v
IIH RIS Til IJ HISTORISCH BLAD.
.V. 024.
Donderdag- 22 Juli.
1800.
HET ZUIDEN
Verschijnt eiken W.yvvdvg, Woemsda.g en Vrijdag
avond ten 3 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maagden francof 1,50.
Enkele nomraers- 0,05.
Uitgever:
P. Gr. WIJTMAN,
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 21 Juli 1880.
De Protestantsche Noord-Br abanter schrijft een woordje
tot opwekking voor het op 4 Augustus a. Zuider Zen-
dingsfeest. Alle omstandigheden schijnen te zullen
samengaan om ook uit Zeeland dit feest een talrijk
bezoek 'te bezorgen. Tot nadere kennismaking bevelen
we evengenoemd stukje aan
„De tijd der zendingsfeesten is weer gekomen. De
langdurige koude van den voorzomer is vervangen
door de koestering van de zonnestralen. Op den
akker lacht de oogst den landman tegen. Nog slechts
even werd hier en daar vernomen, dat naar iets anders
zweemde dan het uiten van blijde hope voor den dag
des oogstes.
Reeds zijn eenige dergelijke feesten gevierd. In
Gelderland was men het eerst bij de hand. Daarop
volgde dra het feest der Christelijke Jongelings-
vereenigingen op het vriendelijk Nederhemert.
Eenige dagen slechts geleden kwamen de dnizenden,
talrijker bijna dan ooit te voren, op Boeken,roode bij
een om feest te vieren. En al was het meegenomen
regenscherm dien dag volstrekt niet overtollig, toch
had men het daar, naar aller eenparig getuigenis, ge
zegend.
Op bovenvermelden dag, den 4den van Augustus,
-*~-hopen wij ook in het zuiden ons zendingsfeest te
hebden. Ofschoon het reeds zes malen werd gevierd,
zal het nu eens voor het eerst kunnen toonen, dat
het waarlijk een Zuider-fez st wil zijn. Door verschil
lende omstandigheden organiseerde de commissie haar
samenkomsten dusver uitsluitend op het eiland Zuid-
Beveland, in het hart van Zeeland. Een Zeeuwsch
feest scheen het daarom in veler oogen alleen te zijn.
En waarlijk, Noord-Brabanders en Zuid-Hollanders
togen slechts bij enkele tien of honderdtallen derwaarts.
Ditmaal is echter gezorgd dat van allenkant feestgan
gers uit de zuidelijke provinciën kunnen komen.
Immers nabij Oisterwijk, een dorp tusschen Tilburg
en Boxtel, ligt het terrein, werwaarts de commissie
ons noodigt. Van vele zijden is het bereikbaar, vooral
omdat op uitstekende wijze voor reisgelegenheid zal
worden gezorgd. Wij vernemen dat drie feesttreinen
één van Ylissingen, één van Rotterdam en één van
Utrecht dien dag zullen rijden naar Oisterwijk. Dat
langs de Maas eene stoomboot van den kant van
Gorinchem zal opstoomen naar Hedel om daar de
passagiers den trein te doen bereiken. En dat voor
de streken als de Langstraat en dergelijke, die noch aan
de rivier noch aan 't spoor liggen, wagens zullen rijden
naar het feestterrein. Bovendien zullen de prijzen zeer
laag gesteld zijn. Eindelijk is het feestterrein
doch daarover treden wij niet in bijzonderheden. In
een vorig nummer kondet gij reeds lezen hoe het er
daar uitziet. De teekening was, dunkt ons, aanlok
kend. Ook daar wordt alles voor de ontvangst van
duizenden in orde gebracht en ieder zal zich voor
matige prijzen kunnen verschaffen, wat hij behoeft
tegen honger en dorst.
Welnu. Dat dan op 4 Augustus velen zich daar
laten vinden, wij vestigen nu reeds daarop de aan
dacht, opdat ieder plannen en schikkingen nu reeds
eenigermate zou kunnen maken tegen dien dag.
Onbekend, zegt men, maakt onbemind. Allicht is
dat woord ook van toepassing op het Zendings-feest,
Misschien waren velen van hen die dit lezen nog
nooit in de gelegenheid zulk een feest bij te wonen.
Maar denzulken kan gerust verzekerd worden, dat dit
onbekende wel waard is bemind te worden.
Wat gij er dan vinden zult?
Och, het is niet alleen voor den stedeling eene
gelegenheid om de stad te ontvlieden en in de open
lucht zich te vermeien. Het is niet alleen voor den
landman eene gelegenheid om ook eens in anderen
vorm de schoone schepping Gods te aanschouwen.
Maar vooral zijn die dagen zoo heerlijk en gezegend,
omdat daar de aandacht gericht wordt op de dingen
van Gods koninkrijk, op het groote werk Gods dat
zending genoemd wordt. De commissie die het feest
inricht, noodigt sprekers uit, om bij deze gelegenheid,
die nieuw is wat den vorm aangaat, het oude woord
te doen hooren, het woord onzes Gods in zijn eischen,
in zijn beloften, in zijn toepassing op de verschillende
toestanden der in zonde verzonken maatsehappij.
Duizenden hebben daar reeds zegeningen genoten,
zijn verkwikt geworden en gesterkt tot den kamp.
Iets wordt daar gevoeld en ervaren van de gemeen
schap der heiligen.
