eiIIUSTELiJR-niSTORISCH BLAD.
.V. 606.
Donderdag 10 Juni.
1860.
Jé
Verschijnt eiken Yï.va.n'da.g, Wobnsda.g en Vhijdag-
A.VOND ten 3 ure, behalve op Christelijke feestdagen
v Prijs per oam maasden francof 1,50.
Enkele noramers - 0,05.
Uitgever
P. Gr. WIJTMAN,
te
MIDDELBURG.
Pbijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Middelburg, 9 Juni 1880.
De pokken breiden zich in N.-Brabant aitin Lim*
burg daarentegen werden, behalve de uit België in
verschillende gemeenten aangevoerde gevallen, geen
nieuwe gevallen van pokken waargenomen.
Te Roosendaal zijn door den geneeskundigen inspec
teur de pokken epidemisch heerschende verklaard.
Ais bewijs van den toeDemenden vooruitgang in het
passagiersvervoer bij de maatschappij Zeeland (Londen-
Vlissingen) deelt het Vaderland mede dat het vervoer in
de maanden Mei was als volgtin 1877, 2135 per
sonen in 1878, 2611 personen; in 1879, 4185 per
sonen; en in 1S80, 5306 personen.
Den 5en dezer heeft weder een oeverafschuiving
plaats gehad voor het westelijk eind van denNieuwèn
Neuzen-polder in het niet verdedigde breede slik.
Naar wij vernemen is de plaats der afschuiving be
westen de zoogenaamde Verkorting, hare lengte onge
veer 150 en hare breedte ruim 45 meter. Er schijnt
voor 't oogenblik nog geen gevaar voor den dijk te
bestaan. MiddelbCt.)
De Minister van marine kwam Zondag avond
met zijnen adjudant, den heer Van der Wijck, luite
nant ter zee 1ste klasse, te Vlissingen, om Maandag
morgen de beide stoomschepen, de Arendkapitein
Dijker, en de Valk, kapitein Visser, te bezichtigen.
Beide bodems zullen eerstdaags naar Indië vertrekken.
De heer Jos. Van Raalte, directeur der maatschappij
Be Schelde, en de burgemeester, de heer A. Smit,
waren bij de inspectie tegenwoordig. De Minister be
tuigde zijne tevredenheid over beide vaartuigen. Daarna
bezocht hij met belangstelling de werkplaatsen der
Koninklijke Maatschappij Be Schelde, en ten laatste
met den inspecteur van het loodswezen, den heer
Engelsman Kleynhens, het vuurschip Noordhinder.
Omstreeke het middaguur vertrok de Minister naar
Middelburg.
Uit St. Philipsland meldt men aan de Middelbargsche
Courant dat men sedert eenige weken van wege het
domeinbestuur bezig is met opnemingen van het
Slaak, in verband met de afdamming.
Z, M. de Koning heeft jhr. mr. Rochussen, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister bij het
hof van Berlijn, in buitengewone zending naar den
keizer van Rusland afgevaardigd, ten einde Hd. te ver
tegenwoordigen bij de begrafenis van de keizerin van
Rusland.
De Commissie voor de oprichting van een stand
beeld voor Graaf Jan van Nassau wenscht, door mid
del van de pers, een beroep op het publiek te doen.
Zooals bekend is, heeft Prins Willem's oudste broe
der een grohien invloed gehad op het tot stand komen
der Unie van Utrecht, en heeft ook hij, met opoffe
ring van eigen goed, jaren lang een werkzaam aandeel
gehad in de bevrijding van ons vaderland. Hij is de
stamvader van on9 tegenwoordig koningshuis.
In het vertrouwen dat het denkbeeld instemming
zal vinden, heett de commissie een prijs uitgeloofd
voor het beste mode;, dat voor 1 Augustus moet
worden iugezonden. Een bedrag van f 30,000 wordt
noodig geacht. Wel zijn reeds eenige toezeggingen
ontvangen, docli het comité hoopt, dat nog velen be
reid zullen bevonden worden tot dit doel mede te
werken. Het comité is samengesteld uit de heeren J.
W. Schubart, C. R. Merkus, Godin de Beaufort, F.
W. Klokke en G. A. Hulsebos.
De Standaard vestigt, naar aanleiding van de plan
nen van zekeren O eerbeek uit Berlijn tot kolonisatie van
Borneo, de aandacht op de geschiedenis van het sa-
menhandelen van Duitschers en Hollanders.
Amsterdams handelsbeurs bewijst hoe het Duitsche
element, eenmaal vasten voet hebbende, ©<?rdringt.
Naast de tramway komt het 'panorama in eere.
Terwijl men te Amsterdam bezig is een pororama
te vestigen, wil een buitenlandsche maatschappij ook
te Rotterdam en te Scheveningen een panorama
stichten.
In het buitenland vindt men die zoogenaamde pa
norama's nog weinig als we ons niet vergissen te
Parijs en Genève alleen. Het schilderen van een
daartoe dienstig doek vereischt groote kunstvaardigheid
en eene levendige voorstelling, terwijl de plaatsing
mede groote zorg eischt.
Aan den schilder Apol zal, zegt men, voor een
114 meter lang doek, dat voor het panorama te Am
sterdam is bestemd, 100,000 francs als honorarium
worden uitgekeerd. Het onderwerp zal aan de noord
poolstreken zijn ontleend. De opdracht werd den schil
der gedaan den avond voor zijn vertrek met de Barents.
