CHRISTEL(JK-HISTOBISdl BLAD. IV. 566. Donderdag 4 Iflaafï. «»O0 HET ZUIDEN Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele - 0,05. Uitgever P. Gr. W IJ T M A IN te MIDDELBURG. Prus der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Middelburg, 3 Maart 1880. De lieer Joh. Dijserinck, doopsgezind predikant te Vlissingen, hield Dinsdag avond in de concertzaal te Middelburg zijne aangekondigde voordracht of confé rencezooals een verslaggever blijkbaar met in stemming van den heer D. gezegd heeft. Op eene kleine verhevenheid voor een lezenaar gezeten, heeft de spre ker achter zich een schoolbord, waarop, om zijn ge heugen te gemoet te komen of de aandacht zijner hoorders te bepalen, eenige woorden geschreven staan. Met zijn open gelaat, blozende kleur, schalksche oogen en welluidende stem scheen hij wel geschikt, zijn aan zienlijk en deftig gehoor, waaronder verscheidene dames, voor zich in te nemen. Na eene vertrouwelijke mededeeling aan de aan wezigen en eene dankbetuiging aan de redactie der Middelburgsche courant, voor de wijze waarop zij zijn optreden aankondigde, verklaarde de spreker dat het zijn voornemen was eene verdediging der spotternij te leveren. Hij begon daartoejmet eene uit spraak van Van der Palm voor te lezen, waarin deze op lioogen toon den spotter het anathema naar 't hoofd slingert, doch liet er onmiddelijk op volgen een gezegde van Busken Huet, die daarin het goed recht der spotternij uitspreekt. Alleen in schiju is er verschil tusschen de meeningen dezer beide groote mannen. Waar de eerste op het oog heeft het spotten met God en godsdienst, doelt de andere uitsluitend op het bekeülfcpan al wat verkeerd is in den mensch. Over deze soort van spotternij wenschte de heer D. te spreken, het groote nut, ja de noodzakelijkheid er van aan te toonen. Tegen hoogmoed, waanwijsheid, betweterij, huichelarij en al dergelijke hebbelijkheden, die door de ernstigste vermaningen te vergeefs bestre den worden, is geen beter wapen te gebruiken dan dat der satire. Wie zijn oor sluit voor gezonde redeneering en on- i- vatbaar is voor de krachtigste terechtwijzing moet in een belachelijk daglicht gesteld worden. Zulke spot ternij is gelijk aan. goede critiek, en mag dan ook toegepast worden op alle menschelijke begrippen en verrichtingen, alleen onthoude men zich te spotten, met wat een ander heilig is. De manier, waarop Jan Rap aan zijn zucht tot spotten bot viert, door nl. „den bijbel zijner moeder met aardigheden te* versieren" ,J verdient niets dan minachting. Helaasdat zijne familie zoo uitgebreid geworden is; dat hij ook thans nog zoo vele „maats" heeft. Zulk spotten zou spreker dan ook niet verdedigen, maar de gezonde spotternij, die niet alleen negatief maar ook positief werkt, niet alleen afbreekt maar ook opbouwt. Het wapen der satire 1) is ten allen tijde, door de grootsten en edel- sten zelfs van ons geslacht aangewend. Op voor treffelijke wijze onder anderen door Elia op den Kar- mel, en door den profeet Jesaja in hoofdst. 44., in het oude Rome door Quinctilianus en anderen, in latere tijden door Marnix van St. Aldegonde in zijn schrijven aan den bisschop van 's Bosch, door de Rederijkers-kamers in hunne kluchtspelen, door Vondel, Huijgens, Justus van Effen in zijn beroemden spectac- 1) Men schrijve dit woord niet met y maar met i, daar 't niet van griekschen maar van latijnschen oor sprong is 'tis afgeleid van satura, allerhande,pêle-mêle. torde Génestet, en ten laatste ook door den spreker zeiven, bij het voorlezen van eenige dwaze advertentiën, en het aanhalen van gebrekkige versregels van som mige nog levende dichters. Het tweede gedeelte zijner toespraak wijdde de heer D. aan het wijzen op de verderfelijke gevolgen, die ontstaan, wanneer hij die het geduchte wapen der satire hanteert, beheerscht wordt door wraak, nijd en andere onheilige hartstochten. Dan zal hij niet verbe teren, zooals. de ware Satiricus ten doel heeft, maar veeleer verbitteren. Voorbeelden uit zijne ervaring en ook uit de geschriften van groote mannen o. a. Hein- rich Heine, werden door den spreker hierbij ten be wijze aangevoerd. Waar is nu echter de grens aan te wijzen tusschen goede en slechte spotternij. Zoolang men van het middel der spotternij gebruik maakt in den dienst van het ware, goede en schoone (de heilige driëenheid der moderne predikanten) kan men verzekerd zijn een goed werk te verrichten. Na afloop zijner voordracht gaf de heer D. nog eene bijdrage ten beste, die tevens als model eener goede satire kan dienen, n. 1. het welbekende«Uit den tijd, toen ik nog een lief vers maakte" van Lode- wijk Mulder. Herhaaldelijk verklaarde de spreker onder zijne voordracht zich niet op het terrein van den