CHRISTELIJK-RÏSTORISCH li Li II. Dinsdag 6 Juli. 1880. V. 617. 1 HET ZUIDEN Verschiet eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. P. Gr. Uitgever WIJTMAN, MIDDELBURG-. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 5 Juli 1880. De Standaard het wetsontwerp tegen drankmisbruik thans bij de Kamer aanhangig besprekende, wijst op art. 2, waarbij den Gemeenteraden gelast wordt min stens op elke vijftig gezinnen een kroeg of tapperij te dulden. Dit strijdt met de consciëntie der natie, met het denken van elk rechtschapene. Indien be paald werd: in geen geval moogt ge met uw vergun ning boven een kroeg op de vijftig gezinnen gaan, dat liet zich hooren. En dan moet naast het hoogste cijfer voor kroegen, ook een hoogste cijter voor wat elke kroeg verschenken mag, staan. Anders gaat men vele kleine kroegen tot een groote brengen en een tapperij-compagnie oprichten. Branderijen, sociëteiten vallen buiten deze wet, de kroegjes moeten het ont gelden, en alle tapperijen - kunnen nog twee jaren blijven bestaan. Welk een zedelijk begrip van wet geving Een andere bedenking tegen deze wet is, dat ook hier weder de autonomie der gemeente wordt mis kend. Burgemeester en wethouders hebben de beslis sing en kunnen door Gedeputeerde Staten en den Ko ning gecorrigeerd worden. Gemeente en gemeenteraad blijven er buiten. Voorts behoorde bij de erkentenis van de verwoes ting door den drank aangericht ieder die tappen Vilde onder bijzondere curatele gesteld te worden. De over heid behoorde bijzondere maatregelen te nemen door b. v. te zeggen „Tappen moogt ge dan alleen, indien ge lo. mij het recht vrijwillig toekent om ten allen tijde zonder nadere formaliteit uw huis binnen te komen en alle ding bij u te doorzoeken 2o. uw tapperij in het achter huis houdt, zonder uithangbord aan de straat en 3o. bij den verkoop u stiptelijk gedraagt naar door mij te 3tellen regelen." Verder stipt de Standaard nog eea achttal bedenkin gen aan lo. bordeelhouders of bordeelhouderessen moesten per se gequalificeerd zijn als lieden van onzedelijk leven, en dus van elk recht tot den verkoop van sterken drank zijn buitengesloten 2o. een vergunning, eens yerleend, moet niet loopen tot wederopzegging toe, maar slechts verleend worden voor één jaar, zoodat telkens op nieuw vergunning noodig zij 3o. erfgenamen moeten niet nog een jaar het genot van dat recht hebben. Het recht eindige (binnen het jaar) bij het overlijden van den houder 4o. de bepaling, dat het dronkenmaken van den kooper strafbaar is, hoort niet in deze wet thuis, maar in het Strafwetboek of het Burgerlijk Wetboek 5o. de leeftijd, waaronder drankvhrkoop verboden is, moest van zestien minstens op acktien jaar worden gebracht. Het zestiende en zeventiende jaar zijn de meest verleidelijke 6o. iemand door dwang zooveel laten drinken, dat hij er aan sterft, moest niet met een lichte, maar met de zwaarst denkbare straf worden bedreigd. Jenever- moord is de ergste moord 7o. boeten van één gulden zijn veel te onbeduidend Minstens vijf gulden moe3t bij elke overtreding geëischt worden en 8o. de scheiding tusschen tafel en bed om oor zaak van dronkenschap is een uiterst bedenkelijke bepaling en die in geen geval incidenteel mag beslist. Tot leden van de Commissie van rapporteurs voor „de Drankwet" zon gekozen de heeren Siekesz, De Jong, Borgcsius, Tak en Reekers. Onder de laatstelijk bij de Tweede Kamer ingekomen verzoekschriften bevindt er zich een van het gemeente bestuur van