Eene commissie te Ter Apel vraagt van de
liefdadigheid der Nederlanders gaven ter gemoetkoming
in den nood veroorzaakt door den brand in de Weer-
dingervenen.
Na aftrek van de te wachten uitbetalingen der as
surantie-maatschappijen zal de schade nog meer dan
1 ton gouds bedragen.
Dit jaar hadden wij weder eene groote waters
noodloterij, maar gelukkig nagenoeg geen watersnood.
Daarentegen heeft in de noordelijke provinciën het
vuur veler eigendommen verwoest en aan tal van
menschen de gelegenheid benomen in hun onderhoud
te voorzien.
Zou een van hen die prijzen gaven of loten kochten
het afkeuren, indien hetgeen voor de slachtoffers van
het water werd opgebracht, voor zooveel noodig werd
besteed voor de slachtoffers van het vuur.
Wat men uit die geteisterde oorden verneemt zou
alleszins de hulp van het geheele volk rechtvaardigen.
Gelijk de onze, zoo trok het wellicht ook de aandacht
onzer lezers in verschillende bladen gansche kolommen
te vinden, gewijd aan het optreden van een tooneel-
gezelschap de Meiningers geheeten in de hoofdstad
van ons land.
Ziehier de geschiedenis van dat gezelschap
In 1866 aanvaardde Georg van Saksen-Meiningen
zijne hertogelijke functien, en zijn eerste bezigheid was
de rust, zoo al niet met „waardigheid", dan toch
met waardigheden, die de totstandkoming van den
Noordduitschen Bond hem gunde, dienstbaar te maken
aan de dramatische kunst. De bestaande opera werd
opgeheven, en alle krachten werden voortaan aan het
tooneelspel, en wel aan het drama gewijd. Omstreeks
1871 trad een der leden van het tooneelgezelschap,
Ludwig Chronegh, als regisseur op, en van nu af aan
begon men in de eerste plaats de classieke werken
der groote dramatische dichters met buitengewone zorg
in te studeeren en ten tooneele te brengen
Het gezelschap van den Hertog van Meiningen speelt
gedurende de zes wintermaanden in de hertogelijke
residentie, en van 15 Juli tot 1 September io de
badplaats Liebenstein. De overige maanden is het
een reizende troep en pleegt het gast voorstellingen te
geven in de voornaamste steden van Duitschland.
Uit oflicieele mededeelirigen blijkt, dat 1—gezel
schap in den regel jaarlijks zes geheel nieuwe stukken
in studie neemt, en 18 a 20 oudere, niet classieke
stukken weder op zijn repertoire brengt, terwijl tot
het vaste repertoire al de voornaamste dramatische
werken van Shakespere, Schiller, Lessing, Yon Kleist,
Goethe (met uitzondering van Faust), en verscheidene -
van Molière behooren. De belangrijke mannenrollen
worden met den regisseur, onder leiding van den Her
tog en de Hertogin, die zelve tooneelspeelster geweest
is, doorgeloopen en besproken, de vrouwenrollen door
de Hertogin met de tooneelspeelsters bestudeerd. D$
kleinere sprekende rollen bewerkt de regisseur met dö
spelers aan huis.
Zijn deze voorbereidingen afgeloopen, dan worden
voor belangrijke stukken gewoonlijk tien of twaalf
repetities gehouden; elke repetitie met volledig deco
ratief, met al de benoodigheden en in costuum. Heeft
de eerste voorstelling plaats gehad, dan worden de
repetities voortgezet.
De studie met de zwijgende personages vorderen
niet minder arbeid. De vrouwelijke figuranten maken
allen deel uit van het gezelschap; van de mannelijke
pleegt een deel in iedere stad, waar de Meiningers
optreden, liefst uit de manschappen van het garnizoen
te worden aangeworven. Bij een hunner gastvoorstel—
lingen werd het laatste bedrijf van Ficsco alleen met
de soldatea viermaal, telkens gedurende vier uur, ge
repeteerd.
De keus van derocatief en kostuum is voornamelijk
het werk van den Hertog. Door zijne studiën op het
gebied van oudheid- en kostuumkunde is hij in
de gelegenheid zelf tot in de kleinste bijzonderheden
de plannen voor de decoratie en de kleeding te ont
werpen. Geen kosten worden ontzien om de grootste
historische juistheid op dit punt te krijgen. Geen
kleinigheden wordt uit het oog verloren en alles
voortdurend nauwkeurig geschift en naar dë laatste
ontdekkiugen gewijzigd.
De Meiningers leggen er zich op toe, dat zichtbare
deel van de tooneelspcelkunst, hetwelk men den too-
neeltoestd kan noemen, tot den hoogsten trap van
volmaaktheid te brengen, en door vlekkeloos samen
spel een geheel te vormen, waarvan de deelen alg
mozaïek,-zonder voeg of naad, in elkander sluiten.
Bij voorkeur voeren zij dan ook die werken op,
waarbij schilderachtige effecten en een bonte wisseling
van volks^cènes verkregen kunnen wordenShakes*
peares Julias Caesar, waarmede zij, als om aanstonds
aan te toonen wat zij willen eü kunnen, de reeks
hunner gastvoorstellingeri plegen te openen, Schillers
Tell en Fiascovon Kieists Hermannsschlacht.