H KIS T L IJ K'ü 18 T 0 R i S C H BLAD. V. 373. Jatmlag 20 Haart. 1000. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 3 are. behalve op Christelijke feestdagen Pr js per drie maanden francot 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever: P. Gr. WIJTM AIN, te MIDDELBURG. Peijs der Advertèntiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels 1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 19 Maart 1880. Heden werd'op het raadhuis alhier de tentoonstel- lino- van Schilderijen geopend, welke door de Vereeni ging //Uit het volk, voor het volk" is in orde gebracht. De voorzitter, mr. G. N. de Stoppelaar, gaf een overzicht van de met steeds gunstiger uitslag door de vereeniging aangewende pogingen, om teekeningen en schilderijen aan het volk ter bezichtiging aan te bie den, en alzoo den zin voor bet schoone te bevorderen. Ditmaal zijn zijne verwachtingen verre overtroffen; de medewerking, thans ondervonden is zoo groot, dat zelfs aanbiedingen tot inzending wegens beperkte plaats ruimte moesten worden afgewezen. Het deed spreker leed, dat alleen bestuurders der vereeniging en enkele inzenders met hunne dames tot bijwoning der opening konden worden uitgenoodigd, de geringe ruimte be lette de nitnoodiging tot het tweehonderdtal leden uit te strekken. Onder de tentoongestelde schilderijen bevinden zich er twee, afgestaan door de familie van den onlangs overleden schilder Weissenburch, die be loofd had tot het gelukken dezer tentoonstelling mede te werken. Op nitnoodiging van den voorzitter werden deze beide stukken door Mejufvrouw Pické en Mevrouw de Stoppelaar met een immort ellen krans en rouwfloers getooid. Op de dankbetuiging door Mr. de Stoppelaar tot het gemeentebestuur gericht voor de welwillendheid, waarmede de lokalen van het raadhuis voor de ten toonstelling zijn beschikbaar gesteld, werd door den burgemeester met een warm woord van belangstelling Ofschoon de onmisbare, morgen voor 5 cënts ver krijgbare gids, de catalogus nog ontbrak, was het ons een waar genot voorloopig kennis te maken met het vele schoone, dat in het honderdtal stukken het oog bekoort en zeer verschillende snaren van het gemoed aanroert. Ziet men onder eene loodkleurige lucht de ruste- looze golven wrakhout aanspoelen, en verplaatst men zich in den toestand van twee in het duin gezeten visschersweduwen, de eene grootmoeder, de andere moeder van een nog zeer jong kind, dan staat men niet minder voor de met het penseel zoo juist wedergegevea werkelijkheid, dan wanneer men de beide lachende boerendeernen aanschouwt, die door de reet eener schutting glurende, getuigen zijn van iets dat zeker haren afkeer niet opwekt. Medelijden maakt zich van den toeschouwer meester als hij een blik werpt, neen, nauwelijks den blik kan afwenden van die leurster met „galanteriën" die zich aan een stads- fontein met een dronk waters verkwikt. Een zonderlingen, niettemin waren indruk maken op ons de kleine landschappeneen visscher onder eene parapluie bij stortregen voorstellende, en een avond- o-ezicht op eene Hollandsche vaart bij opkomenden dauw. Onze stadgenoot W. J. Schütz geeft ons drie zeer levendige herinneringen aan den pas voor de lentezon gevluchten winter, de havens te Vlissingen en het lossen van de Switzerland te Middelburg, zijn de on derwerpen die hij koos. Met ingenomenheid zagen wij ook op deze tentoon stelling het in 't blauw gekleedde kókett6 meisje voor den spiegel terug. Lieflijke tafereeltjes uit het huiselijk leven, het buurpraatje van een