GEMENGDE BERICHTEN. WAT ZAL MEN IN RUSLAND DOEN? MENGELWERK. Lord Byron als dichter. De T^psai-W^üoonT- en aalbessen te ver ben. Men kan bij doorn- en aalbessen de rupsen iijagen door de struiken eenige malen duchtig te ^sprenkelen met zeepsop, waarbij men een weinig iotaschloog heeft gevoegd. Met hetzelfde middel ver aagt men ook rupsen van hoornen Geheel vernietigen 'kan men de rupsen, als men in den herfst en den winter den grond onder de bessen struiken eenige malen met gier begiet, waarbij men eenig zout heeft gedaan. Daardoor worden de poppen, in den bodem aanwezig, gedood. Men kan zulks ook met zeepsop bewerkstelligen, maar men moet er dan meer potasch bij doen. De justitie heeft aanleiding gevonden om den mole naar Louws te VrouwepoHer, wiens huis Woensdag nacht afbrandde, in verzekerde bewaring te nemen, daar tegen hem sterke vermoedens van brandstichting bestaan.- Een kippendief die zijne prac ijk ónder Koude- kerke uitvoerde werd door de Ylissingsche politie ge snapt. Woensdagochtend, met het aanbreken van den dag, ontdekte de Zierikzeesche reddingsschokker, die toen kruisende was tusschen de banken, dat er een schip op de zeehondenplaat zat. Men begaf zich on middellijk naar de strandingsplaats en vond de Eng. brik Seanymph, kapitein L. Smith, beladen metsteen kolen, van West-Hartlepool naar Rotterdam bestemd, zittende aan de wes' zijde van de Zeehondenplaat. Ten gevolge van bijna aanhoudenden mist en mis leiding door den stroom, was het schip in den vori- gen nacht aan den grond geloopen. liet zat zeer moeielijk, was reeds gebroken en vol water. Met be hulp van een paar visschersvaartuigen is eenige inven taris geborgen, terwijl de menschen zijn "gereddoor den reddingsschokker. Toen het schip tot aan de verschansing onder wa'er stond, heeft de reddingschokker het verlaten en is de equipage te Zierikzee behouden aan wal gebracht. Gisteren middag is nog eenige inventaris en ook een klein gedeelte lading aangebracht en geborgen. De tonnelegger J. van Beveren te Bruinisse, die den 12 November 11. bij stormweder onder Oude Tonge een man uit het want van een gezonken tjalk verlost heeftontving dezer dagen vau een onbekende een eigenaardig bewijs van ingenomenheid met die daad. Dit Zevenbergen namelijk werd hem een prach tige Hollandsche vlag toegezonden, waarop deze woor den vermeld zijn „Herinnering aan het heldenfeit van J, van Beveren op 12 November 1879." Het volgende jenever-tafereel wordt uit Hoorn gemeld. Toen Maandag namiddag 2 uren de brave overleden moeder van twee jeugdige kinderen ter be grafenis zou uitgedragen worden, kwam de beschon ken echtgenoot juist de deur in. De f 142, uit het begrafenisfonds ontvangen, misten alzoo gedeeltelijk hun bestemming. Terwijl de lijkstoet, zonder den echtgenoot, graf waarts ging, verzamelde zich voor het sterfhuis een verontwaardigd publiek. Het belangrijkste uit het verslag der Vereeni- ging voor Lijkverbranding is dat het cijfer der leden ten vorige jare is geslonken van 1100 tot 950. In Berlijn is een vlugschrift verschenen, den titel voerende „De veldtocht van Duitschland tegen Rusland en Frankrijk in 1SS0—81, waaraan in het laatst genoemd land eenige aandacht wordt geschonken. Het is een navolging van de bekende „slag bij Dorking" die indertijd zooveel sucses had. Ook in Dene raarken is dit niet meer nieuwe denkbeeld nog eens geëxploiteerd. „De slag bij Lyngby" heet het boekje, waarin de schrijver onderstelt, dat een oorlog tusschen Rusland en Duitschland uitbreekt. Rusland wil Dene marken tot bondgenoot, maar dit land w. igert. Desniet temin wordt hel door Duitschland te land en ter zee aangevallen en het land gaat te gronde, omdat Let thans voorgestelde plan tot versterking van Kopenha gen was verworpen. De Keizer van Rusland richtte dezer dagen een schrijven aan den Senaat, van den volgenden inhoud 1. In het vaste voornemen om een einde te maken aan de aanslagen der boosdoeners, welke zonder op houden in de laatste dagen worden herhaald, en die ten doel hebben de orde in het bestuur en de maatschap pij van Rusland te verstoren, hebben wij goedgevonden e Petersburg in te stellen een opper-comité, dat moet trekken tot waarborg voor de veiligheid van het rijk n de openbare rust. 2. Dit opper-comité bestaat uit een voorzitter en j t leden, door dien president zelf gekozen. 8. Tot voorzitter is benoemd de tijdelijke gouver neur-generaal van Charkow, de aide-de-camp, generaal i en lid van den Rijksraad, graaf Loris Melikoff, met behoud der genoemde functiën. 