MmsmiJHiSTORISMI BLAD. Donderdag 19 Februari. 1880. Versehij11telken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten S ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever P. <jt. WIJTMAN, TE MIDDELBURO. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. dijen ticeeërlei ifoleeigïïteeneii in dei. ialt. Deut. 25 13. Niet onwaar en onaardig schrijft het Rotter- damscli Nieuwsbladnaar aanleiding van de ontxachelijke sommen, die de staande legers in Europa verslinden en altijd nog meer zullen kosten Hun humoristisch weekblaadje, de Berliner Wespen vergelijkt in zijn laatste nummer, met het oog op Duitschland's voorstel, om het leger opnieuw uit te breiden, de verschillende mogendheden, die alles doen, om op militair gebied boven elkaar uit te blinken, bij kikvorschen, die zich opblazen, tot eindelijk hun zwak omhulsel uiteenspat. Zou het werkelijk zoover komen Zouden Frank rijk, Rusland en Duitschland, die het blaadje noemt en Oostenrijk, dat eigenlijk ook tot de opblazers behoort, zoolang voortgaan met het verzwaren der lasten, die de natie reeds drukken, tot het volk er -onder bezwijkt en een nationale ramp het gevolg is van een machtsvertooning, die, te oordeelen naar de Duitsche troonrede, toch nergens toe dienen zal, xlaar Duitschland onwankelbaar schijnt in zijn ge'oof -aan het voortbestaan van den vrede Of zal het volk nog voor dien tijd zijn stem' verheffen en weigeren, langer zijn beste krachten af te staan om er soldaatje mede te laten spelen Lees nu voor militair gebiedhet gebied Van het onderwijsen wij nemen het beeld en de redeneering geheel over. Overal wordt het onderwijs uitgebreid, opgeschroefddaar is een onderwijs-manie onder de volken, waar bij ons kleine landje aan het hoofd wil staan. Uitgaven worden op uitgaven gestapeld voor kweekscholen, voor onderwijzers, voor leermiddelen, voor schoolgebouwen enz. enz. Het is 'alsof men met het geld geen weg weet, in plaats dat men niet weet van waar het noodige te krijgen. Ons land is millioenen armer geworden in het laatste tiental jaren. Eerst de effecten-bezitterstoen de handelaars, eindelijk de landbouwers. Honderden gegoede arbeiders verlaten daarenboven het vaderland, om naar Amerika te gaan, waar de geldelijke druk minder is en het vooruitzicht zooveel beter. Toch zal de finantieele druk nog oneindig verzwaard moeten worden. Wij staan nog slechts aan het begin van het geld opbrengen. Dat zal jaar op jaar meer worden. Langzaam, maar zeker zal men vooruitgaan. Wij zijn er nog lang niet met het onderwijs, waar de drijvers daarvan ons hebben willen. Da kikvorsch wordt opgeblazen, totdat?ook eindelijk zijn zwak omhulsel uiteengaat? Zou het werkelijk zoover komen, vragen wij met het Rott. Nieuwsblad. Zal men zoolang voortgaan met het verzwaren der lasten, die de natie reeds drukken, tot het volk er onder bezwijkt. En een nationale ramp het gevolg is van zulk een machtsvertooning? Of zal het volk nog voor dien tijd] zijn stem verheffen en weigeren langer zijn beste krachten af te staan om er schoolmeestertje mede te laten spelen. Als de regeerders zelf niet spoedig leeren inzien, dat zy op die wijze hun volk en hun land den ondergang tegemoet voeren, dan zal het volk zelf tusschen beiden moeten komen en toonen dat het zijne rechten kent en zich niet wil laten gebruiken tot het koesteren van de dwaze en onuitvoerbare en onrechtvaardige plannen zijner wetgevers. Want blijft men bij de theorie die geleid heeft tot de verdere uitbreiding van het on derwijs, dan kan men met deze uitbreiding zijn laatste woord nog niet hebben gesproken, dan zal men over eenige jaren met een nieuw voorstel voor den dag moeten komen. Dan zal men op nieuw aan het opblazen" moeten gaan. Ziedaar onze redeneering, met het oog op het onderwijs, bijna letterlijk overgenomen uit het Rotterdamsche Nieuwsblad, met de zinsnede er bij: »dan zal het volk zelf tusschen beiden moeten komen en toonen dat het zijne rech ten kent en zich niet wil laten gebruiken." Dat is nog wat anders, dan de Savornin Lobman in de Kamer uitsprak en waarop en kele bladen onzer partij zinspeelden. Toen werd dit genoemdoproer prediken en ik weet niet al wat meer. Geen tweederlei weegsteenen in uwen zak, een groote en een kleine! Of is het geoorloofd dat een liberaal blad zoo iets uitspreekt als het op zijn eigen zak aankomt? Men vergete niet dat het niet alleen het