paar dienstmeisjes, vooral ook het roefje van de trekschuit met den ouden dominé, dien men stellig meent te kennen, zijn ware juweeltjes. Maar waarom meer te vertellen van hetgeen weldra ieder kan, en, naar wij hopen, zal gaan zien Maar ook hopen wij dat niemand onzer lezers ge bruik zal maken van de op Zondag daartoe openge stelde gelegenheid, en zijne ondergeschikten daartoe op een werkdag vrijheid zal geven, ook al kost het dan iets meer. Vlissinffen, 17 Maart. Dr. J. van Vloten uit Haarlem trad gisteren avond in eene vergadering van de Nutsafdeeling te dezer stede op, om de Vlissingers te wijzen op een hunner beroemdste ingeborenen. Het was Elisabeth Bekker, gehuwd met den predikant Wolff in den Beemster, eene vrouw die op het laatst der vorige eeuw op letterkundig gebied schitterde, die de spreker ons schetste. Hare werken in vereeniging met die van de Amstelveensche weeze Aagje Deken zijn vrij algemeen bekend Wie kent niet haar romans in brieven Willem Leevend en Sara Burgerhart?" Dr. van Vloten schetste haar echter ditmaal meer als het ideaal der Nederlandsche vrouw, en als een der hoofden van de toenmalige vrijzinnige partij in kerk en staat. Uit de gemeente Nuland (Noord-Brabant) is DöU- derdag aan Z. M. den Koning een adres met 360 handteekeningen gezonden, waarin, evenals als in het bekende adres uit Oss en op dezelfde gronden aan Z. M. verzocht wordt, goedgunstig te willen zorgen, dat niet dc schoolwet „de beschikbare publieke geld middelen in beslag neme'', maar dat deze allereerst en bovenal mogen besteed worden, om de ovérstrooiitde streken uit deu onhoudbaren toestand en het immer dreigende gevaar te redden. Ook Lithoyen heeft een dergelijk adres met 124 handteekeningen tot Z. M. gericht. Voor het vooij aarsexamen van het lager onder wijs in Zeeland, zijn de volgende acten aangevraagd voor hoofdonderwijzer 12, hoofdonderwijzeres 4, hulp onderwijzer 41, hulponderwijzeres 11, huisonderwij zeres in het schrijven 5, onderwijzer in de Fransche taal 14, onderwijzeres in de Fransche taal 2, onder wijzer in het Engelsch 2. onderwijzeres in het Engelsch 1, onderwijzer in het Iioogduitsch 3, onderwijzeres in het Iioogduitsch 1, onderwijzer in de wiskunde 5, onderwijzer in het teekenen 8, onderwijzeres in het teekenen 1, onderwijzer in de gymnastiek 7, onder wijzer in de landbouwkunde 9, onderwijzeres in de i handwerken voor meisjes 27, te zaïnen 159. De examens nemen den 31 dezer een aanvang. I Nog eens is de Précnrseur teruggekomen op de ervaringen van den laatsten winter, door de scheep vaart te Vlissingen opgedaan. Nu vooral naar aan leiding van het schrijven van den burgemeester. Ziehier nog eene bijzonderheid, welke gevoegd kan worden bij die, waarvan wij vroeger reeds melding maak ten. Met het oog op de buitensporige kosten en de langzaamheid der expeditie te Vlissingen, hebben twee stoombooten, die er partijen wol barer lading, bestemd voor Antwerpen, wilden lossen, op uitdrukkelijk ver zoek van de geconsigneerden te Antwerpen, hare reis naar Bremen voortgezet, en van daar de wol naar Antwerpen gezonden. De geconsLneerdèn hebben zelfs, behalve de kosten dezer verzending, liever nog de havengelden vergoed van een dezer booten, die reeds te Vlissingen was binnengeloopen, dan er hunne waren in ontvangst te nemen De Zierikzeesche Nieuwsbode meldt Aan de heeren J. de Meulmeester en Co., te Delfshaven, is voorloopige concessie verleend, tot den aanleg van een stoomtramweg BrouwershavenZie- rikzeeBoozendaal. Als er niet dikwijls zoo groote