Scnaul eu bending
Land b o u w.
bezoek bracht, en zijne medewerking verzocht tot de
aanbieding van een blijk van hulde aan generaal van
der Heyden, zoodra deze in 't vaderland zou zijn
teruggekeerd, zijne inwilliging athankelijk maakte van
'eene opheldering van dien bevelhebber. In afwachting
van die opheldering, die hij tegemoetzag, verscheen de
bekende brief van den generaal, waarin deze de be
schuldigingen. tegen het Indisch leger ingebracht, met
verontwaardiging afwees.
De bekende brief van generaal Van der Heyden had op
hem dezen indruk gemaakt, dat de mogelijkheid bleef be
staan, dat de gruwelen, waarvan het bericht gewaagde,
waren gepleegd. In dien brief had hij, hoe warm deze
ook gesteld is, gemist een aandrang om den lasteraar
aan de kaak te stellen, en hem zijn rechtmatige straf
niet te doen ontgaan.
De heer Van der Hoeven meende nu in de zitting
der kamer van Woensdag verder te moeten gaan hij wilde
de zienswijze der Kamer doen uitspreken in eene motie
van den volgenden inhoud/,De Kamer, bet wensche-
lijk achtende, dat van regeeringswege een onderzoek
wordt bevolen naar aanleiding van het bericht omr rent
het zonder verhoor ophangen van krijgsgevangenen in
Atjeh, besproken in hare zittingen van 21 October
1879 en 17 Maart 1880, gaat over tot de orde van
den dag."
De Kamer bleek echter met 65 tegen 9 stemmen
van meening te zijn, dat, na de pertinente ontkenning-
van Generaal Van der Heyden, het aannemen van deze
motie tot het instellen van een onderzoeq, naar aan
leiding van een ongeteekeud couranten-bericht, eene
beleediging voor den generaal en voor het Indische
leger zou zijn.
Volgens een brief uit den Haag in de Middelb.
cour. is het ontwerp tot invoering eener rentebelasting
bij het onderzoek in de afdeelingen der Tweede kamer
ver van gunstig ontvangen.
De gewijzigde bepalingen op het telegrafisch verheer
lieten twijfel over, of het bewijs van vooruitbetaald
antwoord in betaling zal kunnen worden gegeven in
mindering der kosten van een telegram van meer
woorden dan waartoe dat bewijs recht geeft, en kon
den zelfs eer het tegendeel doen onderstellen. Wij
kunnen thans nader mededeelen, dat het bewijs in be
taling zal kunnen worden gegeven voor de overseining
van elk telegram, onverschillig met welke bestemming
en tot welk bedrag der seinkosten.
Zijn de seinkosten hooger dan het op het antwoord
bewijs uitgedrukt bedrag, dan moet liet ontbrekende
worden bij betaald. Bij gebruik van minder woorden
wordt echter in geen geval terugbetaling verleend.
Of de geschiedschrijver van lateren tijd, als hij de
regeering van Koning Willem III beschouwt, de treu
rige aanteekening niet zal moeten maken, dat deze
langdurige en in zoo menig opzicht rijk gezegende re-
geering, zich heeft gekenmerkt door een voortdurende
antipathie tegen den Bijbel?
Dat oude beproefde boek werd reeds zeer ver uit ons
maatschappelijk en kerkelijk leven verdreven. Ook in
het groot hertogdom Luxemburg, schijnt men onder
de regeering van Z. M. den Groothertog dien weg op
te willen.
Het volgende bericht kwam ons althans onder de
oogen
Het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap
vroeg, naar het bericht, onlangs aan de Luxemburg-
sche regeering vergunning voor een zijner colporteurs
om in dit groot-hertogdom werkzaam te zijn. De
directeur-generaal van financiën antwoordde daarop in
deze bewoordingenMijnheer, in antwoord op den
brief waarin gij mij vraagt om aan den heer Nicolas
Hardy vergunning te geven, om colporteerende de H.
Schriften te verkoopen, heb ik de eer u te berichten,
dat ik uw verzoek niet kan toestaan; zulke vergun
ningen worden in liet groot-hertogdom slechts ver
leend voor den verkoop van almanakken en gebeden
boeken, en de bijbels kunnen daaronder niet gerang
schikt worden."
