CHRIST! LIJHIST0RISI1H BLAD. Saterdag 13 Maart. 1880. HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woemsdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Pr'ijfS per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever P G. WIJTMAN, tb MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 12 Maart 18S0. De Standaard van heden teekent in de volgende heldere trekken de versckillendé zienswijzen die tus- schen antirevolutionairen en „liberalen" omtrent liet thans in behandeling zijnde strafwetboek bestaan. Na betoogd te hebben dat onze politiek niet enkel door de onderwijskwestie wordt beheerscht maar dat ongeveer dezelfde vraag als bij de school ook nu geldt, omdat immers bij de school ter laatster instantie de allesbeheerscliende vraag deze is, of de school middel zal zijn om het volk van Nederland zijn God te doen dienen, dan wel om dat volk tegen dien levenden God in verzet te brengen, gaat de St'anJcaard aldus voort En geheel in denzelfden zin komt nu ook bij het Strafwetboek geen mindere dan deze uiterst gewich tige kwestie aan de orde Zal dit strafwetboek uit vloeisel zijn van de souvereiniteit Gods, dan wel strekken om het bukken voor Gods souvereiniteit aan ons volk af te leeren? Zooveel begrijpt men toch, niet waar, dat wie straf fen zal, in de eerste plaats dient te vragen waaraan ontleen ik het recht om te straffen? En al naar ge lang men daarop nu antwoordt: /,aan onderlinge af- I spraak", „aan den eisch der gemeene veiligheid", aan de natuur van het gezag" of wel „aan de van God mij daartoe opgelegde verplichting", heeft men voor geheel zijn Strafwetboek reeds een zoo ganschelijk verschillend standpunt ingenomen, dat zich nauwelijks meer samenwerking tusschen een belijder van het laatste gevoelen en de voorstanders der drie andere opiniën denken laat. Niet minder gaapt de klove tusschen de elkaar uitsluitende beginselen, als men aan de vraag toe komt met welk doel moet gestraftDan toch zal de een zeggen„om den overtreder zedelijk te bete ren een ander „om te waken voor de veiligheid", en een derde„allereerst om voldoening te schenken aan het geschonden recht Gods." Niets minder sterk komt het verschil tusschen de partijen, die met en de partijen die buiten God rekenen uit, bij de vraag: Wat is strafbaar? Strafbaar is de overtrëding der geboden. Maar nu spreekt het toch van zelf, dat' wie God vreest en naar zijn ordi nantiën vraagt, heel andere, soms vlak omgekeerde geboden maken zal, dan de staatsman, die het gezag van Gods Woord verwerpt. Dit zal dan maken, dat ge, bij eenzelfde daad,' in het oog van den een over treedt en in het oog van den ander iets loffelijks doet. En van daar komt het dan weer, dat het eene Straf wetboek met straf zal bedreigen, wat de andere Code vrijlaat Ja, zelfs bij het soort van straffen, dat men toepast en de mate waarmee men de straftoemeet, gaat ge heel hetzelfde verschil door. Eenerzijds toch zult ge er vinden, die er alles op aanleggen om uit den mis dadiger een nuttig lid voor de maatschappij te maken, en anderzijds dezulken, die door het karakter van de straf het schandelijke der overtreding willen doen uitkomen, om het rechtsbesef in de maatschappij op te scherpen en alzoo heel het volk wel te doen. En naar gelang ge met die eerstbedoelden of met die laatstgenoemden meegaat, zult ge den „moordenaar met opgezetten wille" dan voor een beperkt aantal jaren verzoeken, zijn wandeling wel te willen bepalen tot den ommuurden tuin van een keurig ingericht, hecht, sterk en weldoortimmerd huis, dat men bij vergissing nog gevangenis blijft noemen, of wel hem in naam der gerechtigheid uitleiden naar het schavot. Zonder beleediging gezegd, geldt het in concrete dus geen mindere vraag dan dezeGij, volk van Nederland, zult ge bij de vaststelling van uw straf wetboek u buigen voor den wil van uw God, of zwichten voor het genie-Modderman Tot rapporteurs over het wetsvoorstel tot heffing eener rentebelading zijn door de afdeelingen der Tweede Kamer benoemd de heeren Blussé, van Houten, de Bruvn Kops, van Delden en Heydenrijck. Door den minister van financiën wordt berekend dat de thans voorgestelde rentebelasting aan 's Rijks schatkist 4 millioen 's jaars kan opbrengen. Het Handelsblad meent dat dit bedrag wel VI* mil lioen hooger te stellen zal zijn. Z. K. H. Prins Albert van Pruisen arriveerde Don - derdag te Voorburg, een gedeelte van den zomer zal deze vorst weder te Scheveilingen "vertoeven Benoemd tot lid van het "bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen voor het district Middelburg, R. J. Verschoor van Nisse, te Midde1- burg en tot secretaris-peuningmeester van dat bestuur J. A. Fokker, te Middelburg. In eene woensdag' gehouden zitting van dén ge~ meenteraad van Middelburg is besloten tot oprichting met 1 September van eene middelbare school voor meisjes met Sjarigen cursus. Het onderwijzend per soneel zal bestaan uit 5 leeraressen (van welke eene directrice) voor de Nederlandsche, Fr- nsche, Hoog- düitsche