Axel, waarin verzocht wordt zijn adres aan den minister van waterstaat, tot het doortrekken van het zijkanaal van de Axelsehe Sassing naar Hulst te ondersteunen. Eenige kleine wetsontwerpen houden heden de Tweede Kamer bezig. Het wetsontwerp betreffende de kosten voor het lager onderwijs zal, blijkens de ver klaring van den Voorzitter, binnen weinige dagen behandeld worden Da Rijksopziener le klasse J. S. A. Noordendorp is ontheven van het toezicht op het gedeelte Moer dijkZevenbergen van den spoorweg Moerdijk Belgische grenzen, en belast met het toezicht op den dienst der spoorwegen ZwaluweZevenberge en Ro- sendaalBreda. Middelburg. Nadat in de raadszitting van 29 Juni besloten was, om tot eigen exploitatie der gasverlichting over te gaan, werden reeds dezer dagen door B. en W., allen die zich wil len belasten met het ontwerpen van plannen voor eene te stichten gasfabriek met buizennet, en naar wier ontwerpen bereids gasfabrieken zijn gesticht, uitge- noodigd om zich daartoe aan te melden. Den 30. Juni 1882 eindigt de tegenwoordige gunning. Naar de Midd. Ct. verneemt, is de beslissing van het hooger bestuur ingeroepen aangaande de bij de verkiezing van raadsleden te Sluis gebleken abuizen in de kiezerslijsten. Op die van Heille ontbrak name lijk een kiesbevoegde, terwijl op die van Sluis een niet-bevoegde voorkwam, die den leeftijd van 23 jaren nog niet bereikt had en van het hem toegestane recht ook gebruik heeft gemaakt. De vereeniging De ambachtsschool te Goes vraagt aan de Prov. Staten van Zeeland verlenging voor vijf jaren van het van 1876 tot 1880 genoten subsidie van f 300 's jaars. Na gehoord gunstig advies ?an burgem. en wethouders van Goes, stellen Ged. Staten voor dit verzoek in te willigen, mits de gemeente Goes haar subsidie van f 200 blijve verleenen. Oostburg:, 5 Juli. Gisteren (Zondag) namiddag werd hier eeii vrij druk bezochte vergadering gehouden van daartoe uitgenoodigde leden van Volksonderwijs in Zeeuwsch-Vlaanderen. Uitnoodigingen tot het bijwonen dezer vergadering waren gezonden door de nieuw op te richten centrale kiesvereeniging de Grondwet. Eenige heeren uit Mid delburg overgekomen leidden haar. Door de heeren Yriesendorp en Gaade te 's Gra- venhage is namens den heer H. F. Yan Renterghem te Goes vergunning gevraagd, om zijn stoombootdienst tusschen Rotterdam, Zierikzee en Goes te mogen uit breiden tot Bergen op Zoom. Uit goede bron verneemt het Dagbladdat dr. H. Schaepman van hoogerhand gemachtigd is, bij eventueele verkiezing te Breda, het lidmaatschap der Tweede Kamer te aanvaarden. Met weet dat de heer Schaepman leeraar is aan het R. C. seminarie te Rhijnsburg. Bij de begrafenis van den bekenden Utrechtschen hoogleeraar Vreede, jl. Zaterdag, was een groote schare ambtgenooten en leerlingen bijeen. Vele toespraken werden aan het graf gehouden. Prof. Nic. Beets tee- kende in deze korte en schoone dichtregelen den man die ter ruste was gedragen Trouwhartig, eerlijk Man, rechtschapen Nederlander, Doorkundig, werkzaam brein, en liclit- ontvlamd gemoed, Waar liefde en eed'le toorn niet streden met' elkander, Maar blonken even schoon de ruste zij U zoet! Betreffende de verschillende benoemingen aan de c Vrije Universiteit deelt de Heraut het volgende mede Benoemd is reeds voor vele maanden dr. Böhl j van Weenen, nadat deze zijn onvoorwaardelijke instem ming met de statuten en zijn sympathie voor de stich ting had uitgesproken. Subjectief zag deze echter niet in, dat hij