CHRISTELIJK-aiSTOKISCH BLAD. V 613. laterdag 26 *ïuni. Zang ook al rijkszorg. 1880. HET ZUIDEN, Verschil at elkaa \Kavdvg, Wobvsdag en Vbmdag- on'd ten 3 are, be'nlve op Christelijke feestdagen Prijs ner nats maasdrs francof 1.50. Enkele nommerj0,05. Uitgever P. Gr. W IJ T M A IN TE MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1-6 I ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 25 Juni 1880. Er bestaat mogelijk is het onze lezers niet allen bekend eene Maatschappij van Toonkunst. Dio Maatschappij neemt als hare zusters als 't pas geeft wel eens besluiten besluiten welker uitroeiing ge woonlijk het publiek niet interesseeren. Verleden jaar echter, toen de Maatschappij niet meer kon geacht worden te lijden aan de kwalen der jeugd (zij vierde haar vijftigjarig jubilé) heeft zij extraordinaire besluiten genomen, en die ter kennis van onze landgenooten ge- bracht door middel van het schoolblad de Wekker. Zij heeft besloten aan de regeering de volgende maatregelen voor te stellen lo. Van den onderwijzer worde voortaan éen veel strenger examen geëischt, niet alleen voor de theorie der muziek, maar vooral ten opzichte der practice van het zangonderwijs en het zingen 2°. Op dc acte van hoofdonderwijzer worde aan- geteekend in hoeverre de candidaat blijken van be kwaamheid voor het verstrekken van zangonderwijs heeft gegeven- 30. Het zangonderwijs worde zoo mogelijk gegeven door musici van beroep, die zich aan een afzonder lijk examen tot het verkrijgen van den rang van zangdocent moeten onderwerpen. 49. Er wordt voorloopig van wege de maat schappij van Toonkunst eene algemeenn kweek school tot opleiding van zangkunstenaars en zang kunstenaressen opgericht, die als zangdocenten kun nen optreden. 5°. Het is wenschelijk, dat „over het toezicht op het zangonderwijs in al de scholen ee 1 Rijksinspec teur aangesteld worde: natuurlijk een man van het vak, rijk in ondervinding en doordrongen van het groote belang, dat men oij alle beschaafde volken hecht aan een talc van onderwijs, die niet alleen moet beschouwd worden als de basis van alle muzikale kennis, maar ook als een der krachtigste middelen tot volksbeschaving." Wat tót het voorstellen dezer maatregelen wel aan leiding mag gegeven hebben De Arnhemse he Courant vertelt het op hare gewone snaaksche wijze „Het is met het zangonderwijs in ons lieve vader land treurig gesteld. Tracht verzoek ik u dit geen oogenblik tegen te spreken. Een commissie, door de Maatschappij van Toonkunst benoemd tot reorga nisatie van het volksgezang (de commissie bestond uit de heeren prof. A. D. Loman, Richard Hol, S. de Lange, II. Bouwman. R. Collin, Dan- de Lange, J. M. Isebree, A. Moens en de secretaris Hcrm. Mol- kenboer,) heeft het zangvermogen van ruim een mil- lioen zielen, verdeeld over een getal van 260 open bare, 430 bijzondere en 40 muziekscholen, onderzocht eu als slotsom van haar onderzoek verklaart zij, dat „het zangonderwijs bij lange na niet is, wat het zijn moest." Ieder lezer zal begrijpen, dat dit is wat de spraakkunstenaren gewoon zijn eeD eivphemismus te noe- meu de bedoeling is natuurlijk: het zangonderwijs is in één woord slecht, onze muzikale ontwikkeling ellen dig. Dit is waarlijk bedroevend, vooral waar een Maatschappij van Toonkunst reeds haar vijftigjarig jubilé heeft gevierd. „De zang is niet alleen de basis voor alle muzikale ontwikkeling wat beeft men aan een violist of contrabassist die niet lezen kan maar ook een der krachtigste middelen tot volkbeschaving." Rekenen, lezen, schrijven mogen de kinderen tot ver standige mensehen maken, maar wat baat hun deze verstandsontwikkeling zonder de noodige dosis volks beschaving, vertegenwoordigd door