CHRISTSL1J&-91ST0RISGH BLAD. rr 334. Donderdag- 18 December. ir HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- wos^Wll 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs per drie maanden franco1,50. Enkele nommers- 0,05. Uitgever: P. WIJTMAN, MIDDELBURtJ. Prijs der Advertentiën: by; Per regel 15 ets.; Familie-berichten va regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. - Middelburg, 17 December 1879. Sedert jaren is de uitdrukking- „wij leven op een vulkaan", spreekwoordelijk geworden voor hem die Europa's toestand schetsen wil. Het hapert nu en dan ook niet aan schokken en trillingen en golvingen, di9 de woelingen van de onderste lagen der maatschappij verraden, somtijds stroomt een enkele ader lava van boven neder en waar schuwt voor het oogenblik, waarop die onderste lagen zich naar boven werkend, van af die hoogte alles zul len overstroomen, maar «sedert het begin der schep ping zijn immer alle dingen geweest als nu Zoo luidt de zorgelooze uitroep, sedert reeds achttienhon derd jaar. Wie kapitaal bezit maakt zich soms nog ongerust. Maar toch, als de politie weer met een paar honderd man versterkt is, zal het wel weer gaan. Een enkele maal zou men wel wenschen dat de dood straf nog bestond. Maar toch, een nieuw wetboek van strafvordering kan den toestand veel verbeteren. Hier en daar klaagt men wel over het gevaar van den slechten tijd. Maar toch, als er niet genoeg verdiend wordt, is er nog overvloedig weldadigheidszin bij de rijkeren. Een concert en een bal, uit zuivere menscb- lievendheid gegeven, voorzien weer in de behoeften. Heel erg zal het toch niet worden. Voor eenige jaren rekende men reeds uit en beloofde plechtig dat er voortaan geen hongersnood meer komen zal! En brood is alles. Zoolang er brood is om te eten voor iedereen, zoolang zal de vulkaan zich rustig houden, 't Wordt wel met den dag raoeielijker om dat brood te verdienen. Maar dat komt omdat de menschen niet genoeg ontwikkeld zijn. Ze moeten onderwezen wor den zij moeten leeren. Wranneer zij genoeg weten, zullen ze genoeg kunnen werken, wanneer zij genoeg werken, zullen zij genoeg verdienen wanneer zij ge noeg verdienen, zullen zij tevreden zijn. Vanzelf houden daardoor de misdaden op, want er is geen aanleiding meer voor. Oorlog is dan voortaan on mogelijk; de heilige wedstrijd van handel en industrie neemt aller hart en gedachten in. Van godsdienst twist zal men alleen den naam uit een lang verleden kennende ware verdraagzaamheid der beschaafde onverschilligheid zal alle menschen bezielen. De gouden eeuw zal aangebroken zijn zonder zonde, en dus zonder Verlosser. «De mensch zal bij brood alleen leven.u En wie bij brood alleen niet leven kan, moet maar sterven. «De mensch moet denken en weten!" Gelooven, wat is dat? Wat anders dan een uitvinding voor oude vrouwen en onontwikkelden «De mensch moet zich oefenen en zicbzelven regeeren «Machten van God verorderd," die zijn een sprookje, bedacht door de rijken om de armen in bedwang te houden: heel noodig en nuttig, want anders waren de armen niet te regeeren geweest in vroegere tijden. Maar toen konden ze ook niets eens lezen of schrijven! Wij, kin deren der negentiende eeuw, wij, die gelijk recht voor allen willen, wij bedriegen de armen niet meer met zulke hersenschimmen. Wij reiken onzen minder bevoorrechten broeders en zusters de hand en leeren hun edelmoedig op staatskosten alles wat wijzelf weten. Want onze wetenschap, onze aanbiddelijke we tenschap, die eeuwig zoekt en //nimmermeer tot de kennis der waarheid komt", is het hoogste wat de mensch bereiken kan. Onverholen of ontwikkeld kan men al deze theoriën en utopiën niet zelden hooren verkon digen. Telken jare weer. In 1879 duidelijker dan in 1878. Ze worden niet alleen verkondigd, maar ook toegepast. De volken zijn de ongelukkige voorwerpen, waarop de proefnemingen worden genomen. De vol ken zelf leveren de mannen, die hierin hun kunst toonen. En wat is het resultaat Niemand, die zich op den verkregen uitslag tot dusverre beroemt Onheilspel lende teekenen vertoont de vulkaan ook nu weder. Engeland heeft zich in 1879 door zijne buiten- landsche staatkunde verlaagd. Na de Transvaal is Zoeloeland gekomen, en Afghanistan het Atjeh der Engelschen wijst dreigend op een onzekere toekomst. De moreele en financieële toestand in Duitschlaud wordt meer en meer onhoudbaar, de openbaringen van socialisme en materialisme zijn zorgwekkend. Het revolutiouaire Frankrijk was eerlijk genoeg zijn communisten terug te roepen, maar weifelt en schippert en durft hunne begin selen niet toepassen. Rusland machtig maar voos, weet niet wat met de brutale nihilisten te beginnen, even min als hoe het moorden en moordaanslagen voorko men zal. Oostenrijk en Spanje zijn