De uitgever der Protestantse/ie Illustratiede heer
A. van Oosterzee, schijnt het voorbeeld in het buiten
land gegeven, te zullen volgen, door onze Chris:elijke
feestdagen met extra-noraraers van zijn tijdschrift ie
Verrijken.
Thans verscheen reeds het Paaschnommer met de
bekende plaat „Ecce Homo" op den omslag. Dit
Paaschnommer levert op zijn 16 folio-bladzijden een
schat van onderhoudende lectuur in proza en poëzie,
alles betrekking hebbende op het komende feest. Twee
platen, de Judas-kus en Bethanië versieren in waar
heid het werk. dat tot den uiterst geringen prijs van 45
ets de Nederlandsche christenheid wordt aangeboden.
We vestigen de aandacht onzer lezers op deze uit
gave. Daar z ook afzonderlijk voor niet-inteeke-
naren op de Proteslantsche Illustratie te verkrijgen
is, zal ze zeker als feestgeschenk in menig huisgezin
Welkom zijn.
Nuar aanleiding van Rotterdamsehe toestanden
teekent de Sprokkelaar de verwachtingen en de uit
komsten van het liberalisme.
Ook buiten Ro terdam is er, raeenen we, wel een
en ander in dit op/.icht te vergelijken en te ontdekken.
Daarom geven we hieronder een citaat uit haar betoog
„Hoe werd niet tijdens de opkomsi en den bloei van
't liberalisme met de welprekendste woorden in de
gloeiendste kleuren een toekomst gemaald, waarin het
woord ellende uit de woordenboeken kon worden ge
schrapt, waarin vrede en vrijheid hun w.eken breed
over dit ondermaansche zouden uitslaan. De vooruit
gang en de beschaving, gestegen tot een vroeger nooit
gekenden trap, zou 't menschdom opvoeren tot een
hoogte, waarvan 't meelijdend en minach end zou
neerzien op 5t geen waarmede in vroeger tijden een
onontwikkeld en achterlijk voorgeslacht zich had
beholpen en zijn tijd verbeuzeld Hij die zich een
maal 't Licht der Wereld noemde heeft afgedaan. Bij
het schijnsel van dat licht mogen onze vaderen ge
wandeld hebben, maar 't waarachtige licht schijnt nu.
Kom en wandel in ons licht, zoo riepen tallooze
nachtk- arsjes, die zich zeiven ver boven 't eeuwige
Licht verheven waanden. Hij ons lichl. ziet gij de
dingen zooals ze zijn, ziet ge wat gij eigenlijk zijt,
maar wat gij, vóór ons licht scheen, nooit hebt kun
nen aanschouwen. Duizenden bij duizenden werden
door deze dwaallichten op een dwaalspoor geleid en
alleen zij, die 't ware Licht kenden, waren in staat
de sterkte van 't nieuwerwetsche licht te beoordeelen.
O, menschenkindereu, laat u niet verblinden, zoo
riepen dezen, de dwaallichten en dwaalleeraars die u
zoo verleidelijk toewenken, kunnen niet anders ont
staan eu bestaan dan op een inoerassigen bodem De
poel van jammeren en ellenden, helaas ook eeuwige
ellende, waar 't liberalisme henen voert is nameloos
breed en diep. Gij denkt thans pas op vasten bodcin
te staanoch arme, zaelitkens aan zakt ge al dieper
en dieper in 't slijk der wereld, en ge zinkt ondanks
u zeiven in een poel van jammer en ellende. Vrede
en vrijheid zal 't liberalisme brengen, maar eilieve, hoe kan
ten richting, die vijandig staat tegenover Hem van
wien de aloude profetie voorspeld heeft dat Hij vrede
zijn zou (Micha 5 4), eene richting die den strijd
aanbindt met Hem, die dood en hel verwonnen heeft,
en een eeuwigen vrede aangebracht heeft, hoe kan
zulk een richting vrede aanbrengen Neen die nieuwe
schijn vrede zal den vreeselijksten onvrede geven aan
't arme hart en den bittersten strijd verwekken onder
de van waarachtigen vrede vervreemde menschheid.