godsdienst te zullen begeven. Toch viel voor een goed verstaan der zijne richting op dat gebied duidelijk genoeg op te merken. Hij bevestigde alweder de waarheid, dat het voor een man van overtuiging onmogelijk is, op welk gebied ook, neutraal te zijn. In eene 11. Zaterdag te Vlissingen gehouden verga dering van Christelijke onderwijzers is besloten tot de wederoprichting eener afdeeling Zeeland van de Ver eeniging van Christelijke onderwijzers en onderwijze ressen in Nederland. Gekozen zijn P. J. Kloppers te Vlissingen tot presidentP. Voerman te Sluis tot secretaris en A. J. Laernous te Vlissingen tot pen ningmeester. Tot hoofdonderwijzer aan de openbare school te Souburg is benoemd de heer J. Jobsethans hulp onderwijzer te Oud-Karspel. Onder de laatstelijk door de Tweede Kamer aan genomen wetsontwerpen behoort ook dat tot vereeni ging der Zeeuwsche gemeenten Sluis, Heille en St. Auna ter Muiden. De heer de Savornin Lohraan pleitte met kracht voor de mishandelde gemeente Heille, die aan de hebzucht van Sluis zou worden opge offerd. Deze laatste zou St. Anna ter Muiden in haar bezit krijgen, doch die arme gemeente wilde zij niet ten geschenke hebben zonder Heille er bij, en daarvan werd laatstgenoemde gemeente de dupe. Im mers, zij heeft, volgens den heer Lohman, alle levens vatbaarheid voor een zelfstandig bestaan. Dit nu echter betwistte de minister Six, op grond zijner plaatselijke kennis aldaar. De gemeente Heille noode- loos te krenken ligt volstrekt niet in zijn bedoeling maar de overtuiging stond bij hem vast, dat in die gemeente niet voorzien wordt in vele behoeften, die voorziening eisehen, terwijl door vereeniging van de drie gemeenten in 't belang van allen zal worden voorzien. Bijna schaarde de Kamer zich echter aan de zijde van den heer Lohman met slechts 38 tegen 25 stemmen werd het ontwerp aangenomen. De bevolking van het koninkrijk der Nederlanden bedroeg op 31 December 1829 2,613,487 en op 31 December 1878 3,981,187, zoodat in een tijdsverloop van 50 jaren de bevolking met ruim 50 pet. is toe* genomen. De provincie Zeeland telde op 31 December 1829 137,262 en op dienzelfden datum in 1878 189,666 zielen, zoodat de vermeerdering ongeveer 40 pet. be-» draagt. De bevolking nam het meest toe in Drenthe 80 pet., het minst in Limburg, 29 pet. (if. O.) Indien een bericht van het Handelsblad juist blijkt dan heeft de minister van waterstaat het oog der be« voegde besturen gericht op een feit dat bij alle wel^ denkenden afkeuring vond. De minister nl. heeft den spoorwegbesturen aanbe* volen maatregelen te nemen, waardoor tegemoet ge» komen kan worden aan het bezwaar, dat de beambten en bedienden bij de spoorwegen ondervinden om do openbare godsdienstoefeningen des Zondags bij to wonen. Men schijnt langen tijd maar niet te hebben kun» nen inzien dat het eentonig slavenwerk, dat aan de spoorwegen wordt gevorderd, schadelijk is voor de moraliteit en doodsnd voor den geest, dat een dag aan het huisgezin gewijd, of eenige uren in andere omgeving voordeelen afwerpt, die niet gezien worden door hen die geen voordeel kennen dan hetgeen in cijfers uit te drukken is. De verwachttng is werkelijkheid geworden. Bij do Tweede Kamer is thans ingediend een wetsontwerp tot het heffen van eene rentebelasting, bedragendo twee ten honderd van de belastbare som. Yoor 1880 zal de belasting een ten honderd bedragen. In de Memorie van toelichting wordt gezegd, dat de noodzakelijkheid om de rijksmiddelen duurzaam, en wel zoo spoedig mogelijk, door de opbrengst eener nieuwe belasting te versterken en de wenschelijkheid om tot object dier belasting te kiezen de inkomsten uit zoogenaamde kapitalen in portefeuille, van weers» kanten zijn erkend. De Minister wenscht dat het ontwerp nog in den loop dezer zitting tot wet worde verheven. Het ontwerp is onafhankelijk van andere wet-voor» drachten tot verbetering van het belastingstelsel, die bij zijn Departement in behandeling zijn. Hij hoopt dat reeds in 1880 de rentebelasting hare bijdrage tot de inkomsten der schatkist zal kunnen aanbrengen, want wel zal het te kort van 27a millioen voor 1880 wegslinken, maar nog andere uitgaven zullen de be-» grooting kunnen bezwaren. De Minister heeft gemeend te moeten stellen het het beginsel een partiecle inkomstenbelasting, naar den maatstaf van werkelijk genoten inkomsten uit alle kapitalen, die door ingezetenen zijn aangelegd andere dan in gebouwde of ongebouwde eigendommen of in ondernemingen van handel en nijverheid. De Ministej is er op bedacht geweest, dit te doen op zoodanige wijze, dat van alle inkomsten van dezen aard een vast percentage worde geheven en de belasting, de genoten

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1