m ooi}. Saterdag' 14 Februari. 1880. i lOiüLÜI SEBOQ. 5, HET ZUIDEN cnitisTiLUi-iiismisci blad. Verschy at eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden francof 1,50. Enkele noramers- 0,05. Uitgever F». O. WIJTMAN, TE ]VCXI>DEIJBT7R<GL. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 ïgels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. In de vorige week heeft de koning een ge bod uitgevaardigd, dat de Noorder-Lekdijk moet verhoogd worden. Reeds lang was op verhooging van dien dijk aangedrongen, reeds was die verhooging door de staten van Utrecht bevolenmaar de bestu ren en personen, die handen aan 't werk moes ten slaan, bleven er over beraadslagen, en zouden nu weder aan 't procedeeren gaan over het aandeel, door elk der belanghebbenden in de kosten te dragen. 't Gevaar is dringend. Van Rotterdam tot Amsterdam, van Utrecht tot den Haag zou al het land onderloopen, op menige plaats huis- hoog, als eens die dijk mocht bezwijken. Hol land is een hol land, dieper liggend dan de omringende wateren, de staande dijkrand mag dan ook wel stevig zijn. Men bedenke dat de met zooveel moeite drooggemaakte Haarlem mermeerpolder, ongeveer zoo groot als Walche ren, dertien meter lager ligt dan het punt, soms door het opgestuwde rivierwater bereikt. Brak de bedreigde dijk door, dan zou het dichtst bevolkte deel van ons vaderland veran deren in een waterplas, bijna zoo groot als de Zuiderzee. Daarom mogen dan ook de belanghebbende en weerplichtige besturen niet blijven kibbelen, totdat de kalveren bij tienduizenden en de menschen bij honderduizenden verdronken zijn. Een koninklijk gebod heeft nu tot handelen gedwongen, het twisten is uit. God geve, nog in tijds Maar juist dat koninklijk gebod herinnert ons aan een ander Een nieuw gebod geef ik u, dat gij el kander liefhebtgelijk ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. nog eens herhaald Dit is mijn gebod, dat gij elkander lief hebt, gelijkerwijs ik u liefgehad heb. Ook dit gebod van onzen hemelschen Koning is nieuw, zoo dikwijls het noodig is herhaald te worden. Een groot gevaar dreigt ons heele vaderland. Wij zijn er al aan gewoon geraakt er over te spreken, toch nadert het met den dag. De wateren des ongeloofs klimmen onrustbarend, en 't is te berekenen wanneer zij zich in wil den stroom zullen uitgieten over geheel ons volk. Wij hebben er al zoovelen door zien medeslepen, zoovelen in zien verzinken. Maar zoo min als de polder- en waterschaps besturen benoorden de Lek het eens zijn, zoo min zijn onze groote mannen, onze voorgan gers het eens over het keeren van de dreigende ramp. De verblijdende eenheid, die wej anderhalf jaar, een jaar nog, geleden waarnamen, tijdens de aankondiging van vernieuwd gevaar, die eenheid is nu niet meer te zien. Integendeel. Wij aanschouwen eene toenemende verdeeld heid. Zij, die nu vooral één moesten zijn, voor gangers en volgelingen, zij scheiden zich in elkander vijandige groepen. En 't gevaar nadert steeds. Geachte mannen, toegerust met groote be kwaamheden, die, vereenigd, tot grooten zegen zouden kunnen zijn, staan met scherpe, zij het ook met fluweel omwoelde, wapenen tegenover elkander. Een woordenstrijd de Duitschers zeggen lettergrepenstrijd wordt nu weder aange vangen, wordt ten aanschouwe van het groot publiek door zeer waarde broeders gevoerd, tot groot gerief van den vijand, 't Is nu niet de tijd dat men, wijl de letters 't woord en woor den zaken maken, eerst om de letters denkt en eindelijk om de zaken. De zaken behooren vóór te gaan. Welke schitterende overwinning ook door of voor eene letter behaald moge worden, het aan de letter hangend gedeelte der schare zal niet nalaten te vragen naar Schibboleth of Sibbo- leth; en twee of drie eeuwen terugtredende, om een aanloop te hebben tot beteren sprong, zal menigeen het punt uit het oog verliezen, waar het nu, waar het heden op aankomt. Wat baat op het gebied des geestes eene overwinning, die harten van elkander vervreemdt? Waartoe dient de nauwere aaneensluiting van kleine kringen, elkander in den weg staande en over elkanders leed juichende, tegenover een vijand, dien zij slechts met vereende kracht kunnen wederstaan? Waarlijk, het is nu geen tijd om, ter wille van betrekkelijke