afstand lag tus- schen aanvrage en uitvoering eener concessie, dan zon dit bericht voor de bewoners van Schouwen-Duivelanp reeds nu eene felicitatie waard zijn. Met 44 tegen 27 stemmen werd gisteren het voorstel van den heer Van Kerkwijk verworpen. Dè heeren Schepel, Zylker, Wintgens, Insinger, Gratama en Van Houten stemden met de anti-liberalen de heeren Corver Hooft, Borret, De Casembroot, Verlieyen en Nyst schaarden zich aan de zijde der liberale meerderheid. Het voorstel werd op de bekende gronden verde digd en bestreden. De heer de Suvornin Lokman sloeg misschien het meest den spijker op den kop, toen hij zeide dat de liberalen niet voor dit voorstel konden stemmen. Zij immers willen z. i. alleenheerschappij van den Staat, vooral op het stuk van onderwijs. Daarmede strijdt het begrip van gemeentelijke autonomie, en daarmede komt overeen de vrees, dat aan 't hoofd der gemeente niet meer zullen komen mannen van de heerschende richting. De regeering legde, bij monde van den minister van binnenlandsche zaken, de volgende verklaring af De benoeming van burgemeesters is een teeder on derwerp en voor den Minister eene uiterst moeielijke taak, ondanks de groote zorg, daaraan besteed. Het is tevens waar, dat geene regeeringsdaod zoo zéér aan eritiek wordt Onderworpen dari juist deze. Dikwijls gaat men daarin zeer or.billijk te werk omdat die eritiek niet beschikt over de gegevens voor het uitspreken van een juist oordeel en veelal ook niet bekend is met de beweegredenen welke voor de be noeming pleiten. Tot geruststelling van den voorsteller en van den lieer Van Houten kan hij verzekeren, dat de Minister, niet enkel afgaat op de adviezen van de hooge auto-, riteic in «leze of op sollicitatiën, maar dat hij steeds^ toegankelijk is voor elke voorlichting, hetzij persoon-» lijk ol door de gemeente tot lièm komende, waarvan trouwens een ruim gebruik gemaakt- wordt. llij volgt, ook volstrekt niet blindelings de adviezen, die bij hem inkomen, maar behoudt zijne zelfstandig heid ten volle, ofschoon hij gaarne erkent roote waarde te hechten aan de adviezen der betrokken staatsdie-» naren met name van de Commissarissen^des Konings, Z, M. de Koning zal van Dinsdag 6 April tot Maandag 12 April e. k. zijn gewoon jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad brengen. Aan een particulieren brief uit Atjeh, van 20 Juli 1879, werd in de Arnh. Cour. van 9 September van hetzelfde jaar het volgende ontleend „Maar het gold hier menscbenlevens. Zooals ik dan zeide, on'vingen wij een hevig snelvuur, maar dat was spoedig gedaan, want nauwelijks zagen de vijan den eeuigen onzer vooruitsnellen, of zij kozen spoedig het hazenpad. Toch maakten wij eenige gevangenen, wier halzen, zonder verhoor, kennis maakten met de takken der boomen. Een aangen one ontmoeting, daar neaen menschen te zien bengelen Het was een akelig schouwspel, maar dat zijn de Indische oorlogen „moorden en branden." Het feit, in de stelligste bewoordingen in dezen brief medegedeeld, had in hooge mate de aandacht van den heer van der Hoeven getrokken, die men zal 't zich herinneren in de zitting van 24 Octo ber van 't vorige jaar, bij de behandeling der In dische begrooting, had verklaard, dat hij de man was, die in de afdeelingen tegen hef plegen dier gruwelen was opgekomen. De heer van der Hoeven verkeerde terecht sedert nog zoo diep onder den indruk van dit couranten-bericht, dat 'hg,, toen een hooggeplaatst Indisch ambtenaar hem ee"

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1