HHRISTELIJK'SISIORISGH BLAD.
Sao.
Zn ierdag 7 Februari.
Jeder Conseipieiiz,
l«8ö.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 3 ure, behalve op Christelijke feestclagen
Prijs per drib maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,Qb,
r\
Uitgever?
W IJ T M A
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Men weet dat onlangs een zich achter een
aangenomen naam verbergend schrijver een bal
letje heeft geworpen, dat helaas niet is tegen
gehouden door den man, die het in zijne macht
beeft gehad, 't Is als een sneeuwbal voortge
rold, grooter en grooter geworden, en nu is het
reeds een klomp, die ieder in het oog valt.
Het verwondert ons niet dat een Uilenspie
gel meê hielp rollen om den bal wat dikker
fee maken, maar 't bedroeft ons dat Dr. Brons
veld er ook al aan tilt en duwt. Hij toch
schrijft in zijne Kroniek van Februari:
Eer wij, voor ditmaal, afstappen van het politieke
terrein, deel en wij nog een uiting meê, welke komt
van onverdacht „gereformeerde" zijde. In de Bazuin,
het officieel orgaan der christelijk gereformeerde
kerk, deed iemand dezen voorslag: lo. voortaan
bij alle vacaturen in de Tweede Kamer .candidaten
te doen stellen door de theologische school te
Kampen2o. voor vacaturen in de gemeenteraden
van Amsterdam, Botterdam epz. de candidaten te
doen stellen door de plaatselijke kerkeraden der
christelijk-gereformeerden 3o. deze candidaten alleen
te kiezen uit de lidmaten van genoemd kerkgenoot
schap, en 4o. op dezen laatsten regel slechts nu en
dan een uitzondering toe te laten ten gunste van
een anti-revolutionair. De Standaard is door dezen
voorslag kennelijk zeer ontstemd. De getrouwe lezers
"van de Bazuin kunnen er echter niet door verrast
zijn. Uitingen in denzelfden geest kwamen meer
malen voor in het blad, dat geen „onzeker geluid"
pleegt te geven.
Stond ik, geheel en al, op het kerkelijk standpunt
dier Broeders, dan zou ik spreken zooals zij. Wie
de lijnen door wil trekken op kerkelijk gebied,
moet ze niet buigen of afbreken, als hij het gebied
van den staat betreedt. De - echte calvinist moet
theocraat woeden. Wie in een, kerk geen ofitrouw
duit aan de belijdenis, moet in de regeering van
den staat geen recht geven aan de godloochenaars
en de dienaren van den roomschen paus. Trouwens,
de directeuren van een zekere universiteit, welke in
dit jaar zal geopend worden, en leden van een
zeker cent raai-comité, zijn wel niet allen, maar toch
voor een deel dezelfde mannen.
Nu weten wij wel, dat zij als leden van het co
mité en niet als directeuren of leeraren aan een
o-ereformeerde universiteit candidaten voor de Kamer
stellen ook is het bekend, dat zij bij hun aanbeve
lingen zich niet bepalen tot de leden van één kerk
genootschap maar in de werkelijkheid komt hun
doen toch vrij wel overeen met hetgeen men wil
opdragen aan de theologische school te Kampen
en het is zeer de vraag, of ooit een echt calvinist
zijn stem mag geven bijv. aan fcen remonstrant. En
dat de calvinistische predikanten, wien ik volstrekt
„geen haat of minachting" toedraag, zich gaarne
met de politiek hebben bemoeid, is niet tegen te
spreken, evenmin als de bewering, dat zij daartoe
door hun beginsel gedreven worden. Indien ooit een
handboek het licht ziet over kerkrecht, samengesteld
door een leeraar aan een gereformeerde universiteit,
dan zullen wij daarin aanstonds met belangstelling
naslaan, wat er wordt gezegd van de verhouding,
waariq. staal of liever magistraat en kerk tegenover
elkander staan moeten.
Vooral trekken daarin de volgende woorden
onze aandacht
Wie in een kerk geen ontrouw duldt aan
de belijdenis, moet in een regeering enz.
Daarmede knoopt Dr. Bronsveld zijne gevolg
trekking vast aan het medegedeelde betreurens
waardige feit. Deze gevolgtrekking blijft dan
ook voor zijne rekening, wij werpen ze verre van
Ons, enxdat vplgens hetgeen Dr. Bronsveld zelf
o,ns leerde.
