CIRISTILIJHISmiSGI BLAD.
.V. 898.
Zaterdag' 22 Mei.
1880.
HERSTEMMING.
DR J. m DER BERE CALLETO
D«. I VAN DER BERE CALLEXFELS.
Middelburg, 21 Mei 1880.
HET ZUIDEN
Verschijnt el keu \1aavda.g, \VoïïN3da.g en Vrijdag
avond teil 8 are, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maagden" franco1,50.
Enkele nominers- 0,05.
P. Gr.
Uitgever:
WIJTMAN,
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.Familie-berichten van 1 6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Wat is de opkomst der kiezers bij de laatste
stemming voor de Provinciale Staten verbazend
gering geweest!
Oostkapelle, Grijpskerke, Ritthem en Nieuw-
land halen de helft van het kiezertal in onder
staand lijstje, al de overige gemeenten staan er
beneden, sommige al heel ver.
Middelburg
226
van
de 478 kiezers.
Vlissiugen
129
260
Veere
12
33
Oostkapelle
23
42
Domburg
16
37
Vrouwepolder
17
39
Serooskerke
20
50
Aagtekerke
15
34
Grijpskerke
18
35
Westkapelle
15
53
St. Laurens
8
30
Meliskerke
8
35
Zoutelande
8
27
T>
Biggekerke
8
43
2>
O. en W. Soub.
14
47
Koudekerke
28
75
Ritthem
15
25
N. en St. Joosl.
22
33
2>
Arnemuiden
11
32
2>
613
van
de 1408 kiezers.
De slotsom toont aan, dat van elke 23 kiezers
•uit het district slechts 10 zijn opgekomen.
Is onverschilligheid, koelheid, luchthartigheid,
verlegenheid daarvan de oorzaak?
By den een misschien dit, bij den ander wat
anders.
Van belangstelling, ijver, ernst en beslistheid
bij de grootste helft der kiezers getuigen deze
onwedersprekelijke cijfers niet.
Maar er is eene gelegenheid tot herstel, eene
gelegenheid om 't nog eens wakker over te doen.
Mocht onze aanbeveling menigeen niet hebben
bereikt, wij willen althans het onze doen om haar
in ruimer kring te verspreiden.
't Is niet noodig dat het zoo heet toega als on
langs in Engeland, waar alle muren met plakbiljet-
ten voor dezen of genen caudidaat waren bedekt,
en aanplakkers steeds bij de hand waren om over
de aanbeveling der tegenpartij weer een nieuw
papier heen te plakken, waar, erger nog dan be
dekt, namen werden bezoedeld, en van candidaten
der tegenpartij dingen werden verteld, die op een
ander oogenblik als laster zouden aangemerkt
worden, waar 't komen van woorden tot daden
maar al te vaak werd een overgaan tot ruw ge
weld, en rotte sinaasappelen, steenen zelfs, naar
de hoofden van tegenstanders werden geworpen,
waar verkiezingsijver aan meer dan een ij veraar
een bebloed hoofd, een nachtlogies achter 't slot
en eene platte beurs heeft bezorgd.
Wij hopen dat het hier nooit tot zulke uiter
sten komen zal, maar wel dat elk kiezer met be
slistheid zijn biljet ter stembus zal brengen,
bedenkende dat hij een voorrecht heeft, dat maar
aan- al te veel zij ner medeburgers wordt onthouden.
Nooit hebben wij, wat Provinciale Staten be
treft, zulk eene schoone gelegenheid gehad om
voor een der onzen ter stembus te gaan als
thans.
Tot dusver hebben wij mannen gesteund, die
wij verre verkieselijk achtten boven andere aan-
bevoleüen, maar nu komt bij al de achting, welke
wij wegens zijne persoonlijke eigenschappen
reeds toedragen, nog de voorliefde voor dien be
slisten aanhanger onzer beginselen ons aansporen,
om dringender dan ooit al de onzen tot eene
trouwe opkomst op te wekken.
Ons volk heeft er nog veel te weinig oog voor,
om te zien hoe de liberalen" alles in hun net
gevangen houden.
Op de benoeming van commissarissen des ko-
ningsen van burgemeesters oefenen de ministers,
die door de liberale" partij worden vooruitge
schoven of geduld, een zeer grooten invloed
uit. De ambtenaren, die zich zoo diep met de
zaken der burgers hebben in te laten, het bedrag
van ieders vermogen, erfenis, debiet enz. kennen
en opschrijven, zijn meest allen liberaal." De
schoolmeesters, nu, dat weten we. De Gedepu
teerde Staten het wekelijks vergaderende deel
der Provinciale houden toezicht op al wat door
gemeentebesturen wordt besloten en uitgegeven.
