üllRISTlLlJHISTORISfiH BLAD. Saterdag 5 Juni. 1800. .11' 604. ®%3. Verschijnt elke a Maandag, Woensdag ea Vrijdag avond tea 8 are, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie waanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever: P. Gr. WIJTMAN, tb MIDDELBURG-. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Gij hebt zeer rnilden regen doen druipen, o God! en Gij hebt uwe erfenis gesterkt, als zij mat was geworden. Zingt Gode, psalmzingt zijnen naam. Ps. LXVIII. Middelburg, 4 Juni 1880. Met het oog op de berichten omtrent gevallen van pokziekte in sommige Noordbrabantsche en Zeenwsche grensplaatsen, hebben bestuurderen de Nederlandscke Vereeniging tot bevordering der koepokinenting in de Rotterdamsche bladen een schrijven geplaatst, waarin zij «op gezag van alle onpartijdige en ervaren des kundigen" tot vaccinatie en revaccinatie. aansporen. Tevens verzoeken zij, dat alle bladen die aansporing zullen overnemen. De Rotterdamsche Sprokkelaar hoopt echter, dat aan gemeld verzoek zoo min mogelijk gevolg zal worden gegeven; 'tis toch onomstootelijk waar „lo. dat inenting geen onfeilbaar middel is, daar er menigeen door de pokken aangetast is geworden, die inenting en herinenting met succes had doorstaan „2o. dat duizenden bij duizenden ongelukkig ziju geworden ten gevolge van de inenting, daar er bijna geen zekerder middel is om syphilis over te planten „3o. dat Jenner zelf, de uitvinder der koepokinen ting, zijn tweede kind niet ingeënt heeft „4o. dat mannen van wetenschap en naam op zulke overtuigende gronden 't nadeelige en schadelijke van vaccine hebben aangetoond, dat 't groote onv\ etend- heid en niets anders mag genoemd worden, als ge noemde heeren durven beweren op gezag te spreken van alle onpartijdige en ervaren deskundigen. „Erger nog wordt 't, als de N. R. Ct. komt be weren „leder heeft'tin zijn hand of hij en de zijnen zullen worden verschoond, Goed en tijdig toegediend faalt het bekende voorbehoedmiddel, de vaccine, nooit." Niet alleen om de onwaarheid over dat onfeilbare van de vaccine vestigen we op deze woorden de aandacht, veeleer om de volslagen miskenning van 't Godsbestuur en de Goddelijke almacht. „Ieder heeft 't in zijn hand!" Ja, men zou dat wel willen, maar 'tis zoo niet. Zal 't God den Heer behagen, dat alsnog de plage van ons worde afgewend Is 't echter anders in Gods raad besloten, o, mocht 't dan blijken, dat ons volk niet zijn vertrouwen stelt in de vaccine, een uitvloeisel van de valschelijk genaamde wetenschap, maar cenig en alleen in den levenden God, die wel staat, maar Wiens hand ook heeft." Slnls, 2 Juni. Bij de opening der stembrieQes ter verkiezing van zeven leden van den raad der nieuwe gemeente Sluis bleek dat 27 geldige stemmen waren uitgebracht. De heeren Jac. Ie Roij die 70, J. II. Iiennequin die 67 en mr. P. C. J. Heunequin die 62 stemmen bekwam, werden gekozen. Eene herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren J. de Bruijne Brevet, met 45, Ch. Lievens, met 38, J. Sanders, met 36, L. A. Croin, met 27, K. E. Koksma, met 37, C. B. Wijffels, met 27, Jac. de Bruijne, met 35 en Mabesoone, met 25 stemmen. Aan het verslag der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen over 1879 ontieenen wij het vol gende Aan de sterk vermeerderde beweging op het Zui- dernet werd tegemoet gekomen door het leggen van het tweede spoor tusschen Boxtel en Eindhoven, het geen op 19 November in gebruik genomen kon wor den, terwijl een aanvang gemaakt werd met het voorzien van dubbel snoor van de sectiën Boxtel Voorstellen