GHR1STBLIJR-HISTORISCH BLAD.
j
M\ 340.
Zaterdag* 3 Januari.
1880 H
De Zondagschool.
?1|
a.
""«m rt vaardig*
invloed van bramDeua
HP, buitenlaDctsS^?' 1
VaUi, - J
Se)' 'J
HET DUIDEN
irts
pht
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
nd ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
Uitgever:
P O. WIJTMAN,
tb
MIDDELBURG1.
Prijs der Advertentiën: ie.
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1werk
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Het kerstfeest met al zijne voorbereidende
fsorgen, met zijn blijden avond, zoolang door
onderwijzers en kinderen tegemoet gezien, is
weder voorbij, en de nieuwe cursus, het nieuwe
leerjaar, is wederom aangevangen, want de
zondagschool weet van geen vacantie.
Kindervrienden, ervaren in de Schrift, en
t'huis in den liederenschat der Christelijke Kerk,
hebben verschillende roosters, verschillende leer
plannen en onderwerpen voor het nieuwe jaar
vastgesteld en uitgegeven.
Met vernieuwden moedmet vernieuwden
ijver zijn onderwijzeressen en onderwijzers weder
voortgegaan met hunnen arbeid der liefde, bij
de kracht, die zij van Boven ontvangen, niet
weinig bemoedigd en gesterkt door de tallooze
bewijzen van genegenheid, waardoor zij in staat
gesteld zijn hun jaarlijkschen arbeid met een
•feest te bekroonen.
Hier te lande is de zondagschool eene ge
heel vrije instelling, de deelname daaraan, zoo
van onderwijzers als leerlingen, geheel vrijwillig;
Zelfs dragen alle bewijzen van instemming en
medewerking, door kerkelijke personen gegeven,
geen ambtelijk maar steeds een persoonlijk
karakter.
Het is goed dat dit eerste in hoofdzaak zoo
blijve.
Onze zondagschoolonderwijzers zouden zich
niet gaarne onder kerkelijk opzicht stellen, zij
zij zouden zich zeer belemmerd gevoelen, als zij
allerlei dingen langs een officiëelen weg moesten
vragen, langs zulk een weg allerlei wenken ei-
leidingen zouden moeten ontvangen. Op dien
langen weg zou er veel afkoelen, zou er veel
de oorspronkelijke warmte en ook de frissche
kleur verliezen. En de onderwijzeressen, zij
zouden zich spoedig onttrekken aan een omslag,
voor vrouwen vooral ondragelijk.
In Engeland zijn er vrije kerkgenootschappen,
in welke allen arbeid van buiten- en binnen-
landsche zending kerkelijk is. Tusschen de
kerkbestuurders, door de heele gemeente ge
kozen, en de leden der gemeente bestaat er een
band, eene innige betrekking, waarvan de weerga
in Nederland niet wordt gevonden. Het spreekt
in die vrije gemeenten van zelf, dat kerkeraads-
leden ambtshalve bestuurders zijn van vereeni-
gingen voor zondagschool, heidenzending, huis
bezoek, armenzorg enz., en dat de meeste ge
meenteleden in eene dier vereenigingen naar
gave en krachten persoonlijk werkzaam zijn, of
ze ten minste door vaste bijdragen ondersteunen.
Zulk eene gemeentelijke inrichting, zulk eene
bezieling van alle leden voor het groote doel is
in ons land verre te zoeken, en in de meeste
kerkgenootschappen en plaatselijke gemeenten
totaal onmogelijk.
Toch zou er ten onzent meer mogelijk zijn
dan wij nu aanschouwen.
Zonder dat inbreuk gemaakt werd op de
vrijheid der aan allerlei takken van zendingen
evangelisatie arbeidende vereenigingen en perso
nen, zou de kerk kunnen beginnen met den arbeid
dier vereenigingen te erkennen, en dankbaar te
erkennen.
Is er 3prake van godsdienstonderwijs, dan
weet de kerk alleen van de catechisatiën der
predikanten en catechiseermeesters, dus van
mannen die de bevoegdheid hebben om niet
alleen de jeugd te onderwijzen, maar daaren
boven jonge en bejaarde lieden in te wijden in
de leerstukken der kerk, en voor te gaan in
openbare godsdienstoefeningen, 't Is voor de
kerk alsof er onder hare oogen niets, volstrekt
niets anders aan godsdienstonderwijs gedaan
wordt. Met geen enkel woord wordt in rappor
ten over het godsdienstonderwijs melding ge
maakt van de schare vrijwilligers, toch leden
der gemeente, die er zich met zelfopoffering aan
wijden.
Gaat de kerk dan zóó in administratie en
beheer op, dat zij niets ziet buiten hetgeen zij
regeert; ziet zij den arbeid liarer leden niet?