Zij kunnen gemeenteraadsbesluiten afkeuren of
dwarsboomen op allerlei manier. Hunne uitspra
ken over plaatselijke-belastingzaken, over poli
tieverordeningen en allerlei dingen, die ieder van
nabij raken, oefenen een grooten invloed uit op
het meer of minder aangename van ons dage-
lijksch leven. Als de gemeenteraden of gemeen
teambtenaren 't hun niet naar den zin maken,
weten zij ze wel klein te krijgen. Burgers of
raadsleden, die grieven hebben tegen plaatselijke
overheid of heerschende meerderheid, kunnen
door Gedeputeerden heel spoedig" geholpen of
wonderlijk aan het lijntje gehouden worden.
Moet nu al die macht, al die invloed, alsof 't
van zelf sprak, maar in handen der >liberalen" blij
ven, zonder verweer van onze zijde? Hebben wij
door lauwheid afstand te doen van ons recht, van
medewerking aan de samenstelling van de Sta
ten der provincie?
Als wij niet doen wat wij kunnen, dan is 't
onze eigen schuld als 't ons tegenloopt.
Wij moeten geen mannen helpen kiezen, die
geheel in het stelsel onzm' tegenstanders passen.
Geen gelegenheid tot verbetering mogen wij
ongebruikt laten voorbijgaan.
Zouden wij de machten, die ons belemmeren
en benauwen, nog helpen versterken
Neen, laat ons gebruik maken van ons recht,
en een waardig getuigenis afleggen door ditmaal
o o o oo
onze stemmen uit te brengen op
Een liefelijk oord is het, waar, zoo de Heer wil
op 4 Augusius aanstaande het Zutderzcaidinge-
feest zal gehouden worden.
Een korte straatweg voert in weinige minuten dwars
door de met vier rijen boomen beplante, lange en
breede dorpsstraat van Oisterwijk. Het verdere van
den ongeveer 20 minuten langen en zeer ruimen zand
weg is bij de groote droogte der laatste wekeu vol
strekt niet zwaar, en aan wederzijden rust het oog
op velden, zooals wij die steeds met welgevallen nabij
onze met bosch begrensde duinstreken aanschouwen
men zou zich, niet te nauw lettend op den achter
grond van dennenbosch, in de omstreken van Oost-
kappel wanen.
De ingang van het landgoed De Hondsberg is ge
heel als die eener buitenplaats grasperken, schoon ge*
boomte, een vijver, door eene beek gevoed, trekken dade
lijk het oog, dat echter te vergeefs naar bloemen zoekt.
De ruime huizing is dan ook niet bewoond door den
benijdenswaardigen eigenaar, maar door een kastelein,
wiens rustieke witte tafeltjes en stoelen overal in 't
rond zijn verspreid.
Onmiddellijk achter het huis, een weinig links,
geeft eene brug over de beek toegang tot het eigen
lijk feestterrein. Weg is daar op eens alle gedachte
aan Zeeuwschen bodem, 't Is of men plotseling te
Wolfhezen of. Middachten is verplaatst. Zoover het
oog reikt niets dan hoogopgaand dennenhout op een
zacht golvenden grond, die hier bedekt is met, ontel
bare verbruinde dennennaalden, daar met een mosta
pijt zoo zacht als een bed, en overal geschikt tot
zitten, ook al had het pas geregend. Aan het andere
eind van het terrein biedt een heuveltje zich van
zelf aan tot spreekplaats, en als door de bruine stam
men heen eindelijk het oog op het heldere groen de$
bosschen van Spijk stjiit, is er geen kwestie meer van,
of tegen zulk een achtergrond moet eene andere spreek
plaats verrijzen.
Bij den terugkeer langs een met hakhout begroeiden
aarden wal, valt de naar ruimte zoekende blik van
den zeeuw spoedig op eene open plaats in het bosch,
nu nog bezet met stapels brandhout, maar be-,
stemd om weder beplant te worden met boompjes,
zooals men ze langs de spoorbaan in menigte heeft
gezien, en zoo gaarne op kersttijd te midden eener
vrolijke kinderschaar aanschouwt. En verder ontbreekt
ook dat niet, zonder het welk een landschap voor ons
geen landschap is, het met frisch groen omzoomde
en odmisbare water.
Betreffende de ramp van den Vlissingscher loods-
schoener No. 1 valt het volgende te melden:
Woensdag morgen werden de zeven uit Engeland
teruggekeerde schipbreukelingen van den loodsschoener
No. 1, per mailboot van Queensboro gekomen, aan de
buitenhaven door een talrijke menigte loodsen en fa
milie verwelkomd.
Betreffende de aanzeiling hoorden wij, dat op 16 Mei
's avonds ten elf uur, de schoener zeilende was op de
hoogte van het eiland Wight, bij prachtig helder sterren
licht en zeer goed vurengezicht; de toplantaarnhet
internationaal seinlicht voor loodsvaartuigen brandd'
uitmuntend. Men zag een stoomschip uit het westf
komen, toonende zijn rood en zijn toplicht. Aanv-t
kelijk was men voor niets beducht, doch toen ls»
stoomschip naderkwam, ontstak men tot driema.*