4. De leden van dit comité worden gekozen door den voorzitter, die, behalve dit, het recht heeft aan het comité ieder toe te voegen, die hij noodig en nut tig acht. 5. Ten einde meer macht te geven aan alle leden van dit comité kennen wij aan den voorzitter ds rechten toe; a. van prefect van Petersburg en om streken de tegenwoordige prefect is aan hem onder geschikt b- summier vonnis te vellen in alle legen- woordige en toekomstige staatkundige 'processen te Petersburg en eldersc alle overige prefecten van het rijk zijn aan hem ondergeschikt. 6. De gouverneurs-generaal, gouverneurs en pre fecten zijn verplicht onmiddellijk alle bevelen van den voorzitter uit te voeren, ook de militaire gouverneurs niet uitgezonderd. 7. Alle Ministers zijn verplicht hem te helpen en te steunen. 8. De voorzitter heeft het recht zich onmiddellijk tot ons te wenden en onze bevelen te vragen. 9. Ik geef het recht aan den voorzitter om te nemen alle maatregelen, te doen alle slappen, nood zakelijk door hem geoordeeld voor den waarborg van de orde in het Rijk en van de openbare rust, in geheel Petersburg en geheel het Rijk, en om te straffen, in geval die maatregelen niet worden uitge voerd, naar zijn goedvinden. 10. Alle bevelen, door den voorzitter gegeven, moe ten worden opgevolgd door ieder Russisch onderdaan, en kunnen niet worden opgeheven dan door hem zelf of door een keizerlijke ukase. 11.- Door onze ukase van heden is de ukase van 5 April 1879, waarbij wij een tijdelijk gouverneur- generaal van Petersburg benoemd hebben, ingetrokken. Dit Keizerlijk besluit gaat ditmaa. vooraf aan een officieel regeeringstelegram van den volgenden inhoud „Met betrekking tot den aanslag in het winterpaleis zijn een aantal valsche berichten verspreid geen enkel lid der keizerlijk familie heeft andere kamers betrok ken in liet paleis hebben geene arrestaties plaats gehad geen enkel officier is er spo u-loos verdwenen. Het dynamiet is waarschijnlijk bij kleine gedeelten in het paleis gebracht door iemand, dien men voor een schrijnwerker hield, en die sedert September in het paleis werkzaam was. Men vermoedt thans dat deze persoon een werktuigkundige was. Op den dag der catastrophe maakte hij, nadat zijne gezellen zich ver wijderd hadden, de 'aatste toebereidselen; hij stak de lont aan, en verliet het paleis, zonder dat hij lot dusver opgespoord is kunnen worden. De twee nog in hechtenis zijnde schrijnwerkers blijven van mede plichtigheid verdacht.Er zijn zeer vele personen ge arresteerd, maar in dezen zijn niet de leiders der be weging gevonden, die zich. gelijk niet te betwijfelen schijnt, te Parijs en te Geneve bevinden." Er was langen tijd niet wijs te worden uit de tegen strijdige bijzonderheden, die nopens den toestand in Rusland door verschillende bladen worden medegedeeld, en dat is nog zoo. Er zijn er, die volhouden, dat de nihilistische be weging geleid wordt door personen van den hoogsten rang en standanderen, met niet minder gezag, ver zekeren, dat de bedoelde personen, die duidelijk ge noeg worden aangewezen, in geen verbinding kunnen staan met het nihilisme. Zoo gaat het ook met andere feiten van meer of minder gewicht, die, nauwelijks a vermeld, tegengespro ken worden. Het is niet onverklaarbaar, dat, waar het gouver nement geheimhouding wijsheid acht en voor hetgeen het goedvindt, bekend te maken, weinig vertrouwen vindt, zoodat de algemeene ongerustheid, inlichting langs alle wegen zoekt, datgene geloof vindt, wat men niet in strijd acht met de omstandigheden. En dat de omstandigheden in Rusland van dien aard zijn, dat, wat elders ongelooflijk zou zijn, daar zelfs niet onwaarschijnlijk klinkt, is bekend genoeg. Zooveel mag dan nu als zeker worden beschouwd dat, hoe meer het verweer de verwachtingen teleurstelt, het des te krachtiger wordt gehandhaafd. De gouverneur-generaal Gourko, die met een voor- beeldelooze macht was bekleed, is vervangen door een commissie ouder leiding van generaal Loris Melikoff, die nog uitgebreider volmacht heeft ontvangen, met den last het nihilisme te vernietigen. Zijn macht is nagenoeg, zooals men uit de Keizer lijke ukase zien kan, zonder grenzen. Of het nu dien machtigen generaal gelukken zal den storm te be- zweeren We hebben u tot dusver met geeselen gekastijd, thans zullen we u met schorpioenen kastijden, zoo zegt de Russische regeering en bekrimpt de vrijheid meer dan ooit. Maar dit is juist de grief der nihi listen en van een deel van 't Russische volk, zoo wordt dus eer 't nihilisme in de hand gewerkt dan tegengegaan. Op dit thema worden schoone redenen kunstig geweven, en verleidelijke, liefelijke, behoorlijke patronen vormen de schering van dien inslag. Door ^roDT/'AADTMnp.M TN ZEELANDT deze theorie in practijk te brengen, zou Rusland in slechter conditie geraken. Immers dan alleen is de vrijheid voor de volkereu goed, als zij die vrijheid waard zijn. Vrijheid niet goed, dwang ook al niet, maar wat dan Ziedaar de heerlijkheid van 't waarachtige chris tendom. Als alle menschelijke wijsheid uitgeput is en de schranderste kop zich stomp gedacht heeft op een onoplosbaar raadsel, dan biedt dat christendom een oplossing die niet alleen bevredigt, maar die alleen de ware is. Als onder den invloed van 't waarachtige evangelie, het hart zich aan God door Christus geeft dan alleen leert men de ware wijsheid kennen en de burgerlijke vrijheid waardeeren, maar dan ook kent men die gebondenheid, die afhankelijkheid, die elk kind van God betaamt en die naast de vreeze Gods, 't eeren van den Koning, met zijn christen-, en ook zijn bur gerplichten kent. Evenwel we vreezen dat dezen weg tot ware vrij heid en vrede door de Russische regeering en het Russische volk niet zal bewandeld worden. (S7orf.) In het jaar 1820 vestigde hij zich te Ravenna, waar hij aan de zijde van de bekoorlijke, van haar echtgenoot gescheidene gravin Theresa Guiccioli een gelukkig jaar doorbracht en behalve andere werken, het treurspel Marino Faliero" dichtte. De in het volgende jaar uitgegeven tragedie „Sardanapalus", waarin de prachtige figuur van Murrha, de Jonisohe, voorkomt, was aan den beroemden Goethe gewijd. In dit jaar, dat een van zijne gelukkigste levensjaren was, waarin hij rustig en eenzaam leefde, zonder door iemand gestoord te worden, dichtte hij nog verschei dene andere, die grooten opgang maakten. Onder zijne treurspelen en andere poëtische verhalen was er een, dat door den hofdichter Southeij hevig werd aange vallen. Daartegen schreef hij een heftig hekelschrift onder den titel CainDaar hij ingewijd was in de plannen en ondernemingen der carbonari, (carbonari, benaming van een geheim politiek genootschap in Italië ter oprichting van eenen vrijstaat) achtte Byron zich, tijdens de onderdrukking der Italiaansche revo lutie te Ravenna, niet langer veilig hij begaf zich met zijn geliefde naar Pata, waar hij zijn vriend Sbelley verloor, en vervolgens naar Genua. Onder zijne gedurende dit tijdvak geschrevene werken ver dient vooral het poëtische verhaal uDe Eilanden" vermelding. In den zomer van 1823 stak hij over naar Grie kenland, om de vrijheid, die hij in zoo vurige woor den bezongen had, nu ook met goed en bloed te helpen veroveren. Hij nam h t bond op zich van eene door hem opgerichte brigade van Soelioten hij wijdde zijn talenten, zijn vermogen en zijne geestkracht aan de zaak van Griekenland, maar voor dat Lij kon overgaan tot den aanval op Lepanten, (stad, gelegen in Griekenland aan de straat vin denzelfden naam) dien hij beraamd had, bezweek bij aan eene ziekte, die het gevolg was van het klimaat, van zijne opge wonden gemoedsgesteldheid en van de inspanning, den 19en April 1824, in den ouderdom van 36 jaar. Lord Byron, begaafd met een verheven dichterlijk talent en eene stoute fantasie, maar van een prikkel baar karakter" en buiten staat, het buitensporige ge voel in zijne ziel te beheerschen, leidde een doelloos reizend leven, totdat hij te Missolonghi bezweek. Zijne gevoelens en beschouwingen, zijne ervaringen en denkbeelden op zijne reizen door Portugal, Spanje, Duitschland, Zwitserland en Italië naar Griekenland en in de Levant heeft hij in zijne uitnemende, en gevoelvolle gedichten op wegslecpende wijze geschil derd Byron's dichterlijke gave was krachtvol genoeg om alle onderwerpen aan te durven en hij was altijd geheel meester van zijne stofhij bezat de gave van zich juist en gemakkelijk uit te drukken en altijd de rechte woorden te kiezen,- hij was in staat om zich in te denken in alle neigingen en openba ringen van de menschelijke ziel, in alle plooien van het hart, in alle hartstochten en aandoeningen, en om deze onder woorden te brengen. Nimmer heeft En geland, voor of na zijnen tijd, zulk een dichter op geleverd, nimmer is daar zulk een man geboren, die op zoo jeugdigen leeftijd zijn hart in schoone dicht regelen wist te ontboezemen. En gebeurde het menig maal, omdat men zijn persoon haatte, dat men ook het geen van zijne hand kwam verachtte, en in dagbla den of tijdschriften zijne werken hekelde, dan bond hij dadelijk den strijd weer aan, en met zulk eene vaardigheid, dat men er afzag hem verder te be>. strijden. Onder zijne werken worden er dan ook eenige ge vonden, die getuigen van toorn en gramschap, d(Q

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 2