geld is, dat men uit onze zakken klopt, om daar mede eigen kinderen te doen onderwijzen. Daar is iets hatelijks in, dat gegoeden op onzen zak teeren. Maar wat het onuitstaanbaarste is, is dit, dat men ons geweten geweld aan doet. Daar zal eens een eind aan komen. Daar rekene men op. Men hoore naar de waarschuwing van het Rotterdamsch Nieuwsblad dat, ofschoon het dit niet bedoelde, een pleidooi voor ons leverde. Middelburg, 18 Februari 1880. In zijne brochure HBede om een dubbel corrigendum'1 heeft dr. Kuyper het recht tot het stichten van eene Vrije Universiteit door eene corporatie, buiten Staat en Kerk om, krachtig verdedigd. Omdat we veron derstellen dat bovengenoemde brochure wel niet in handen van al onze lezers zijn zal, stippen we hier kort een en ander uit die verdediging aan. In art. 2 der wet van 28 April 1876 to. regeling van het hooger onderwijs staat, dat de scholen voor hooger onderwijs worden onderscheiden in openbare en bijzondere. Duidelijk wordt verder gezegd dat openbare scholen die zijn, welke opgericht zijn en onderhouden worden door gemeenten en het Kijk, de overige zijn bijzondere scholen. Art. 99 van diezelfde wet leert duidelijk, dat het aan ieder Nederlander of vreemdeling, aan elke erkende vereeniging en aan ieder kerkgenootschap vrijstaat eene bijzondere school voor hooger onderwijs te openen. De wet stelt voorts geenerlei beperking bij het aanstellen van hoogleeraren. Daartoe wordt geen radicaal vereischt, academisch recht slechts stelt het bezit van doctorale graden tot eisch. Dr. Kuyper bewijst verder uit de geschiedenis dat oorspronkelijk de Universiteiten nooit anders dan par ticuliere Vereenigingen waren dat deze particulier^ vereenigingen oorspronkelijk niets met de overheid van stad of land uitstaande hadden dat ze hoogstens soms verlof en erkenning vroegen en dat ook hier meestal nog van werd afgezien, omdat men meer lust had aan vrije beweging dan aan kruipen. Eerst later toen het 'innerlijk wetenschappelijk ge halte verminderde, toen ging men tot kunstmiddeltje? over, om zich aan de overheid vast te klinken. Zoc kwam het er dan ook toe dat de Vorst des lands zei, door staatsmacht en door staatsgeld een academiv stichtte maar zegt een schrijver die de geboorte geschiedenis van alle Universiteiten der Christenheic had onderzocht hetgeen door kunstmatige teel1 ontstond, kon, wat energie en frischheid betreft, geer oogenblik de vergelijking met de Vrije Universiteiter doorstaan. Alle hoogescholen der oudheid waren par ticulierestichtingen, ook de beroemdste, die van Parijs, Oxford en Cambridge. Eerst na de Keformatie zijn d Duitsche Universiteiten bijna zonder uitzondering doo de landvorsten gesticht. De Pausen hadden in he laatste der middeleeuwen de stichtingen der universi teiten, als behoorende tot geestelijk terrein, min o meer aan zich getrokken, en nu beschouwden de Duif sche Protestantsche vorsteh zichzelven ook als tredend in alle rechten die de Paus dusver in gemengde zake had uitgooefend. Ook als Christelijke Overheid wer door deze somtijds rechtstreeks, een hoogescho" gesticht, b. v. als de Leidsche. Eerst na de Franschi revolutie is men er op bedacht geworden om het lage middelbaar en dus ook hooger onderwijs rechtstreek uit het staatsalvermogen af te leiden, ente misbruiüe om den invloed van het Christendom tegen te gaan Op eigen beenen staande zegt dr. Kuyper J- zou de moderne wetenschap spoedig de handen slt laten hangen, en alleen doordien ze, leunende op d Staat en op staatskosten, haar strijd tegen Christ kan voortzetten, blinkt ze in goud en schittert door haar stoute exploiten. Haar ideaal is het daarbij, zelve niet slechts v maar bovendien met staatsmacht en staatsgeld gew pend te zijn, om dusdoende van de christelijke wetc schap zelfs het opkomen zoo mogelijk te belette Precies evenzoo als de strijd der Moensen en Kerdij tegen onze lagere school. Ook de kerk, als kerk, belastte zich tot nu t niet met het stichten van Universiteiten. De Room- kerk alleen is door gewoonte er toe gebracht te nen dat zijeven goed als particuliere corporatiën, versiteiten zou kunnen stichten. Dr. Kuyper geeft ons ten slotte een kijkje i; organisatie van het hooger onderwijs in verschil! landen. In België bestaan twee Rijks-hoogescholen, te en te Gent, eene katholieke Universiteit teLeu

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1