tot uitbreiding der stations Venlo en Eindhoven mochten de goedkeuring der regeering verkrijgen. Ongelukkigerwijze wordt daartoe onteige ning vereischt, met de daaraan in ons land verbonden vertraging in de uitvoering van werken. Gedurende de overstelping met goederen, die het gevolg was, eensdeels van het gesloten water in de maand December, andermaals van de pogingen van den handel om, met het oog op de met 1 Januari 1880 in Duitschland in werking tredende hoogere rechten, de goederen nog voor dien datum over de grenzen te brengen, ondervond de dienst schier on overkomelijke bezwaren, voor geen gering deel het gevolg van te bekrompen stations-terreinen of wel van de inrichting dier emplacementen. Wat de pogingen betreft om het verkeer naar En geland via Vlissingén met de maatschappij Zeeland te leiden, deze leveren bemoedigende resuliaten. Doch het moet betreurd worden, dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van de uituemende havens van Vlissingén, anders dan als vluchthaven bij geheel gestremde vaart naar Antwerpen. In de tien eerste maanden van 1S79 was de hoeveelheid goederen, ten spoorwegvervoer aangeboden, door andere afzenders dan de st oompakketdienst Zeelayid, uiterst onbedui dend. Toen nu in de maand December de vorst de havens geheel gevuld had met schepen, trachtte de maatschappij zoo spoedig mogelijk van de bevelvoer ders te weten te komen of het voornemen was te Vlissingén te lossen en per spoor te vervoeren doch de reeders, wier orders ingewacht werden, besloten hiertoe niet dan op het laatste oogenblik. Natuurlijk wilden toen allen tegelijk geholpen worden en brachten de brieven van slechts eenige dagen een aanvraag van tweeduizend wagens, welke waren zij beschik baar geweest 14 kilometers spoor noodig zouden hebben gehad om geborgen te worden, of met andere woorden, de stations te Vli.ssingen, Middelburg, den geheelen weg tusschen beiden en nog halverweg Ar- nemuiden zouden hebben ingenomen. De maatschappij had zich reeds bij voorbaat ge wend tot de bij het vervoer betrokken maatschappijen om materieel, doch noch de Belgische staatsspoorweg, noch de Grand Central Beige waren bij machte eeni ge hulp te verleenen. De maatschappij heeft dus aan de aanvragen moeten voldoen met haar eigen materi eel en met dat der vreemde maatschappij, hetwelk op hare wegen aanwezig was en voor zoover zij toestem ming kon verkrijgen dit naar Vlissingén ter lading te dirigeeren. Doch nu deed zich wederom het bezwaar kennen, dat de spoorinrichting langs de binnenhavens te Vlissingén (die gedurende 11 maanden, per jaar schier geheel ongebruikt liggen) ten eenenmale on bruikbaar zijn, wanneer er werkelijk vervoer is. De inspanning die gevorderd is van het personeel der maatschappij, om onder zulke omstandigheden den dienst te verrichten, is dan ook groot geweest. We lezen in verschillende couranten Naar wij vernemen, hebben de heeren JM. Kake- beeke te Goes, lid van de Prov. Staten van Zeeland, en de wed. J. H C. Kakebeeke, industrieel te Goes, zich, in samenwerking met invloedrijke personen, ge constitueerd tot eene Maatschappij, ten einde in ons land, te beginnen met Amsterdam en Rotterdam, tele- phonische verbindingen in te richten,'onder de firma Nederlandscke Telephoon-Maatschappij, J M. Kakebeeke, Wed. tT. II. C. 