den zang Wie hoorde ooit van een beschaafd mensch, die niet kou zingen En de zang is niet alleen een volksbescha- viugsmiddel, neen, hij is ook onmisbaar voor de bekende christelijke en maatschappelijke deugden van art. 23. Was het Goethe niet, die verklaarde dat de boozen niet zingen? Men vergelijke maar eens de on muzikale Nederlanders met degemüthliche musiceerende Germanen of met de zingende Gallen en men heeft dadelijk een onfeilbaren maatstaf voor huune meerdere beschaving en hunne meerdere deugd zaamheid; met welk een gelatenheid, met welk een christelijk geduld, met wat kinderlijk vertrouwen hebben de eersten zich al zingende niet aan Bismareks vaderlijk bestuur onderworpen, en wat heeft het aanheffen der Marseillaise den Franschec niet vaak verlichting gegeven in moeijelijke tijden Wil men dus en is iemand, die dat niet wil, wel den naam van liberaal waardig? het volk beschaven en tot deugdsbetrachting opleiden, dan moet op alle scholen aan dit „krachtigste der be schavingsmiddelen" eene ruime plaats worden toege kend. Spreek niet van aanleg, van verschil van talenten. Sedert Rousseau's gelijkheidsbegrippen de kinderen tot bladen schoon papier heeft gemaakt, waarop de opvoeder alles kan schrijven, wat hij maar wil, behooren woorden als „aanleg" niet meer in de dictionaire der Nederlandsche paedagogen thuis. Waarom kan ieder niet even goed zingen leeren als rekenen Een groote inconsequentie wordt echter door de Maatschappij van Toonkunst begaaan. Zij zelf wil de stichting van een zangdocenten-kweek school op zich nemen. Maar wie ter wereld is beter daartoe in staat dan de regeering „Met Thorebecke's beweerd gezegde: „Kunstis geen Regeeringszaak" hebben wij gelukkig reeds lang ge broken. Kunst is evengoed regeringszaak, alsdat de regeringzaak kunst is. Het gouvernement moet zorgen, dat er steeds een voldoend getal kunstenaars en kunstenaressen voorradigzijn in alle vakken van wetenschap en kunst, en daartoe richtte zij broeikassen, wij meeuen kweekscholen eu academiën op. Boven dien, behoort niet het zangonderwijs als „het krach tigste volksbeschavingsmiddel" een onmisbaar deel van ons volksonderwijs uit te maken, en is dit niet „een voorwerp van de aanhoudende zorg der Regering?" (In de laatste jaren heeft het lager onderwijs dan ook de Regering wel aanhoudend zorg gebaard I) De Maat schappij vau Toonkunst boude hier flink voet bij stuk en brenge der Regering hare plichten onder het oog. Is eenmaal een zaDg-docenten-kweekschool verkregen, dan is de weg gebaand tot een gymnastiek-docenten- kweekschool, tot een teekenonderwijzers-kweekschool, tot een strijk- en blaasinstrumenten-docenten-kweek school, tot een fraaie-en-nuttige-handwerken-onderwij- zeressen-kweekschool, altemaal onontbeerlijke instellin gen in een moderne, beschaafde (of modern-beschaafde) maatschappij Het aanstellen van één rijks-inspecteur in alle scholen voor het zangonderwijs achten wij geheel onvoldoende, om dit krachtigste der volksbeschavings- raiddelen, tot zijn recht te doen komen. Het behoeft geen betoog, dat deze man van het vak, rijk in ondervinding en doordrongen van dit groote volks belang (zou de ijverige secretaris der voormelde com missie- hiervoor niet de aangewezen persoon zijn?) geen behoorlijk toezicht zal kunnen houden. Onder of naast hem behooren onderinspecteurs voor het zang onderwijs, districts en arrondissements-schoolopzieners voor het zangonderwijs aangesteld te worden. Zelfs geven wij in overweging, plaatselijke commissiën van toezicht op het zangonderwijs te benoemen. Wij konden dan later ook inspecteurs en schoolopzieners voor het teekenonderwijs, inspecteurs en schoolopzieners voor het