Het is toch pas eene maand geleden, dat
Dr. Bronsveld ons waarschuwde tegen conse-
quenzmacherei. 1
In een heerlijk stuk, getiteld Ons Huisgezin
bedreigd (Stemmen van Januari) dat waarschijn
lijk den stoot gaf, waardoor de rijpe vrucht
Anti-revolutionair ook in uw Huisgezin ons in
den schoot viel, in dat heerlijk stuk begint
Dr. Bronsveld aldus
Daar is een leelijk kwaad, dat de duitsckers noe
men Consequenzmacherei. Nauwelijks hebt gij in
uwe eenvoudigheid iels gezegd, iets hartelijks, iets
zoo eerlijk gemeend als goud, en waarvan gij de
verantwoordelijkheid zoo volkomen gerust op u durft
nemen of daar komt iemand, die u voorrekent,
dat de verschrikkelijkste dingen uit uw woord
voortvloeien. Kerk, staat, maatschappij alles wordt
er door bedreigd, gesleept naar den ondergang.
Wie had het kunnen denken, dat zulke adders ver^
scholen lagen onder die zoo argeloos er uitziende
bloemenHebben wij ons nooit eens aan dat
kwaad schuldig gemaakt? Hebben wij nooit eens
een vriend of een vijand bitter gegriefd en zeer
onrechtvaardig bejegend, dqor hem voor oogen te
spiegelen, welke vreeselijke denkbeelden hij in be
ginsel had verkondigd, terwijl hij zich bewust is,
dat men hem verongelijkt, en met ongeoorloofde
middelen uit doet komen, waar hij volstrekt niet
wezen wil? Zoo is de Heer Jezus Christus een
sociaal-demokraat geworden, en Calvijn een groot-
inkwisiteur. Jeder Consequenz führt zurn Teufel,
zegt het duitsche spreekwoord.
Ja, waarlijk, al doordravende komt men bij
den duivel te land.
Tot groot vermaak van de liberale" pers
zegt Dr. Bronsveld in FebruariWie de lijnen
door wil trekken op kerkelijk gebied, moet ze
niet buigen of afbreken, als hij het gebied van
den staat betreedt," en verder: »Wie in een
kerk geen ontrouw duldt aan de belijdenis,
moét in de regeering van den staat geen recht
geven aan de godloochenaars en de dienaren
van den roomschen paus."
Dat lijkt op doordraven op den weg, die
zoo'n leelijk einde heeft.
1) Het maken van krasse gevolgtrekkingen, anders
gezegd, doordraven.
Men kan alle lijnen niet doortrekken.
Men kan alle lijnen niet even ver door
trekken.
Mep kan ze niet van het. eene gebied op
het andere, niet van het gebied der kerk door
trekken op dat van den staat.
Dp kerk is van den beginne af de veree-
niging geweest van belijders derzelfde waar
heden, van gelijkgezinden. Niemand was ge
dwongen zich bij haar aan te sluiten, en .nog
dwingt niemand daartoe. Kerkbestuurders han
delen plichtmatig, als zij de verzette en om
geworpen grenspalen weder herstellen, de
grenslijn, waar die onzichtbaar werd, ophel
deren.
De staat omvat alle bewoners van het zelfde
land, aan elkander verwant door taal, zeden
en een aantal gemeenschappelijke belangen, die
van zeer verschillenden aard zijn. Hoe kan
men de grenslijnen van geestelijke genoot
schappen of kringen nu ook recht doortrekken
op de landkaart der politiek.
Moest uit het land gebannen worden al wie
niet binnen eene kerk kan worden toegelaten,
waar zou dau het zendingsveld dier kerk
liggen
Wij weten het, het modernisme streeft naar
eene her-hervorming. Daartegenover wordt de
gereformeerde naam en leer weder iu eere gebracht,
en als verklaarbare reactie (weêromstuit) tegen
het drijven der modernen, begint daarenboven
nog eene gere-refor meerde partij op te komen.
Deze laatste nu doet ons niet denken aan
de kloeke gereformeerden van drie eeuwen ge
leden dat waren mannen van hun tijd en van
vooruitgang op den bodem der Schrift, en zy
zouden, leefden ze nu, niet met de gere-refor-
meerde pogingen ingenomen zijn, welke nu,
tegen de bedoeling der redactie, worden aan
gemoedigd door sommige uitdrukkingen en
spreekwijzen, in De Heraut gebracht of toege
laten. Dr. Bronsveld gevoelt dit, en weet dat
velen door De Heraut ook afkeurig worden
van het tweelingblad De Standaard, dat daarom
veel van zijn zegenrijken invloed verliest.
Verklaarbaar is het dat Dr. Bronsveld wat
ver gaat in het luchtgeven aan zijn gevoel,
maar te betreuren is het tevens, dat hij eene
door duizenden afgekeurde dwaasheid voorstelt,
als het einde, waarheen zij op noodlottige wijze
zouden moeten gedreven worden, omdat zij pal
staan voor hetgeen hun in de kerk der vaderen
dierbaar is.
Waarom toch moet ons volk telkens geslin
gerd worden van het eene uiterste naar het
andere? Is dit slingeren, waartoe al te vaak
groote mannen medewerken, geen ongeoorloofd
middel, om iemand te doen uitkomen ter
plaatse, waar hij volstrekt niet wezen wil?
Dr. Bronsveld grieft, door te spreken zooals