en Eugelsche talen en letterkunde, aardrijks kunde, geschiedenis en schoonschrijven'; één leeraar in het boekhouden; ééne leerarés in het teekenen en ééne 111 de handwerkenéén leeraar in de wis- en natuurkunde; één leeraar voor de natuurlijke historie en één voor de scheikundeééne leerares voor de gymnastiek. De jaarwedden zijn vastgesteld als volgt die van de leerares-directrice op f 2000, benevens vrije woning; van de leeraressen in de talen, aard rijkskunde en geschiedenis f 1000 a f 1500; van den leeraar in het boekhouden f100; van de leerares in het teekeuen f 600 a f 800 van die in de handwer ken f 200 van den leeraar in de wis- en natuurkunde f1800; van dien in de natuurlijke historie f500; van dien in de scheikunde f200 en van de leerares in de gymnastiek f 300 a f400. Het schoolgeld is bepaald op f50 's jaars. Deze school belooft een voordeelig zaakje voor de ingezetenen der hoofdstad van onze provincie te zullen worden, zegt men Te Amsterdam schijnt men de beweging tegen de Spaarbank nog te willen volhouden. Althans de bekende K. Ris heeft een tweede openbare vergade ring bijeengeroepen tegen Zondag 14 Maart ter //be spreking en mededeeling' van het voorgevallene sedert de eerste vergadering, en hoever de beslissing over het bekende geschil is gevorderd." In den Precurseur, het Handelsblad van Antwerpen, van Woensdag avond wordt, naar aanleiding van de protesten uit Vlissingen tegen het bekende artikel van 4 Maart in dat blad, het volgende gezegd: Wij hebben van de Kamer van koophandel te Vlis singen een brief ontvangen, den volgenden dag gevolgd door een brief van den geachten burgemeester dier str d, beide ten doel hebbende ons te vragen, op welke feiten wij gemeend hebben te kunnen steunén, om tegen Vlissingen de verwijten te riclitëü in ons artikel van 4 dezer, getiteld Van Antwerpen naar Woensdrecht en Vlissingen. „Ik sluit mij bij de Kamer van koophandel aan", zegt ons de geachte burgemeester, „om u te verzoeken de feiten nauwkeurig aan te geven, waai op gij beschul digingen bouwt, waarvan eerst dan de gegrondheid kan worden beoordeeld, als daaraan het vage en alge- meene karakter ontnomen zal zijn, hetwelk ze tob dusver nog hebben. „Als hoold van de plaatselijke overheid en als eerste magistraatspersoon van de bevolking, welke gij beschuldigt, heb ik ontegenzeggelijk het recht beide te verdedigen, en van u het bewijs uwer beweringen te eischen." „Wij begrijpen en eerbiedigen dezen geraakten toon. van den geachten burgemeester, en "wij zullen hem, voor zooveel wij kunnen en de ons opgelegde discretie ons toelaat, de voldoening geven welke hij verlangt. „Met betrekking tot deze zaak verzamelen wij eenige gegevens van algemeenen aard, welke wij kunnen openbaar maken, zonder eenig handelshuis in Antwerpen of in Vlissingen in de zaak te bétr'ekken want wij zijn' vast besloten dit débat vrij te houden van elke personaliteit,>en indien iemand er belang bij kan heb- ben namen in dit debat te mengen, dan behoeft hij niet op ons te rekenen. Het geldt hier onzes inziens een kwestie, hoogst ge wichtig voor de toekomst van Vlissingen en hoogst belangrijk voor Antwerpen, en zij betretthoofdzakelijk de onbillijk-e- plaatselijke onkosten, de langzaamheid en den buitensporigen prijs der geringste werkzaamheden, de ontoereikenheid van gereedschappen eu materieel, en de fout welke men te Vlisssingen beging om van.' de stremming der scheepvaart te veel te willen profi- teeren, met 't oog op een tijdelijk voordeel, in plaats van er aan te denken om voor het vervolg de sym pathie en het vertrouwen van den buitenlandschen handel te winnen. „Op dit terrein zullen wij aan de Kamer van koop handel en aan den burgemeester van Vlissingen eenige inlichtingen van algemeenen aard verschaffen, welke, naar onze meening, voldoende zijn om hen, die in den toekomstigen bloei dezer zeehaven belang stellen, te." doen wenschen dat men aldaar een anderen weg raog© bewandelen. „Indien de Kamer van koophandel en de burgemees» ter er in slagen aan te toonen, dat de door ons aan- gevoerde ieiten zich niet voordoen of een geheel exeptioneel karakter hebben, dan zulleu wij ons haas ten het openlijk te erkennen. „Vaak heeft men den Précurseur verweten altegun-^ stig over Vlissingen te spreken, eu onlangs nog, toen,, wij eenige beschouwingen maakten over de voor- deelen, welke deze stad als voor-haven van Antwerpen zou kunnen bieden, is er rondom ons een geschreeuw van verontwaardiging opgegaan over de wijze, waarop de Antwerpsche handelshuizen, die er hunne koopwa ren me'f den te moeten lossen, gedurende de staking der vaart op de Schelde aldaar behandeld zijn. „Wij hebben de eerste gelegenheid aangegrepen oir; daarvan openlijk onze vrienden te Vlissingen in kem nis te stellen. Wie men liefheeft, kastijdt men. „Ziedaar de zaak.' De algemeene commissie voor den watersnood te 's-Hertogenbosch heeft naar aanleiding van een oveis

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1