Kerkelijke personen zien en steunen dien ar
beid, maar de kerk schijnt te veel in ouden
vorm versteend te zijn, om er de handen zege
nend over uit te strekken.
Waar zij dat doet is Jt eene uitzondering.
Dat moet niet langer zoo blijven.
Al werd ons van stonden aan recht gedaan
in de schoolkwestie, dan zou nogtans het gods-
<&6Hs£onderwijs naast het christelijk sc/ioofonder-
wijs eerder uitgebreid dan ingekrompen moeten
worden. Deze noodzakelijkheid komt telkens aan
het licht, als men over den inhoud en de be-
teekenis der Schrift met allerlei lieden spreekt.
De zondagschool zou dan ook steeds een zeer
te waardeeren middel van onderrichten binnen-
landsche zending big veil.
Het is waar dat het aantal predikanten in
de gemeenten talrijk genoeg is om voor de belang
stellende hoorders te preeken, maar om goede
herders te zijn hebben zij veel te groote kudde,
om goede onderwijzers te zijn veel te veel leer
lingen.
Waarom moeten het juist mannen met aca
demische opleiding, zelfs doctoren in de god
geleerdheid zijn, die de eenvoudigste bijbelsche
geschiedenissen verhalen aan kinderen van 10
en 11 jaar, in de zoogenaamde kleine vraag"?
Zou dat werk niet geheel en al aan ontwik-
kelde gemeenteleden kunnen worden overgelaten,
en mitsdien worden bepaald dat geen predikant,
dan alleen bij wij ze van uitzondering leerlingen
die niet eene zekere mate van kennis Am
aannam,
hadden
Zou de invloed der kerk niet zijdelings, onj.
te beginnen, kunnen werken op de inrichting
der zondagscholen, wanneer zg kennis nam van
de meerdere of mindere geschiktheid van het
onderwijzend personeel dier scholen, en predi
kanten aan ouders aanraadden hunne kinderen
naar deze of die zondagschool te zenden, over*
eenkomstig behoefte en leeftijd dier kinderen?
De kerk, die zich evenveel bemoeit met den
zendeling, met het Zwaard des Geestes als haar
rempla^ant naar Indië gegaan, als met den
bandeloozen jongman, wiens laatste toevlucht
het Indische leger is, de kerk is, zoolang zg
zich aldus aanstelt, en de evangelisatie aan 1
vriendenkringetjes overlaat, den zegen niet waard, fjj'
door den evangeliesatiearbeid haar toegebracht, -
Maar zij zal zichzelve verheffen, als zij gebruik 6
maakt van alle beschikbare krachten.
Wanneer hare herders of leeraars den tijd
zullen hebben om zich meer te wijden aan het ^3
leven en den arbeid in de gemeente, den
SO»/1
6y
52'!
li-
Bé
ïoi B
beien tijd kunnen wijden aan het leerstel
karaktervormend onderwijs van jon g
boven de 14 of 15 jaar, dan zal er ou. 6
zegen minder verloren gaan van de 5
van hunnen arbeid. 41/* 7,
5
V^le jeugdige ^lidmaten hebben ge 5
voo hetgeen zij als ter loops leerden e^_
den. Onbekend maakt onbemind, zc«--*^J-^
hoog,
spreekwoord, en half bekend dus ook maar" na
bemind. Daarom worde de leeraar ontheven va^^t|
hetgeen wij zouden kunuen noemen het lagei Q;0j
godsdienstonderwijs, opdat hij van het
meer werk make.
Eer het hiertoe komt moet met eene oud<
gewoonte gebroken word^u, maar de zondag-
school heeft reeds verre den veg gebaand.
Men wil nu dat de predikanten als onder- te
meesters op de staatsschool zullen dienstdoen^
in de uurtjes, die misschien zullen overschieten,'
Aan dien eisch toe te geven ware dwaasheid,
Yeel beter is het dat alle geloovige en be-
schaafde gemeentelededoen wat hunne hand"^^
vindt om te doen, dan zal hun naam in ver->
scheidene gezinnen met liefde genoemd word^ant#
en zullen de leden der gemeenten door hu;ELLIÏ{K.
kinderen meer met elkander in aanraking
men, meer de broederlijke en zusterlijke
wantschap gevoelen. etuifr innen dank
Niemand make zich er van af doop r^^8Iy^"[)
proefneming voetstoots te zeggendfj.^ fob
ik niet. Hoe meer personen zich w n 7
het onderrichten der jeugd, hoe kle^yM^sfsV
sen kunnen worden, hoe meer jLEM VA;4 ':f
ieder kind kan gemaakt wordfjn. Z1J?
De zegen van het voorbereidend scl
zoo noodig tothetgeve^ qdorwijs,z