gymnastiek-onderwijs, inspectrices en schoolop zieneressen voor de fraaie en nuttige handwerken aanstellen. Al deze betrekkingen moeten goed gesala rieerd worden, «opdat de dignitarissen al hun kracht en tijd aan de iiuu toevertrouwde zaak kunnen wijden. Mocht iemand bevreesd zijn, dat voor al deze betrekkingen geen geschikte personen te vinden zijn, het heeft ons lieve vaderland nooit aan personen outbroken, die zelfverloochening genoeg bezaten dergelijke lastige ambten te aanvaarden. Voorzeker 'zal dit alles veel geld kosten, maar wij herinneren aan de woorden der Salverda-commissiehetgeen'uit de openbare kas betaald wordt kan nooit te goed ingericht worden. De vraag mag hier niet zijn wat kost het maarwat kan er gedaan worden om een der krachtigste beschavingsmiddelen tot ziju recht te doen komen? De heeren musici zijn krachtdadig opge treden voor het zangonderwijs, den artistén voor het teekenen en de gymnastiek zij het overgelaten hunne eischen te stellen. Alleen op die wijze kaD ons Neder land een beschaafd land zijn, waardig in de moderne maatschappij genoemd te worden. a"* De agenda voor de zomervergadering der Provin ciale Staten van Zeeland luidt als volg 1. Onderzoek geloofsbrieven der nieuw gekozen leden, 27 verschillende koninklijke besluiten. 811. Mededeelingen. 12. Verzoek van het gemeentebestuur van Hoofd plaat, van 2 Juni jl., om die gemeente op te nemen onder de aanlegplaatsen van den stoombootdienst op de Wester-Schelde. 13. Aanvrage van het bestuur der ambachtsschool te Goes, om vernieuwing van het vroeger voor vijf jaren toegekende subsidie. 14. Herhaald verzoek van den Sophiapolder om cala- miteusverklaring. 15. Adres van het gemeentebestuur van Clinge, om toepassing van art. 36 der wet van 13 Augustus 1857 Staatsblad' no. 103) voor vergrooting van de school in de Gravenstraat. 16. Benoeming van drie leden van Gedeputeerde Staten tengevolge der periodieke aftreding van de hee ren J. H. C. Heijse, J. A. A. Fransen van de Putte en mr. N. J. C. Snouck Hurgronje. 17. Benoeming van een lid der Staten, bedoeld bij art. 89 der prov. wet. 18. Benoeming van een lid der Eerste Kamer, ten gevolge der periodieke aftreding van den heer mr. W. C. Borsius. 19. Een ontwerp-reglement op de voetpaden. 20. Voorstel tot eene bijdrage aan de concessionna- rissen van den stoombootdienst Walzoorden-Vlake, voor een aanlegplaats aan het kanaal door Zuid-Beve land, en tot beschikbaarstelling eener som voor kosten van toezicht op den dienst. 21. Voorstel omtrent een adres van het bestuur der Zeeuwsche spoorbootmaatschappij om voortdurende bijdragen gedurende tien jaren. 22. Voorstel tot wijziging van het reglement be treffende den veeartsenijkundigen dienst én politie in de prov. Zeeland, vastgesteld 11 Juli 1872. 23. Voorstellen omtrent de adressen van gemeente besturen om toepassing van art. 36 der wet van 13 Augustus 1857 Staatsblad no. 103) van Rilland-Bath, wegens de gewone kosten van het lager onderwijs voor IS80, en van Oudelande voor den bouw van een nieuw schoollokaal. 24. Voorstel tot wijziging van het besluit van 16 Augustus IS78, betreffende c.ene geldleening ten lasto: f der provincie. 25. De verantwoording van Gedeputeerde Staten wegens de enkel provinciale en huishoudelijke inkom sten en uitgaven over het dienstjaar 1878. 26. Voorstel tot wijziging van de begrooting der V enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uit gaven voor 1880. 27. De begrooting der kosten van het provinciaal "j. bestuur voor zoeveeï het rijksbestuur is, voor 1881. 3 28. De begrooting der enkel provinciale en huis- houdelijke inkomsten en uitgaven voor 1881, met eei\ :ei t

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1