Bo ANIJ1 ROOt LIEF PERfc ROOI MAD 01 eii and< Eeni OH Lh opge Wereld MED P.S. De vérzot te M MAK a. dags op Cf tvasse MAR Nieuv H. 1 alles terrei b. half MAR land 12 fvas noodig uit eerbied voor de wet, en uit politieke moraliteit. De wet, eenmaal tot stand gekomen, behoort eerlijk uitgevoerd te worden. De Minister licht verder het gekozen tijdstip 1 November toe, en zegt dat de financieële bezwaren evenzeer in 1878 bestonden. De minister van financiën zegt dat er dit jaar ruimschoots middelen zijn om de uitgaven te dekken, hij rekent voor het volgend jaar op 2 millioen Indische baten en op de rentebelasting. Het bestuur der Unie, „de School met den Bijbel" heeft met het oog op 17 Augustus, de volgende cir culaire verspreid Het is immers alom in den lande bekend, wat de dagteekening van 17 Augustus beduidt, en wat de beweegreden is, om juist op dien dag of in die week door heel het land eene collecte te houden voor onze scholen Zie, ten jare 1878 op dienzelfden dag van 17 Aug., heeft de Minister Kappeyne van de Coppello den droeven moed gehad, om de Scherpe Resolutie te contrasigneeren, waarmee hij het zijnerzijds op den ondergang der vrije Christelijke School had aangelegd. Jaren vooruit had hij het aangekondigdhij zou den tegenstand, die van ons uitging, (als hij maar eenmaal minister was) wel weten te breken. Hij zou wde vlieg wel dooddrukken, die heel zijn kostelijke apothekerszalve bedierf!" „De minderheden", dat was zijn machtwoord, „de minderheden moesten dan maar onderdrukt worden." Daartegen nu is onzerzijds rusteloos, langs alle we- _p. gen, met alle middelen, eenpariglijk, bij vorst en volk LJ f geprotesteerd. J_J v We hebben het grievende en smadelijke van dit tyrannenwoord betoogd in woord en schrift. We hebben in vlugschrift en memorie de deugde lijkheid van ons goed en heilig recht op onwraakbare gronden bewezen. We hebben in en buiten de Kamer onzen tegen stander eerst gesmeekt, toen gewaarschuwd, eindelijk bezworen, dat hij van zoo onvaderlandsch, zoo onedel, zoo vrijheiddoodend opzet wilde aflaten. En toen hij eindelijk, meer spottend dan meenens, de vraag stelde„maar hoe het dan te schikken is in den breede onzerzijds aangetoond, hoe het reeds nu tijdelijk en- voorloopig kon geschikt worden, en hoe het veel beter nog, door herziening onzer grond wet, op voet van recht en billijkheden te regelen ware. Maar niets baatte. Kappeyne ging door, en ach ter hem volgde de breede stroom van inspecteurs, en opzieners, en meesters en ondermeesters, en journalis ten en Kamerleden, onder commando van de Kerdij- ken en Moensen, maar aldoor roepende, en ons tergend in het aangezicht„dat men met ons eigen geld onze scholen zou ruïneeren En toen liep eindelijk de beker zelfs voor den Zachtmoedigste over En toen is eindelijk ons anders trage volk opgestaan tiit zijn ruste, en heeft al wat den Christus nog lief heeft in den lande zich arm in arm geschaard, en met mannen wilskracht het woord gesproken Dat nooit Hoe het belet kon worden, wist men niet. Maar dat het zou belet worden, stond vast voor ieders overtuiging. Er sprak in dat opstaan van heel het Christelijk Nederland uit zijn ruste een ontembare wil, een hooge ernst, een heilige bede, een onwrikbaar geloof, dat God van den hemel helpen zou Een begin alzoo van betere dingen. Nog iets van een sneeuwvlok, het is zoo, maar een sneeuwvlok die straks lawine worden zou, en in haar vaart onweerstaanbaar machtig zou blijken, om de partij-tyrannie te verpletteren. Dat was het tcekenen van het „Smeekschrift" voor twee jaren in alle dorpen en steden van ons goede land. Dat wat het gaan naar den Koning op het Loo, met den grijzen Elout als onzen pleitbezorger. Dat was het saamlezen van het corps onzer drie maal honderdduizend, die voor het eerst onzen school- tyrannen schrik aanjoegen. Dat was het uitgangspunt van het koninklijke woord: m°T c //Het geldt het heil onzer kinderen en de toekomst lub van ons Nederland heer A En toen desniettemin Kappeyne den arren moed, ja en bij den overmoed had, om, tegen dat alles in, desniette- genstaande den 17 Aug. den Koning tot uitvaardiging van die schandelijke Wet, in constitutioncelen ziu te Roosent Noodzaken; Wouw En te noodzaken, na indiening van een rapport, dat Bergen (tot het eind onzer historie een hoon zal blijven voor Woensd al wat eerbiedwaardig is, en een monument dient te Rillond-jheeten der meest trotsche hoovaardij Krabben ^oen, ja, toen hebben onze mannen, in Gods kracht, yiakeU*)iei1 moe^ gegrepen, om zich op dien hoon met het Biezelino'enige wapen te wreken, dat den Christen geoorloofd Goes 3, t. w. met het besluit om daden der liefde te doen. 