Wij hoorden wel bezwaren tegen zulke samenkom
sten inbrengen. Wij weten zeer goed dat niet allen
komen in die stemming, met die gezindheid, die daar
past; maar het is daar gelijk alom waar Gods kin
deren zich openbaren: aanstonds komt het kaf zich
onder het koorn vermengen. Een ding is echter dus
ver op al die feesten gebleken: de christelijke .stem
ming is daar de heerschende. Onmerkbaar bijna maar
toch krachtig houdt hij allen anderen geest in be
dwang. Streng wordt geweerd, al wat tot uitspatting
zou kunnen leiden.
De Heere zalve de sprekers met Zijnen Heiligen
Geest en schenke den zijnen een dag van geestelijke
verkwikking.
Z. M. de Koning der Nederlanden heeft, naar aan
leiding van het tot stand komen der conventie betref
fende het kanaal van Terneuzen naar Gent en den
spoorweg AntwerpenHolland, aan eenige Belgische
staatslieden en hooge ambtenaren, die daarbij gewichtige
diensten hebben bewezen, onderscheidingen toegekend.
Tot grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw
zijn benoemd de heeren G. Rolin Jacquemijns, minis
ter van binnenlandsche zaken, en Ch. Sainctelette,
minister van openbare werkentot kommandeurs
derzelfde orde de heeren De Kerkhove de Denterghem,
burgemeester der stad GentLeopold Orban en F.
Van der Sweep, laatstgenoemde administrateur-presi
dent der Staatsspoorwegmaatschappij tot ridders de
heeren Simon, hoofdingenieurDe Grelle, raad van
legatie te 's-HageBrockhans, Piot, Verhaeghe de
Naeijer en Willequet, allen hoofdambtenaar in Bel
gischen dienst.
Be Standaard schrijft
Met groote bevreemding om geen sterker woord
te gebruiken vernamen wij, dat de Minister van
Oorlog bepaald heeft, dat de nieuw aangestelde officie
ren op Zondag den 25sten dezer in hunne respectieve
garnizoenen moeten zijn, om aldaar op dien dag in
dienst gesteld te worden, natuurlijk voor het front van
den troep, officieren en minderen zoo voltallig mogelijk
present.
Voorzeker moeten voor het nemen van dien maat
regel gewichtige redenen bij den Minister bestaan heb»
ben, daar zoo iets, zoover men zich herinneren kan,
nog nooit is voorgekomen.
Doch zoolang wij die motieven niet kennen, blijven
we in elk geval gerechtigd tot de vraag Is het feite
lijk onmogelijk om de bedoelde indienststelliug op een
anderen dag te doen plaats hebben En bestaat die
mogelijkheid welzou het dan niet overweging ver
dienen om nu nog verandering te brengen in een dienst
order, door welke menig militair op grievende wijze
in zijne teederste en heiligste gevoelens zal worden
gekrenkt
Wij onderwerpen die vragen met bescheidenheid,
maar ook met hoogst ernstigen nadruk, aan het oor»
deel der betrokken autoriteiten.
Behalve enkele ontwerpen van minder
zijn bij de Tweede Kamer aanhangig gebleven de
volgende wets voordrachten, als1. tot regeling
van het auteursrecht2. omtrent de verjaring
van bij verstek gewezen vonnissen 3. tot vaststelling
van een nieuw strafwetboek 4. strafbepalingen tot
beteugeling van desertie van zeevisschers 5. tot hef
fing van een rentebelasting6. tot intrekking van art,
92 R. O.7. betrekkelijk de zeevisscherijenmaatre
gelen tot beteugeling van het misbruik van sterken
drank 9tot regeling van de Indische bijdrage 10.
bepalingen omtrent den zout-accijns11. wijziging
van de hooger onderwijs wet 12. betreffende de
maten en gewichten 13. wijziging van de spoorweg-
politiewet en 14. herziening van de artt. 264, 265
en 266 der gemeentewet.
Men deelt uit Amsterdam mede, dat er daar sprake
is van de candidatuur van den heer Kappeyne voor
de Tweede Kamer, ter vervulling van de vacature, die
door het overlijden van de heer Van Heukelom ij
ontstaan.
De examens tot verkrijging der akten voor lager
onderwijs, zullen voor zoover de provincie Zeeland
betreft, ditmaal plaats hebben op 29 September en
volgende dagen.
Een versje in het klachten boek der Maatsehappij
Zeeland bewijst hoe ingenomen een Engelschman met
den dienst op die lijn is.
Het luidt, vertaald als volgt
Neen dat 's geen man die 't veel op reizen heeft begrepen.
De man die nu nog niet voldaan is met deez' schepen,
Wat zijn de kooijen ruim, hoe zindelijk en hoe net;
Kajuiten flink en frisch, niet minder dan het bed
De meester van 't buffet, een man van zessen klaar,
En dan de vrouw is 't niet een waardig paar
Doch waartoe lofs nog meer, 't zij vragen of 't zij gissingen
5k Beveel u allen aan den weg van Kent naar Vlissingen
De plaats van afvaart, Queensborough, ligt
in het graafchap Kent.
Ben publicatie uit de vorige eeuto.
In de vorige eeuw bezat ieder eenigszins aanzienlijk
Fripsch dorp een dorpsherberg, maar ook niet meer
dan deze ééne. Tapperijen waren zeer zeldzaam. Het
drankverbruik was zeer gering in verhouding van thans,
en slechts zeer enkelen moesten gezegd worden van-*
sterken drank „misbruik te maken." Kwam de fam,1*.
uit den boerenstand van wijd en zijd bijeen, da' -