CII RIST I LIJ HISTORISCH BLAD. X 371. Dinsdag 16 Maart. 1680. Het Onderwerp van den Dag, HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten S ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per Dare maanden francof 1,50. Enkele nom:ners- 0,05. Uitgever P. Gr. WIJTMAN, te MIDDELBURG-. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Niets trekt dezer dagen in ons heele vader land zoozeer de aandacht, en niets is op 't oogenblik ook zoozeer de aandacht waard, als de strijd, die gevoerd wordt in den boezem der Ned. Herv. Kerk, in die kerk, welke vroeger de landskerk was, en welke met het oog op haar ledental nog altoos den naam van »de groote" verdient. Hooge, dierbare belangen van duizenden en tienduizenden zijn bij het wel en wee dier kerk betrokken, en ieder, die dit inziet, slaat met klimmende belangstelling den strijd gade, die in de laatete maanden, weken en dagen zelfs zulk eene groote uitbreiding heeft gekregen. En toch zijn er nog zoovelen, die 't niet inzien dat er hooge en dierbare belangen op het spel staan. Een zekere kring van kerkelijke bestuurders, lezers van christelijke bladen en tijdschriften is pas even op de hoogte van hetgeen er eigen lijk omgaat; en 't is te vreezen dat zelfs ver scheidene kerkeraadsleden om niet eens te spreken van tienduizenden gemeenteleden nog niet ten volle beseffen dat in dien strijd, zooals die nu wordt voortgezet, elk beslist partij te kiezen heeft. Het is toch maar al te waar dat op de klas sikale vergaderingen, op welke de voorgestelde kerkelijke wetten en bepalingen raoetèn onder zocht en besproken worden, uit gemeenten, die tijdelijk zonder predikant zpn, dikwijls niémand verschijnt. Verscheidene dorpskerkeraden blijven soms geheel buiten den strijd, als er geen do- miné is, die er ten minste één ouderling in medesleept. En de gemeente Als zij ziet dat haar kerkeraad de zaken ge régeld aan den gang houdt, als zij vooral maar eiken Zondag de waarheid kan hooren prediken voor het landstractement, dat buiten haar om wordt betaald, voor de toelage aan den predi kant, welke zij om zijner prediking wil gaarne opbrengt, als zij maar niet gestoord wordt in haar geestelijk genot, dan vraagt zij niet verder, en is tevreden. Tevreden zelfs in eene plaats als Middelburg, waar de splitsing der Ned. Herv. Gemeente, wat kerkbezoek en godsdienstonderwys betreft, zoozeer een voldongen feit is, dat orthodoxen en modernen elk hun eigen gang gaan, zonder elkander meer in den weg te loopen. Maar de gemeentelederen zelfs hare achtenzestig gemachtigden, die namens haar de kerkeraadsle den en predikanten kiezen, zij weten niet hoe de kerkeraadsleden, predikanten hieronder begrepen, te tobben hebben met allerlei zaken voortvloei ende uit het bestaande kerkverband, dat zich over heel ons vaderland uitstrekt, en alle ge meenten vereenigt onder één bestuur. Onze goede orthodoxe vrienden trekken zich niets meer van de moderne dominés aan, zij hooren ze niet en merken ze nauwelijks op. Het ware te wenschen dat ten minste de achtenzestig mannen van het kiescollege getui gen konden zijn van al de moeite, tegenwoor dig aan het ouderlingschap verbonden, en dus de kerkeraadsvergaderingen eens konden bij wonen. Het hoogste kerkbestuur, de synode, waarin krachtens bestaande reglementen nog veel meer plaatsen door ongeloovigen zijn bezet dan wel overeenkomt met de getalsterkte der ongeloo- vige partij in de kerk zelve, de Synode heeft jaren lang wanhopige pogingen aangewend om de Ned. Herv. Kerk in haar geheel te houden, wat wel niet anders kon dan door geheel tegen strijdige richtingen en partijen aan 't lijntje te houden. Doorgaans werd de moderne partij met nieuwe vrijheden begiftigd, én werd de ortho doxe partij gepaaid met het laten staan der oude belijdenis, die langs nieuwe bijpaden werd voor bijgegaan. Klachten, door trouwe kerkeraadsleden inge bracht tegen dwaalleeringen van predikanten werdvn niet aangehoord of in de doos