vrijheid had de Weener school op te geven, noch ook dat hier zijn roeping lag. Voor het Oostersch is ook benoemd geweest de heer P. Geyser van Elberfeld. die echter geen vrijheid vond om op 57jarigen leeftijd in een vreemd land zulk een taak te aanvaarden, en vreesde dat na zijn. vertrek het Gereformeerde element te Elberfeld te veel verzwakt zou worden. Wat den heer Christlieb aangaat, had men voor de practische vakken op hem het oog gevestigd, omdat deze geleerde zich zeldzamen naam in deze vakxen verwierf, zoowel met de irenischen hier als met de Yermittlungs-theologen in Duitschland verklaarde niet te sympathiseeren, en daarentegen sympathie betuigd had voor de Calvinistische kerken in Engeland. Wel verre echter van hem op dien lossen grond te be noemen, is een delegatie afgezonden, om dezen ge leerde te polsen. Toen het echter reeds vooraf bleek dat dr. Christlieb, hoewel zeer sympathetisch gezind, „toch niet met een volkomen hart zich op de lijn onzer stichting beweegt," is deze delegatie niet eens naar Bonn doorgereisd, en is er dus van het uitreiken van een benoemingsbrief geen enkel oogenbllk sprake geweest. Op de heeren Bavinck en Wildeboer was de aan dacht gevestigd door de Leidsche -professoren, over mits deze jonge mannen, naar hun zeggen, van goede talenten waren en belijders der orthodoxe gevoelens. Dit gaf aan de leden van de Commissie van advi seurs aanleiding om, eer men bij heeren curatoren met nadere adviezen kwam, ook naar deze beide mannen eenig onderzoek in te stellen. Wat den heer Wildeboer betreft, liep dit spoedig af. Er werd geinformeerd bij een zijner bloedverwanten, of men ook wist welke richting deze student uitging, met name of hij art. 2 der statuten beaamde. Er bleek bij onderzoek, dat de heer Wildeboer deze vraag niet in toestemmenden zin kon beantwoorden. Toen men dit wist, is er geen oogenblik meer sprake van hem geweest in de Commissie, van adviseurs. Van een voordracht door curatoren nog veel minder. En van een benoeming alzoo ganschelijk niet. Tot ernstiger bespreking leidde de polsing bij den heer Bavinck. Bij dezen kundigen jongen man moest met te^ 1 grooter kieschheid te werk gegaan, daar hij lid dei chr. geref. kerk is, en zoon van den christ. geref. pred. te Kampen. Alle schijn moest dus vermeden, alsof men de bijzondere gevoelens van vader en zoon froisseercn wilde, of ook hem ontrooven wilde aan een ons, in deze zaak, min sympathetischen kring. Deze onderhandelingen duurden dan ook vier weken, en werden ingeleid door een vraag, mondeling, door tusscbenkomst van derden aan den betrokkene gedaan, of zijn bijzondere positie wellicht alle bespreking en polsing afsneed. Eerst was het antwoord hierop onzeker. Maar toen eenigen tijd daarna de zaak opnieuw ter sprake kwam, verklaarde de heer Bavinck pertinent, dat door hem in aanhoorïgheid tot de Christ. Ger formeerde Kerk geen afdoend bezwaar voor eene beslissing werd gezien, om aan zulk een Vrije School op te treden. Ook gat hij omtrent de denkbeelden van zijn vader desaangaande de meest geruststellende verzekeringen. Toch wenschte men voor kalm beraad in zoo teedere aangelegenheid nog nader plaats te laten, en verzocht alzoo den betrokkene de kwestie nogmaals te willen overwegen en te. bespreken. En eerst bij de laatste conferentie meenden adviseurs niet te ver te gaan, me. "^n den heer Bavinck een. I schriftelijk stuk voor te leggen, waarbij zij zich ver-

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1