'sHcerA: Had Kappeyne op ons historieblad dien 17den wrO^Uj.u^en,5tus door zijn ellendig contraseign geschandvlekt, Vlissfngen8 zouden dien 17en Augustus weten te wijden Halten. heiliSen- Koe liecle terwijl voor En daarom besloot al wat den toon geeft in onze kringen, om, tot op het jaar dat de verlossing onzer scholen aanbreekt, door heel het land dien 17den van Augustusmaand gaven te vrageo en gaven aan te breDgen voor den bloei van de scholen die er staan en voor den bouw van de scholen die er komen moeten Ge weet hetde eerste collecte heeft ruim twee en veertig duizend gulden opgebracht. Broeders het is thans voor de tweede male, dat die 17e Augustus nadert. Laat ons dan nu ook trouw aan onze belofte wezen, en elk op onzen post en in den kring onzer roeping dat woord der eere gestand doen. De groote collecte van 17 Aug. moet een collecte zijn voor „Scholen met den Bijbel Een collecte dus in elk dorp en in elke stad, waar een „School met den Bijbel" bestaat, ten behoeve van het fonds van die school. In elk dorp cn in elke stad, waar men zulk een school wenscht of bezig is te bouwen, voor het fonds van die plaatselijke school. In plaatsen, waar de Yereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs of Gereformeerd Schoolon- wijs afdeelingen heeft, voor de Vereenigingen of ook voor andere schoolfondsen, al naar gelang de gevers zei ven dat verlangen. En in dorpen en steden, waar nog niets is, collec- teere men voor „de Unie", om het door haar te laten verdeelen. Een collecte alzoo over het gansche laDd, op één dag, als een vrijwillige offerandemaar een collecte zonder eenigen dwang of verbinding of centralisatie alleen onder deze twee bedingen lo. dat de opbrengst aan die vrije scholen ten goede kome. waar de Bijbel in eere is; en 2o. dat men opgave doe van de opbrengst aan den Secretaris van „de Unie." De tijd is kort. Over twee weken reeds Augustus. En daarom rept, haast u, broeders; verzamelt uwe gelederen, ordent uwe krachten Wat men doet, moet goed gedaan. Het gaat om den bloei onzer scholen. Het Beduur der Unie, Jhr. Mr. P. J. Elout van Soeterwoude, te 's Gravenhage, Eere- Voorz. Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, te 's Hertogenbosch, Voorz. J. Voorhoeve H.Cz. (Westersingel 77) te Rotterdam, Benningm. Dr. A. Kuyper, te Amsterdam. Docent M. Noordtzij, te Kampen. Mr. B. L. J. Baron de Geer van Jutphaas te Utrecht. W. Hovy, te Amsterdam. Dr. A. W. Bronsveld, te Utrecht. Ds. H. Pierson, te Zetten. Dr. J. A. Gerth van Wijk, te 's Hage. Ds. H. Beuker, te Amsterdam. Ds. A. van Toorenenbergen, te Groningen. W. M. Oppedijk, te IJlst. R. Derksen, (Zwaanshals 45) te Rotterdam, Secretaris. Kort na het aftreden van mr. Saaijmans Vader als lid der Tweede Kamer, vierde deze geachte afge vaardigde, zijn SOsten verjaardag. De wijze waarop hij gedurende vele jaren zijn mandaat had uitgevoerd, deed bij zijne geestverwante kiezers het denkbeeld rijzen, om hem een aandenken aan te bieden, waartoe onderhands gelegenheid werd gegeven tot bijdragen van 10 tot 25 ets. Reeds op zijn 80sten verjaardag werd hem dit voornemen kenbaar gemaakt; doch ten gevolge van zijne tijdelijke afwezigheid de aanbieding uitgesteld tot laatstleden Maandag. Het bestuur der anti-revolutionaire kiesvereeniging „voor Nederland en Oranjebood hem dien dag een keurig Dette, van cierlijk beeldhouwwerk omgeven regulateur aan, als aandenken van de wijze, waarop hij in 's lands ver gaderzaal steeds gestreden had voor de beginselen door die vereeniging voorgestaan. Hoogst gevoelig voor dit blijk van belangstelling bracht hij dank voor de aanbieding van dit geschenk, dat dubbele betee- kenis voor hem had, als bewijs van hulde aan zijn parlementaire loopbaan, en verzocht de commissie tevens zijn dank aan de talrijke gevers over te brengen. (N. G. C.) Onzer aller gehoorzenuwen. Een inzender in de Middelburgsche Courant vat nog eens samen, wat een jaar geleden in dat blad is ge schreven over het geweld, gedurende eene gansche week der menschelijke gehoorzenuwen aangedaan door een zeer oud draaiorgel met schorre geluiden. Hij herinnert er nog eens aan dat de burgerij rechten heeft, die hooger staan en meer waardeering verdienen dan de pretensies van een zeker aantal onbekende en vreemde personen, die jaar in jaar uit op de kermis worden toegelaten, om met de wanluidendste instru