Zij zal vrijheid schenken, maar de ware vrijheid, die
de Zoon alleen geven kan, veracht zij. Zij zal de
banden slaken waarin burgers en boeren tot dusver
geklonken waren, maar zij begint met de harten vast
te snoeren aan 't dogma' van hare onfeilbaarheid, van
haar alleen zaligmakende waarde. De vrijheid van de
heerlijkheid der kinderen Gods is bij haar niet in tel
en zij proclameert de vrijheid der onreinheid van de
slaven der zondeNeen, in plaats dat de vrede
en de vrijheid welig zullen tieren, zal men door haar
deze kostelijke vruchten in 't dierbaar lijden en ster
ven onzes Iieeren Jezus Christus spaarzamelijker
plukken. Vooruitgang en beschaving als ijdele leuzen
en holle klauken moeten deze woo den gebrandmerkt
worden. Vooruitgang zonder God en beschaving zonder
den invloed van 't waarachtig Evangelie, loopt slechts
uit op een vreeselijke ontnuchtering.
Zoo spraken de onzen.
't Lag in den aard van de zaak dat deze strijd niet
met enkele pennestreken te beslechten was. De onder
vinding die beste leermeesteres zou moeten
spreken. Welnu, thans spreekt zij zóó luide, zoo
duidelijk en zóó krachtig, dat alleen de onbeschaamdste
hooghartigheid haar uitspraken durft logenstraffen.
't Liberalisme trad onder de gunstigste omstandig
heden op. Kerk en Staat vond 't en maakte 't ge
willig tot den dag zijner heirkracht. Wat geleerd, wat
voornaam, wat hoog in de wereld was schaarde zich,
op telbare uitzonderingen na, aan zijn zijde. De plot
selinge uitbreiding, die stoom en telegrafie aan 't ver
keer gegeven hadden, kwam 't wonderwel te stade, ter
wijl een veelal doode orthodoxie en zielloos conserva
tisme den weg gebaand had Tegen zulk een stroom
viel niet op te roeien, en daar men haar niet kon be
zweren, moest men zich wel bepalen met tegen haat
te protesteeren.
En nu? Er was bij lange na geen halve eeuw toe
noodig om de verschillende idealen illusies te zien
worden en ook deze illusie's te zien verdwijnen 't Nieuwe
licht heeft bijna uitgeschenen. Een van de mannen
die de wereld verzadigen zouden met 't voedsel dat
's menschen geest voortaan aan de menschenkinderen
bieden zou, schreef zeer onlangs een artikel, waar
boven hij plaatste: Idealisme zonder ideaal of, zooals
de Tijd dat eigenaardig noemdehonger en geen brood.
Op staatkundig gebied heelt 't liberalisme zichzelf
dood geloopen en is veranderd in een bijna ongekend
nepotisme. Op kerkelijk gebied zou 't ook al geheel
hebben afgedaan, indien de zoo bereidvaardige midden
mannen niet als krukken wilden dienen om dat ver
molmde boeltje staande te houden. Over de beschaving
onzer eeuw durft de startste optimist bijna niet meer
te spreken, en de jammerlijke, achteruitgang in zoo
menigen, eertijds bloeienden tak van handel en nijver
heid is in te schreiend contrast met den zoogenaam-
den vooruitgang, dan dat men er nog maar van zou
durven reppen.
Wat dunkt u Is die teekening alleen voor Rotter
dam waarheid?
Ds. J. Wisse, predikant bij de Chr. Gef. Gem. te
's Gravenhage, is beroepen te Grand-Rapids. (Noord-
Amerika.)
Middelburg. 19 Maart. In de laatste dagen heeft
in de dagbladen een bericht de ronde gedaan dat
leerlingen, door de moderne predikanten Sibmacher
Zijnen en Koch aangenomen, in tegenwoordigheid van
ex-ouderlingen, en door laatstgenoemden predikant
zoogenaamd bevestigd, in het lidmatenboek der N. H.
Gemeente alhier zouden zijn ingeschreven. Dit bericht
is ten eeneninale onjuist, er bestaat zelfs vo'strekt
geen plan om, onder welke' voorwaarde ook, be
doelde personen in te schrijven. Het is dan ook
bepaald in eene gisteren avond gehoudene verga
dering van den kerkeraad besloten dat zij niet zullen
ingesenreven worden, en hun de reckien van lidmaten
niet zullen worden toegekend De kerkeraad kan toch
de geheel onwettige aanneming niet als geldig erkennen.