koninkrijken die tegen zich zelve verdeeld zijn. Turkije is het spook, de bron van altijd nieuwe ellende. Nederland en België, Duitschland en Frankrijk zijn bovendien door de schoolkwestie inwendig ver deeld. Staatsalmacht of vrijheid is de leuze waaronder de strijdende partijen optrekken. Sinds het «christen dom boven geloofsverdeeldheid" werd uitgevonden, worden alle vraagstukken schier door geloofsverdeeld heid beheerscht. Een voorgevoel zegt velen dat Europa een godsdienstoorlog tegemoet gaat. Meer dan den oppervlakkigen beschouwer meent is er reden om het versleten woord wij leven op een vulkaan" nog eens te doen hooren. De Tweede Kamer hield zich de laatste dagen bezig met het behandelen van de begrooting van oorlog. Het debat was schier uitsluitend technisch. De heeren Viruly Verbrugge en Kool (de laat9te leverde, naar het zeggen van een der leden, eene brochure) traden vooral in bijzonderheden onze defensie betreffende. De nieuwe minister van oorlog verdedigde, te oordeelen naar het Bravo! dat van alle zijden der Kamer hem toe geroepen werd, uitstekend zijn beleid. De heer van Wassenaer Catwijck sprak een zeer te waardeeren woord over het zedelijk gehalte van het leger. De heer A. van Dedera waarschuwde tegen het af stemmen van deze begrooting, omdat men het met 's ministers organisatie niet eens was. Hij betoogde dat men daardoor tot desorganisatie komt. De heer de Jonge sprak een goed woord voor onze nijverheid bij aanbestedingen voor het leger. inruimen aan het afdeelinss-verslag der kc.t| zake het voorstel-Kerkwijk. Sommige leden betwistten al dadelijk de 'i van dit voorstel, na de toezegging van e^ dig te wachten herziening van de gemeente regeerings.vege. oR Het voorstel zelf werd door de groote met^ ongunstig beoordeeld. Velen erkenden de bedoeling van den voorsteller. Deze heeft toï een goed werk verricht door den vinger op een wondeplek in ons staatsbeheer, h'j I aandacht op een werkelijk beslaande verkeert^ vestigd. De voorstelling door den heer v. J gegeven, was hier en daar overdreven, maai gelukkige benoemingen van burgemeesters z'\L laatste jaren niet zeldzaam. Doch voor het van de bestaande misbruiken wordt, zeide e derheid, wijziging van de gemeentewet niet Niet uit hare bepalingen, maar uit hare t( spruit het kwaad voort. En door de voorgest. ziging zou inbreuk worden gemaakt op de b". van ons staatsrechtom even betwistbare t heden te voorkomen zou voet worden geg, ongelegenheden van erger aard, zoodat toch neesmiddel erger zou zijn dan de kwaal. De regeering heeft eene som van f 3000 op de be grooting gebracht tot ondersteuning der uitgave van het Woordenboek, en de Tweede Kamer heeft met groote meerderheid dien post goedgekeurd. De aanneming van dit voorstel werd zeer bevor derd door mededeeling van een brief van Prof. Beets, ten behoeve van de voortzetting van dit werk. et v,l an deJ Ditmaal afwijkende van or.ze gewoonte, meenen we om meer dan eene reden een plaatsje te moeten den ;geest der grondwet druischt heti Thorbecke achtte reeds het hoor3n van dt^l van gedep. staten in strijd met 's konings gr. recht tot vrije benoeming. En wanneer enk. thans (de motieven van den heer v. Kerkvv mende) spreken van de verdere ontwikkeli vrijzinnige staatsinstellingen, in den geest der wet, dan herinnerde men, dat juist de grond' van 1848 aan allen directen of indirecten inv buiten op de benoeming van den burgemei einde heeft willen maken in het nieuwe st bestuur, dat hij voor de gemeenten op 't Juist vroeger bestond het stelsel van voord nominatie en daarvoor is het stelsel van gel benoeming door den koning in alle gemeent plaats gekomen. Volgens ons tegenwoordig si dan ook is de burgemeester niet alleen hoofd meente, belast met de uitvoering der bes van den raad, maar ook de hand, de agent centraal gezag (dat den burgemeester in den tijd wel min of meer tot ambtenaar van dtr van binnenlandsche zaken maakt, hetgeen a ren is) maar waardoor dan ook het centraal moet blijven in de keuze, wel lettende op h der belang der gemeente, maar toch ook iuzi hierop, dat de benoemde de noodige zelfsti bezitte om, onder alle omstandigheden, ricl voering aan ""s lands wetten te geven. Men spreekt van gunstverwerving door voor het onderwijs uit te geven. Maar misbruik plaats heeft is het de schuld van die de koorden der beurs in handen heeft. Ook uit 't oogpunt der practijk daaren het stelsel van voordracht nadeelig zijn. eens noodig dat een aan de gemeente vre zijn wil krachtig en zelfstandig doe gelden j! tegen zou, vooral in plattelandsgemeenten lijke keuze door den raad den burgeraeesl^i; ven de partijen behoort te staan, tot eei? maken' d. w. z. ondergeschikt aan de tijde

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1879 | | pagina 1