menten ons gehoor te martelen en onzen goeden smaak I geweld aan te doen. Hij vraagt bij vernieuwing dat J het gemeentebestuur door keuring der straatmuziek ons eene ergernis, een waren gruwel, eene dagelij ksche marteling zal besparen. Wij zijn het met dien inzender volkomen eens. Maar tevens hebben wij ook een verzoek, neen, een recht om van het gemeentebestuur te eischen ons eene ergernis, een waren gruwel, eene dagelijksche en nach telijke marteling te besparen, door eenvoudige hand having der wet of verordening. Wij verlangen niets meer maar ook niets min der dan handhaving (in plaats van feitelijke schor sing) der bestaande bepalingen tegen openbare dron kenschap en nachtelijk straatgerucht. 't Kost zelfs op eene achterkamer moeite om in een kermisnacht in slaap te geraken, als heele benden dronken de stad doortrekken onder het uitbrullen of uitbalken van de meest zedelooze liederen. Daardoor wordt zoowel het gehoor als de goede smaak gekwetst en grovelijk beleedigd. De goede smaak wordt door het slechtste draai orgel niet zoo erg gemarteld, als het zedelijk gevoel gekrenkt wordt door het immer strafbare, en tot dusver altoos toegelaten nachtelijk straatgerucht. Vooruitloopende op de schoolwet neemt het bestuur van Middelburg reeds een aantal besluiten, zou, eenig vooruitloopen op de drankwet niet veel meer geraden zijn De kosten van een kolonialen oorlog nagerekend. De Zoeloe-oorlog heeft aan Engeland ruim vijf mil lioen pond sterling gekost. Rekent men het leger van koning Cetewayo op 50,000 man, dan kostte het overwinnen van eiken Zoeloe-soldaat 100 pond of 1200 gulden, en elke ge sneuvelde Zoeloe heeft meer dan 5000 gulden aan Engeland gekost. Niet ver van de 1000 Engelschen lieten in dezen oorlog het leven, en ongeveer 11,000 Zoeloes kwamen daardoor aan een smartelijk einde. Al deze uitgaven zijn gedaan, al dit leed is geleden ten behoeve van 25.000 Engelschen, die in Zuid- Afrika wonen, 't Scheelt dus niet veel of aan de in gebeelde belangen van elk tweetal Engelsche kolonis ten, kinderen meegerekend, is een menschenleven op geofferd. Waren de oorlogskostenonder die kolonisten ver deeld, dan had elk hunner 2400 gulden gekregen daar waren ze wel mee geweest Natuurlijk kunnen zij ze niet betalen, en moet het moederland zich dien kwaden post getroosten; dat is 2 gulden per hoofd. 't Is nog niet uit met den oorlog in Atjeh, althans het leger kost daar nog meer dan genoeg. 't Zou heel leerzaam zijn eens te weten hoeveel elke gedoodde Atjeher aan Nederland heeft gekost, hoe veel elk Nederlander daarvoor moest bijdragen of missen, ten behoeve van hoeweinig Nederlanders zooveel kosten zijn gemaakt, en vooral hoeveel menschen, gekleurde en blanke, met hun bloed den grond van 't peperland hebben gedrenkt. Misschien komt door de verovering van Atjeh de uitdrukking peperduur maar eerst tot haar volle recht. Nog iets over Zuid-Afrika. Twee beschuldigingen zijn door de Engelschen tegen de Hollandsche Boeren in Zuid-Afrika ingebracht, lo. Dat zij uit de omliggende landen slaven roofden. 2o. Dat zij de omliggende volken verdrongen, om zich hunne landerijen toe te eigenen. De geschiedenis heeft lo. nog niet geleerd dat er in de Transvaal slaven te bevrijd en waren, en 2o. wel geleerd dat de Engelschen heel de Transvaal hebben geannexeerd met inwoners en al. In eene Woensdag namiddag te Middelburg gehouden langdurige gemeenteraadszitting zijn, met eenige wijzigingen, vastgesteld de ontwerp-verordenin- gen betreflénde het lager onderwijs in de gemeente, overeenkomstig de bepalingen der wet van 17 Augus tus 1878 (Staatsblad no. 127). De voornaamste wijziging werd aangebracht door de aanneming van een amendement van den heer J. A. van Hoek, strekkende om de tegenwoordige meisjesschool D, hoofdonderwijzeres mej. Achilles, op te heffen met ingang van 1 Mei 1882, en die te doen samengaan met de tegenwoordige meisjesschool B. hoofdonder wijzeres mej. Klaar. Voorts is overgelegd een aanbevelingslijst voor de vervulling van eenige betrekkingen aan de middelbare school voor meisjes met vijfjarigen cursus. De benoemingen zullen in een volgende zitting geschieden. Blijkens mededeeling van den Voorzitter is de taxatie en waardeering der gasfabriek, welke door de firma Wolterbeek Van Baggen Co. ter overname is aangeboden, door Burgem. en Weth. opgedragen aan deD heer Spruyt, directeur der gasfabriek te Utrecht, en aan den heer Van Eyndhoyen, opzichter te Haarlem.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 2