Ds. Sibmacher Zijnen heeft kennis gegeven van zijn
voornemen, om de zaak der inschrijving aan het oordeel
van hoogere kerkbesturen te onderwerpen.
Nog is in dezelfde kerkeraadsvergadering met algë-
meene stemmen op twee na het volgende voorstel van
Ds. Nonhebei aangenomen ,/De ondergeteekende stelt
„voor eene kerkeraads-commissie te benoemen, aan
„welke wordt opgedragen om, het recht der belijdenis
„onaangeroerd latende, voorstellen te doen tot het in
„het leven roepen eener regeling, waarbij de verhou-
„diug tusschen den kerkeraad en de moderne predi-
„kanten voorloopig zóó wordt geregeld, dat eererzijds
„niemand gedwongen wordt tegen de uitspraak van zijn
„geweten te handelen, anderzijds aan de 'moderne
„richting de mogelijkheid wordt geboden, om zich in
„eigen kring te constitueeren."
Deze commissie is samengesteld uit de volgende
personende predikanten Rijnders en Koch en de
ouderlingen C. H. de Wagemaker, J. Koole, W. J. J.
Koole en T. Akkerman.
Ds. Sibmacher Zijnen heeft van den kerkeraad
verlof ontvangen, om de notulen te gebruiken, als
hulpbron bij de samenstelling van^een vlugschrift, het
welk hij over de aanneming s-kwestie denkt uit te geven.
In eene vergadering van het classicaal bestuur
van 's Gravenhage diende o. a. de zaak van Ds. Hoe
vers tegen den kerkeraad van 's Gravenhage. Na
geringe deliberatie werd de navolgende motie met
algemeene stemmen, op eene na, door de voltallige
vergadering aangenomen en aan het moderamen op
gedragen de betrokkenen daarvan in kennis te stellen.
De motie zelve luidt
Het classicaal bestuur van 's Gravenhage,
gelezen eene aanklacht van Ds. W. Iloevers predi
kant te 's Gravenhage, tegen den kerkeraad aldaar;
gehoord den kerkeraad voornoemd, die verklaart
niet te kunnen afvaardigen ter aanneming bij Ds.
Hoevers, omdat dit zoude zijn afvaardigen tot eene
aanneming, bij welke bezwaren tegen de geloofs-over-
tuiging van de aannemelingen geen reden van afwijzing
zouden zijn, zooals Art. 38 al. 5 Regl. G O. zegt,
oordeelende dat een kerkeraad zoodanig besluit ne
mende, wel is waar in strijd handelt met het Regle
ment op het Godsdienstonderwijs, maar daarentegen
genoemd reglement in dit opzicht nalevende, de hand
zoude leenen tot wat de Heer der gemeente van zijne
opzieners niet wil;
verklaart den kerkeraad voornoemd niet te kunnen
dringen tot eene afvaardiging ter aanneming, als
waartoe Ds. Hoevers wil gedrongen hebben
Door de Regeering is aan de Tweede Kamer aangebo
den een wets-ontwerp tot bescherming van nuttige dier
soorten voor landbouw eu houtteelt. 'Zij betoogt, ook
met het oog op het buitenland, dat het belang van
landbouw en houtteelt reeds op zichzelf deze voor
dracht rechtvaardigt. Hoezeer ook het zedelijk belang,
bepaaldelijk van het opkomend geslacht, door beteu
geling van wreedheid bevorderd wordt, behoeft niet
te worden aangetoond. Artt. 1 en 2 van het ontwerp
bevatten de verbodsbepalingen, noodig ter bereiking
van het beoogde doel. Daarbij worden in bescherming-
genomen alle dieren, welke voor landbouw of hout
teelt nuttig zijn, zoomede de eieren en nesten der
nuttige vogelsoorten. Dit laatste is bepaald noodig,
daar de bescherming weinig doel zou treffen, indien
zij niet werd uitgebreid tot de eieren en nesten, die
thans in grooten getale worden vernield en verstoord.
De Regeering heeft het wenschelijk geacht, de aan
wijzing der dieren, evenals dit in België plaats heeft,