kleinigheden, den afstand tus- schen broeders te vergrooten en uit te meten. Zal niet het gebod onzes Heeren en Konings, zal slechts de nood macht genoeg hebben om één te maken, wie nu, met het oog op het gevaarniet eensgezind willen zijn? Nauwlijks wil ons deze bijna oneerbiedige vraag uit de pen. Slechts de nood (Matth. VII 21). De geheele opbrengst der middelen was thans 3.7 ton kooger dan in Januari 1879. Middelburg, 13 Februari 1880. Het Overzicht der Rijksmiddelen over de eerste maand des jaars geeft uit den aard der zaak nog niet veel stof tot beschouwingen. Dat de opbrengst 6,3 millioen, ver bleef beneden de raming, 8,3 mil- I lioen is een gewoon verschijnsel, dat niet verontrus- I tends heeft, daar het hoofdzakelijk is toe te schrijven I aan het tekort op de directe belastingen, waarvan in de eerste maanden des jaars weinig betaald wordt. De minister van Oorlog is door den koning ge machtigd te zijner tijd de noodige voorstellen te doen voor eene nieuwe regeling van de tractementen van krijgsgevangenen, vijandelijke officieren en vergoedin gen voor verlies van paarden enz. tegenover den vijand. De tot dusver bestaande besluiten zijn buiten wer king gesteld. Omtrent de urgentie van deze regeling zal er wei geen groot verschil van meening bestaan. Onwillekeurig echter wordt men er toe gebracht om aan de huid van den beer te denken. In eene gisteren namiddag gehouden zitting van den raad van Kloetinge werd de nieuwbenoemde bur gemeester, de heer C. Caboort, plechtig geïnstaleerd, n In plaats van mr. J. H. de Laat de Kanter, die als secretaris der gemeente Kloetinge bedankt had, is 7i voorloopig gekozen de heer A. van Dellen, werkzaam J ter secretarie van Goes. z' De heer R. J, Verschoor van Nisse zal den heer rt Schorer opvolgen, als lid van het college der zeevis- h scherijen in Zeeland. te De ziekelijke philantropie onzer dagen wordt in de m laatste dagen op welverdiende wijze, door eenige onzer dagbladen gegeeseld. 3 Het rapport der commissie tot het geven van ad vies in zake den bouw van scholen werd vroeger reeds besproken. De Standaard zegt er van „Om vooral niet te weinig te zeggen en de beschei denheid al te ver te drijven, meent de commissie niet te kunnen volstaan met de vermelding der twee ter reinen voor speelplaats en speellokaal bestemd, maar bovendien „de bijzondere aandacht te moeten vestigen op het groote nut, dat voor de ontwikkeling der leer lingen van de lagere school kan worden verkregen uit een zoogenaamden „schooltuin." Welke boomsoorten, heesters en bloemen in dien schooltuin geplant, hoeveel vijvers daarin aangelegd behooren te worden, laat de commissie geheel in het midden." De Tijd heeft op de volgende wijze ons een ver haaltje geleverd hoe men met de kinderen in Saksen, handelt, dat waarlijk belangrijk is In het afgeloopen jaar zijn op de scholen in Sak-, sen proeven genomen met de instelling van kinder koloniën gedurende de vacantietijden. Bij gelegenheid van een der examens had het ziekelijk uiterlijk van sommige, kinderende aandacht gelrokken, hetgeen ten gevolge had, dat hygiënis ten besloten tot de oprichting eener instelling, welke zij met den naam van kinder-kolonie bestem pelden. De zaak bestaat daarin, dat behoeftige en min gezonde kinderen der stadsscholen gedurende de vaeantie naar buiten worden gezonden, om aldaar in het genot van goed voedsel en oefeningen in de open lucht onder het toezicht van hun onderwijzers te vertoeven. Een comité werd ingesteld en 5400 mark wer den tot het beoogde doel bijeengebracht: een som, voldoende om van de 280 door de schoolbesturen aangewezen kinderen 36 jongens en 30 meisjes naai^ zes kinder-koloniën te zenden. Aldaar werden de kinderen onderworpen aan het doen van oefeningen in de open lucht, het maken van lange wandelingen en het nemen van koude baden enz., met dit gevolg, dat zij, na verloop van drie weken te zijn teruggekeerd, de algemeene aan- drcht door hun gezond uiterlijk en hunne levens lustigheid trokken. Vóóraf had men waargenomen dat kinderen vroeger gedurende den vacantietijd gemiddeld een half pond in gewicht wonneneen onderzoek op de terugge keerde kolonie-kinderen ingesteld, toonde eene ver?

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1880 | | pagina 1