'Kakebeeke en CompReeds voor eeni- gen tijd is de concessie daarvoor aangevraagd. gereed zijn. Of de inzending aan de Vertegenwoordi ging terstond zal geschieden, schijnt nog onzeker, met het oog op het tijdstip van de terugkomst der Tweede Kamer: den 29en Juni, zooals men tli&ns verzekert. Dit Den Haag wordt, zegt dè N. R. C. gemeld, dat de regeeringsantwoorden aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal omtrent de wetsontwerpen tot. invoering van de wet op het lager onderwijs en het aanleggen van ka- Met belangstelling zagen we gelijk ons vorig nommer meldde uit naar de beslissing der Alge- meene vergadering van Christelijk Nationaal o?iderwijs, in zake het benoemen van een Inspecteur, waarmeê het Hoofdbestuur verklaard had te staan of te vallen. Ziehier den loop der zaak Na eene korte paiize kwam punt 4 van de Agenda aan de orde, dat van den volgenden inhoud is: De hoofdcommissie, overwegende dat onder de leden der Vereeniging groot verschil van meening bestaat over het al of niet wensohelijke van het aanstellen van een inspecteur voor de Christelijke scholen dat het wenschelijk geacht moet worden, zooveel mogelijk alles te weren wat tot scheuring en ver deeldheid leiden kan, stelt voor, dat de vergadering besluite Het in de algemeene vergadering in 1867 geno men besluit tot het benoemen van een inspecteur voor de Christelijke scholen is ingetrokken. Diensvola-ens zijn mede vervallen de besluiten van alle latere algemeene vergaderingen met de inspecteurs-quaestie in betrekking staande. Nadat dit voorstel door den heer J. Verhoeve H.Cz. ernstig en krachtig bestreden was, werd door Ds. de Koe, namens de Hulpvereeniging Utrecht, het navol gende voorstel gedaan en breedvoerig toegelicht De Hulpvereeniging Utrecht stelt voor, dat er eene commissie benoemd worde, welke in overleg met de hoofdcommissie beraadslaagt over de beste middelen welke aan onze Christelijke scholen een toezicht zouden kunnen verzekeren, waarop ook door de hoofdcommissie zelve, blijkens haar ver slag, prijs wordt gesteld. Hierop nam de heer Feringa het woord. Hij verklaarde geen compromis (vergelijk), als door Utrecht bedoeld, te verlangen, maar wenschte dat men de zaak flink onder de oogen zou zien. Hij bracht in herinnering wat op de laatste vergadering, te Zwolle gehouden, was voorgevallen. Toeii was op het einde van de vergadering, toen velen reeds vertrokken waren, met eene zeer kleine meerderheid het voorstel tot aan stelling van een inspecteur aangenomen. Terstond had spreker toen verklaard, dat hij, het besluit der ver? gadering volkomen eerbiedigende, dit niet kon helpen, uitvoeren, omdat hij het verderfelijk voor de vereeni ging achtte, en dat hem dus niets anders overbleef dan zijn ontslag als lid der hoofdcommissie te nemen. Hiervan wilde men echter toen niets weten. Wat bleef spreker toen over te doen Ook het bestuur eener vereeniging is een persoon, die een eigen overtuiging heeft, die persoon lean noch mag een opdracht uit voeren, waartegen hij principieele bezwaren heeft. Op de eerstvolgende Bestuursvergadering werd toen be raadslaagd hoe te handelende meerderheid was tegen de benoeming van een Tnspectenr, en eenparig was men van gevoelen, dat onder die omstandigheden of het Bestuur moest wijken, of de Vergadering haar besluit intrekken. Het bestuur meende, dat de aanstelling van een Inspecteur niet zoo noodzakelijk was om voor de be handeling van dit besluit eene Bijzondere Algemeene Vergadering bijeen te roepen; daarom kwam het eerst nu aan de orde, en daardoor meende spreker was ook de verklaring in het verslag „Aan dit besluit kon en kan door de thans fungeerende hoofdcommissie geen uitvoering gegeven worden" volkomen gerecht vaardigd. Spreker eindigde met eene motie voor te siellen,

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1