gestopt, en de klagers werden in den doolhof der ker kelijke reglementen zóó afgemat, dat aanklagen geheel uit de mode is geraakt. Meenende zijnen slag te kunnen slaan, en vreezende door het heengaan en uitsterven van de modélne predikanten, zoowel als door het toenemen der macht van de geloovigen in lagere kerkbesturen (klassikale- en provinciale) eerlang niet weer in de gelegenheid daartoe te zijn, heeft het hoogste kerkbestuur, te veel rekenende op de afmatting der geloovige kerkeraadsleden, ten vorigen jare brutaal weg de bepaling inge voerd, dat niemand meer als lid der Ned. Herv. Kerk zou kunnen afgewezen worden om de door hem beleden leer. In plat hollandsch wil dit zeggen dat ouderlingen, die, al worde ze herkozen, toch om de twee jaar voor God en gemeente moeten beloven de christelijke leer te handhaven, voortaan zouden moeten helpen om leerlingen van ongeloovige predikanten als lidmaten aan te nemen. Dat hebben de Dordtsche ouderlingen gewei gerd, en daarvandaan is de kwestie ontstaan die hunne schorsing ten gevolge heeft gehad, omtrent de wettigheid van welke schorsing bijna geen een der wetgeleerden het met den anderen eens is, dank zij de opeenstapeling en verwarring van de menigte kerkelijke wetten. In andere kerkeraden kwam men zoover niet als te Dordt, omdat er in vele gemeenten nog ouderlingen waren, die de moderne dominé's ter wille waren, of omdat men wist dat in elk geval de nieuwe leden, bij hunne toelating toch nog eene christelijke belijdenis hadden af te leggen, door te antwoorden op vragen, welke een ongeloovige zonder groote onoprechtheid niet toestemmend beantwoorden kan. Maar aan hare vele zonden voegde de Synode nog deze toe, dat zij ook het doen dezer vragen niet meer verplichtend stelde. Daar staat nu naast de hooge eischen, door God in zijn Woord aan de geloovigen gesteld, nog in de grondwet der kerk, die hare belij- denis nooit afschafte, de eisch dat alle kerke raadsleden die belijdenis zullen handhavenen daarnaast wordt nu bepaald, dat niemand kan worden afgewezen, dat iederdie in de kerk op onbepaalde vragen antwoordt, behoort te wor den toegelaten. En daartegen komen nu alle geloovige kerke raadsleden, en zij, wien 't in de eerste plaats geldt, de ouderlingen, in verzet. Konden de meeste getrouwe ouderlingen zich lang niet meer vereenigen met de knoeierijen der synode, en bleven zij hun ambt waarnemen in de hoop op betere tijden en gelegenheden tot herstel der verbasterde kerkkonden ande ren zich nog troosten met de gedachte: »de modernen moeten 't maar weten of zij bij het beantwoorden der belijdenisvragen eene valsche* verklaring afleggen, een meineed doen," nu i$ het uit met schikken en plooien. De ouderling, die nu nog namens de ge meente, welke hem tot haren vertegenwoordi ger koos, zou gaan deelnemen aan eene aanne ming, waarbij zijne tegenwoordigheid alleen (te zeggen heeft hij sedert 1879 niets meer) de deur der kerk opent voor allerlei ongeloovigen, die ouderling zou zich, als hij orthodox is, ver achtelijk maken, zelfs in de oogen van moderne dominés. Er zijn dan ook bij de aannemingen door moderne predikanten te Middelburg in de afge- loopen week geen ouderlingen geweest. Deze aannemingen zijn dus niets anders geweest dan vertooningen, welke met al de gemaakte drukte, met de zoogenaamde kerkelijke bevestiging (elk predikant mag, als leider der godsdienstoefening, in de kerk zeggen en doen wat hij wil) aan niemand der zoogenaamd aangenomenen recht geven op het lidmaatschap der Ned. Herv. Ge® meente in deze stad. Nu de synode met vaste hand alle richtingen, geloovigen en ongeloovigen samen in één vat wil kuipen, nu springen de banden en de kerk dreigt in duigen te vallen. Wat Gods raad in deze zaak zal wezen is natuurlijk niet te zeggen. Wel weten we dat het de plicht der ouder- I liugen is om trouw te zijn, en niet door 't venster binnen te laten sluipen, wien zij de /i

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1