangelies te brengen midden onder volk, als pogingen der geloovigen om zich meester te maken van de volksfeesten* De wereld viert hare feesten vaak in ruwheid en ongebondenheid. Het is niet genoeg zich daarvan te onthouden, daartegen te getuigen. Feestvieren is eene behoefte voor den raensch, voor heel derna^h schappij; telkens zoekt en vindt men aanleid. tot feestvieren. De kermis, het feest der kerlm a. bewijst het door naam en oorsprong dat db kerk voormaals de leiding van het volksfeest in handen had. Hoe is het volksfeest ontaardIs voor velen het zendingsfeest geheel een christelijk feest, zelfs voor hen, die niet meer wenschen dan een dag van genot in de schoone natuur, is dit feest niet zonder beteekenis. De zendeling van Asselt trad op als vertegen woordiger der heidenen in het groote Sumatra. Wat zij daar godsdienst noemen bestaat meer in vreezen dan in liefhebben, het is een bevredigen van booze, immer op de zielen loerende geesten door talrijke offers, waarvau de priesters zich het grootste en be£te deel toeëigenen. Toen spreker in IC56 onder de Batta's aan kwam, kon hij niets uitvoeren door gebrek aan taalkennis. Waar had hij die kunnen opdoen! Maar de Geest, die de aposteleu in staat stelde een iegelijk in zijne eigene taal toe spreken, leerde hein ook in weinige maanden zich voor de heidenen verstaanbaar uit te drukken, er op 31 Maart 1861 kon hij reeds de twee eerste be keerlingen doopen. Kan nu gezegd worden da: de morgenstond in de duisternis des heidendom! is aangebroken, zijn er in 't Batta-land nu li zendingsposten met kerken en scholen, die jaar

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1